30.6.12

Veteranendag

Originaliteit is dit volk vreemd, vandaar ook dat onze televisiejournaals in vorm en presentatie gemodelleerd zijn naar die van de BBC. Ook zo'n veteranendag is van elders komen overwaaien, want wie heeft er behoefte aan, zeker nu - veel te laat en te traag - duidelijk wordt dat "onze jongens" in "ons Indië" een allesbehalve glorieuze rol hebben gespeeld en net zo min als "Befehl ist Befehl" doet "het werd ons opgedragen" uiteindelijk opgeld. Natuurlijk stond de uit zijn uniform gehesen Victor Baarn bij invoering van een veteranendefilé te trappelen van ongeduld toen hem duidelijk werd weer een ietsiepietsie "millitèr te können sain", maar inmiddels vertoeft hij alweer enige jaren in het hiernamaals en was er alle reden om de rond zijn verjaardag begonnen onzin te beëindigen. Begrijp me goed: ik heb niets tegen de krijgsmacht. Zelfs niet tegen parades. Trooping the colour, waarmee de Britse monarch haar verjaardag viert, verkies ik ver boven de uitdragerij op 30 april te onzent. Een verslag van de taptoe in Edinburgh, met al zijn verschillende muziekensembles, laat ik me ook niet graag ontgaan. Misschien is de muziek juist hetgene wat mij redelijk enthousiast maakt?
Dat moet er al vroeg ingeslopen zijn, want toen ik door de heren Arend Jan Heerma van Voss en Wim Noordhoek tijdens een uitzending van hun onvolprezen "Radiovereniging" gevraagd werd naar mijn oudste muzikale herinnering, antwoordde ik tot hun verbazing: de Amsterdamse Politiekapel, nee, nee, niet onder leiding van Johan Pinkse, maar de vooroorlogse kapel onder leiding van H. Reygersberg met de mars "Zou zou qui passent"*. 
Een paar geleden was ik op Quatorze Juillet in Brest en hoopte ik op een optreden van mijn favoriete bagad, de Bagad de Lann-Bihoué, maar helaas. Gelukkig waren er blijmakende, andere biniouklanken en na afloop heb ik met een paar musici gesproken over de gespeelde muziek, want er passeerde o.a. een Schotse naast een Bretoense medley. 
Toch even terug naar mijn "militaire inslag". Minstens zo groot als de verbazing van Heerma van Vos en Noordhoek over mijn keuze voor de Amsterdamse politiemuziek, was vele jaren eerder bij vrienden en bekenden mijn verkiezing tot beste soldaat van de compagnie bij de Grenadiers van de lichting 59/1. Maar dat had alles te maken met compagniescommandant kapitein A.J Ouwerling en peletonscommandant luitenant Marie van Lopik, die totaal niet voldeden aan het cliché dat ik van militair kader had. Zij bleken helaas een uitzondering, want eenmaal op de School Reserve Officieren Infanterie kreeg ik te maken met kapitein Oud  ("schoenen worden gepoetst met Kiwi, met Kiwi worden schoenen gepoetst, schoenen worden gepoetst met Kiwi") en dat gaf binnen de kortste keren trammelant. Zeker nadat hij me een keer op de weekkamer betrapte terwijl ik Gogol zet le lezen en me toebeet dat in dat verblijf geen romannetjes werden gelezen, maar alleen het handboek soldaat. Binnen een maand was ik afgekeurd.
*Zou zou qui passent is net als de andere kant van de 78-toerenplaat "Triumph" een mars van de Franse componist Francis Popy, zijn muziek is typerend voor de belle époque. Noch "Zou zou qui passent" noch "Triumph" heb ik op YouTube kunnen vinden, wel Popy's "Marche de nuit".

29.6.12

Bloemetje

De agente, die een - al dan niet onwillige - arrestant in zijn kruis schopte, krijgt van de  Rotterdamse gemeenteraad een bloemetje. Is dat een signaal om een metalen kuisheidsgordel, dit keer voor heren, aan te schaffen om, je weet maar nooit, je edele delen  tegen rabiate agentes te beschermen.
Ooit liep ik op de Nieuwezijdsvoorburgwal, toen tien meter voor me een agent een tegen een vuilcontainer aanplassende man tegen zijn kont schopte. Ik maakte daarover een opmerking, omdat ik vind dat je zo'n buiten de pot pissende man op een andere manier op zulk wangedrag kunt aanspreken. Ik kreeg een grote bek, want ik bemoeide me volgens de agent met dingen waar ik niets mee te maken had.  Dat is de - overigens - normale reactie van iemand, wanneer je in dit land - burger of agent - ergens op aanspreekt: "Bemoei je met je eigen zaken!" Ik liet het er niet bij zitten en liep naar de overkant want daar was een politiebureau waar de agent naar binnen was gegaan. Daar ontspon zich met de wachtcommandant een even onbevredigend gesprek.  Klaarblijkelijk mocht ik als burger een agent niet bekritiseren in het uitoefenen van zijn functie.  Ik schreef vervolgens de toenmalige burgemeester Ed van Thijn een brief en kort daarop ontving ik van een hoogmogende van het bureau op de Nieuwezijds een uitnodiging om eens te komen praten. Ik heb aan die uitnodiging gevolg gegeven en kon eindelijk duidelijk maken dat het gevaarlijk is om iemand die plast, tegen een container aan  te trappen: de ene overtreding hoeft niet een ernstiger overtreding als gevolg te hebben. Bedoelde agent was inmiddels "overspannen" met ziekteverlof werd me te verstaan gegeven en  had dat eigenlijk al moeten zijn op het moment dat hij zijn trap uitdeelde. Dat is toch even iets anders dan een bloemetje. 
(Nog steeds niet de oude en dus ziek, maar wilde dit kwijt)

27.6.12

Ziek

24.6.12

Woef!

Negentig jaar geleden opgenomen in New York en vandaag speciaal voor de heer Ozenfant op dit blog gezet, "That Barking Dog - Woof! Woof!" gespeeld door The Original Memphis Five: Phil Napoleon, trompet; Miff Mole, trombone en Frank Signorelli, piano. Over de andere leden van het kwintet heb ik geen zekerheid. In tegenstelling tot wat ik regelmatig moet doen: een afbeelding van het etiket van een Europese persing van een 78-toerenplaat als illustratie gebruiken, van "That Barking Dog - Woof! Woof!" heb ik de originele Amerikaanse persing.

Bluegrass -?- 8

Hij kent het perfect - ik bedoel het bluegrassrepertoire - maar hij betreedt dolgraag andere paden en precies om die reden heb ik hem jaren bijna op de voet gevolgd: David Bromberg, die, tot mijn grote verrassing in staat was op het podium binnen een minuut zijn snarenband om te toveren in een blaasorkest. Ik zag hem tot mijn grote spijt in 1989 voor het laatst in Chicago, want tournees aan deze kant van de Atlantische Oceaan zitten er niet meer in en dat is verdomde jammer. Eind jaren zestig kreeg ik hem voor het eerst in de gaten toen hij met Jerry Jeff Walker optrad en opnamen maakte. Daarna leidde hij al gauw zijn eigen gezelschap en het was muzikaal altijd van bijzondere klasse. Op deze druilerige zondag zet ik een aantal willekeurig gekozen werkjes van David Bromberg op dit blog om duidelijk te maken dat hij - gelukkig - niet voor een gat te vangen is: "Medley of Irish Fiddle Tunes", "Sloppy Drunk", "Maple Leaf Rag", "Oh, Sharon" en "Spanish Johnny".

Borgward 2

Zo zie je jaren geen Borgward en dan zie je er op een zaterdag in juni twee, want gisteravond met heer Ozenfant aan de lijn en dus geen mogelijkheid om snel mijn cameraatje te voorschijn te toveren, kwam mij deze "Isabella" tegemoet. Gelukkig vond ik een afbeelding op de website van de Borgwardclub.

23.6.12

Bluegrass 7

Een aantal jaren geleden was er rond de Wereldomroep een festijn en een van de genodigden was Saul Broudy, die toen een paar dagen bij mij logeerde. Afgestudeerd in etnomusicology en een bekwaam instrumentalist, had ik hem al eens eerder ontmoet. Hij had een interessante CD op zijn naam met liedjes uit de Vietnamoorlog, waarin hij zelf gediend had. Broudy was een solist, die dolgraag optrad met musici uit de landen die hij bezocht en dus zien we hem hier in Hongarije op het podium met een aantal Hongaarse muzikanten. De foto toont Broudy tijdens een optreden voor een klas van de International School of Amsterdam.

Borgward

 Toch uniek wanneer plotseling vanmorgen een Borgward "Isabella" uit 1957 in het Bussumse straatbeeld verschijnt, nota bene met de Mille-Miglia-2012-stickers nog op neus en flanken. Dat betekent een sprintje trekken en kijken waar de eigenaar gaat parkeren. Gelukkig vind ik eigenaar -  die de voorruit zeemt - en auto, snel. Hij reageert uiterst tevreden als ik wat gegevens van de auto mompel en zijn trots niet Wartburg noem, hetgeen regelmatig schijnt te gebeuren. Borgward kwam uit Bremen en Carl F.W. Borgward had nog wat andere merken onder zijn beheer Hansa en Lloyd. Laatstgenoemd merk werd in de Bondsrepubliek van de volgende weinig vleiende slagzin voorzien: "Wer den Tod nicht scheut fährt Lloyd". Maar op de "Isabella" viel niets aan te merken en het is tragisch dat het Borgwardconcern in 1961 failliet ging.  De zwanenzang van het merk was een fraai vorm gegeven zescylinder met een 2,3-motor.  Ooit - eind jaren zestig -  trok ik in een "Isabella" met drie vrienden naar Noord-Frankrijk op een driedaagse speurtocht naar een Traction Avant, het bleek niet een auto waar je met vier redelijk uit de kluiten gewassen mannen comfortabel kon overnachten. Maar dat is dan ook mijn enige kritiek.
 Bij de start van de Mille Miglia 2012

SEAT

Begrafenisauto's waren in ons land altijd zwart, net als door paarden getrokken koetsen, tenzij je van koninklijke bloede was en wit prefereerde. Tegenwoordig zie ik nogal wat zilvergrijze laatsteritvoertuigen, zelfs de begrafenisbranche schijnt aan mode onderhevig. In Spanje werd ooit deze naar karmijnrood zwemende SEAT gebruikt. SEAT had oorspronkelijk de betekenis "Sociedad Española de Automóviles de Turismo, S.A." en men bouwde in feite Fiats (ook deze begrafenisauto is een Fiat met een SEAT-naamplaatje). Tegenwoordig is het merk onderdeel van het Volkswagenconglomeraat.

22.6.12

Discriminatie op Schiphol

reclamemaken met zwanen en ganzen vergassen

Nering 5

Schapen- of geitenwol?

50 Jaar

Gisterochtend om zes uur met de Panhard naar Dalfsen voor de tweejaarlijkse APK, in anderhalf uur zonder fileproblemen ter plaatse. Om half twaalf, na goedkeuring, de terugreis aanvaard, het was aanzienlijk drukker en ik deed er tien minuten langer over, toch blijf ik me erover verbazen dat een vijftig jaar oude auto zo gemakkelijk met de rest van het verkeer meekomt: een luchtgekoelde tweecylinder viertact met een inhoud van 850cc! Ooit, het moet in 1965 geweest zijn, had ik mijn eerste rijlessen in een PL17, dat was geen groot succes omdat ik in Hilversum werkte, in Den Haag woonde, alleen 's avonds kon lessen en het had dus niets met Panhard te maken. Uiteindelijk ben ik in Hilversum rijles gaan volgen en ben ik - o, schande - afgereden in een Opel. Toch even terug naar 1965, niemand haalde het toen in zijn hoofd in een vijftig jaar oude auto even naar Dalfsen te rijden. Met een dertig of vijftendertig jaar oude wagen, zou het best gegaan zijn, dus stel ik vast dat de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw buitengwoon belangrijk zijn geweest voor de ontwikkeling van de auto.

Een paar maanden geleden schreef ik op dit blog over ute's, Australische en Nieuwzeelandse (waarom is dat eigenlijk niet Nieuwzeeuwse?) van personenauto's afgeleide lichte vrachtwagentjes, die wij pick-uptrucks noemen. Zuidafrikanen hebben een beter woord: bakkie. Bij "Classis Jaap" stond gister zo'n van de Peugeot 203 afgeleid bakkie, de normale 203 stond er trouwens ook.
De 203 werd in 1948 op de Parijse Salon aan het publiek voorgesteld, de verkoop begon in januari van het volgende jaar en tot april 1955 bleef de 203 - in diverse vormen - de enige Peugeot. Het bakkie, in  Frankrijk l'utilitaire of preciezer le plateau baché, werd altijd in grijs afgeleverd en had een huif, die gister in onderdelen in de laadbak lag. Gerestaureerd ziet de wagen er zo uit, dus geen wieldoppen en ook geen verchroomde bumper.

20.6.12

Norman Greenbaum

Eind jaren zestig scoorde Norman Greenbaum een enorme hit met "Spirit in the Sky", uiteindelijk werden er meer dan twee miljoen exemplaren van verkocht. Van het verdiende geld begon Greenbaum een boerderij in Petaluma, het Barneveld van Californië, en dat zorgde voor heel andere muziek: een drietal nummers van de elpee "Petaluma": "Petaluma", "Grade A Barn" (met Ry Cooder op mandoline) en "Dairy Queen".

Pontiac

 Denemarken was tot eind jaren zestig een eldorado voor liefhebbers van oude Amerikanen, ik bedoel oude auto's uit de Verenigde Staten en niet, om misverstand te voorkomen, een gerontofiele begeestering voor bejaarden uit bijvoorbeeld Seattle. Een aantal jaren voordat ik met het radioprogramma "Truck" begon, werd ik gebeld door een vrachtwagenchauffeur uit het Westland: hij was op zoek naar een oude auto. Nu wist ik dat groenterijders, en dat was zijn dagelijks werk, over weinig vrije tijd beschikten, dus een intensieve restauratie raadde ik hem af. "Kom je wel eens in Denemarken?", was mijn vraag. Dat bleek het geval, op weg naar Zweden. "Hou je ogen open, er staat in Denemarken nog veel doodgewoon op straat!" Ik kreeg het verzoek om hem op een tocht met tomaten naar Stockholm te vergezellen. In Kopenhagen stond een Pontiac uit 1938 langs de kant van de weg, we maakten een notitie en besloten op de terugweg verder te informeren. Om een lang verhaal kort te maken op de terugweg werd de Pontiac aangeschaft. Maar hoe kregen we de auto in hemelsnaam in de trailer? Gelukkig wist de verkoper een laadperron van de spoorwegen en na wat manoevreren verdween de Pontiac in de vrachtwagen. Een paar maanden later stond de wagen op een Nederlands kenteken. Helaas is hij inmiddels uit het regsister van de RDW verdwenen.

Te koop

 Ik schep ruimte en ga een aantal fietsen uit mijn bijzondere verzameling verkopen, in de eerste plaats deze zeldzame Galibier met Adlerversnellingsbak, die schakelt met een pookje. De fiets is in prima staat, heeft periodeverlichting en is zeer goed berijdbaar. De prijs is 475 euro. Schriftelijke reacties: KELAAN 8, 1404BX, Bussum. Informeer naar andere, eventueel te koop zijnde, rijwielen. Ze zijn er vanaf 1907.

19.6.12

Bluegrass 6

Er ontstond plotseling een ongekende belangstelling voor accoustische countrymuziek. Daar waren bijvoorbeeld The Dillards (foto), twee broers Rodney en Doug, aangevuld met Dean Webb en Mitch Jayne, met hun eerste elpee "Back Porch Bluegrass". Hun volgende elpee, waarvan dit nummer "Old Blue", heette "Live" en werd van volgend commentaar voorzien door John Stewart van het Kingston Trio: "Bluegrass, to me, is like an antique car; it can either be many hours of pure fun, or it can sit in a museum and be a crashing bore. The music the Dillards make will never need a curator, fot it will be sung and played and remembered as long as people enjoy making music." Doug Clark ging vervolgens op expeditie met Gene Clark (ex-Byrds), die we op dit blog al ontmoetten in Bluegrass 5. De andere musici in The fantastic Expedition of Dillard & Cark waren Bernie Leadon (later Eagles), Don Beck (later Flying Burrito Brothers) David Jackson en in een paar  nummers op langspeelplaat A&M 212051 Chris Hillman en heel bijzonder: Andy Belling op een electrisch clavecimbel. Tenslotte keerden de broers weer terug naar hun vertrekpunt: bluegrass.

1926?

Vermoedelijk werd deze foto genomen bij de eerste steenlegging in 1926 van het Olympisch Station in Amsterdam. Er wordt tegenwoordig wel geklaagd over de gelijkvormigheid van veel auto's, maar dat was toen niet anders.

Geen bitter einde

Terwijl een dozijn jaren eerder in ons land, naar mijn mening voor de botte lol, vlaknaoorlogse Fords naar de verdommenis werden geholpen, zag en fotografeerde ik deze Ford uit 1947 in België. Het onderscheid met een Ford van het voorafgaande jaar is het gemakkelijkst te zien aan de plaats van de stads- of standlichtjes, in 1946 waren ze rechthoekig en zaten ze links en rechts boven de grille, in 1947 waren ze rond en zaten ze onder de koplampen.

18.6.12

Wobbe

"Dochten jim eindelek fan Rita Verdonk ferlost te wezen, gaat se morn met de toffelemoanetillevisy in Japan wandelen, asof suks nyt in Ter Apel su kanne."

Het bittere einde

 Ik moet, naar aanleiding van een aankondiging in de krant, in 1955 (?) naar Wateringen gefietst zijn om dit spektakel te aanschouwen: de vernietiging van oude auto's onder het mom van stockcarraces.

Bluegrass 5

Eind jaren zestig, begin jaren zeventig gebeurde iets onverwachts: Amerikaanse rockmusici, sommige met een bluegrassachtergrond doken in hun verleden. The Byrds, waarvan de eerste elpee "Preflyte" uit 1964 dateerde (met Roger - toen nog Jim - McGuinn, David Crosby, Chris Hillman, Michael Clarke en Gene Clark) telde met Hillman een bluegrassadept onder de gelederen, The Byrds wijzigden nog al wat keren van personeel, al bleef McGuinn de belangrijkste man. In "Farther Along" bestaat de groep behalve uit McGuinn, uit Clarence White (bluegrassachtergrond), Gene Parsons (bluegrassachtergrond) en Skip Battin. Hillman vinden we vervolgens samen met medeoprichter Gram Parsons in The Flying Burrito Brothers naast Sneeky Pete Kleinow en Chris Ethridge, die formatie kent zoveel personeelswisselingen, dat ik ze hier niet allemaal kan opnoemen, maar op zeker moment kristaliseert zich het accoustisch - zeg maar bluegrass - kwartet Country Gazette uit de band met Byron Berline (foto) op fiddle, Alan Munde op banjo, Kenny Wertz op gitaar en Roger Bush op bas, in "Huckleberry Hornpipe" krijgt het viertal assistentie van Clarence White.

Terraplane


 Essex 1928
 Moedermerk Hudson en beide submerken Essex en Terraplane zijn al jaren vergeten, Hudson verdween in 1957 nadat het in 1954 samen was gegaan met Nash, Essex hield in in 1934 op en Terraplane in 1938. Essex was een goedkoper product van Hudson, maar verloor zijn aantrekkingskracht in de grote crisis begin jaren dertig, dus werd het merk opgepept en verscheen in 1932 (de wereld volgde de ontwikkeling van het vliegtuig op de voet) de Essex Terraplane tijdens een bijeenkomst in Detroit met de bekende pilote Amelia Earhart als belangrijkste gast en zelfs luchtvaartpionier Orville Wright kocht een Terraplane. In 1934 heette de wagen alleen nog Terraplane, maar ook dat merk verdween en vanaf 1938 bleef alleen Hudson over.
Terraplane 1934




17.6.12

Bluegrass 4

 Flatt & Scruggs
"Nashville" heette "een landelijk VARA-programma" en ik kwam er al gauw achter dat de rijen van countryliefhebbers in ons land allesbehalve gesloten waren. Nu kende ik zulke tegenstellingen ook wel onder jazzliefhebbers: de een hield van Charlie Parker en de ander van Sidney Bechet, maar mijn vader draaide platen van Bechet en Parker. Goede muziek blijft goede muziek, niet waar? Van dat uitgangspunt bleken sommige countryadepten nog nooit gehoord te hebben, dus ontving ik narrige brieven van luisteraars die alleen maar Buck Owens, Jim Reeves of Porter Wagoner wensten. Dat was in derlui ogen pas echte kountrie. Accoustische muziek of het nu om "old timey" van bijvoorbeeld Clarence Ashley of om "bluegrass"van Flatt & Scruggs ging, dergelijke klanken waren ongewenst! Het laten horen van cajun (Balfa Brothers) en zydeco (Clifton Chenier) was helemaal godverdomme roepen in hun sectarisch kerkje.

Chevrolet

 
De verhuizing van Leeuwarden naar Den Haag bezorgde mijn interesse in vliegtuigen een behoorlijke knauw, want Ypenburg lag heel wat verder van mijn ouderlijke woning dan de vliegbasis Leeuwarden, bovendien raakte ik mijn vrienden met dezelfde belangstelling kwijt. Er kwam iets anders voor in de plaats: enthousiasme voor oude auto's. Het moet in 1957 of '58 geweest zijn dat een stoet van oude auto's over de Sportlaan trok en deze foto's van een Chevrolet 1925 en een van 1926 zijn de eerste bewijzen van mijn nieuwe hobby. 
Medio jaren twintig was Chevrolet in een hevige concurrentiestrijd verwikkeld met Ford en alhoewel Chevrolet in 1927 meer wagens verkocht dan Ford was dat ook een gevolg van het feit dat Ford een groot gedeelte van dat jaar gesloten was, omdat de fabriek overschakelde van het model T op het model A. Beide gefotografeerde auto's hebben een ZZ-nummer, pas in 1928 kregen Chevrolets remmen op vier wielen. Het merk dateert van 1911 toen W.C. Durant samen met de coureur Louis Chevrolet een wagen uitbracht met een zescylindermotor met een inhoud van bijna vijf liter. In 1917 werd Chevrolet gekocht door General Motors en drie jaar later was het na Ford en Dodge de best verkochte auto in de Verenigde Staten.

16.6.12

Bluegrass 3

Mijn vader had niets met countrymuziek en eerlijk gezegd kan ik me hem ook moeilijk voorstellen luisterend naar Jim Reeves en kornuiten. "Western Swing" moet hem zijn ontgaan, want ik veronderstel dat hij Bob Wills en zijn Texas Playboys best gewaardeerd zou hebben. Countrymuziek bleef voor mij ook een gesloten boek totdat ik in 1964 er op een redelijk wonderlijke manier mee in aanraking kwam. 
De manager van de Israëlische zangeres Aviva Semadar vroeg me de hoes voor haar eerste langspeelplaat te ontwerpen, ik mocht alleen maar zwart, wit en grijs gebruiken. Aviva droeg een bijzondere halsketting, ik vroeg hem een paar dagen te leen en gebruikte een tekening daarvan als uitgangspunt. Ik verzon ook de titel van de elpee: "Vis-à-vis Aviva". Ik wilde er geen geld voor, dus kreeg ik als beloning twee elpees uit de verzameling van de manager, van wie ik me alleen de voornaam, Samuel, herinner. De ene  plaat was van Dave Macon, de andere van Pick Temple. Macon, bijgenaamd de "Dixie Dewdrop", was een zingend banjofenomeen en een van de eerste sterren van de "Grand Ole Opry". Mijn eerste countryplaat bleek dus geschiedkundig heel interessant. Pick Temple was meer folk- dan countrysinger, maar had een een aantal buitengewoon grappige liedjes op zijn repertoire. In elk geval begon ik naast jazz en "klassiek" ook countrymuziek en andere americana te verzamelen. Al gauw stuitte ik op Bill Monroe and his Blue Grass Boys.

Studebaker

Helemaal zeker ben ik niet over het bouwjaar van deze Studebaker, maar waarschijnlijk is het 1929,  de wagen is uitgerust met een acht-in-lijnmotor met een inhoud van 5,5 liter. Studebaker, opgericht in 1852 door de broers Henry en Clem Studebaker in South Bend (Indiana) bouwde "covered wagons", waarmee pioniers naar het Westen trokken en de fabriek bleef tot 1919 diverse, door paarden getrokken wagens construeren, die o.a tijdens de Eerste Wereldoorlog in Frankrijk dienst deden. Helemaal gelukkig met de naamgeving van de auto's was Studebaker niet, zo had de fabriek in de jaren dertig een "Dictator" in het programma. Vanaf 1939 was Raymond Loewy verantwoordelijk voor de "styling" en dat was na de Tweede wereldoorlog duidelijk te merken, de Studebakers waren qua vormgeving echt bijzonder. Begin 1964 sloot de fabriek in South Bend en werd de totale productie verplaatst naar Canada, maar dat bleek uitstel van executie.

15.6.12

Bluegrass 2

De exacte datum weet ik niet meer, maar in 1973 startte ik met "Nashville" (een landelijke VARA-programma), mijn eerste gast was gitarist Clarence White (foto), die samen met zijn broers: bassist Eric en mandolinespeler Roland, aangevuld met Alan Munde op banjo in Europa op tournee was en natuurlijk logeerde in het fameuze hotel Wiechmann in Amsterdam. Dit is een in Zweden gemaakte opname van "Tell me baby, why you've been gone so long".

Ieren

Wat zongen de Ierse supporters gisteravond toen hun elftal ten onder ging tegen de Spanjaarden?
"The Fields of Athenray". Sinds jaar en dag het lijflied van de Ierse voetbalsupporters, terwijl het helemaal niet over welke sport dan ook gaat, het werd in de jaren zeventig geschreven door Pete St. John en de tekst handelt over Michael, die tijdens de Ierse hongersnood (1845 - 1850) voedsel voor zijn familie steelt en daarop door de Britten naar Australië wordt gedeporteerd. Dit is de uitvoering van The Wolfetones.

Nering 4

Meet Greet? Haar borstomvang, haar heupen of haar lengte?

Ford

Ik heb in de loop der tijd heel wat oudere auto's gefotografeerd, maar het allermooist blijven toch de foto's van destijds, zoals deze, klaarblijkelijk een reclamekaart van de firma Dresselhuis (in automobielen, motoren en fietsen) in Winschoten, met een T-Ford voor de deur.

Nieuwsgierigheid

Pakweg zo'n 150 jaar geleden was de Afrikaanse buit tussen Groot-Brittanië, Spanje, België, Frankrijk en Portugal verdeeld (Italië volgde vijftig jaar later) en men ging op jacht naar groot wild, dat vervolgens - de fotografie stond nog in de kinderschoenen - met de jager werd gefotografeerd, een hobby, die, behalve door de koning van Hispaniën, de laatste tijd weinig meer wordt beoefend. Behalve geschoten olifanten, leeuwen en neushoorns werd ook de inheemse bevolking vereeuwigd: mensen met tot theeschotels vervormde onderlippen, mensen met een huid die leek alsof er kralen onder waren gestopt en mensen die van onder tot boven waren getatoeëerd. De laatste jaren wordt de omgekeerde weg bewandeld, onder beduidend minder comfortabele omstandigheden komen, geheel tegen de zin van Europa, Afrikanen naar onze streken, soms gevlucht voor voortdurend geweld, soms om economische redenen. Maar de werkelijke oorzaak van hun komst naar hier - nieuwgierigheid - blijft verborgen: ze willen met eigen ogen wel eens zien of de Europeanen, de voetballers voorop, zich echt zo hebben laten toetakelen.

14.6.12

Wobbe

"En de dames Wouda-Pieck en Van der Heide-Hippe hadden un kuttier foar de wedstryd noch wel hun selfbreide, oranje bustrokken antrokken."

Privacy

Een paar jaar geleden maakte ik per trein een rondreis door Frankrijk. Wat me opviel was, dat ik nergens luide telefoongesprekken hoorde van medepassagiers: zodra hun telefoontje ging begaven ze zich naar het balkon om het gesprek te voeren. In Nederland gaat dat anders, zo schijnt Jacob Kohnstamm, die waakt over onze privacy, iets te luidruchtig een boete voor de Nederlandse Teloorwegen in de trein besproken te hebben. Maandag onderweg van Den Haag Centraal naar Leiden deelde ik een compartiment met "Petronella Kwakernaak", die op luide toon drie zakelijke gesprekken voerde, er was een bespreking geweest met Theo en Edwin, het resultaat moest naar Tiny en het advies vrijdag naar René Marchand. Na even zoeken op het internet vind ik Marchand als senior  accountmanager bij KPN.

Oud 11

 Zo nu en dan kreeg ik van iemand een 78-toerenplaat, "Song of the Islands" van Louis Armstrong kreeg ik van de tekenaar Karel Links. De opname dateert  1930 en het etiket vermeldt, zoals gewoonlijk, niet de samenstelling van het orkest, die moet ik op de een of andere wijze hebben achterhaald en op de hoes genoteerd hebben.

Nering 3

Waar denk je aan als je het woord "reload" hoort? Toch niet aan een glaasje bessensap!

Chrysler 2

De Dodge van eergister was eigendom van de legendarische Leen Bontekoe in Diemen, befaamd gangmaker op motoren, maar daarnaast eigenaar van een autosloperij en van deze fraaie zescylinder Chrysler uit 1927. Het merk was toen nog maar vier jaar oud. Walter P. Chrysler, die bij Buick en Willys had gewerkt, kocht in 1923 Maxwell-Chalmers en bouwde vervolgens een vierwielhydraulisch geremde auto onder eigen naam, het type "70", goed voor een topsnelheid van 70 mijl per uur.

13.6.12

Wobbe

"Frouw Wouda-Pieck: 'Meens, ik skijt peultjes fan pure angst nou se daliks teugen Duutsland mutte.' Frouw Van der Heide-Hippe: 'Hardstikke fout meens, foar 't echte oranjegefoel mutte je wutteltsjes skijte.'"

Voorjaar 1957

Het Leidseplein in Amsterdam, voorjaar 1957. Twee tramlijnen: lijn 7 Mercatorplein - Plantageparklaan met een wit-blauw-witte lijnaanduiding en lijn 10 Van Hallstraat - Molukkenstraat met een rode lijnaanduiding. Lijn 7 had het oudste materieel, de lage AEG-ers, in dienst sinds de Eerste Wereldoorlog, lijn 10 had 20 jaar jonger materieel

Nering 2

Dus geen straatverkoop?

Chrysler

 Deze Chrysler coupé uit 1947 fotografeerde ik op een vroege zondagochtend in Londen, waarom ik me zoiets absurds herinner, begrijp ik niet, meer voor de hand lag toch de naam van de aanvoerder van de Franse band, die Bechet begeleidde in het Gebouw voor K&W, nog te weten, maar klaarblijkelijk werkt het geheugen toch net even anders. De auto week niet veel af van het model van 1946, o.a. chroomlijsten, wieldoppen en dashbordinstrumentarium waren gewijzigd.

Oud 10

Twee keer zag ik een concert van Sidney Bechet, beide keren in het op 18 december 1964 afgbrande Gebouw voor K & W in Den Haag. Ik werkte sinds 1 december van dat jaar bij de VARA, kwam met de trein uit Hilversum aan op Staatsspoor en belde vanuit een telefooncel voor het station meteen de actualiteitenrubriek "Dingen van de Dag" om de brand te melden. Maar dat was ver nadat ik Bechet zag, want die overleed vijf jaar eerder. Met wie hij optrad, kan ik me niet herinneren, het staat me bij dat hij de eerste keer met een Franse band kwam en de tweede keer in zijn eentje en begeleid werd door de Duch Swing College. De Franse band stond niet onder leiding van Claude Luter, misschien was het André Reweliotti, ik kan het me niet herinneren. Bechet was een beroemdheid in Frankrijk en naast "Petite Fleur" was "Les Oignons" zijn grootste succes. Met potlood heb ik de aanschafdatum van de plaat: 22 juni 1955 op het etiket gezet. Luters toon, alhoewel op clarinet, week niet veel af van die van Bechet op sopraansax.

12.6.12

Bluegrass

Ga hier even rustig voor zitten: een opname met Richard Greene, fiddle; David Grisman, mandoline; Bill Keith, banjo; Peter Rowan en Clarence White, gitaar en Stuart Schulman bas tijdens een opname van 13 februari 1973. Drie van de musici heb ik ooit ontmoet: Clarence White, de helaas veel te jong bij een tragisch ongeval omgekomen gitarist en de allereerste gast in mijn programma "Nashville", Bill Keith, meer dan eens gast in datzelfde programma en met wie ik op zekere dag urenlang door Amsterdam heb gedwaald en Peter Rowan, die ik in Brussel sprak.

Dodge

 Medio 1962 moest en zou ik een oude auto hebben, ik was - overigens nog zonder rijbewijs - al gaan kijken naar een A-Ford in de Haagse zeeheldenbuurt, maar uiteindelijk was de koop daarvan op niets uitgedraaid. Mijn vader vond dat ik bij de aanschaf deskundig advies nodig had en vroeg iemand die alles van auto's wist en die op dat moment Nederlands grootste wagenpark onder zijn beheer had. Het was een enorme man, die zich, geheel tegen de verwachting, in een 2CV verplaatste. Al gauw bleek dat hij mijn plannen om iets ouds aan te schaffen uiterst onverstandig vond. Maar hij was wel bereid met mij te gaan kijken naar een Dodge uit 1933, die ik in een schuur wist te staan langs de Muiderstraatweg. Uiteindelijk heb ik mijn oren naar zijn advies laten hangen. Ik heb daar nog altijd spijt van. Wat er van XG-16-01 geworden is? Geen idee. Ik heb de auto in het kentekenregister van de RDW niet kunnen vinden.