Net twee biografieën gelezen, één over Philip Bloemendal (foto), geschreven door zijn zoon in samenwerking met Rob de Lange en ontstaan uit lange wandelingen van zoon Robert met zijn vader vergezeld door een bandrecorder. Philip was de stem van Polygoon, het bioscoopjournaal. Indrukwekkend verslag van het leven van de man, die ik soms ontmoette bij het toenmalig kantoor van de de NMB-bank in Hilversum, waar we dan soms lachend verhalen uitwisselden over mensen die verkeerd gebeld hadden, mensen die Bloemendal zochten, maar Bloemendaal aan de lijn kregen en omgekeerd. Over de andere biografie van de hand van Jeroen Wielaert "Final Blues, de kruispunten van Harry Cuby' Muskee" ben ik aanzienlijk minder tevreden. Het ego van de schrijver staat een goede biografie in de weg, teveel weetjes, die soms nog fout zijn ook strooit hij rond, Lionel Hampton trad niet in het Concertgebouw op, maar in de Apollohal en de Berlijnse muur dateert niet van 1963, maar van 1961, die weetjes brengen mij niet dichter bij Muskee en dat is tocht het doel van een biografie.
