Uit onze serie staatsieportretten: Chèrami Claxon
31.3.15
Polka 8
Het lijkt me een goed idee eens te kijken waar de polka buiten de Verenigde Staten verder is beland.
Dat ik een Chinees orkest Strauss' "Pizzicato Polka" op pipa's ontdekte is fraai, maar desalniettemin zet, ik het net als een verzameling dansende dames en heren in Botswana, niet op dit blog, de Chinezen niet omdat het niet om immigranten gaat èn omdat Strauss niet tot de folklore hoort, de Tswana in Botswana dansen op iets wat ze polka noemen, maar in werkelijkheid geen polka is. Wat wel grappig is dat de Auvergnaten, die een eigen uitgebreid dansrepertoire bezitten, toch de polka hebben omhelsd, maar wel accordeon en cabrette (de Auvergnaatse doedelzak) gebruiken. Dat de polka in Zuid-Afika en in Paraguay terecht kwam, is niet zo heel vreemd, maar een Philippijnse polka blijft toch min of meer een raadsel. Tenslotte de Israelische polka "Tzena, Tzena", gecomponeerd door Issachar Miron, die in 1938 uit Polen(!) naar het toenmalige Britse mandaatgebied Palestina emigreerde, in een modern jasje van Rebbe Soul (foto).
30.3.15
Polka 7
Het is opmerkelijk hoe snel de polka zich vanuit Bohemen over Europa heeft verspreid, let wel: in een tijdperk dat van de grammofoonplaat nog geen sprake was. Bovendien is het interessant vast te stellen dat iedereen er een eigen draai aangaf en dat een polka uit Polen verschilde van een polka uit Slovenië, dat dat verschil gehandhaafd bleef eenmaal geëmigreerd naar Amerika en we achteraf dus de conclusie moeten trekken dat in ieder geval wat de polka betreft de illusie van de Amerikaanse grote smeltkroes geen opgeld doet. Toch ondekte ik een uitzondering waarbij sprake lijkt van een gezamenlijke optreden: een Noor en een Zweed, maar dan wel met wat ze een Finse polka noemen: de Karolainen polka. Ook degenen van Ierse komaf in de Verenigde Staten hebben hun eigen polka's, in dit geval uitgevoerd door een damestrio uit North-Carolina en alhoewel ik op YouTube geen polkaspelende Amerikaanse Ukrainers vond, zullen ze er ongetwijfeld zijn. In elke geval zijn ze er wel in Canada en ogenblikkelijk valt de hammered dulcimer of tsymbaly op. Tenslotte het Russky Orkestr Moskva met de polka "Strelotchek", alhoewel we ons meteen kunnen afvragen of we het orkestje met de befaamde klarinettist Dave Tarras (foto) niet eerder bij de klezmermuziek moeten indelen.
29.3.15
Polka 6
Er bestaat een tweetal verklaringen hoe de polka respectievelijk in Mexico en in Texas is beland, maar voor ik daaraan toe kom, eerst een stukje geschiedenis. De polka bereikte Parijs rond 1840 en de populariteit van de dans valt te verklaren uit het feit dat men eindelijk eens, zoals tot dan gebruikelijk was, niet steeds van partner hoefde te wisselen. De ene verklaring vertelt dat de polka populair was aan het hof van keizer Maximiliaan I (foto) - een jongere broer van de Oostenrijkse keizer van Franz Joseph I - die
met behulp van Frankrijk in 1864 de Mexicaanse troon had bestegen en dat
de polka daardoor omhelsd werd door de bevolking, de andere verklaring
luidt dat Texas, dat zich in 1836 als onfhankelijke republiek van Mexico
afscheidde, aantrekkelijk bleek zowel voor inwoners van de Verenigde
Staten als voor immigranten uit Duitsland en laatgenoemden kenden -
natuurlijk - de polka. In 1845 werd Texas de 28e staat van de USA.
Oorspronkelijk klonk de Mexicaanse, dan wel Texaanse balzaalversie van
de polka weinig anders dan de Europese, dit is een voorbeeld van een compositie uit 1893 van Juvenito Rosas
uitgevoerd door het Alauda Ensemble. Later kreeg de polka een meer
lokale kleur, getuige deze versie door een mariachiband, - opvallend trouwens dat beide polka's bloemen in de titelk hebben. Het belangrijkste instrument in Texas, maar ook in Noord-Mexico was, voordat de accordeon zijn intrede deed, de viool, dit is "El Gato Negro" (de zwarte kat) gespeeld door El Ciego Melquiades. Maar wie aan de specifieke nortenãmusici, met natuurlijk polka's op het repertoire, denkt, haalt ogenblikkelijk een accordeon en een bajo sexto voor de geest, in dit geval zijn het Narciso Martinez, accordeon en Santiago Almeida, bajo sexto.
Halbe
Gistermiddag even gebeld met mijn goede vriendin Lammechien v.d. Potterucht, want haar vader Hinderik was destijds secretaris van de Donkerbroeker duivensportvereniging "De Flinke Fladderer", toen Halbe Zijlstra dezelfde functie bekleedde bij de Oosterwoldse duivensportvereniging en Lammechien gevraagd of zij Halbe wilde bellen om te vragen wat de VVD nog meer voor plannen had, behalve het gemelde contact met dictators, om de rust vooral ten onzent te bewaren en de vluchtelingenstroom in te dammen; nadat Lammechien vier keer gebeld had, kreeg ze Halbe tenslotte tegen achten aan de telefoon, hij was wezen mountainbiken, had de tafel van elf geleerd, was bij McDonalds met zijn echtgenote wezen dineren en had uit nostalgische overwegingen de overlijdensberichten in "De Nieuwe Ooststellingwerver" van 7 april 1998 gelezen; hij had door al deze bezigheden de telefoon niet eerder kunnen opnemen, kijk Lammechien, had hij op haar vraag geantwoord, natuurlijk is het vriendelijk bejegenen van dictators in Afrika en elders slechts een begin, uiteindelijk moeten we de oude situatie van honderd jaar geleden herstellen, want toen was er rust in de tent: Tanzania wordt net als Namibië weer Duits, Ghana als Goudkust weer Brits, Lybië Italiaans, Congo Belgisch, Angola Portugees en Algerije Frans, enzovoort, enzovoort; in het Midden-Oosten dient exact hetzelfde te gebeuren al die oproerige gebieden worden simpelweg opnieuw kolonies, Libanon bijvoorbeeld Frans en Syrië Brits, want als men niet met vrijheid en democratie om kan gaan, dan moeten die begrippen goedschiks dan wel kwaadschiks aan die volkjes worden bijgebracht.
Drs. Barend-Otto ter Vloot, Steenwijkerwold
28.3.15
Polka 5
Ongetwijfeld is u het typisch "Nederlands" costuumpje opgevallen van de onder Polka 4 geportreteerde "Dutchman": een leren broek met galgjes en een hoed vol speldjes. De in de Verenigde Staten zingende en spelende muzikanten van Oostenrijkse komaf hebben weliswaar dezelfde kledij (zie foto) maar noemen zich geen Dutchmen, maar bijvoorbeeld "Happy Austrians", want zoals wij allen weten was Oostenrijk het eerste slachtoffer van Hitlers gebiedsuitbreidingszucht, dus hun valt niets, maar dan ook helemaal niets te verwijten. De foto's uit 1938 van de Weners, Salzburgers, Linzers met één arm omhoog zijn natuurlijk falsificaties, men stond 'wenen'd langs de kant. Ik herinner me nog de Österreichische Blassnäschen die kort na de Tweede Wereldoorlog in ons land kwamen aansterken, dus als zo snel na 1945 alles vergeten en vergeven bleek, kan met de Austrians niets mis zijn, toch? Maar ik dwaal af, dit stukje dient over de polka's van Oostenrijkse nazaten in Amerika te gaan, dus op naar Walt Groller geboren in Allentown, Pennsylvania, die zich op zijn twaalfde al professioneel in de muziek manifesteerde en twee jaar later een eigen orkest had, daarna ontmoeten we Steve Huber, over zijn muzikale prestaties kan en wil ik slechts heel kort zijn...
27.3.15
Polka 4
Natuurlijk weet u dat een Ulbe inwoner is van Ulbenië en dat een Moron een reisdocument heeft van de republiek Moronstan, iemand die in Harkema woont heet daarentegen niet Hark en evenmin wordt iemand die in Zutfen woont een Zutfer genoemd, dat geldt overigens ook voor een Dutchman want die woont niet in Dutchland. Wie de idioot is geweest die ons, Nederlanders, met het woord Dutch en de afgeleiden daarvan heeft opgezadeld dient alsnog te worden gevierendeeld, want woont een Norwegian in Norway, a Frenchman in France en a German in Germany, wij zijn Dutchmen en resideren in dat andere ongelukkige begrip The Netherlands (Oh, you mean Holland). In de Verenigde Staten bestaan tal van polkabandjes met de naam Dutchmen, natuurlijk zijn dat helemaal geen toeteraars met Nederlandse voorouders, maar stroomt bij hun 't bloed van onze oosterburen door d'aadr'n. Toen het begrip German, vanwege de frisse en vrolijke krijg, wat minder populair klonk in Amerika ging een Duitse Shepherd een Alsatian heten en noemden Duitse polkablazers zich maar wat graag Dutchmen. Zo hebben we bijvoorbeeld Matt Hodek and the Dakota Dutchmen, waarin we mensen met goed Nederlandse achternamen als Sunde, Bosh, Helt, Pecka en Swartz treffen, Brian Brueggen and the Mississippi Valley Dutchmen uit Cashton, Wisconsin, die volgens eigen zeggen "the tradional Dutchmen Style Music" spelen, dan hebben we Karl's Country Dutchmen onder aanvoering van Karl Hartwich, maar de bekendste polkaband in dit genre is de Six Fat Dutchmen, opgericht in 1932 door Harold Loeffelmacher in New Ulm, Minnesota.
26.3.15
Polka 3
Het is lastig om over de Tsjechische polka te schrijven omdat het land in de negentiende eeuw nog altijd deel uitmaakte van de Oostenrijks-Hongaarse monarchie, in ons land heette het naar analogie van het Duitse Böhmen, Bohemen, maar in de eigen taal was het Čechy en dat lijkt op de huidige naam Česko. Natuurlijk trok men ook vanuit Bohemen naar de Verenigde Staten, om naar de polka's van die immigranten te zoeken moet je naar niet naar Ohio of Illinois maar naar Texas, waar de eerste groep Tsjechen in 1852 arriveerde. Het duurde evenwel tot de jaren dertig van de vorige eeuw voordat er grammofoonplaatopnamen werden gemaakt van Amerikaans-Tsjechische orkesten, dit is een naoorlogse opname van het orkest van Joe Patek. Het is verdraaid lastig zo'n blaasorkest als typisch Tsjechisch te determineren, het zou net zo goed uit Stiermarken of uit Beieren kunnen komen. Die verwarring is beslist onmogelijk bij het beluisteren van het orkest van Adolph Hofner (foto), want alhoewel het lied de "Shiner Song"* heet, wordt het in het Tsjechisch gezongen en gaat het over het afscheid van Praag, toen de zon scheen en er voldoende bier was. De muziek is een mengeling van de polka uit het oude vaderland met een forse dosis western swing, Adolphs broer Emil speelt zelfs steelguitar.
*Shiner is een kleine stad in Texas, waar de meeste inwoners van Tsjechische komaf zijn en waar de oudste onfhankelijke bouwerij, de Spoetzl Brewery, gevestigd is. De brouwerij sponsort de Shiner Hobo Band.
25.3.15
Polka 2
Als je er een ogenblik over nadenkt is het redelijk merkwaardig een Sloveense polka en een Poolse polka, beide naast elkaar in de Verenigde Staten, terwijl de originele polka uit Bohemen komt en dat heet tegenwoordig Tsjechië, de polka is zelfs zo Tsjechisch dat Antonin Dvorak in de negentiende eeuw de polka naar de concertzaal tilde. Vraag aan een Amerikaanse Poolse in Cleveland: "Can you dance the polka?", bijna een regel uit het liedje "Oh, you New York girls". Ze zit achter een buro en kijkt enigszins verbaasd: "Yes, but why do you want to know?" Ik leg haar omstandig uit dat ik wil weten wat er van de muzikale tradities uit Polen na een paar generaties is overgebleven. Natuurlijk vraag ik ook of ze wel eens naar een Sloveens polkafeestje gaat. "O, nee, die hebben zo'n vreemd huppeltje!" Juist, dat wilde ik ook weten: Amerikanen van Poolse komaf hebben een andere polka dan Amerikanen van Sloveense komaf. Er is dus zelfs geen polkasmeltkroes. In mijn platenkast staan mijn polkaplaten dan ook niet onder polka, maar onder het land van oorspronkelijke herkomst, de Amerikaanse band van Eddy Wasilewski staat dus onder Polen. Helaas heb ik van zijn spetterende orkest op YouTube niets kunen vinden, wel van Jimmy Sturr (foto) en van de naamgenoot van de communistisch Poolse leider Gomulka, bij Lenny Gomulka wordt in het Engels (!) gezongen.
24.3.15
Polka
Veel te lang was er sprake van de grote smeltkroes, 'the melting pot' waar alle muziek in de Verenigde Staten in verdween en die geen ruimte liet voor de eigen klanken van immigranten en toen daar ten gevolge van de crash van Wall Street een grote crisis over Amerika denderde, was er helemaal geen plaats meer voor muziek uit Polen, Griekenland of van waar dan ook. Zo had ik het geleerd, zo stond het in de boeken. Maar het bleek niet waar, misschien dat er minder grammofoonplaten werden gemaakt voor Amerikaanse Zweden en Amerikaanse Hongaren om twee andere voorbeelden te noemen, maar ik was al een paar keer met de neus op andere feiten gedrukt, dus reed ik een tiental jaren geleden op zondagmiddag van Chardon naar Kirtland in Ohio, want in Kirtland zouden elke zondagmiddag Slovenen samen komen om polka te dansen. Ik reed Mayfield Road af, sloeg bij de drogist rechtsaf en stopte in Kirtland bij een, ja, wat het meest leek op een iets te luxueus gebouwde boerenschuur. Ik hoorde muziek en verdraaid het waren polka's. Gespeeld door een amateurorkestje en gezongen in het Sloveens. Niks geen smeltkroes, hier werd al bijna een eeuw de Sloveense cultuur hoog gehouden. En eigenlijk wist ik het ook wel, werd polkakoning Frankie Yankovic (foto) hier niet vlakbij in 1915 geboren? Ik was een jaar of dertien toen AFN Bremen en Bremerhafen elke woensdagmiddag om kwart over één een polkaprogramma uitzond, ik vond dat destijds voor de Amerikaanse soldatenradio vreemde muziek, Frankie Laine, Perry Como, Bing Crosby dat waren de namen die in 1949 opgeld deden.
Een paar dagen eerder was ik van Chardon naar Euclid, nog dichter bij Cleveland waar de Rock and Roll Hall of Fame vlakbij het Eriemeer staat, gereden om het polkamuseum te bezoeken. Natuurlijk heet het museum anders, het heet National Cleveland-Style Polka Hall of Fame, want hoe kon ik het vergeten er is verschil tussen de Cleveland polka en de Chicago polka of beter tussen de Sloveense polka en de Poolse polka. Een zoveelste bewijs dat zelfs de polka's niet in de Amerikaanse smeltkroes geëindigd zijn. In de pauze sprak ik in Kirtland met de muzikanten, mijn vragen buitelden over elkaar: waren ze alle vier van Sloveeense komaf? Welnee. Spraken de de twee met een Sloveense achtergrond nog Sloveens? Welnee. Maar elke zondag waren ze hier in Kirtland en werd er gedanst niet alleen door oud, maar ook door jong. De teksten van de liedjes hadden ze fonetisch opgeschreven.
Hagopian
Richard Hagopian is een typisch voorbeeld van een muzikant in de Verenigde Staten die de muziek van zijn voorouders trouw bleef en nog steeds Armeense klanken hoog in het vaandel heeft, dat gebeurde eerst in het prachtige feestorkestje de Kef Time Band met Hagopian op oud en Buddy Sarkissian op dumbeg, later solistisch met zoon Harold, eigenlijk violist, eveneens op dumbeg.
Kruis
De eerste candidaat voor het Amerikaanse presidentschap heeft zich gemeld, het is de Texaanse senator Ted Cruz en omdat gods zoon aan het kruis genageld is denkt Cruz (spaans voor kruis) ook een directe relatie te hebben met de vader en meldde: " God's blessing had been on America from the very beginning of the nation, and I believe God isn't done with America yet".
Drs. Barend-Otto ter Vloot, Steenwijkerwold
23.3.15
Wanderer
Het is een gekend verhaal: een rijwielfabriek gaat auto's maken. Wanderer opgericht door Richard Jaenicke en Johann Winkelhofer in 1887 begon met de bouw van motorfietsen in 1902 en deed in 1907 pogingen om een kleine auto te construeren, maar pas in 1912 kwam het type 5/12 op de markt het bleek een succes want de fabriek kon nauwelijks aan de vraag voldoen. De auto kreeg de bijnaam "Puppchen". De in een advertentie uit 1921 afgebeelde auto is een W8 met een viercylinder in lijn kopklepmotor met een inhoud van 1300cc, een drieversnellingsbak, een gewicht van zevenhonderd kilogram en een topsnelheid van 80 km/u. In de vroege jaren dertig werd het latere type W11 door Martini in Zwitserland in licentie gebouwd. In 1932 ging Wanderer deel uitmaken van het Auto-Unionconcern.
22.3.15
Staatsieportret 9
Een vriend attendeerde me er per email op dat de door mij in de reeks statieportretten gemaltraiteerde politici allen iets vrouwelijks krijgen en dat terwijl hij Ronald nog niet eens had gezien. Merkwaardig, want ik heb aan geen van de heren een vrouwelijk element toegevoegd, ik heb simpelweg een vier of vijf foto's van de geportretteerden gescand en afgedrukt en vervolgens de foto's gemixed, niet met photoshop, maar precies zo als ik het vijftig jaar geleden ook deed: met schaar en lijm. Juist dat handmatige bevalt me: het geschuif met ogen, neuzen, monden en oren. Soms overdrijf ik en raak ik na een dag ontevreden en vervang ik een staatsieportret door een beter, minder grotesk in elkaar geplakt portret. Waar de vijftig jaar geleden gefabriceerde portretten gebleven zijn, weet ik niet.
Bibliofiel
Lajos Immerhin woonde in Den Haag, ver van het strand. Het kostte hem als
hij naar
Kijkduin fietste, met die verdomde helling aan het eind, zeker een drie kwartier, maar hij kwam er graag. Al was het alleen maar om Duitsers te
pesten, die, in alle vroegte, van de camping vlakbij, hun kuilen voor de
dag hadden gegraven, rond twaalf uur om te eten hun kuil verlieten, die
dan
rap door Lajos en zijn vrienden werd ingenomen. Bij terugkeer van de Duitsers ontstond altijd een woordenstrijd, de moffen wilden hun kuil
terug. Dat konden ze vergeten: het strand was 'Holländisches Gebiet und
gehört uns'. Een poosje kwam hij er met een vriendinnetje, dat hij na
een maand al weer aan de kant zette omdat ze aanmerking maakte op zijn
kinderachtig gedrag: hij liep bijvoorbeeld graag met een voet in de
goot, de andere op het trottoir. Jezus, wat een gezeur. Meiden hadden
altijd wat te zanikken, terwijl er juist op hen van alles
aan te merken viel: ze hielden van de verkeerde muziek: van Pat Boone of Max
van Praag en dergelijken, ze begrepen ook niets van zijn passie voor
klerenhangers, fietsten met een slakkengang, terwijl wanneer
hij voorstelde naar de Wassenaarse Slag te rijden, ze hun neus
ophaalden: dat was veel en veel te ver.
Immerhin las graag. Hij
had van jongsafaan heel wat boeken verslonden of
beter gezegd letterlijk kapot gelezen. Want iedere gelezen bladzijde
scheurde hij uit een boek en verkreukelde hij, bang dat een andere,
volgende lezer, hetzelfde plezier zou ondervinden. Het eerste boek,
waarvan, tot schrik van zijn ouders, alleen de kaft verbleef was -
hoe treffend - Hector Malots "Alleen op de wereld". Immerhin had
inmiddels een boekenkast vol lege banden. Nadat hij besloot
bibliofiel te worden, had hij in het begin alleen maar boeken met
eenzaam in de titel verzameld, zoals "Eenzaam avontuur" en "Eenzaam maar
niet alleen", maar daar was hij van teruggekomen: er verschenen
doodsimpel te weinig boeken met dat woord op de omslag. Toch maakte hij
ieder keer een klein vreugdesprongetje, wanneer hij weer zo'n boek
ontdekte: "De eenzaamheid van de priemgetallen" en "Oud en eenzaam"
waren er een voorbeeld van. Alle "eenzame" banden stonden ook in een
apart kastje. In de kelder, ergens ver weg uit hetzicht, bewaarde hij zijn kleine
Winkler-Prinsencyclopedie en zijn woordenboeken, want daarin had hij
noodgewongen de gelezen bladzijden laten zitten. Toen zijn ouders hem
lang geleden ieder jaar met Sinterklaas een deeltje "Wie, Wat, Waar"
hadden gegeven, had Immerhin ook daaruit na lezing iedere bladzijde
verwijderd, maar hij kwam erachter dat hij onmogelijk alles kon
onthouden en hij naslagwerken, die compleet gebleven waren, nodig had.
Er was een enorme stampij onstaan
toen de kleine Immerhin - hij moet een jaar of tien geweest zijn - uit
boeken, geleend bij de plaastelijke volksbibliotheek, na lezing ook
daaruit de bladzijden begon te scheuren en te verkreukelen. Zijn vader
had vervolgens een forse schadevergoeding moeten betalen, want slechts
de kaft van een eerste druk van A.D. Hildebrands "Bolke de Beer" was
teruggebracht. Immerhin senior was woedend thuisgekomen en had gevloekt:
"Krijg de klere, kleine verdommeling" en Immerhin jr. had
een week lang kamerarrest gekregen. Zonder boek! Krijg de kleren? Wat
een rare uitdrukking, want hij had kleren genoeg. Ze hingen allemaal
keurig op hangertjes in de kast in zijn kamertje. Omdat er niets te
lezen viel, haalde Immerhin zijn kleren uit de kast en bekeek de
hangertjes. Aha, nu viel er toch nog iets te lezen.
Inmiddels had hij nu, jaren later,
een verzameling van 459 houten klerenhangers, allemaal
voorzien van de naam van een vaak vooroorlogs kledingmagazijn, hij had hangertjes uit Gorredijk, uit Goes en Schin op Geul, om maar een paar
zeldzame te noemen. Soms had hij er ééntje met een andere verzamelaar
kunnen ruilen, maar Immerhin had ontdekt dat er in ons land maar weinig
klerenhangerverzamelaars waren, in Duitsland waren er veel meer, daar
was zelfs een vereniging van klerenhangerverzamelaars, net als in
Engeland, maar hij wilde alleen Nederlandse klerenhangers. In
Houtigehage woonde Hobbe Balkema, de enige andere Nederlandse
verzamelaar, die hij kende en die hij, nadat hij op Marktplaats een
advertentie had gezet, ook had ontmoet want ze hadden een afspraak
gemaakt in de stationsrestauratie in Zwolle, waar ze elkaar sindsdien
ieder jaar op de laatste zaterdag in november ontmoetten en elkaar hun
jongste veroveringen lieten zien.
De laatste keer dat ze elkaar spraken, hadden ze het over het probleem
gehad om zijn verzameling aan bezoekers te laten zien. Balkema had zijn hele huis van
onder tot boven behangen met klerenhangers. Balkema had overal spijkers
in de muur geslagen en aan iedere spijker een hanger gehangen. Dat leek
ook voor Immerhin een prachtige oplossing, maar de meeste muren in zijn
woning werden in beslag genomen door boekenkasten en hij kon toch
moeilijk zijn eerste hobby - het stuklezen van boeken - voor zijn tweede
hobby - het verzamelen van klerenhangers - aan de kant schuiven.
Balkema had vervolgens een wisseltentoonstelling voorgesteld: ieder
maand een ander stel hangers, maar uiteindelijk had Immerhin besloten op
alle deuren van zijn huis latten te schroeven en daar spijkers in te
slaan om daar zijn klerenhangers aan op te hangen. Het maakte wel flink
lawaai als hij een deur achter zich dichttrok en er viel wel eens een
hanger van een spijker, maar hij kon nu elke dag van zijn hangers
genieten. Maar omdat hij te dunne, te korte spijkers had gebruikt, die hij
bovendien nog te ver in de latten had geslagen, begon het Immerhin na en
paar weken toch heel erg te vervelen, dat wanneer hij een deur achter
zich dicht trok, er klerenhangers van de spijkers vielen. En natuurlijk iedere keer
aan de andere kant van de deur die hij net gesloten had. Hij probeerde
het euvel te verhelpen door de spijkers met een tang iets naar boven om
te buigen, maar dat lukte slecht. Hij besloot Balkema te bellen. Die
raade hem aan de spijkers te vervangen door oogjes met een schroefdraad.
"Maar dan moet ik de hele zaak demonteren. Nieuwe latten op de deuren
schroeven, dat is een enorm werk, dan ben ik een paar weken bezig."
"Ja", had Balkema geantwoord, "maar het is het één of het ander."
Het enige dat Immerhin miste
was een Nederlandse klerenhangercatalogus met afbeeldingen en prijzen.
Hij had het er met Balkema op hun jaarlijkse bijeenkomsten in Zwolle wel
eens over gehad, maar die vond het onzin. Toch zou het handig zijn,
want zonder catalogus wist je niets van zeldzaamheid en prijzen, je
moest een schatting maken. Immerhin begreep best dat een vooroorlogs
Amsterdams C&A-hangertje hooguit twintig cent waard was, maar
wat was een klerenhanger van Van Schuppen uit Veenendaal waard? Tien
euro, dertig euro, vijftig euro? Balkema zei als het over prijzen ging
altijd: "Het is, wat de gek er voor geeft!" Maar dat was het nou net:
Balkema en hij waren de enige gekken. En het als het er op aankwam wist
Balkema heel goed wat hij voor een klerenhanger uit een kleine Friese
plaats, die hij dubbel had, moest vragen. Laatst nog bood hij in een
telefoongesprek een hangertje aan uit Dokkum, dat moest vijfenzeventig euro
opbrengen. Dat was geen kattenpis. Immerhin besloot zonder Balkema's medewerking toch met een
inventarisatie van klerenhangers te beginnen. Nee, geen gedrukte
catalogus, zelfs niet een catalogus in boekvorm, want hij wist hoe die
zou eindigen: in verfrommelde bladzijden in een hoek van de kamer. Dus
hij nam voor elke hanger een apart vel papier, maakte een tekening en
noteerde het opschrift van de hanger en gaf een prijsindicatie. Hoger
dan 75 euro ging hij niet. Het kostte hem zes weken, maar toen keek hij
tevreden naar een mooi overzicht. Hij zou Balkema toch maar eens bellen,
misschien kon hij hem overhalen hetzelfde te doen. Maar Balkema hield
de boot af, vond het allemaal onzin en zei dat hij er bovendien geen
tijd voor had. Wel had hij een heel bijzonder hangertje in de aanbieding:
voor 125 euro kon Immerhin een hangertje overnemen van kleedingmagazijn
Okke Knol uit Metslawier. Vermoedelijk uit 1929, zei Balkema.
Immerhin keek op de kaart van
Friesland. Dat Metslawier was een
verdomd klein plaatsje, eigenlijk veel te klein om in 1929 een
kledingzaak te hebben gehad, want dat had hij inmiddels wel ontdekt:
mensen gingen, destijds net als nu, naar grotere plaatsen om kleren aan
te schaffen. Hij kon natuurlijk zijn achterneef Sybrandus Immerhin in
Groningen te bellen, die keek naar elke detectiveserie die op de tv te
zien was, en hem te vragen naar Metslawier te rijden en onderzoek te
doen
naar het bestaan van kleedingmagazijn Okke Knol in 1929. In ieder geval
bestond de zaak nu niet meer, dat had hij computerend al nagekeken. Hij
besloot de telefoon te pakken, maar Sybrandus bleek niet thuis.
Immerhin had al eens een paar dure klerenhangers van Balkema gekocht.
Eentje van "Kleedingparadijs Hobbe Radsma Hzn. te Morra" en een andere
van "Kobus Salverda Dames & Heerenkleeding te Bontebok". Omdat
ze zo prijzig waren geweest had Immerhin ze aan de binnenkant van zijn
woonkamerdeur gehangen. Maar nu hij op de kaart van Friesland had
ontdekt hoe klein Metslawier was en vervolgens Morra en Bontebok had
opgezocht begon hij aan het bestaan van Kleedingparadijs Radsma en
Salverda's Dames & Heerenkleeding te twijfelen. Wat als hij door
Balkema was beetgenomen? En hij falsificaties had aangeschaft? Immerhin
haalde Radsma van de deur en begon voorzichtig over de letters te
wrijven, ze gaven niet af. Er gebeurde niets en hij voelde zich
opgelucht. Hij werd er vrolijk van, haalde een fles wodka uit de keuken
en schonk
een fors glas in. Balkema had hem dus niet opgelicht. Hij keek nog eens
goed naar de klerenhanger van Kleedingmagazijn Hobbe Radsma Hzn. uit
Morra.
Dat was toch wel een heel bijzondere. Hij pakte klerenhanger op, stootte
zijn glas wodka om en de hanger werd drijfnat. De letters op de hanger
liepen ogenblikkelijk uit. Kleedingmagazijn bleef onaangetast maar
Hobbe, Radsma, Hzn. en Morra liepen uit. Godgloeiendegodverdomme.
Balkema had
hem dus wel degelijk opgelicht. Balkema had een hangertje uit Leeuwarden
bewerkt,
want dat dat woord kwam uiteindelijk te voorschijn. De schoft. Hij zou
de rotzak
morgen meteen bellen, om half acht, voordat Balkema naar zijn werk ging.
Maar eerst moest hij de hanger van Kobus Salverda uit Bontebok
controleren en ja hoor, ook daarvan liepen de letters meteen uit, nadat
hij er paar druppels wodka op had laten vallen. Hij bleef die nacht
wakker. Dat de enig andere
Nederlandse klerenhangerverzamelaar hem zo had kunnen bedriegen,
begreep hij niet. Eerst was hij razend geweest, daarna verdrietig, maar
nu zon hij op wraak. Maar elk plan daartoe verwierp hij weer. Niet goed
genoeg. Niet subliem genoeg. Want dat het subliem moest zijn, stond
voor hem vast. Balkema moet voorgoed worden vernietigd en zijn imitatie
antieke klerenhangers erbij. In elk geval ging hij hem niet bellen. Hij
zou net doen of zijn neus bloedde en over drie maanden gewoon naar
Zwolle afreizen en daar toeslaan. Verschrikkelijk toeslaan. Hij stond op
en keek opnieuw naar de door Balkema vervalste klerenhangers. Morra en
Bontebok. Misschien moest hij daar maar eerst eens naar toe om
inspiratie voor zijn wraak op te doen. Uiteindelijk kwam Immerhin op het
volgens hem briljante idee: hij zou
in de rubriek gevraagd een kleine advertentie in de Leeuwarder Courant,
die immers in Friesland huis aan huis gelezen werd, zetten, met
Balkema's naam, adres en telefoonnummer : "Gezocht: onbeschilderde oude houten klerenhangers. Ik bied 25 euro per stuk." Balkema zou verdrinken in de aanbiedingen. Fantastisch!
21.3.15
20.3.15
19.3.15
Stemmen
Den Helder, Zaanstad, Purmerend, Lelystad, Ruphten (o.i.d.) en natuurlijk Zwijndrecht, zo maar een handvol plaatsen waar Wilders gister furore maakte, in Ruphten (o.i.d.) koos zelfs een derde van degenen die een stem uitbrachten voor een partij die in feite geen partij is omdat hij geen leden telt en een dictatoriaal geleide club hoort natuurlijk niet in een democratie thuis, waar komt zo'n anomalie elders voor? Zimbabwe?
18.3.15
Polka Dogs
Zou ik a.s. zaterdag over een week in Toronto willen zijn? Nou en of! Ik kreeg net een email van John Millard (foto) dat de originele Polka Dogs weer bijeen zijn en op 28 maart om half negen concerteren in The Young Centrum of the Performing Arts, 50 Tank House Lane, Distillery Historic District. Goed nieuws en ik begrijp dat e.e.a. ook wordt opgenomen. Ooit waren de Polka Dogs gast in een programma, vermoedelijk in "After Hours" en het werd het meest energieke optreden in een uitzending waarvan ik gastheer was. "Thirty Reasons" stond net als "Under the Pines" toen op het repertoire, maar "Will You Wander" is nieuw.
Tja....
In het station Naarden-Bussum zit een kleine koffiewinkel, ik bedoel zo'n inrichting, waar de reiziger een kop koffie kan drinken, met de naam Coffee Culture, want u weet dat Coffee Culture iets totaal anders is dan Koffie Kultuur. Op de toonbank staat een bak met kaarten à 1,25 euro per stuk. Ik kijk, prominent vooraan staat deze kaart:
Ach, hoe typisch Nederlands, ik was het bijna vergeten, dit land altijd in de weer met andermans taal: waarom staat er godverdomme niet "NEUK PERFECT"?
17.3.15
Overeenkomst 2
De overeenkomst tussen Wilders en de Komet is dat beide waterstofperoxide gebruiken, de Komet heeft met waterstofperoxide het kiel- of staartvlag geblondeerd en Wilders gebruikt waterstofperoxide als brandstof. Maar het kan ook omgekeerd zijn, helemaal zeker ben ik niet.
Mack
Legendarische naam: Mack en toch was dat niet de naam waaronder de broertjes Mack hun vrachtwagens tot 1910 verkochten, dat was Manhattan. Ongetwijfeld is de hier geadverteerde 'tractor' Macks meest beroemde vooroorlogse product de AC. Let op de kettingaandrijving. Met nagenoeg dezelfde motorkap en daaronder dezelfde motor reed de Mack in de Verenigde Staten ook op rails.
Overeenkomst
Nu Geert Wilders Alexander Pechtold een terreur-oehoe noemt is het misschien wel aardig op zoek te gaan naar de overeenkomst tussen Wilders en de Messerschmitt ME163B "Komet".
16.3.15
Gevecht
Vanmiddag om een uur of vier, twee vechtende ganzen aan de slootkant: slaan met de vleugels en bijten. Ik stop en kijk, maar ze trekken zich niets van mij aan. Eén van de in de sloot zwemmende zwanen hijst zich op de kant en doet iets wat ik nooit eerder zag. In een snelle dribbel, kop ver vooruit, jaagt hij de ganzen weg en beëindigd hij het gevecht.
Broers 3
Geboren in Nashville, voor sommigen onder ons de muzikale hoofdstad van de Verenigde Staten, is die stad toch niet het vertrekpunt van de Allman Brothers, Duane en Greg, zij verhuizen op jeugdige leeftijd naar Florida, jagen een platencarrière na in Los Angeles, waarna Duane als sessiemuzikant een baan krijgt in de Muscle Shoalsstudio in Alabama. Maar uiteindelijk wordt de band, genoemd naar de broers, opgericht in Florida en opnieuw wordt een andere thuishaven gevonden, dit keer in Macon, Georgia. Van hun tweede elpee "Idlewild South" is dit het fameuze "In memory of Elizabeth Reed". Eind october 1971 verongelukt Duane, een jaar later in november bassist Berry Oakley, waarna een rumoerige periode begint, waarin de resterende bandleden proberen soloplaten uit te brengen, nieuwe groepen op te richten, maar uiteindelijk ontstaat toch een soort reüniegezelschap dat tot vorig jaar bij tijd en wijle actief bleef, dat tijdperk schijnt inmiddels achter de rug, want op 24 juli a.s. concerteert Greg Allman met een eigen band in Paradiso.
15.3.15
Franklin
Ik had ooit een auto waarbij de motorkap open ging, zoals bij deze Franklin uit 1921, bij de Triumph 13/60 ging de hele voorkant (de spatborden inbegrepen) omhoog, zodat ik gezeten op een voorwiel bijvoorbeeld aan de carburateur kon werken. De Franklin was een bijzondere auto, de fabriek in Syracuse (New York) maakte, ver voordat Volkswagen in beeld kwam, auto's met luchtgekoelde motoren. In 1915 bedacht de fabriek de stunt om in de laagste versnelling van Walla-Walla (Washington) via Oregon naar San Francisco (Californië) te rijden, een kleine 1500 kilometer om aan te tonen dat met luchtkoeling niets mis was. In 1921 stond op de Haagse tentoonstelling een zescylinder met een houten (drie dubbel teak) chassis, de dynamo was tegelijkertijd startmotor en de krukas was zeven maal gelagerd. Franklin leverde ook een stofzuiger waarmee de carrosserie kon worden gereinigd (ik citeer) "Deze zuiger is zeer vernuftig bedacht en wordt bevestigd op de uitlaatbuis. Door de kracht der uitstroomende gassen ontstaat in de slang een vacuum dat alle stofdeeltjes opzuigt. De bijgeleverde slang is zoo lang dat alle deelen van een gesloten carrosserie kunnen worden bereikt en zoodoende is het mogelijk plaatsen te bereiken waar men met een gewone schuier niet zou kunnen komen."
Broers 2
John & Tom Fogerty
Ik weet het, ik weet het, ook in Nederland hadden we zingende en musicerende broers, de Tielman Brothers, The Blue Diamonds, maar ik ben bezig Amerikaanse broertjes naar voren te halen dus de vaderlanders moeten maar even wachten. John en Tom Fogerty, de nucleus van Creedence Clearwater Revival, ooit begonnen als Tom Fogerty and the Blue Velvets en via de Golliwogs geëindigd in CCR, waarin niet Tom (1941-1990), maar jongere broer John voor de kenmerkende zang zorgde.
Weesp
Gister naar Weesp, na een tip dat daar in een kerk een tweedehandsboekenmarkt werd georganiseerd. Dat bleek inderdaad het geval: een enorme hoeveelheid boeken en weinig belangstellenden. Voor het kapitale bedrag van vier euro vier zaken aangeschaft: een vooroorlogse kaart van Den Haag, toen de buitenlijners van de HTM nog van het Plein vertrokken en de stad zes buslijnen (L, M, P, R, T en W) telde. Een boekje uit de Heemschutserie "De historische schoonheid van 's-Gravenhage" uit 1944, Ischa Meijers "Gekgemaakt in het huwelijk" en speciaal voor Una, een boekje waaruit ik haar kan voorlezen, zodat ze de band met haar Schotse oorsprong niet geheel vergeet: "Canny tales fae Aberdeen". Ik citeer een drietal:
It is stated on the authority of an Englishman that Aberdonians tell their children funny stories in their youth so as to make them happy in their old age. The point of the joke dawns upon them then.
Of course, the Aberdonian is a keen politician. If he is genial he's a Conservative; if he offers you a drink he's Liberal - if you get it, it's Labour.
An Aberdonian in London wrote home:-"I'm enjoying my holiday, especially the Restaurants whaur I often find tuppence under the plate! P.S. If there is no stamp on the envelope it fell aff in the post."
Waanzin 5
Op 16 augustus 2014 stond er dit over de Friese waanzin op dit blog:
Zoals u ongetwijfeld weet is Leeuwarden in 2018 culturele hoofdstad van
Europa en dus is het hoogtijd om bij Frederik-Jaap Struyschcondt,
persvoorlichter van het evenement, die voor vier jaar is vrijgemaakt
van zijn functie als directeur van het Fries Aardappeldrukmuseum in
Scharnegoutum, telefonisch te informeren wat ons over een viertal jaren
te wachten staat.
"Nou, we hebben Anneke Douma, u weet wel de zangeres van het lied over
de Bonkevaart, waarmee ze tot ver over de grenzen van Friesland een paar
jaar geleden een enorm succes had, gestrikt om een speciaal lied te
componeren dat precies op de jaarwisseling 2017/2018 door haar op de
Brol wordt uitgevoerd met begeleiding van het combo De Havankers uit
Snakkerburen, genoemd naar de wereldberoemde Leeuwarder schrijver
Havank. Dat leek ons een stevige, maar vooral ook uiterst culturele
start. Tussen twee haakjes: het waarmerk van Leeuwarden, de Oldehove,
zal worden verlicht met 151.437 gele en blauwe ledlampjes, die met een
frequentie van achttien millisecondes aan en uit zullen flitsen. Geel en
blauw vanwege de Leeuwarder kleuren en achttien om het jaar waarin de
festiviteiten plaats vinden nog eens extra te onderstrepen."
"Juist en wat gebeurt er op het gebied van de beeldende kunst?"
"Juist en wat gebeurt er op het gebied van de beeldende kunst?"
"We hebben het plan een route uit te zetten langs de mooiste
beeldhouwwerken in de Friese hoofdstad: langs de Mercuriusfontein en
langs het beeld van Roosje Cohen, om slechts een paar voorbeelden te
noemen. Vooral het laatste beeld komt in het centrum van de
belangstelling te staan: de overweg bij de Schrans gaat in 2018 zelfs
dicht, of misschien is het zelfs beter te spreken over het feit dat de
overweg open blijft, in ieder geval vertrekken de treinen naar Groningen
een jaarlang niet van het hoofdstation, maar van het station
Leeuwarden Achter de Hoven, zodat er alle ruimte is om dagelijks Roosje
Cohenwedstrijden te houden, waarbij de deelnemers vanaf de kruising
Groningerstraatweg/Anne Vondelingweg via Voorstreek, Kelders en Weaze
enzovoort, enzovoort, verkleed als Roosje Cohen achter een kinderwagen
gevuld met kleine handelswaar ongehinderd door een spoorwegovergang tot
aan de Julianalaan in Huizum kunnen rennen."
"Iedere dag opnieuw?"
"O ja, we hebben nu al meer dan duizend inschrijvingen, want zo
herinnert Leeuwarden zich zijn joodse inwoners het best, begrijpt u?"
"Wat gebeurt er op de Nieuwestad?"
"Grote plannen, nee, grootse plannen. Originele plannen ook. Net als 's
zomers in Parijs wanneer daar langs de Seine zand wordt gestort voor
Paris Plage komt er op de Nieuwestad zand, veel zand. Onder de naam
Leeuwarden on the Beach kan daar op een badhanddoek geluierd worden,
maar kunnen ook zandkastelen worden gebouwd, voor het hoogste kasteel
wordt maandelijks de Abe Bonnemaprijs ter beschikking gesteld.
Leeuwarden European Capital of Culture wordt een fantastisch feest."
14.3.15
Vogel
Zo'n tien jaar geleden was ik een aantal dagen op Unst, het noordelijkste Shetlandeiland, niet alleen vanwege de muziek, maar ook vanwege de vogels. Een flink deel van Unst is natuurreservaat en ik was van te voren gewaarschuwd voor de grote jager: stok meenemen en wanneer hij aanvalt stok boven je hoofd zwaaien. Ik kom daarop vanwege de net in Purmerend gevangen oehoe en het optreden van een andere flinke vogel in Volkel. Natuurlijk werd ik aangevallen, die vogel beschouwde mij als indringer op zijn territorium, niet alle vogels zijn even vriendelijk als de merel, die zingend zijn gebied afschermt. Als je er even over nadenkt is de mens degene die het het duidelijkst ten opzichte van de natuur en zijn medemens een territorium bij elkaar gegraaid heeft en daarmee nog altijd bezig is.
Broers
Oorspronkelijk was ik van plan Hillbilly 17 en de hele serie over old-timeymuziek in de Verenigde Staten te besluiten met een opname van de Everly Brothers. Zij begonnen hun muzikale loopbaan ooit 's ochtends vroeg in een radioprogramma met hun ouders Ike en Margaret, met het zingen van countryliedjes en uiteindelijk bleven een aantal van die wijsjes, zoals "Shady Grove" en "I walk the line", op hun repertoire. Maar als ik de serie afsloot, dan bleven andere musicerende broers, zoals de White Brothers, ongenoemd: Clarence (foto), Ronald en Eric White, van wie laatst genoemde de onbekende is, omdat hij vervangen werd door Roger Bush als lid van de Country Boys, later de Kentucky Colonels. Clarence was een fantastische gitarist, die moeite had te kiezen tussen bluegrass en popmuziek. Hij zat in The Byrds en later in Muleskinner, maar kwam in mei 1973 met zijn broers als The New Kentucky Colonels voor een tournee naar Europa. Ik begon toen net met "Nashville, een landelijk Varaprogramma" en Clarence was mijn allereerste gast. Twee maanden later was hij dood: terwijl hij met Ronald het instrumentarium van de band stond in te laden werd hij aangereden door een dronken chauffeur. Zijn invloed is is niet weg te poetsen, hier horen we hem in een, kort voor zijn dood gemaakte, opname met iemand die het een en ander van Clarence heeft opgestoken: Tony Rice, die op zijn beurt met zijn broers Ron, Larry en Wyatt o.a. dit "Walk on boy" op de plaat zette.
13.3.15
Waanzin 3
Ik prijs mijzelf buitengewoon gelukkig dat ik de hand heb weten te leggen op deze foto van de Friese gedeputeerde Jannewuttelsje de Vries, hier dolenthousiast over het project "King of the meadows" dat deel uitmaakt van "Leeuwarden Culture Hoofdstad van Europa 2018" en de "flypath" van de grutto in het blazoen heeft. Voor de Friezen onder de lezers King of the meadows is Kening fan de greiden, fly path is trekroute en grutto is skries.
Drs. Barend-Otto ter Vloot, Steenwijkerwold.
Subscribe to:
Posts (Atom)