30.7.08

Molsheap

Ook altijd al iets willen ondernemen tegen inkijk van de buren of bang dat een Leopard 2-tank ongevraagd uw erf komt oprijden? Een wijze raad: verhuis naar de Friese gemeente Achtkarspelen, want daar mag u een enorme aarden wal om uw woonstee aanleggen, want zo beweert de gemeente: "Een aarden wal wordt niet beschouwd als een bouwwerk, maar als ander werk, geen bouwwerk zijnde. In de bestemmingsvoorschriften worden ten aanzien van andere werken geen maatvoering aangegeven of verboden gesteld. Dat wil zeggen dat er aan een ander werk geen eisen worden gesteld met betrekking tot hoogte en omvang". Wellicht wil de gemeente in overweging nemen de naam Achtkarspelen te wijzigen in Molsheap.

Op de foto de constructie van een aarden wal om een woning in Achtkarspelen.

Content

Net gelezen: "Meld je aan bij MySpace voor exclusieve content en het laatste muziek nieuws!"
Wat bedoelt deze vaderlandse taalvlerk met "content" en waarom schrijft hij muzieknieuws met twee woorden?

Kalashnikov

Ik had het over het schmieren van Balkanorkesten met schaars geklede huppelaarsters op Westeuropese podia, dit is een "fraai" voorbeeld: Fanfara Kalashnikov (waar blijven het Mauser Orchester, de Oerlikon Harmonie en de Colt Brass Band?) in Berlijn.

Farmers Market


Altijd al een leuke band gevonden "Farmers Market" uit Noorwegen, aangevuld met de Bulgaarse saxofonist Trifon Trifonov (hij was ooit gast in De Gezamenlijke Zenders Peazens & Moddergat). Het repertoire van "Farmers Market" leunt stevig op Bulgaarse folklore, maar humor staat ook hoog in het vaan: een potpourri, die klinkt alsof hij gemaakt is van restjes uitgehaalde wol. Maar deze ratchenitza hoort meer tot het eigenlijke repertoire van de band, behalve Trifonov bestaande uit: Stian Carstensen (accordeon, kaval, guitaar), Nils Olav Johansen (guitaar, zang), Finn Guttormsen (bas) en Jarle Vespestad (drums).

Andreas Rudena

Vanmorgen een poosje op zoek geweest naar wat Balkanmuziek en ontdekt dat er veel kaf onder het koren is: slecht gestemde blaasorkesten waarvan sommige het nodig vinden een schaars geklede huppelaarster, want een danseres kun je zoiets niet noemen, de hoofdrol te laten vervullen. Kortom er wordt door Balkanmuzikanten wat afgeschmierd op Westeuropese podia. Het was dan ook een verademing toen ik violist Andreas Rudena (n.b. uit Zweden) en accordeonist Buzor Nenic ontdekte.

Leeuwarden 3

In de Goudsbloemstraat had ons huis een wc. Maar in Leeuwarden had lang niet iedere woning zo’n klaarblijkelijk modern geachte voorziening. In de straten achter ons hadden de huizen tonnetjes en dat was ook elders in de stad het geval. Zelfs in de jaren dertig gebouwde woningen hadden tonnen, die wekelijks door de zogenaamde tonnenman geleegd werden. Zo’n man droeg de ton, net als een kolenman zijn zak met kolen, op zijn schouder, ter bescherming van zijn schouder lag daar een lap leer op, door de gang, door de keuken naar het toilet. De ergste belediging, die je iemand kon toevoegen was: “Jouw vader is tonnenman”. Als ik er nu over nadenk is het volslagen onbegrijpelijk, dat zestig jaar geleden mensen onder dergelijke primitieve omstandigheden hun behoefte moesten doen. Ik vond het een merkwaardige bedoening, in plaats van de bekende witte pot met bril, stond er een soort primitief houten zitbankje met in het midden een bewerkt, rond deksel van hout, dat deksel diende je op te tillen en daaronder stond de ton, die natuurlijk verschrikkelijk stonk. Wie die huizen in de jaren dertig bouwde, weet ik niet, het vreemde was, dat eerder gebouwde huizen van de vereniging “Beter Wonen”, net als ons huis, wel van een echt toilet waren voorzien. Had het iets met stand te maken?

(Geen idee trouwens of de foto een Leeuwarder tonnenman betreft, de foto vond ik op het blog van de Sneker dichter Henk van der Veer)

Bob

Doâh ut opheffen van ut roâkveâhrbod in duh horeca wôhdt duh veâhrgrèzèng tegengegaan.

29.7.08

Henry Butler

New Orleans is een pianostad en iedereeen die anders beweert heeft ongelijk. Nee, ik ga ze echt niet allemaal opnoemen, nou, eentje dan: mijn favoriet Professor Longhair. Henry Butler, eveneens uit New Orleans schijnt een achternamiddag les van mijn pianoheld te hebben gehad en die les moet een onuitwisbare indruk hebben achtergelaten. Butler is blind en hij kan dus nooit gezien hebben hoe Longhair achter de piano zat, maar ik heb foto's gezien waar het onderscheid tussen beiden moeilijk valt te ontdekken. Henry Butler in "Le Chat Noir" in New Orleans een paar maanden geleden.

Leeuwarden 2

Klaarblijkelijk onstond er vlak na de oorlog de behoefte om kinderen elders te laten "aansterken" en dus vertrok een jongentje uit mijn straat naar Engeland om na een paar maanden terug te komen met de verrassende mededeling dat de Engelsen een kerk kattedrol noemden. Bij ons in de buurt waren twee meisjes uit Wenen gearriveerd. Merkwaardig dat "bleekneusjes" niet in eigen land konden herstellen. Van de meisjes leerde ik mijn eerste Duitse woorden: blöd en Trottel. De kleinste van de twee, in huis bij de familie O. in de Geraniumstraat, heettte Helga en was in staat als een soort slangenmens op een herenfiets te rijden door haar onderlichaam onder de stang te kronkelen. Op een zondag besloot een aantal kinderen een fietstocht te maken. Ruurd W. had Helga achterop en ik reed naast hen. We ontwikkelden zo'n vaart dat we de anderen ver achter ons lieten, op een kruising gingen we in plaats van rechts- linksaf en plotseling bleek Dokkum niet zo ver meer. We hebben de Bonifatiusbron opgezocht en Helga op de terugweg afwisselend, we hadden een forse tegenwind, achterop genomen. De andere fietsertjes waren intussen al lang in de Goudsbloemstraat terug en er moet paniek zijn ontstaan. Want waar waren de jeugdige onverlaten Ruurd W. en Wim B. met Helga? Bij thuiskomst moest ik linea recta naar mijn kamertje en werd ik aan een soort verhoor onderworpen: het leek er verdraaid veel op of Ruurd W. en ik werden verdacht van aanranding van Helga. Niet dat ik dat woord toen kende, maar door de wijze van vraagstelling kreeg ik het idee, dat niet onze late terugkeer, maar iets heel anders een rol speelde. De twee domme jongentjes waren ook zonder Helga naar Dokkum
gefietst en dat wilden de volwassenen maar niet begrijpen, er moest in hun ogen iets anders gebeurd zijn. Nog altijd word ik wrevelig als ik eraan denk.

28.7.08

Leeuwarden

In Leeuwarden, ik schreef het eerder, woonden we aan de rand van de stad. In wat toen de laatste zijstraat aan de linkerhand van de Groningerstraatweg was. Op alle vier hoeken met de Azaleastraat was een winkel: twee bakkers, Boonstra en Abma, een kruidenier, Boersma en een slager, Feitsma. Alleen van de laatste was mijn moeder klant, de bakkers en de kruidenier waren zeer waarschijnlijk van een mijn moeder onwelgevallig geloof. Want zo was het kort na de Tweede Wereldoorlog, religie bepaalde nog waar je boodschappen deed. Als je onze straat, de Goudsbloemstraat, inreed kon je vrijwel meteen rechtsaf slaan de weg naar Lekkum, die weg heette dan ook Lekkummerweg en als je verder reed kwam je in Giekerk, de plaats waar mijn grootmoeder, die al in 1929 overleden was, begraven was. Nu probeer ik wel eens na bezoek aan het graf, waar inmiddels ook mijn grootvader en moeder zijn bijgezet, de oude weg van Lekkum naar de Goudsbloemstraat terug te vinden. Het is me nog geen keer gelukt: ik beland steeds in een totaal vreemde wereld, ik kan de Goudsbloemstraat alleen maar vinden als ik uit de stad kom. In 1946 reden kleine busjes, verbouwde brandweerwagens of ambulances
van het Britse leger, van de NOF onze straat in, om bij Boersma de hoek om te slaan, vermoedelijk op weg naar Dokkum. Maar daar ben ik met de bus nooit geweest, dus helemaal zeker ben ik niet. Verder was er weinig verkeer en ik kan me niet herinneren, dat iemand in onze straat een auto had.

27.7.08

Chip

Onze wegen hebben zich sinds de midzeventiger jaren meermaals gekruist, ik heb hem onregelmatig geinterviewd, soms in een Hilversumse studio, soms bij hem thuis in New York, maar ook op JFK terwijl ik wachtte op een aansluitende vlucht. Wat ik bedoel te zeggen Chip Taylor en ik verliezen elkaar niet uit het oog. Ik ga niet voor de zoveelste keer uitleggen dat hij de broer is van John Voigt, dus de oom van Angelina Jolie en dat hij verantwoordelijk is voor "Wild Thing" van de Troggs, want dat soort mededelingen beschouw is als bladvulling. Hij was een aantal jaren uit zicht, was "beroepsgokker" en ik vond dat buitengewoon verdrietig, want muzikaal, moet je evenmin als elk ander, talent verkwisten. Gelukkig is hij al enige jaren van zijn dwaalweg teruggekeerd en vorige week ontving ik zijn jongste CD en die is buitengewoon interessant, want Chip doet daarop iets, wat ik zelden heb gehoord en dat de meeste muzikanten wel uit hun hart laten. Hij laat in een reportage van bijna 25 minuten horen hoe een nummer uiteindelijk op de plaat komt. De luisteraar is dus getuige van een creatief proces en alleen daarom al beveel ik "New Songs of Freedom", verschenen op zijn eigen label "Train Wreck Records" van harte aan.

25.7.08

Maserati


Van de twee broers Stanley naar de vijf broers Maserati: Carlo, Bindo, Alfieri, Ettore en Ernesto uit Bologna. Carlo stierf in 1910, ver voordat het merk met de Neptunusdrietand (het wapen van Bolgona) furore maakte. De resterende broers begonnen tijdens de Eerste Wereldoorlog met het maken van bougies, maar in 1925 werd een Diattoracewagen onder handen genomen en toen dat merk een jaar later zich uit de racerij terugtrok was de Officine Alfieri Maserati een feit. In 1929 verscheen de “sedici cilindri”, door twee achtcylindermotoren aan elkaar te koppelen, een jaar later werden met de 2,5 liter Grand Prixwagen vijf races gewonnen. Waarom ik 35 jaar geleden, toen ik het modelletje bouwde, de Maserati nummer 48 gaf, heeft voor problemen gezorgd. Maar gister vond ik in een boek een afbeelding van Luigi Fagioli die, onder nummer 48, in 1933 de Gaisbergrace uitreed, met een aan de start gesprongen band.

Zeeheldenbuurt

Iets meer dan vijftig jaar geleden was het Piet Heinplein (video) de uiterste grens die ik wandelend, tijdens de middagpauze van de kweekschool aan de Koningin Emmakade, kon bereiken. Er reed een tram over het plein, lijn 5, al lang verdwenen, omdat zowel aan de Appelstraat als op de Prinsessegracht geen lus was om te keren en zo'n lus was noodzakelijk toen de HTM alleen met PCC-cars ging rijden. Gister liep ik voor de eerste keer na een halve eeuw door de Haagse zeeheldenbuurt. Er is uiterlijk weinig veranderd, in geen van de straten lijkt iets "verblokkerd", dat geeft een plezierig gevoel. Sommige winkels zijn er nog, zoals de zaak waar je een compleet graf kunt uitzoeken. Ik heb daar destijds vaak stilgestaan, de winkel leek binnen net een minibegraafplaats, compleet met de witte steenslag op de graven. Er zijn in ieder geval vier nieuwe winkels: een Russische, een Poolse, een Engelse en een Portugese. In drie ben ik gister binnen geweest. Bij de Rus kaas en worst gekocht, bij de Pool brood en bij de Portugees wijn.

24.7.08

Nieuws

Als ze in Soedan president al-Bashir arresteren mag Soedan lid worden van de Europese Unie.

23.7.08

Galibier

Vandaag een top in de Tour de France: de Galibier. De naam spreekt duidelijk tot de verbeelding, Bugatti noemde een carrosserie op basis van het Type 57 "Galibier", hieronder een tweetal Galibiers.


Maar ook deze fiets is een "Galibier", hij heeft een Adlerversnellingsbak in het bracket, vandaar het kleine pookje.




Krahkt

Its met lots van happiness dat ik noticed dat de Gay Parade in Amsterdam now heet Canal Parade. Voor jaren ik breekte mijn tongue over de woord "gracht", een fan de Dutch words ik was niet able te pronounceren. Nou ze moet dat damned woord "Schiphol" nok change en ik zal zijn totaal kelukkik.

William Hippersnapper, Harlem, The Netherlands

22.7.08

Rambler

Het lijntje is slechts 11 mijl lang, de rit duurt anderhalf uur en kost $19.-. Voor de trein staat een in 1925 door Baldwin gebouwde stoomlocomotief, de 203 met de naam "Lindy". De ritten vinden meestal op zaterdag plaats. Ik heb het over de "Three Rivers Rambler" in Knoxville (Tenn.), een van de vele historische spoorlijntjes in de Verenigde Staten.

21.7.08

Plymouth


De suggestie in 1928 om een goedkope Chrysler "Plymouth" te noemen kwam van verkoopleider Joseph W. Frazer, die na de Tweede Wereldoorlog samen met Henry J. Kaiser een nieuwe auto onder zijn eigen naam in de markt zou zetten. De naam Plymouth refereerde aan de plaats, Plymouth Rock, waar William Bradford aan boord van de "Mayflower" (zie het merkplaatje hierboven) met de Pilgrims in 1620 in de Verenigde Staten geland was. Vanaf de introductie was Plymouth een succes. De wagen had hydraulische remmen en vanaf 1931 werd de motor opgehangen in rubber blokken, "floating power" heette dat. Het octrooi daarvoor werd door Citroën gekocht, trouwens er werd door Citroën meer, overigens zonder dat er octrooien in gemengd waren, overgenomen: auto's van een rots in een ravijn laten storten, om de degelijke constructie aan te tonen, bijvoorbeeld. Niet overgenomen werd de volgende Plymouthverkooptactiek: aspirantkopers werden geblinddoekt in een Plymouth en in andere viercylinderauto's rondgereden en vervolgens mochten ze raden welke auto ACHTcylinders had. Het bleek dat de aspirantkopers steevast de Plymouth kozen. De reclameslagzin was niet voor niets: "Plymouth sets the pace". Op de foto's een Plymouth uit 1933. Opvallend is dat niet alleen de achterlichten een Plymouthkenmerk kregen, maar dat zelfs de rubbers van de opstapplaatsen om in de dickey seat te komen een "P" hadden.



Tenslotte een Plymouthreclamefilmpje uit 1937.

彩雲追月

Het duo 2G met het Chinese volksliedje "Beautiful Clouds Chasing The Moon". De instrumenten zijn de sheng, een mondorgel en de er-hu, een viool.

20.7.08

Wobbe

"Su myn groatfadur ADHD had hewwe?", denk ik wel dur us. De man had nammeluk gin rust in ut gat, soa lang ik um kent he, en dat is fyftien jaar weest, het hij syn huus drie keer ferbouwd. Bowundien had ur un ferdomd drukke baan en liep die oek noch un krantewyk. Nee, stilsitte was nyt syn patroan. Tot soafer de HD fan ADHD, mar met de AD was dur oek feul mis, nar mij, syn kleinsoan, wu dur noch wel dur us un minuutsje luustere, nar myn pappe al wat minder, mar myn groatmoeke kwam in syn ferhaal feiteluks nyt foor. Nar twee sinnen fan har, was hij met syn hassus al weer heul ergus andus. Ik kom op suks omdat ut antal ADHD-ers alsmar stijgt, ut is krekt de padfinderij fan krekt nar de oarloch, mar dan andus. Nou ik ut toch owur die tyd he, gin hon had toen fan ADHD hoord. Minsen hadden TBC, mar ADHD? TBC konne je makkeluk faststelle met wat kraskus inne arm, mar hoe stelle se ADHD einluks fast? Un ingroeide teennagel kanne je sien, mar ADHD? Dur binne dus medesynen foor un pas ontdekte en onsichtbare sykte, die medesynen wurre hoe langer hoe meer foorskrewen en ik hew wel soan idee wie dar beter fan wurre. De koeponsjeknippers fanne farmaseutiese industrie. Of de ADHD-ers dur beter fan wurre is de fraag. Of dur ADHD-ers bestaan is un andere.

19.7.08

Carolina

Het beeld is niet om over naar huis te schrijven. Ddoedelzakken en trommels met het lied over Carolina: " A saia da Carolina".

A saia da Carolina ten un lagarto pintado, cando Carolina baila o lagarto dálle ó rabo.
— Bailaches, Carolina?
— Bailei, si señor.
— Dime con quen bailaches.
— Bailei co meu amor,
bailei co meu amor,
bailei co meu amor.
— Bailaches, Carolina?
— Bailei, si señor.
A Carolina é unha tola que todo o fai ó revés, íspese pola cabeza e vístese polos pés.
enzovoort, enzovoort.

Young & Co.

Een filmpje uit 1944 met Harry "Sweets" Edison, trompet; Lester Young (foto), tenorsax; Illinois Jacquet, tenorsax; Marlowe Morris, piano; Barney Kessel, guitar; Red Callender, bas; John Simmons, bas; "Big Sid" Catlett, drums; Jo Jones, drums en Mary Bryant, zang.

Stanley

Opnieuw twee broers, in dit geval de tweeling F.E. en F.O. Stanley of vollediger Francis O. en Freeland O., die een bijdrage leverden aan de ontwikkeling van de automobiel. F.E. was de technicus van de twee, hij ontwikkelde ondermeer een speciaal soort fotoplaat, F.O. werd onderwijzer, maar in 1885 startten ze samen in Newton (Mass.) de "Stanley Bros Dry Plate Manufacturing Co." Na bezoek aan een plattelandsmarkt in Brockton Falls, waar ze kennis maakten met het fenomeen stoomauto, besloten ze er zelf een te bouwen en op de volgende jaarmarkt in Brockton Falls maakte F.E. een aantal rondjes in zijn zelf gebouwde "Stanley". In datzelfde jaar begon de produktie van van de Stanley Steamer en in de herfst van 1899 waren er 200 afgeleverd. Hun patenten waren eerder dat jaar voor $250.000 gekocht door de heren Walker (eigenaar van "Cosmopolitan Magazine" en Barber (een steenrijke financier), met de afspraak dat de Stanleys zich gedurende twee jaar uit de automobielbouw zouden terugtrekken. De nieuwe firma ging "Locomobile Co. of America" heten. Kort daarna kregen Walker en Barber ruzie en ontstonden twee bedrijven "Locomobile" en "Mobile", beide overigens met de Stanleys als adviseurs. In 1899 verkochten ze hun fotografische industrie aan Kodak. De Stanleys hielden zich niet aan de afspraak om geen stoomauto's te bouwen, ontwikkelden een nieuwe wagen en werden vervolgens bedreigd met een rechtzaak. Ze kozen eieren voor hun geld en pas in 1901 kwam hun auto op de markt. De nieuwe firma heette "Stanley Motor Carriage Co.". Ze kochten bovendien hun oude octrooien terug. De rol van auto's met een stoommachine was in het begin van de 20e eeuw nog lang niet uitgespeeld, van de 909 in de staat New York geregistreerde auto's reden er in 1902 485 op stoom. Er werden snelheidsrecords mee gebroken: in 1906 reed Fred Marriott 205km/u met de Stanley "Beetle" op het strand van Ormond in Florida. Op de foto en het filmpje een Stanley Steamer uit 1908.


18.7.08

Bah

Sinds jaar en dag ben ik lid van de NVJ (Nederlandse Vereniging van Journalisten), maar langzamerhand vraag ik me af: "Hoe lang nog?" Het vakbondsorgaan is veranderd is een "glossy", met op de jongste voorpagina ene Dennis Erhardt, chef entertainment ANP. De afdeling van het ANP, die zich bezighoudt met "nieuwtjes over de levens van celebrity's in binnen- en buitenland". Wie is die Erhardt? Een voormalig muziekproducent van Joop van den Ende en artiest- en repertoiremanager bij een platenmaatschappij. Hij heeft bovendien Nederlandstalige nummers gezongen en zelfs een hit gehad met "Gewoon een vrolijk liedje". Op radiostation RadioNL presenteert Erhardt op zaterdagen een programma met Nederlandstalige muziek. Als ik de foto van Erhardt bekijk word ik licht onpasselijk, dat hoort natuurlijk niet, maar het is wel zo. Maar het meest beroerd word ik van mijn vakbond, die ik nauwelijks meer herken van de dagen dat ik me als lid aanmeldde.
(Na enig nadenken heb ik besloten mijn lidmaatschap van de NVJ te beeindigen)

Packard

De broers J.W. en W.D. Packard begonnen, en dat is bepaald niet uniek in de autowereld, met het verbeteren van een door hun aangeschafte auto.


In hun geval deze Winton, gebouwd door Alexander Winton, een fietsenmaker uit Cleveland.
Dat was in 1899 in Warren, Ohio. Hun fabriek noemden ze eerste drie jaren naar hun thuisstaat, de “Ohio Automobile Co.”, maar kort voor de verhuizing naar Detroit in 1903 werd die naam vervangen door Packard. Het werd een groot merk, met waarschijnlijk de beste reclamezin aller tijden voor een auto: “Ask the man who owns one”. Vooral de Packards uit de jaren dertig waren bijzonder fraai vormgegeven. Op de foto’s: een Packard convertible coupe uit 1935 en een soortgelijke wagen uit 1941, laatst genoemde behoort tot de in dat jaar gestarte Clipper-lijn.




17.7.08

Auburn




In zijn tijd was deze Auburn Boattail Speedster uit 1934 de goedkoopste Amerikaanse V12, met een door George Kublin ontworpen en door Lycoming gebouwde motor. Goed voor 160PK en zo'n 150km/u, desalnietttemin werden er in 1934 slechts 4800 verkocht. De motor werd tot in de vroege jaren zestig gebruikt door de bekende brandweerwagenfabriek American-La France.

16.7.08

Nova Scotia


Ontving net deze prachtige foto uit Nova Scotia, waar mijn goede vriend Charlie Hurst manmoedig op deze fiets voortzwoegt.

Hout 3

Behalve Ford en General Motors had ook het Chryslerconcern een woodie in de aanbieding. In 1950 kostte deze "Town & Country Newport" hardtop $4028, uitgerust met een 135PK acht-in-lijnmotor en schijfremmen op alle wielen. Er werden maar 700 verkocht.

Andy Stein 2

De vraag naar eventuele familie in New York of Philadelphia bleef mijnerzijds onbeantwoord, maar Andy voegde er meteen aan toe: "My mother is a Blumenthal!" Het was trouwens een prachtig gezelschap "Commander Cody and his Lost Planet Airmen". Andy (links vooraan) speelde behalve viool en saxofoon, Billy C. Farlow zong, Bill Kirchen, speelde gitaar en banjo, Lance Dickerson drumde, Bruce Farlow speelde bas, John Tichy speelde gitaar, Bobby Black speelde pedalsteelgitaar en Commander Cody zat achter de piano: "Everybody's Doin' It".

Fokke

Tijge lang geleden woonden Gabe Meindertsma (geen familie) en zijn vrouw Yfke bij ons in de buren. Ze zijn al lang verstorven, maar het was een nuiver stel: het vel zat hun strak om de neus: het liefst hadden ze hun eigen stront opgevreten en bij geval deden ze het ook. Yfke rende in de huis om op binnenbandenslofjes en de kinderen kregen als de boter op was, meubelwaaks op brood. Als er in het huis een stop doorsloeg, dan ging Gabe aan de gang met zilverpapier. Yfke had er een doos vol van. Als zo vaaktijds gebeurt valt de appel niet ver van de boom. Gabe en Yfkes jongste zoon, ik geloof dat het minne mannetje Fokke heet, woont bij ons oudste zoon in de buren. Ze hebben daar betaald parkeren. Als men een andere auto koopt, moet men op het gemeentehuis een nieuw bewijs halen, maar niet Fokke. Fokke heeft een maand geleden een nieuwe wagen gekocht, maar zet die nog steeds neer op het bewijs van zijn oude wagen. Dat scheelt een prote geld. Hij mag van het wijf in het huis niet smoken, ik verwed er honderd euro om, dat de verrekkeling zijn peuken in een blikje op de vensterbank bewaart om een nieuwe sigaret te draaien. En dat hij de krant in stukjes scheurt om op het huisje te gebruiken.

Vrouw Ymkje Sinnema - Meindertsma, Rotsterhaule.

15.7.08

Andy Stein


Eerbetoon aan violist Joe Venuti en gitarist Eddie Lang door Andy Stein (foto) en Michaele Ariodante.
Andy Stein was zo'n dertig jaar geleden violist in "Commander Cody and his Lost Planet Airmen". Toen ik hem ontmoette was zijn eerste vraag: "Are you related to the New York or the Philadelphia Blumenthals?"

Hout 2

Zelfs deze Buick Estate Wagon uit 1953 had nog houten carrosseriedelen, in dat jaar werd ook de acht-in-lijnmotor vervangen door een V8. De merkwaardige "patrijspoortjes" in het voorspatbord, geintroduceerd in 1949 door Ned Nickles, die werkte voor de ontwerpstudio van Harvey Earl, werden ietwat opgerekt en ovaal.


14.7.08

Zwaar Koper

Het grote probleem van zwaar koper is dat het tamelijk lastig in een marcherend orkest is mee te dragen en alhoewel de heren Sam Pilafian en Pat Sheridan niet marcheren, laten ze ons, respectievelijk op een speciaal gebouwd euphonium en een sousaphone zien, hoe hun instrumenten kunnen worden meegedragen, in "Won't you come home Bill Bailey".

Hout

Dat koetsbouwers veranwoordelijk waren voor de carrosserie van de eerste automobielen is geen wonder, dat er door hen veel hout gebruikt werd voor het bouwen ervan evenmin. Maar staal werd belangrijk toen auto's grote series werden geconstrueerd. Toch beleefde hout een terugkeer, met name in de Amerikaanse automobielbouw, klaarblijkelijk was het chic, zelfs zo chic dat er er niet geschroomd werd imitatiehout toe te passen en hele panelen met van een houtpatroon voorzien plastic te beplakken. Maar deze Ford SuperDeLux station wagon uit 1947/48 heeft voor een belangrijk deel wel degelijk een echt houten carrosserie. Er is in de Verenigde Staten zelfs een speciale club voor woodies.

13.7.08

Aboriginal

Het toch maar weer eens nagekeken, zowel in de Oxford English Dictionary als in de American Heritage Dictionary of the English Language, omdat ik "aboriginal" door Het Journaal als zelfstandig naamwoord hoorde gebruiken. Het is een adjective, een bijvoeglijk naamwoord, niet een noun , een zelfstandig naamwoord, de oorspronkelijke inwoners van Australië heten dus aborigines en niet zoals Het Journaal beweert aboriginals. Een inwoner van België heet een Belg en niet een Belgisch.

Auto's

Zo nu en dan ontmoet ik een lezer van dit blog, die zich beklaagt over het feit dat ik meer over auto's schrijf dan over muziek. Soms krijg ik het idee dat ze het schrijven over auto's, zo niet infantiel, in elk geval vulgair vinden. Net alsof woorden over een Jantje Koopmans op een hoger plan staan dan woorden over een Opel Kadett. Er is een simpele verklaring voor het feit dat er meer over auto's te vinden is dan over muziek. Muziek moet je kunnen horen en YouTube biedt veel , maar de zoveelste amateuraccordeonist, die de Bloemenwals speelt vind ik interessant voor de naaste familie van de man, maar niet voor een verwijzing door dit blog. Ik geeft grif toe, dat er over auto's, in ieder geval op de televisie veel infantiliteit en vulgariteit te zien is, "Top Gear" is een voorbeeld van het eerste genre, VPRO "De Garage" een voorbeeld van het tweede. Jeremy Clarkson zorgt met zijn twee compagnons voor veel infantiel amusement, Eric Corton en Nathalie Strijbosch zorgden door hun aandacht voor rijdend groot vuil voor, de VPRO onwaardige, vulgariteit. (wordt vervolgd)

12.7.08

Straalmotor

Eerlijk is eerlijk, de Britten waren eerder met een door een turbine aangedreven auto. In 1950 bouwde Rover op basis van het chassis van een 75 een open twoseater met een achteringeplaatste straalmotor en het toepasselijke kenteken JET 1.


De Fransen volgden op de voet met de Socema-Grégoire, een door J.A. Grégoire voor de Société de Construction et d'Equipements Mécaniques pour l"Aviation ontworpen en door Hotchkiss gebouwde fraai gelijnde coupé, die in 1952 op de Parijse automobielsalon tentoongesteld werd en die fluitend 200 km/u haalde.


Vier jaar later presenteerde Renault "l'Etoile Filante" op Montlhéry, een auto om records te breken. Dat laatste gebeurde op 5 september 1956 toen Jean Hébert op de vlakte van Bonneville 308,9km/u haalde. De "Etoile Filante" was 4,84 meter lang en slechts 99 centimeter hoog.

11.7.08

God en nog het een en ander

De Amerikaanse presidentsverkiezingen blijven een merkwaardig fenomeen. Alhoewel er een strikte scheiding tussen staat en kerk bestaat, maak je als nietgelovige geen enkele kans op het presidentschap en je ziet zowel bij McCain als bij Obama voortdurend opvrijerijpartijtjes van het godvruchtig volkje dat uiteraard in de Heer is, want Joden, Boedhisten, Moslims en andere gelovigen komen evenmin in het Witte Huis. Beide presidentskandidaten, inmiddels zeker van het feit dat ze straks op het schild worden geheven doen er alles aan om stemmen achter zich te vergaren. Obama was bijvoorbeeld niet te beroerd om op 9 juli j.l. voor de FISA (Foreign Intelligence Surveillance Act) te stemmen, een wet die de Amerikaanse overheid o.a. het recht geeft electronisch briefverkeer te controleren. Dat zoiets een beperking van civiele rechten inhoudt is duidelijk en dat sommige Amerikanen woedend zijn op Obama is eveneens duidelijk.
Van een Amerikaanse vriend kreeg ik volgende brief, die hij aan Obama stuurde.

"July 10, 2008

Senator Obama:
I am upset beyond words at your FISA vote. I became a Democrat a few years ago to help Ned Lamont oust Joe Lieberman. Thank God Chris Dodd is my other Senator.
If you are not willing to stand up for a citizen's constitutional rights, then I see little difference between you and a Republican. If you agree (and you HAVE agreed with your vote) to let the telecom industry get a "free pass" as they conspired to break the law, then your standards are no better than the law breakers that are running the government now. Break a law... then just change it. How is THAT a good example for the children in this nation? Obviously, telecom money is more important than the next generation.
I gave you my hard-earned money. Now you can get your money from whoever's pocket you are in. You certainly did not represent the common citizens with your FISA vote. Your vote equals distrust of the common citizens. Spy on us to protect our freedom??
Tomorrow I am going on a long road trip. One of the things on my to-do list is to rip your bumper sticker off my car. I am embarrassed that I supported you.
I am also seriously considering leaving the Democratic Party and going back to being Independent. With leadership like Pelosi and Reid... well, what can I say?
SHAME ON YOU.
Sincerely,
X
A common citizen, who can now be legally spied upon because of your vote, along with other Republicans disguised as Democrats."

10.7.08

Schone ruiten

Mijn 1937 Nash had ruitenwissers, die werkten op vacuum, dat was niet erg handig, want als ik een hevig spattende vrachtwagen inhaalde had ik geen vacuum en dus ook geen werkende ruitenwissers. Van ruitensproeiers hadden ze in 1937 nog niet gehoord. Ik herinner me dat in sommige naoorlogse auto's, ik die met de rechtervoet moest bedienen met een halfronde bol naast het gaspedaal. De Panhard heeft een knop, links van het om de stuurkolom gebouwde dashbord, waarmee je het water oppompt. Natuurlijk werkte de ruitensproeier van de Panhard niet, dus met een speld de gaatjes doorgeprikt en vervolgens met veel gezuig en gespuug de slang vanuit het reservoir schoon gemaakt en waarachtig, ik heb een ruitensproeier. Nu de onwillige dashbordverlichting nog.

Gullit

Een paar jaar geleden was ik de enige klant in wat het meest noordelijke Indiase restaurant in het Verenigd Koninkrijk moet zijn. Ik at in Lerwick, hoofdstad van de Shetlandeilanden. Nadat de ober had geinformeerd waar ik vandaan kwam, schudde hij zijn hoofd en zei: "The Dutch have such weird names". Ik moet hem nietbegrijpend aangekeken hebben want hij vervolgde met "Van Nistelrooy." "Ah, there are a lot of surnames that give away where the ancestors came from, Nistelrooy's ancestors must have come from a small village in the province of North-Brabant, called Nistelrode." Ik ging nog even door en wees hem op andere aan plaatsnamen ontleende achternamen. Het was daarna even stil en toen vroeg de ober: "And Gullit?"

8.7.08

Onderzoek 2

Naar aanleiding van het j.l. zaterdag gevraagde onderzoek, ontving ik deze reactie:

Geachte Heer Bloemendaal,

Al jaren erger ook ik mij net als u aan het uiterst rumoerige gedrag van vrouwen tijdens jazzconcerten. Ik feliciteer u met uw moed om hier via uw blog nu eindelijk openlijk aandacht voor te vragen.
Echter een onderzoek naar de oorzaak raad ik u af. Dit omdat de uitkomsten van de meeste onderzoeken in dit land altijd worden uitgelegd in het voordeel van veroorzakers van publiekelijk leed.
Een betere oplossing naar mijn mening is om standaard bij de toegangsdeur vrouwen botweg te weigeren. Vriendelijk te verzoeken niet naar binnen te gaan zal veelal niet het gewenste resultaat hebben.
Wellicht is de oplossing bij elk jazzconcert uit voorzorg twee of drie vrouwen te verbranden voor de deur van het theater. Dit zal in de meeste gevallen de overigen voldoende afschrikken om naar binnen te gaan.
Ik hoop u hiermee de oplossende tip te hebben gegeven voor dit grote probleem om samen met u nog jaren te kunnen genieten van jazzconcerten zonder vrouwelijk publiek.
Met hoogachting,
B. Woudinga
Jazzliefhebber te Achlum

P.S. Ik ben genegen om samen met u het nodige sprokkelhout te verzamelen. Bijvoorbeeld uit de houtwallen in de buurt van Driesum.

3 voor 12

Zeer terecht wordt door de Nederlandse Publieke Omroep het themakanaal "3 voor 12" opgeheven en naar het zich laat aanzien vervangen door het Gerard Jolingkanaal. Wij dienen in het buitenland, om te beginnen met België, onze laagschedeligheid te bewijzen.

7.7.08

Dancefeest

Wellicht een aardige suggestie voor de organisatoren van het dancefeest "Ground Zero" in het Gelderse Bussloo, probeer het ook eens met dancefeesten onder de naam "Guantanamo Bay", "Concentration Camp" of "Gulag".

le jour de gloire est arrivé!

Eindelijk staat de Panhard voor de deur.

6.7.08

Auto Red Bug


Natuurlijk hebben we het terechte idee dat Amerikaanse auto's een slagje groter zijn dan de Europese, maar ooit werd dit simpele voertuig gemaakt in de Verenigde Staten. Niet om er in de eerste plaats de openbare weg mee op te gaan, maar om er mee rond te rijden op landgoederen en bijvoorbeeld op Jekyll, een van de Georgia Sea Islands en particulier lustoord van een aantal steenrijke dames en heren. De maaimachinefabrikant Briggs & Stratton maakte tussen 1919 en 1923 een "buck board", een vierwielig voertuigje met een gemotoriseerd wiel, als ware het een buitenboordmotor van een schip, achter het wagentje. Dit is de opvolger, de Auto Red Bug gemaakt door de Automotive Electric Service Company, met een electromotor rechtstreeks gekoppeld aan de achteras.

5.7.08

Tati















De film werd in 1947 opgenomen in Sainte-Sévère-sur-Indre en "Jour de Fête" is Jacques Tati's eerste meesterwerk. Hoodpersoon is postbesteller François, die, geconfronteerd met een fim over Amerikaanse collega's, die hun werk met auto en vliegtuig verrichten, besluit op geheel eigen wijze de postbestelling in zijn dorp in de vaart der volkeren op te stoten. Natuurlijk is er in Sainte-Sévère-sur-Indre een Jacques Tatistraat en binnenkort staat er zelfs een monument voor 's werelds meest hilarische postbesteller (foto's Eddie Gielliet).

Onderzoek

Gisteravond bij "Jazz op het Dak" zat ik achter twee kwebbelende vrouwen. Ik stelde vast dat er veel kwebbelende vrouwen waren en begon me af te vragen of vrouwen jazzconcerten gebruiken om met vriendinnen bij te praten. Ik zou graag een wetenschappelijk onderzoek willen om te zien of mijn waarneming juist is en indien het antwoord bevestigend is zou ik het bezoek van vrouwen aan jazzconcerten willen verbieden.

4.7.08

Pierce-Arrow

Vanaf 1913 waren de Pierce-Arrows herkenbaar aan de in de spatborden geintegreerde koplampen. Het was een duur merk, alhoewel George N. Pierce eenvoudig was begonnen met het maken van vogelkooien en fietsen en zijn eerste auto in 1901, de "Motorette" had slechts een eencylinder DeDionmotor. Met name de auto's uit de vroege jaren dertig waren schitterend en ze waren nog snel ook, de fabriekstestchauffeur Ab Jenkins reed met een V12 in 1932 op zoutvlakte van Bonneville 24 uur lang met een gemiddelde snelheid van 180 km/u. Sinds 1928 was een andere autofabriek, Studebaker, eigenaar van Pierce-Arrow, maar dat verhinderde niet dat de fabriek net als Studebaker failliet ging en eigenaar Albert Erskine in juli 1933 zelfmoord pleegde. Met nieuwe eigenaars aan het roer wist de fabriek het nog tot begin 1938 uit te houden, maar het ontbreken van een auto in de middenklasse deed Pierce-Arrow definitief de das om. (foto's: Charlie Hurst, door op de foto's te clicken zijn ze te vergroten)














Attje

Mijn moeder heeft haar hele leven een draconisch gevecht geleverd met haar Friese voornaam. Nynke van Hichtum schreef de naam fonetisch “Atsje”, maar in werkelijkheid heette mijn moeder Attje. En zo’n naam leverde, toen ze in de jaren twintig naar Amsterdam verhuisde, problemen op. Ze ging zich Ats noemen, maar dat werd verbasterd tot Atze en dat is een Friese mannennaam. Later probeerde ze het met Ans, maar echt ingang heeft die naam niet gevonden. Toen Atje Keulen - Deelstra als schaatsenrijdster furore maakte werd deze een tijdlang, ook door de Nieuwsdienst ANP, Atje genoemd, uiteindelijk heb ik maar eens gebeld en gemeld dat het echt “Atsje” moest zijn, daarna werd de naam van de schaatster op de juiste wijze uitgesproken. Zover is het met de uitspraak van de naam van de schaatser uit Lemmer, Rintje Ritsma, nooit gekomen. Het bleef Rintje voor en Rintje na. Terwijl het nijvere sportverslaggeversvolkje perfect wist hoe ze John McEnroe’s naam moesten uitspreken. Maar zoiets krijg je als je blik niet verder reikt dan grasspriet, sintel of ventiel, want een Tsjechische sporter met dezelfde achternaam als de componist, werd door hen vrolijk "Dworak" genoemd.

AJC

Heel precies weet ik het niet meer, maar ik zal zo’n twaalf jaar oud geweest zijn toen ik lid werd van de AJC. Het gebouw, “Sinneljocht” geheten, van de Arbeiders Jeugd Centrale stond aan het begin van de straat waar ik in Leeuwarden woonde, op een hoek met de Groningerstraatweg. Er waren merkwaardige regels, zo moest je in plaats van godverdomme appeltje zeggen. Dat ging er bij mij niet in. Een ander verschrikking was het volksdansen, dat bij tijd en wijle zelfs op straat gebeurde. Gelukkig mocht je op zo’n moment ook met blaadjes colporteren, daar was ik heel goed in en dus hoefde ik niet te huppelen. Iedere dinsdagavond was er koppelavond in een kamer, die honk genoemd werd, aan het slot ervan werd voorgelezen uit een boek, dat ik al uit had. Ik besloot de bij het verhaal de behorende gezichten te trekken, dat viel bij de verteller niet in goede aarde en hij nam op een verschrikkelijke manier wraak. Ik was dol op vliegtuigen en was in mijn vrije tijd meestal in de buurt van de vliegbasis te vinden. Op zeker ogenblik werden op drie eenvolgende dagen op de basis zogenaamde luchtmachtdagen gehouden. Ik had ervoor gespaard. Maar kon op het moment dat een driedaagsekaart moest worden aangeschaft mijn portemonnaie nergens vinden. Diepe ellende, want mijn moeder was streng in dit soort zaken. Had ik maar beter op moeten passen en aan geld lenen viel niet te denken. De portemonnaie moest uit mijjn broekzak gegleden zijn tijdens de jongste koppelavond. Gelukkig vond er op zaterdagmiddag een fietstocht plaats, dus meldde ik me tijdig bij "Sinneljocht" met de vraag of ik in het honk naar mijn portemonnaie mocht zoeken, omdat ik het geld nodig voor een kaartje voor de luchtmachtdagen. “Als je niet mee gaat fietsen, heb je ook niets te zoeken in het honk”, was het antwoord. Ik ben uiterst verdrietig afgedropen en kreeg toen alsnog geld van mijn moeder. De dinsdag daarop vond ik mijn portemonnaie op de grond in het koppelhonk. Ik heb hem opgepakt en ben naar huis gegaan. Van een echte, frisse, idealistische AJC-er, zoals Nynke van Hichtum die zich voorstelde, is dus niets geworden.

3.7.08

Nes

Het waait altijd in het noorden van Friesland. Meestal komt de wind recht van voren, in het gunstigste geval blaast hij van links of rechts, maar van achter komt hij zo zelden dat Omrop Fryslân ogenblikkelijk zijn uitzending onderbreekt en de Leeuwarder Courant met een extra editie verschijnt, als het wel gebeurt. Zondag was ik op de fiets naar Nes in Dongeradeel, dwars door het lage, groene landschap. via Aalsum, Niawier en Oosternijkerk. Ik genoot, want ik houd van uitkijken en mijn doel was ook de moeite waard: de pastorie van Nes. het geboortehuis van Nynke van Hichtum. Dankzij de prachtige biografie van haar, geschreven door Aukje Holtrop, wist ik, dat ik de pastorie niet vlakbij de kerk moest zoeken, maar bijna buiten het dorp. Nynke heette in werkelijkheid Sjoukje Bokma de Boer en was de eerste echtgenote van Pieter Jelles Troelstra. Haar boeken heb ik verslonden: "Afkes Tiental", "Jelle van Sipke Froukjes", "Schimmels voor de Koets of Vlooien voor de Koekepan". Maar er is meer, alleen was ik te jong om het me nu te kunnen herinneren. Dat irriteert, want ik zou graag haar gezicht en haar stem me voor de geest willen halen. Mijn ouders waren met haar bevriend, ik heb een door haar geschonken truitje gedragen, er staat een boek met een opdracht aan mijn ouders en mij in de boekenkast
en ik heb een lange brief van haar aan mijn ouders, waarin ze hun raad geeft wat te doen met een stout jongentje, dat een Vimbus over de keukenvloer uitstrooit, die eindigt met de wens dat ik maar "tot een echte, frisse, idealistische AJC-er mag opgroeien". Dat het tussen de AJC en mij niks geworden is, leg ik later nog wel eens uit. Maar het zien van haar geboortehuis, ontroerde me, vooal omdat er in 148 jaar (ze werd in 1860 geboren) zo weinig aan het huis veranderd is.

2.7.08

Steltzwanen

Gister heb ik met onze oudste zoon en zijn pakezeggers - ik ben al overbeppe - op Dokkum aangeweest en daarna op Hantumhuizen, want daar woont de moeder van ons zoons vrouw, de andere overbeppe, zal ik maar zeggen. Krekt buiten Dokkum zagen wij tijge nuivere vogels in het veld. "Dat zijn steltzwanen", zei onze zoon en haalde voortendadelijks de videocammera voor het licht. "Ach nee, pake", zei een van de jonkjes, "dat zijn struisvogels". Maar pake wou daar niet aan, want hij heeft altijden al een eigenwijzeling geweest: "Het zijn steltzwanen, zie maar: die lange nek, de pertale oogopslag!" "Nee hoor", zei het oudste jonkje, "het zijn struisvogels, he beppe?" Nou toen was het mijn beurt om met het water voor de dokter te komen, want de jonkjes denken dat ik het verstand allenig heb. "Het zijn geen aalragers en ook geen orebaren, maar wat het al zijn weet beppe ook niet. Jelui moeten het thuis maar opzoeken." Nou dat hebben ze gedaan en de jonkjes hadden schoon gelijk, vandemorgen belde het jongste: "Het zijn al struisvogels, beppe."

Vrouw Ymkje Sinnema - Meindertsma, Rotsterhaule