31.3.21

Dardanella

"Dardanella" stond op het repertoire van het orkest van Paul Whiteman ("Bix Beiderbecke Story" ,4-CD-box, Proper Box 66), maar ik heb ook een opname van dat nummer van Geoff Muldaur ("Sweet Potatoes", Geoff & Maria, Reprise MS 2073) Maar het wordt nog steeds gespeeld. Wonderlijk genoeg hier door een groep, die weliswaar "gaita" (doedelzak) in de naam heeft, maar in plaats daarvan mondharmonica's speelt. Waar zijn trouwens al die smoelschuifvirtuozen van weleer gebleven?

 

OPNIEUW

  


OPNIEUW CHARLIE HILL

30.3.21

Šlapeto

 

KU PRAZE UHANI VLAK

STAND-UP COMEDY

 


Een van de allereerste optredens van Charlie Hill (1951-2013), een native American stand-up comedian.

MODEHUIS BEINTEMA, WOMMELS 4


Model Wladimir draagt hier een zogenaamde "onesie", vervaardigd uit sanseveria- en bamboevezels  en gortepap. De onesie biedt niet alleen bescherming tegen covid 19, maar ook tegen novitsjok en de bof. Er zijn slechts een paar onesies à €312,- in voorraad.

O

 BROWNIES & LOCKDOWNIES

URK

SNOEK, DOMMER DAN DE VIS  WAARNAAR HIJ GENOEMD IS

29.3.21

FORD

 


Het is natuurlijk geen wonder dat de eerste naoorlogse auto's als twee druppels water leken op die van voor de oorlog, het nam  tijd om van oorlogs- op vredesproductie over te schakelen. Goed, het front was iets veranderd, maar in feite gaat het bij de Kopenhaagse taxi uit 1946 om een model dat ook in 1939 leverbaar was. Voorzien van de al sinds maart 1932 in productie zijnde V8-motor. Een  dijk van een machine, maar uit ervaring weet ik dat de ontsteking niet op de allerslimste plaats zat.
Merkwaardig is dat Ford Engeland ook het vooroorlogse model, dat al uit 1936 dateerde, bleef bouwen, klaarblijkelijk werd de smaak van het Briste publiek conservatiever ingeschat, want de 'Pilot' bleef tot 1951(!) in productie.
In Frankrijk had de voorlogse Matford (een samenwerking tussen Mathis en Ford) een moderner front. Aan die samenwerking kwam overigens kort voor de oorlog een eind en Ford ging op eigen benen verder als Ford Société Anonyme Française. De auto's leken als twee druppels water op die van 1939 en pas op de Parijse Salon van 1948 werd de opvolger, de 'Vedette, voorgesteld. Er was heel duidelijk gekeken naar de het inmiddels al weer bijna tien jaar oude model van het Amerikaanse moederbedrijf. 
 
In 1953 kreeg de 'Vedette' een aangebouwde kofferbak, een luxere versie heette 'Vendome'.
Maar voor het oude model werd een nieuwe carrière gevonden, dat verscheen in 1952 als 'Abeille' een ontchroomde versie van de 'Vedette', bedoelt als werkpaard en tot met 1954 gebouwd.
Carrosseriefirma Facel construeerde sinds 1951 de 'Comète', een uiterst luxueuze coupéversie op basis van de 'Vedette', maar dat werd niet het succes waar men op gehoopt had, de auto was te duur, gebruikte te veel benzine, de topsnelheid was te laag en de ruimte achterin was beperkt.
In de Verenigde Staten was in 1948 de eerste echt nieuwe Ford verschenen, de eerste Ford met onafhankelijke voorvering en met een totaal nieuwe, zogenaamde pontoncarrosserie.
Natuurlijk zou die modelwijziging ook van invloed zijn op de Franse Fords, maar in 1954 ging Ford France samen met Simca en dus kennen we de oorspronkelijk als 'Vedette Trianon', 'Vedette Versailles' en Vedette 'Régence' bedachte Fordproducten met een Simcanaamplaat op de neus. Deze Simca 'Ariane' is een viercylinderversie van de 'Trianon', de motor kwam uit de 'Aronde'.
Maar er waren ook nog steeds Simca's leverbaar met een V8-motor, dit is een 'Chambord', een duidelijk veramerikaniseerde versie van de 'Versailles' uit  eind  jaren vijftig, de achtcylinder Simca's verdwenen in 1961 uit de catalogus.

MODEHUIS BEINTEMA, WOMMELS 4

 

Model Wladimir draagt hier een echte хлопушка-polo met ingebouwd rugzakje, dat zo handig is voor het meevoeren van een flesje novitsjok (€25,75).

 

28.3.21

CARTOON

 


DE OUDE DOOS


 

999

 


Acht jaar voordat Fords beroemde "Tin Lizzy", het model T, van de band rolde, bouwde Henry Ford de 999, genoemd naar een locomotief van de New York Central, die negen jaar eerder sneller dan 100 mijl per uur had gereden. Alhoewel het  vreemd lijkt dat Ford iets met  raceauto's zou hebben was hij wel degelijk geïnteresseerd, de 999 (met een viercylindermotor met een inhoud van bijna negentien liter - versloeg met Barney Oldfield op de bok de concurrentie, waaronder Winton, op de Grosse Pointeracebaan in Michigan. In feite werden er twee 999's gebouwd, bovenstaande rode en onderstaande wat meer gestroomlijnde versie, de zogenaamde Arrow. De constructie was simpel: de auto's hadden geen achtervering en geen differentieel en de besturing leek meer op die van een fiets dan op die van een auto. Oldfield, die naam gemaakt had als wielrenner, moest de wagen leren besturen, maar bleek een natuurtalent, hij veranderde echter na de recordpoging van werkgever en trad in dienst van Fords concurrent Winton. De rode 999 verdween van de circuits en de gestroomlijnde versie verongelukte met Frank Day aan het stuur in september 1903. Ford bouwde de auto weer op met de bedoeling er op op het ijs mee te racen om  zo reclame te maken voor zijn bedrijf. Op 12 janauri 1904 reed de auto met Ford zelf aan het stuur in New Baltimore, Michigan bijna 150km/u.

MODEHUIS BEINTEMA, WOMMELS 3

 


Model Wladimir draagt  hier een poncho gerecycled uit plastic boodschappentassen van Jumbo (€262,-) en een Heidewietskahoed van het befaamde goelagmodel (€87,25).

27.3.21

RESTAUREREN


Wat is restaureren? Eerst maar even wat het niet is: het wrak van een Traction Avant 15/6 uit 1954 kopen en op basis daarvan een replica cabriolet uit 1939 construeren of een MG TC uitrusten met een Fordmotor, dat noem ik niet restaureren, maar vals spelen en volk dat dergelijke handelingen verricht of laat verrichten dient ogenblikkelijk uit elke serieuze automobielclub te worden verwijderd. Over het echte restaureren, en het doet er niet toe of het om fietsen of auto's gaat is al enige jaren discussie gaande: betekent restaureren het in nieuwstaat terug brengen van het voertuig of moet de patina van de oude lak bewaard blijven en geven gebruikssporen juist meer waarde? Eerlijk gezegd ik weet het niet. Mijn Sunbeamfiets uit 1910 ziet er uit of hij gister de fabriek verlaten heeft. maar mijn Columbia uit 1900 zat na een eeuw nog zo mooi in de lak, dat ik hier en daar de beschadigingen met een fijn penseeltje heb ingevuld. Ik kom op dit alles omdat ik ooit een prachtig gerestaureerde La Salle* uit 1940 zag. Restauratiekosten $120.000,- en nu te koop voor $80.000. De wagen zag er uit alsof hij zo van de band kwam. Ik heb toen op een parkeerterrein een poosje met de eigenaar staan praten, mocht het interieur en de V8-motor bekijken en echt er viel niets op aan te merken.
*La Salle was een ondermerk van Cadillac, het merk was van 1927 tot 1940 in productie. In 1940 werden er van de vierdeurssedan nog geen 7000 gemaakt.

MODEHUIS BEINTEMA, WOMMELS 2


Model Wladimir draagt hier een parka uit 100%  vrachtwagen zeildoek met een kraag van Siamees kattenbont €189.-

SJOLLEMA


Sjouke Sjollema kwam oorspronkelijk uit Winaem, in het Nederlands Wijnaldum, maar dat zei hij nooit tegen  zijn nieuwe geloofsgenoten, want de woorden wyn en wijn zouden hem verdacht maken, ze bevatten een verwijzing naar alcohol en daar had zijn nieuwe god problemen mee.  Hij had niet lang geaarzeld toen hij zag uit welke hoek de wind, zelfs in het Noordfriese, ging waaien en dus was hij mohammedaan geworden en omdat Winaem oorspronkelijk in de gemeente Barradeel gelegen had, koos hij Barra, of beter, uit Barra als achternaam. Hij ging nu als Achnoek al Barradi door het leven, had zijn baard laten staan en was voor de rest van de bewoners bijna onherkenbaar, maar omdat dat volgens hem nog niet voldoende was had hij op het internet een bivakmuts gekocht, daarmee uitgedost snorde hij regelmatig over de Beintsemiedleane. Tussen zijn voeten lagen aardappelen - Borger Eigenheimers - waarvan hij zo nu en dan eentje, alsof het een handgranaat was, naar een boerenerf wierp, onder de uitroep "Allahoe akbar".
Uit een zwarte directoire van zijn moeder had hij een vlaggetje geknipt dat hij met een touwtje aan de bagagedrager van de scooter had bevestigd. Het wapperde vrolijk in de voor het Friese land zo kenmerkende harde wind. 
Sjouke vergiste zich trouwens nog  wel eens wanneer hij vergat dat hij als mohammedaan natuurlijk geen Friese liedjes hoorde aan te heffen, hij strafte zichzelf dan ogenblikkelijk, wanneer hij bijvoorbeeld 'Dêr 't de dyk it lân omklammet, lyk in memme-earm har bern' zong, door snel naar  huis te rijden, zich met een eind touw te geselen  onder de uitroep: “Ik, Achnoek al Barradi ben een grote zondaar!" Maar dan wel in ’t Fries.
Diep in zijn hart droomde hij af te reizen naar het IS-kalifaat, maar dat was een verschrikkelijk eind - hij had bijna 'een alle Jezus’ eind' gezegd en wist niet of 'een alle Mohammeds eind' toegestaan was - op zijn scootertje. Zo zou hij nooit een martelaar worden en zou hij nooit beloond worden met zeventien of zeventig maagden, want dat aantal wist hij niet precies.
Hij had na een maand al een flinke baard, maar was nu onderweg naar een kapper in Harlingen om zijn hoofd kaal te laten scheren, want als echte IS-mohammedaan was dat een noodzakelijkheid: haar had je aan je kin, niet op je hoofd. Sjouke had  zijn bivakmuts thuisgelaten. Het was gelukkig niet druk bij de kapper, die begon met de gebruikelijke vraag of hij 't een beetje gedekt zou houden. "Nee", zei Sjouke, "alles moet er af". Een kwartier later keek een zeer kale, maar uiterst tevreden  Sjouke in de  spiegel. Hij reed terug naar Wijnaldum, maar bedacht onderweg dat hij vandaag nog geen zendingswerk had verricht. Hij merkte ook hij hoe koud het was, zo zonder haar en hij vond het jammer dat hij zijn bivakmuts niet bij zich had. Hij wilde keren op de Haulewei toen hij werd ingehaald door Klaas-Jan van Zuchtelen, een Hollander die sinds drie jaar het boerderijtje van Harm Poppinga had overgenomen en hem treiterend vroeg of Sjouke misschien te hard gereden had en zo zijn haar was kwijtgeraakt. "Nee, nee, als echte IS-mohammedaan hoort het zo." "Aha", zei Klaas-Jan, "je gaat uit een kalifaatje tappen." Maar dat snapte Sjouke niet.
"Uit een kalifaatje tappen? Mohammedanen tapten niet, dat was juist zo bijzonder, niet uit een bierkraan en zeker niet uit een kalifaatje, waar had die Hollander het over?", dacht Sjouke en hij zei narrig: "Wij mohammedanen tappen niet!""Dan heb ik me vergist", zei Klaas-Jan, want hij vond dat je woordgrappen niet moest uitleggen, maar nu ze toch min of meer in gesprek waren, wilde hij wel eens weten hoe het zat met die zeventig maagden die in de hemel op een mohammedaanse martelaar wachtten en hij vroeg: "Die maagden, die zeventig maagden, hoe zien die er uit, zijn ze naakt en als ze al wat aan hebben, dragen ze dan een boerka? Zijn het alleen mohammedaansen of zitten er ook bijvoorbeeld Friese meisjes tussen?" Sjouke had daar nog nooit over nagedacht.
Toen Sjouke het antwoord schuldig bleef, kreeg Klaas-Jan echt zin in een pesterijtje: "Enne hoe zit het met de mohammedaanse homomartelaren, die hebben toch niks met maagden of ze nu een boerka aanhebben of Afke heten." "Die komen  in de hel", zei Sjouke. "In de hel? Maar het zijn martelaren, ze hebben in jullie ogen een goede daad verricht!" "Ze komen in de hel!" "Dus als homo kun je maar beter geen goede daad verrichten." Sjouke vond dat het gesprek nu lang genoeg geduurd had, wreef over zijn pas verworven kale schedel, startte zijn scootertje en besloot in de richting van It Heidenskip te rijden, want daar dacht hij nog veel zendingswerk te kunnen verrichten.

 

26.3.21

KAPPER

 

hårarkitekt weer iets geheel anders dan de Nederlandse coiffeur die zijn salon "KAPSONES" noemt

MODEHUIS BEINTEMA, WOMMELS


Model Wladimir draagt hier een eikenhouten wambuis met opgestikt vleermuisbont (€122,50)  en daaronder een handgebreide pullover van zuiver geitenhaar (€19,00).

ORANJEFEEST

Het boekje uiteraard gestoken in een fel oranjekleurig omslag werd in 1933 uitgegeven  ter gelegenheid van het 35-jarig regeringsjubileum van koningin Wilhelmina. Het komt niet uit de nalatenschap van mijn ouders, want  die hadden oranje niet bijster hoog in het vaan, vermoedelijk heb ik het jaren geleden voor een paar kwartjes opgeduikeld in een stalletje op koninginnedag. In het boekje de voor het vaderland gebruikelijke jool, zoals deze foto, met als onderschrift: "De bevolking van de Veluwe is niet thuisgebleven!"
De majesteit zelf was natuurlijk ook niet thuisgebleven en  in het Olympisch Stadion aanwezig, aan  de rechterkant geflankeerd door haar dochter met witte toque en de minister-president met bevederde steek, aan de linkerkant zitten haar moeder en haar gemaal, al is van laatstgenoemde vanwege de techniek weinig zichtbaar.

 

HOLDEN

 

 
Australiës eerste "originele" Holden verscheen in 1948, maar in feite was het een in 1938 in de Verenigde Staten door het General Motorsconcern ontworpen auto, een kleine Buick, die in zijn bakermat nooit in productie was gegaan, met een 2.2 liter zescylindermotor. De Holden bleek een succes want tien jaar later waren er 100.000 verkocht. De wagens werden ook geëxporteerd, oorspronkelijk alleen naar Nieuw-Zeeland, daarna naar het Nabije Oosten en enkele Afrikaanse landen. Het afgebeelde model is de FJ, die begin 1954 op de markt kwam. Onderstaande pickupversie is de Ute, een typisch Australische benaming voor een pickuptruck en een afkorting van Utility. In februari van dit jaar besloot GM voorgoed met de productie van Holden te stoppen.

 


 

UITSPRAAK

Het is corned beef en niet kornet bief, fucking cool en niet fokking koel, Bodè en niet Baudet en Van Haga en niet Haga, wat denken die drabbelkoeken wel?

De Dietrich

 

De derde koplamp (boven) wijst op het feit dat deze autorails door de SNCF ook gebruikt werden voor grensoverschrijdend verkeer, want in Duitsland waren drie koplampen verplicht. De autorails in kwestie is een De Dietrich, uit de serie X-3701 tot en met 3720 gebouwd in 1949 en '50. De motoren, (ze hadden twee motoren), kwamen van Saurer. De maximumsnelheid was 120 km/u. en alle twintig deden dienst in het oosten van Frankrijk en hadden in 1958 Metz als thuisbasis, in 1975 werden ze uitgerangeerd. De De Dietrichs waren ingericht om 81 zittende passagiers mee te nemen.

25.3.21

VOGELS

 

Dat vogels er merkwaardige gewoontes op nahouden is  bekend. Zo zag ik een kwartier geleden, terwijl er in de verste  verte geen water  in de buurt is, een reiger bovenop een schoorsteen. In een televisieprogramma zag ik een zwarte egret met een stuk brood naar de waterkant lopen,  dat in het water gooien om vervolgens de vissen, die er op afkwamen, te  grazen te nemen. Dan is een  kauwtje op een fietsstuur eigenlijk heel gewoon.



TAAL

 

Begin jaren negentig was ik twee keer in Litouwen. In Šiauliai werd ik door een journalist van een lokale krant geinterviewd en ik keek vreemd op toen ik mijn naam in druk verbasterd zag tot Wimas Bloemendalas, maar kwam er in verhouding tot Camille Saint-Saëns nog goed af, want in een destijds aangeschaft boekje heet hij in Litouwen Kamilio Sen Sanso of Sen Sansas. Toen ik wat langer over zo'n naamsverandering nadacht, was het minder vreemd, de Tsjechische componist Dvořák heeft bij ons  immers Dvorshak, Dworsjaak of iets dergelijks. Een Tsjech, die onze spelling van zijn beroemde landgenoot ontdekt, weet waarschijnlijk ook niet wat hij ziet. Deze week kreeg ik een tweetalig boekje in handen over Stephannie, een Navajomeisje. En anders dan van bovenstaand fragment in het Litouws, dat duidelijk over "Le Carnival des Animaux" gaat, herken ik werkelijk geen enkel woord van de Indiaanse taal. 

STRIJD

 


"Sla der op, Johan", herinner ik me als strijdkreet van Henk van Laar , die daarmee Johan Jong aanmoedigde de piano te lijf te gaan. Maar dit is totaal anders: muziek voor de krijg van eeuwen geleden, waar Jordi Saval het orkest op authentieke instrumenten leidt.

MAXIMAAL

Kijk zo’n omroep Max, in het zadel geholpen door Ledy van der Maan of iets dergelijks, betekent die iets voor mij als bejaarde, laat die bijvoorbeeld zaken zien of horen, die mij buitengewoon dierbaar zijn uit mijn jeugd, het antwoord kan kort zijn: nee, Max woelt geen nostalgische gevoelens in mij los; waar is het bezoek aan een ouderwetse kermis met een cakewalk, een spookhuis of voor mijn part een vlooientheater, nee, ik word voor de buis weggetreiterd door Jan Slagter tot de antiperistaltische bewegingen mijn rectum bereiken; terwijl het toch heel eenvoudig moet zijn om een vlooientheater te tonen en wanneer zoiets als te achterhaald beschouwd wordt, waarom dezelfde kunststukjes niet eens geprobeerd met boktorren uit te voeren, men maakt mij niet wijs dat het IQ van de gemiddelde vlo (Pulex Irritans) hoger is dan dat van de gemiddelde boktor (Hylotrupes Bajulus L.) en hoe aardig zou het zijn zo rond de klok van half negen ‘s avonds een zestal boktorren een zilveren koetsje voort te zien trekken, haasje-over te zien springen of te zien kopjeduikelen, ik denk dat men de oudere kijker daarmee een veel groter genoegen bereid, dan met het gekeuvel van de heer Slagter, wellicht is het tijd om de omroep Maximaal op ter richten, voor de echte bejaarde.
Drs. Barend-Otto ter Vloot, Steenwijkerwold

 

McKeen

 


In de eerste jaren van de vorige eeuw was er geen sprake van lagevloertreinen, er waren wel pogingen om personenrijtuigen te voorzien van benzinemotoren als concurrentie met een door een stoomlocomotief getrokken wagons. Eén van de allereerste, men begon met de bouw in 1903, was de McKeen, inmiddels gerestaureerd in Nevada.

24.3.21

LONG BOILER

Een door Robert Stephenson ontworpen zogenaamde "Long Boiler". Een locomotieftype dat door verschillende Franse constructeurs (o.a. Koechlin, Halette en Derosne & Cail) in 1846 werd gebouwd voor bijna alle Franse spoorwegmaatschappijen. In dit geval is het een machine voor de NORD met de naam Carnot, een Franse wiskundige. In dezelfde serie verscheen een locomotief met de naam Ruysdael. Zoals in die tijd gebruikelijk was zijn veel delen van de locomotief met hout bekleed. Later werd de achterste as naar achteren verplaatst om een stabielere loop te bevorderen. Ze zijn tot 1880 in gebruik gebleven.

THE SAILORMAN

Popeye, the Sailorman verscheen voor de eerste maal op 17 januari 1929 in  stripvorm, vanaf 1933 was hij ook te zien in diverse tekenfilms van de gebroeders Fleischer.

PIERCE-ARROW

Pierce-Arrow was één  van de roemruchte P's aan het Amerikaanse autofirmament, de andere twee waren Peerless en Packard. Alle drie merken lang verdwenen. De fabriek, gestart door George N. Pierce in Buffalo (N.Y.) met het produceren  van auto's, had de nodige faam verworven met het bouwen van fietsen en vogelkooien. In 1901 verscheen de eerste auto, met  een De Dionmotor, twee jaar later werd aan de naam Pierce Arrow toegevoegd en in het volgende decennium ging Pierce-Arrow behoren tot het hoogste echelon van wat er in de Verenigde Staten op autogebied te koop was. 

 

 In 1921 stond bijvoorbeeld dit  model 32 in de showroom van de  dealers met, kenmerkend voor Pierce-Arrow sinds 1913, de koplampen in de spatborden, al was de auto voor traditiegetrouwen ook met losse koplampen leverbaar. Men hoefde, anders dan voorheen, niet te rekenen op een innovatief  ontwerp, die periode was voorbij en toen in de tweede helft van de jaren twintig de concurrentie met acht- en  twaalfcylinders zakte de verkoop in en in 1928 werd de fabriek onderdeel van Studebaker, terwijl de ontwerpafdeling zelfstandig zijn werk bleef doen.

 

  In 1933,  de fabriek was inmiddels weer losgekoppeld van Studebaker, dat failliet ging, verscheen de "Silver Arrow", een gestroomlijnde auto voor een belangrijk deel rustend op de principes van Paul Jaray, die daar overigens geen cent vergoeding voor kreeg. 

 


De fabriek was inmiddels in handen van een aantal bankiers en zakenlieden maar de verkoop in 1933 viel tegen: 2152 wagens. In augustus 1934 werd faillisement aangevraagd, maar met behulp van bankiers en inwoners van Buffalo, kon in mei 1935 het werk, zij het met beduidend minder arbeiders, het  werk in de fabriek worden hervat. Maar het bleek slechts uitstel, want  eind 1937 ging Pierce-Arrow definitief dicht. De  verliezen waren te hoog. 

23.3.21

TROMPET?


de tromba marina of nonnentrompet  bespeeld door de Wellküren

FILMPJE

 


absurd
filmpje van de gebroeders Fleischer uit 1930

INTERVIEW

"Dag meneer Eerdmans van Ja21, ik wil u graag een paar vragen stellen."

"Nee, nee, ik ben van Absoluut33".

" Neemt mij niet kwalijk, maar ik dacht..."

"Ja, ik ben van Nee22."

"Dat is redelijk verwarrend. Maar u bent trots op Nederland?

" Wij, van Jaja105 zijn heel trots op Nederland."

" Maar toch vooral op Rotterdam? "

" Rotterdam moeten wij leefbaar houden!"


BURGER

 

Gister schreef ik in een regel dat ik militaire voertuigen civiliseerde, vandaag laat  ik een aantal zien.  Want wat in de realiteit gebeurde kan natuurlijk op schaal ook. Wie in 1947  het Nederlandse vrachtwagenpark bekeek zag veel min of meer verbouwde legervoertuigen uit de dump, in heel Europa zal dat niet anders  geweest zijn en zelfs legervoertuigen uit de  Eerste Wereldoorlog eindigden niet allemaal op de sloop, de Nash "Quad". een vierwielaangedreven en -gestuurd voertuig deed her en der in de  landbouw dienst. Ik neem aan dat de eerste foto van een Leyland "Terrier" is, die in 1928 bij het War Department in dienst kwam.

 

Deze Bedford "OXD" zag je vlak na de oorlog bij vrachtrijders overal, hij had een zescylindermotor. Overigens kreeg zelfs de Jeep een civiel uiterlijk, vaak werd er een houten cabine opgezet.


Deze vrachtwagen met een gedeeltelijk rond dak was gebouwd door Crossley, een fabriek die ooit een Bugatti in licentie bouwde. Hij had een viercylindermotor met aandrijving op alle wielen en werd voornamelijk aan de RAF geleverd.

 

Niet alleen Britse voertuigen gingen naar de dump en werden vervolgens  in civiele kledij gestoken, ook met Amerikaanse legervoertuigen, zoals met deze GMC, gebeurde het.

22.3.21

HUMPH

 

Humphrey Lyttelton (1921-2008), befaamd Brits trompettist (maar daarnaast  radiopresentatorer, cartoonist) kijkt terug op zijn muzikale loopbaan. Humph speelde geen VVDixieland, ik bedoel, de vervelende hoempastrohoedblazermuziek. Humph had oren aan zijn hoofd en is zich  blijven vernieuwen.


MILITAIR

 

In mijn autominiaturenverzameling voeren personenwagens  de boventoon. Vrachtwagens zijn er weinig, modellen van militaire voertuigen nog minder. Soms heb ik ze geciviliseerd, maar een klein  aantal heb ik origineel gelaten, zoals deze "army wagon".  die vermoedelijk een Bedford QLD moet voorstellen. De QLD had een zescylindermotor en was de meest geproduceerde Britse 4x4 tijdens de Tweede Wereldoorlog:  52245 exemplaren. Hieronder een artillerietrekker met ammunitietrailer en kanon.  De trekker is een Morris-Commercial C8 met een viercilindermotor met een inhoud van 3,5 liter.