31.7.15

Britse honden naar Calais

Una: "Althoogh he has a scottish nam he is as sassenach as a yorkie."

1990?

 Zeker ben ik niet. Maar ik vermoed dat de foto's in 1990 gemaakt zijn: ik kon voor de eerste keer Oost-Duitsland zonder controle in, en er viel veel te fotograferen, want ik hou van verval: verlaten straten, verlaten huizen. Geen mens te zien. Was het Halberstadt?

Nadaud 2

Voor veel liedjes schreef Nadaud de muziek zelf en een enkele keer wordt die zonder de bijbehorende tekst uitgevoerd, zoals hier door de gendarmerie, die "Les Deux Gendarmes" bewerkte tot een spetterend "ching-boum", waarop de Fransen zo dolgraag paraderen. Aan de andere kant zijn gedichtjes van hem door anderen van muziek voorzien en soms zo goed, dat we denken dat ook de tekst van de componist is. Een goed voorbeel is Georges Brassens (1921-1981), die behalve "Carcassonne" ook "Le Roi Boîteux" van muziek voorzag: het liedje over de koning, die door een likdoorn aan de linkervoet geplaagd, hinkend door het leven ging en de hele hofhouding hinkte mee tot een provinciaal verscheen die vergat te hinken, waarop de koning fluisterend vroeg: "Waarom hinkt u niet?" Waarna de man antwoordde: "Ik zit vol likdoorns, ik hink met beide voeten!"

30.7.15

Jammer

De export naar de Verenigde Staten viel ook dit jaar weer vies tegen.

Vraag en Antwoord

 "Wa is 'at motorcycle every single summer fur months parked oan th' pavement?"
 "Die motorfiets, Una, is eigendom van een zogenaamd bekende Nederlander en die heeft in Bussum meer rechten dan jij en ik!"
  
"Fascinatin', hoo dae Ah become a famoos Dutchman? Nae 'at Ah want tae, but sic' things ur aye handy tae ken!"

Nadaud

Charles Gustave Nadaud (1820-1893) werd geboren in Roubaix als zoon van een stoffenhandelaar, op veertienjarige leeftijd werd hij naar Parijs gestuurd en zes jaar later kreeg hij daar de taak een filiaal van het stoffenhuis te leiden. Maar Gustave heeft weinig zin in de handel en begint versjes te schrijven die hun weg naar kranten (L'Illustration en Le Figaro) weten  te vinden. Het succes is groot. Zijn versjes zijn grappig, ironisch, satirisch en bij tijd en wijle geëngageerd. Hij is zo gevraagd dat er dagen zijn dat hij zes keer op verschillende plaatsen als zanger van eigen werk moet optreden. Hij wordt opgenomen in het Légion d'honneur en in Roubaix wordt een straat naar hem vernoemd, maar rijk wordt hij niet, hij weigert geld voor zijn optredens en sterft verarmd. Drie liedjes van zijn hand: "Les Impots", "Les Deux Gendarmes" en "La Mère Françoise".

Litouwen 3

Geheel tegen mijn gewoonte had ik zowel een fototoestel als geluidsopnameapparatuur meegenomen. Anders dan de Uher was zo'n digitaal recordertje gemakkelijk te dragen, de Sennheisermicrofoon was zwaarder. Ik kreeg het vererende verzoek om een programma over het muziekfestival te maken voor de Litouwse radio. Dat kon, maar dan moest het  geluidsmateriaal van digitaal naar analoog worden overgeschreven en dan bleef er een taalprobleem, want veel verder dan goedemorgen (labas rytas) en dergelijke kreten kwam ik niet. Ik stelde het volgende voor, ik zou mijn tekst vertalen in het Engels, die tekst zou door een medepresentator worden omgezet in het Litouws, daarna zou ik mijn tekst in het Nederlands presenteren, die zou worden weggefade, waarop de Litouwse presentator  de zaak overnam. Of het nu kwam dat men mij niet begreep weet ik  niet, maar uiteindelijk zette men de Litouwse presentator en mij naast elkaar en liet men ons gelijktijdig de tekst lezen. Vervolgens was aan mij de taak met twee, alleen maar Litouws en Russisch sprekende, technici het programma te monteren. Keer op keer werd de muziek gestart voordat de presentatie was uitgesproken. Ik stopte, zoiets kan misschien met popmuziek, maar met iedere andere muziek is zoiets uit den boze. Er moest een tolk aan te pas komen, die me uiteindelijk duidelijk maakte dat de technici van mening waren dat wat zij deden in het westen gebruikelijk was. Klaarblijkelijk dachten de technici dat ik uit Siberië kwam...



29.7.15

Zonder ketting

Keer op keer is het geprobeerd: een fiets zonder ketting aan te drijven. Ik geloof de laatste keer door tractorfabrikant Fendt. Hier boven staat een advertentie uit "The Youth's Companion" van 25 januari 1900, uit dat jaar dateert ook mijn Columbia Chainless. Remmen doe je door achteruit te trappen, waardoor een lepeltje de band raakt.



Tandarts


    River Bluff Dental - Dr. Walter Palmer, 10851 Rhode Island Ave S, Bloomington, MN 55438, USA
    Your friendly killing dentist

Litouwen 2


Ik was twee keer in Litouwen. Beide keren voor een volksmuziekfestival. Eind mei was er “Skamba, Skamba Kankliai”, waar klanken uit de Baltische staten hoogtij vierden. Ik ging per auto en verdeelde route in drie stukken: de eerste dag tot over de Poolse grens, de tweede dag door Polen en de derde dag tot Vilnius. De tweede dag zou me heugen, ik eindigde in een hotel in de buurt van Suwalki, van slapen kwam weinig omdat er ’s avonds en een groot deel van de nacht in het hotel een lawaaïg feestje werd gevierd. De volgende ochtend ontdekte ik dat mijn auto uitgebreid als pispaal was gebruikt. Na enig aandringen werd een mannetje met een emmer met water naar buiten gestuurd om de auto “schoon” te maken. Ik nam me meteen voor op zoek te gaan naar een alternatief voor de terugreis,  dat vond ik: ik kon met een schip onder Kazakhstaanse vlag in anderhalve dag van Klaipéda naar Kiel. Natuurlijk heb ik  dat gedaan.
Voor het tweede festival vloog ik met de Litouwse luchtvaartmaatschappij LAL in een machine, die ook voor heel andere doeleinden kon worden gebruikt – de wc kon van een geschutskoepel worden voorzien – naar Vilnius. De muziek op het festival was destijds authentiek, gister op zoek op YouTube bleek  daar weinig van over, veel is nu overgoten met een Duits sausje, van het soort pseudofolklore waarop de Duitse televisie ons op zondagmorgen regelmatig vergast. Een en ander zal in Litouwen te maken hebben met het vermaken van de Duitse toerist, wiens overgrootouders ooit in Memel e.o. woonden. (de foto's zijn gemaakt op het tweede festival)

Dalfsen 9

De oorspronkelijke Citroën Ami 6 verscheen in april 1961, dat was het model met de schuine achterruit en er zouden dat jaar 19010 exemplaren worden gebouwd, vier jaar later verscheen de stationcarversie, de break (spreek uit: brek) en in 1969 kwam de nieuwe Ami, de 8, de schuine achterruit was - zie boven -  verdwenen.

Moustaki

Georges Moustaki (1934-2013) - eigenlijk Giuseppe Mustacchi - werd uit Joods-Griekse ouders, afkomstig van Corfoe, geboren in Alexandrië (Egypte), op zeventienjarige leeftijd kreeg hij toestemming  naar Parijs te gaan, hij verkocht er boeken langs de  deur, schreef in een krant, speelde gitaar en stond achter de bar tot hij aangemoedigdigd door Georges Brassens liedjes ging schrijven, die o.a. werden gezongen door Piaf ('Milord' is een liedje van Moustaki), Greco, Dalida en Montand. In totaal zouden het er zo'n driehonderd worden, waarvan het in 1969 door hemzelf opgenomen 'Méteque' (scheldwoord voor onbetrouwbaarogend mediteraan type) waarschijnlijk het meest bekende is. Het  verschijnen van het vijfenveertigtoerenplaatje had nogal wat voeten in de aarde, omdat niemand het wilde opnemen en vervolgens door radiostations werd geboycot, desondanks werd het in Frankrijk door de antiracistische boodschap een grote hit.

28.7.15

Litouwen


Soms ben ik ergens en zie ik dingen die ik net niet thuis kan brengen omdat ik de mogelijkheid niet heb om iets op te zoeken. Dat is frusterend. Het overkwam me in 1992 een aantal keren in Litouwen; want hoe zat het ook alweer met de Karaïten in  Trakai en hoe heette die landstrook voor de kust? Was ’t Koerische of Koerdische Haf en de stad Klaipéda heette vroeger toch Memel....? De Duitsers hadden daar  een lied over, dat herinnerde ik me. Het eerste couplet van het Duitse volkslied, een couplet dat niet meer gezongen  wordt: “Von der Maas bis an die Memel, von der Etsch  bis an den Belt”, dat was nog uit de tijd van “Deutschland über alles”. Waarom wist ik dat nog wel en niet hoe die landstrook heette? 
Een paar weken later zocht ik het thuis op, die strook heet nu Koerse Schoorwal. Het woord Haf is verdwenen. Als je die schoorwal zo’n kleine honderd kilometer af zou rijden dan kom je  in Kaliningrad, vroeger Königsberg, de stad van Kant en Klopse.
 
Ik stak met een bus op een pont over. Samen met muzikanten die in een openluchttheater bij een hotel gingen optreden, maar eerst was er een bos met grote houten beelden: bomen zijn veranderd in mensen.
 
 
De toeristen in het openluchttheater zijn  Duitsers, daar hebben  de muzikanten niet opgerekend want de de presentator spreekt Engels, ik bied aan te tolken en even later sta ik in mijn Roy Book Binder-t-shirt op het toneel.

Etienne Moulinié

Etienne (ook Estienne) Moulinié was een zanger en componist uit de Languedoc, die in het begin van de zeventiende eeuw door zijn broer Antoine naar het hof van Lodewijk XIII werd gehaald,waarna hij van 1628 tot 1660 maître de musique werd bij Gaston d' Orléans, een broer van de Franse koning. Dit is één van de vele composities van hem: "Amour je te suis oblige".

Dalfsen 8



Er staat een behoorlijk rijtje auto's buiten: een paar Jaguars, een Citroënvrachtwagen, een Mega 'Tjaffer" van de tweede reeks met een Belgisch kenteken (officieel nooit in Nederland geïmporteerd) en een Commer kampeerauto. Het is verdraaid lang geleden dat ik een Commer zag, een Brits merk met een bewogen historie. Begonnen in 1905,  overgenomen door Humber in 1926, daarna onder de vleugels van Rootes,  dat werd gekocht door Chrysler Europa, dat in de jaren zeventig  besloot de Commers van een Dodgenaamplaatje te voorzien, daarna, nadat Peugeot Chrysler Europa had overgenomen, werden er - wonderlijk genoeg - nog Renaults onder de Commernaam afgeleverd. De kampeerauto uit 1967 staat  te koop, hij is sinds maart 1968 in Nederland. 

27.7.15

Marcabru

Marcabru was een troubadour in de twaalfde eeuw uit Gascogne. Hij was een vondeling die zich oorspronkelijk Pain-Perdu noemde, het is zeker dat hij in Spanje gereisd heeft, minder zeker is of hij ook Noord-Frankrijk en Engeland heeft bezocht. Er zijn vierenveertig liederen van hem bewaard gebleven, waaronder één pastourelle: "L'outrier just una sebissa".

Dalfsen 7

Klaarblijkelijk was de de rode driehoek met het woord Alvis op  de grille van onderstaande 4.3SC in 1939 onvoldoende en werd de naam ook pontificaal op de treeplankjes gezet. Alvis kwam uit Coventry, waar in 1919 de productie begon. De 4.3SC heeft een motor met een inhoud van 4387cc, die het mogelijk maakte meer dan 100 mijl per uur te rijden, dat maakt de wagen wel dorstig, het verbruik ligt bij 1 liter op 4 kilometer. Dezelfde motor zit trouwens ook in de "Dingo", het tijdens de Tweede Wereldoorlog door Alvis gebouwde verkenningsvoertuig. In 1967 stopte de fabriek met de bouw van personenwagens.


26.7.15

Enrico Macias

Enrico Macias - echte naam Gaston Ghrenassia - werd in 1938 geboren in een joodse familie in Constantine, Algerije. Oorspronkelijk wilde hij schoolmeester worden, maar zoon van een violist die in een orkest speelde dat Andalo-Arabische muziek op het repertoire had, begon hij zijn carrière als gitarist in een soortgelijk orkest. In 1961, tijdens de Algerijnse onafhankelijkheidsoorlog werd zijn schoonvader, de leider van  het orkest waarin hij speelde, door het Nationale Bevrijdingsfront (FLN) vermoord en op 29 juli van dat  jaar verliet Macias Algerije om niet meer terug te  keren. Hij vestigde zich eerst in Argenteuil en later in Parijs en begon met het vertalen van Andalo-Arabische liedjes voordat hij in café's en cabarets ging optreden. De achternaam Macias onstond door een misverstand, gevraagd naar zijn achternaam Ghrenassia werd het door de telefoniste van de platenmaatschappij als Macias verstaan. Macias is één van de weinige Franse zangers die ook buiten Frankrijk succes heeft: hij tourde in Turkije, Griekenland, Israel, de Verenigde Staten, Japan, Canada, Italië, Spanje, Zuid-Korea en trad op in Egypte op uitnodiging van president Sadat. Het lied dat hij  zingt is "Ya Rayah", een ballade van de reiziger, die verlangt naar zijn geboortegrond.

Dalfsen 6

Bovenstaande Talbot-Lago TS26GS met 4,5 litermotor en Antemcarrosserie uit 1950 had ik in Dalfsen eerder gezien, maar onderstaande bolide was mij vreemd, een carrosserie met inhammen in plaats van spatborden, zoals bij de Bugatti T251 uit 1950. Ook hier de 4,5 liter motor, maar met drie dubbele carburateurs en de lampen achter de spijltjesgrille, die op de foto trouwens ontbreekt.



25.7.15

Talbot-Lago


Je zou verwachten dat, toen in 1950 er in  Frankrijk een nieuwe presidentiële auto, als opvolger van Pétains  Renault 'Suprastella' uit 1942, voor Vincent Auriol, een automobiel bij het inmiddels tot  staatsbedrijf geworden Renault zou worden besteld, maar nee, Talbot-Lago mocht de nieuwe staatskaros leveren met een zescylindermotor met een inhoud van 4,5 liter, met twee carburateurs en een carrosserie van Saoutchik. De auto zou tot 1962 dienst blijven doen, toen hij werd verkocht.

Erdoğan


‘biz bomba teröristlerin IS söylüyorlar, ama biz tabii Kürtleri lanet anlamına gelir’
'we zeggen dat we die IS terroristen bombarderen, maar we bedoelen natuurlijk die klotenkoerden'

Piere de la Rue

Pierre de la Rue (Doornik, rond 1450 - Kortrijk, 1518) was zanger en componist in dienst van Maximiliaan van Oostenrijk, vervolgens van Philips de Schone, van Margaretha van Oostenrijk en van Karel V. Hij was de belangrijkste componist aan het Bourgondische hof. Dit is zijn  "Laudate Dominum, omnes gentes".

Dalfsen 5

Nee, nee dit is niet de tractor van de voorzitter van het lokale Oranjecomité, dit is een Allis-Chalmers, zelfs zonder motorkap herkenbaar aan de oranje kleur, want net zoals John Deere al van ver te determineren valt door het heldere groen en geel, was Allis-Chalmers ogenblikkelijk thuis te brengen door het felle oranje. Tractoren zorgden zo'n dikke tachtig jaar geleden voor een probleem, ze kwamen met hun ijzeren wielen wel goed weg op het land, maar beschadigden de wegen er naar toe. Allis-Chalmers heeft dat probleem opgelost door in 1932 lagedrukbanden te monteren en daar proeven mee te nemen op een boerderij in Wisconsin. Een jaar later werd de befaamde autocoureur Barney Oldfield ingehuurd om onder supervisie van de American Automobile Association op een circuit in Dallas, Texas een recordpoging te ondernemen,  de gemiddelde maximumsnelheid lag rond de 103km/u. Een andere  publiciteitsstunt was om een Allis-Chalmers van de fabriek in Milwaukee naar de International Livestock Exposition in Chicago te rijden. De Allis-Chalmers op de foto is waarschijnlijk een type B van vlak na de Tweede Wereldoorlog.

24.7.15

Jean Benjamin de La Borde

Jean Benjamin de La Borde (1734-1794) was een leerling van Rameau en kamerheer in dienst van Louis XV, in 1789 vluchtte hij naar Normandië, maar in 1794 werd hij daar ontdekt, naar Parijs gesleept en onthoofd, precies vijf dagen voordat Robbespierres schrikbewind eindigde. Van zijn hand zijn een aantal komische opera's en liederen. Als voorbeeld van de laatste categorie: "Non je n'aimerai jamais'.


Dalfsen 4

Uiteraard waren er vorige week meer Franse auto's te zien en te fotograferen in Dalfsen, zoals deze Amilcar uit de jaren twintig, ontworpen door Edmond Moyet en de meest bekende en succesvolle 'voiturette' in die periode. Een viercylinderzijklepmotor met een inhoud van rond de 1000cc dreef de wagen aan.
 





Oom Bill

Soms lees ik boven een ander boek dan beneden, boven las ik de afgelopen weken "Gironimo", Riding the Very Terrible 1914 Tour of Italy" van Tim Moore, waarin hij op een stokoude fiets in een replica van stokoude rennerskledij de Giro van 1914 nafietst en daar een hilarisch verslag overschrijft met zo nu en dan een teruggreep naar de echte Giro van 1914. Daarna "Just my Type", a book about fonts, van Simon Garfield, een boek dat ik het best kan omschrijven als de geschiedenis van onze letters. Beide boeken warm aanbevolen, die service kan ik onmogelijk bieden aan het boek dat ik beneden las: "Mother Tongue". The story of the English Language van Bill Bryson. Ik kreeg al lezend weer mijn authentieke Oom Billsyndroom, overstromend van aversie jegens de onbewezen vaststellingen die in al zijn boeken voorkomen. Ik citeer: "English retains probably the richest vocabulary, and most diverse shading of meaning, of any language. We can distinguish between house and home (as, for instance the French cannot). Je kunt het omgekeerde bewijzen door te stellen dat Frans een rijkere taal is dan Engels, omdat er een onderscheid gemaakt wordt tussen u en je. Oom Bill beweert dat asparagus een verbastering is van sparrow-grass, terwijl het natuurlijk gaat om de Latijnse naam van een plantengeslacht, sordid en swarthy komen volgens Oom Bill van het Latijnse "sordere", terwijl laatstgenoemd woord natuurlijk afgeleid is van het  Duitse schwarz. Nog een citaat: "We in the English-speaking world are actually sometimes better at looking after our borrowed words than the parents were. Quite a number of words that we've absorbed no longer exist in their place of birth. For instance, the French do not use nom de plume, double entendre, panache, bon viveur, legerdemain (literally 'light of hand'), or R.S.V.P. for répondez s'il vous plait." Maar waarom, Oom Bill, staan in mijn  Frans woordenboek uit 1961 dan nom de plume, panache, bon vivant en R.S.V.P.? Omdat Oom Bill, je maar een beetje aanouwehoert.

23.7.15

Dalfsen 3

De tijd van uiterst luxe en bijzondere automobielen leek  na de oorlog in Frankrijk voorgoed voorbij en dus is het  merkwaardig dat Jean Daninos (1906-2001) in 1954 met een eigen voiture op de markt kwam:  Facel - een afkorting van Forges et Ateliers de Construction d'Eure-et-Loir - Vega, een fraaie tweezits coupé, met een Chrysler-V8-motor onder de motorkap. Facel had al naam gemaakt met een sportieve carrosserie op de Simca '7CV' en was ook verantwoordelijk voor de Ford 'Comète', een fraai gelijnde coupé op basis van de Ford 'Vedette'. Er kwam in 1959 naast de inmiddels diverse grote modellen een kleinere auto: de 'Facelia', eerst met een een viercylinder-1.6 litermotor met twee bovenliggende nokkenassen, ontwikkeld door Paul Cavallier van het Pont-à-Moussonbedrijf. Die motor bleek een falikante mislukking, zodat vervolgens een viercylinder Volvo 1.8 litermotor werd geinstalleerd, om in 1964 het Faceliaproject  te beëindigen met een zescylinder Austinmotor, van de laatst genoemde zijn maar heel weinig exemplaren gebouwd, voordat de fabriek in 1964 zijn poorten sloot. Het was dus heel bijzonder dat ik vandaag precies een week geleden zo'n  'Facelia 6' kon  fotograferen. (Wie in het archief van dit blog - linksboven - de naam Facel intikt, vindt zowel afbeeldingen van de grote Facels als van de Simca 'Sport' en de Ford 'Comète')