31.5.22

Rangeren

 

Er is in Frankrijk lang met stoomlocomotieven gerangeerd, de eerste dieselrangeerlocomotieven - ondergebracht onder de letter Y, in de serie Y-1000 - kwamen in de jaren 1947 - '49 op de rails. Wie ze heeft gecontrueerd is onbekend. In 1958 behoorde een tweetal - de Y-1002 en de Y-1003 - tot de inventaris van de SNCF, één deed dienst in het oosten en de ander in het westen van Frankrijk. De respectievelijke snelheden waren 15 en 18 km/u.

Vliegboot

 

 Vliegboten voor passagiersvervoer waren gigantisch, dat het ook kleiner kan is
hier te zien.

RAMEAU

RAMEAU, MAAR DAN NET EVEN ANDERS

 

PIEFKE

Gister kon u John Philip Sousa's mars "The Thunderer" beluisteren, vandaag heb ik een Duitse  mars in de aanbieding,  een mars van Gottfried Piefke (foto): "Düppeler Schanzensturmmarsch". U moet de YouTubebeelden,  die u ziet, meteen vergeten,  want Frederik de Grote was al jaren dood toen Piefke (1815-1884) aan het hoofd van een Janistsarenkapel in Dybbøl (Sleeswijk) voor muzikaal divertissement zorgde op 18 april 1864 bij een Pruisische slag tegen de Denen. De Pruisen wonnen.

Liedjes die niet meer gezongen worden

Ouwe taaie, jippie, jippie jéé, Waar de blanke top der duinen afgezet met prikkeldraad en op  elke honderd meter weer zo'n vuile rotmof staat, juich ik aan vlakke strand, hij komt nooit in Engeland, Zijn knecht staat te lachen en roept ons reeds toe, we zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe, In de miene, miene, miene maneschijn bombarderen wij Berlijn, Neger danste troelala, trroelala. troelala, 't Is de plicht van iedere  jongen, Joepie , Joepie is gekomen, heeft mijn meisje weggehaald, maar ik zal er  niet om treuren, gauw 'n ander weer gehaald, enz. enz.


30.5.22

Amsterdam


Dat Engelstaligen ons verre familielid orang-oetan aanspreken  met uhrènguhtèn, het zij zo. Onderling zijn Britten en Amerikanen het zelfs niet eens  hoe je Houston en Los Angeles zegt: Britten zeggen Hoestun en Los Enzjeliez, Amerikanen Joestun en Los Enzjelus. Wij moeten het trouwens doen met Emstuhdèm,  terwijl wij het wel uit ons hart laten om het over Leverpoel te hebben. Continu moeten wij raden wat zij bedoelen wanneer Engelstaligen bezig zijn plaatsen op de wereldkaart aan te wijzen, ongevraagd voegen ze een s toe aan Lyon, Marseille en Brussel, alsof die steden in meervoud bestaan.

Drs. Barend-Otto  ter  Vloot, Steenwijkerwold



 

GEDONDER

 

Nu Giselda Botermelk veronderstelt dat een inwoner  van van het Drentse Donderen wellicht een  Donderer heet, kunt u hier luisteren naar de vermoedelijk favoriete mars van alle Donderers.

SCHIPHOL 1929


 

Bing & Bob

De gebroeders Crosby, beiden  zangers, van  wie de een, niet alleen te onzent, een veel grotere bekendheid kreeg dan de ander; ik heb het over Bing - echte naam Harry - (1903-1977) en Bob (1913-1993) Crosby. Bing begon zijn loopbaan in een trio, de Rhythm Boys - samen met Al Rinker en Harry Barris bij het orkest van Paul Whiteman, Bob kreeg vooral bekendheid als orkestleider nadat hij Ben Pollacks Band had overgenomen en in dat orkest een kleinere formatie ontstond: The Bob Cats. Hier zijn Bing en Bob samen in "You' ve got to be thankful" en dit is Bing, niet met een groot orkest, maar met het trio van gitarist Les Paul.

 

INVADER

 


Start van een Douglas SH A26 "Invader"

TEXAS 5

Op zondag ga ik naar de kerk. Dat had nogal wat voeten in de aarde, want ik ben geen kerkganger en Big Red moest me overtuigen. Ik zou hogerop zitten, naast het koor en ja, ik mocht mijn bandrecorder mee nemen om de zang op te  nemen van Big Reds koor. Achteraf was ik dolblij dat ik ter kerkgang gegaan was, want het meisjeskoor was subliem. Het  zong niet niet de gebruikelijke gezangen  en psalmen, maar liedjes uit de chicanocultuur, zoals "De Colores", bekend uit de tijd det er stakingen waren vanwege de slechte werkomstandigheden van seizoenwerkers in de groente- en druiventeelt in Californië, stakingen geleid door César Chávez  (1927-1993). 

29.5.22

Packard

 

Packard was voor de Tweede Wereldoorlog een roemrucht Amerikaans merk, dat zeer in trek was bij rijke Amerikanen die Duesenberg te vulgair en te extravagant vonden en Cadillac meer voor de nouveaux riches. Packard had sinds 1901 een fraaie slagzin: "Ask the man who owns one" en was met noviteiten regelmatig Cadillac de baas, zo verscheen in 1915 al een V12, die Cadillacs V8 in de schaduw stelde. Op de foto een Packard Super Eight convertible sedan uit 1939.

AK-47

Dat  Second Amendment dat Amerikanen het recht geeft wapens te hebben en te dragen dateert uit 1791 kende vast en zeker geen zogenaamde assault weapens. De  "founding fathers" kenden geen AK-47, zou het daarom niet verstandig zijn alleen wapens uit 1791 toe te staan?

TEXAS 4

Ik word beschermd. Het gebeurde al  eerder al eerder  toen  ik met Big Red en Flaco naar de opening van een basketbalveld aan de South  Side  dat zij muzikaal openden, was. Ik vraag me af wat er zou gebeuren wanneer Big Red niet zo zeggen dat ik uit Amsterdam kom, zou ik iets van vijandschap merken? Ik maak kennis met een warme  vriendelijkheid, word voorgesteld aan kinderen en kleinkinderen. Geef handen. Dat is heel anders bij de "anderen". Daar ben ik bij een barbecue en geef ook iedereen een hand. Dat is fout, want vrouwen geef je geen hand. Ik  vraag me af waarom niet. Bijna alle verkeersborden hebben kogelgaten, ze hebben als schietschijf gediend voor voorbijrijden automobilisten. Staat weliswaar niet in het Second Amendment, maar schieten op verkeersborden hoort klaarblijkelijk bij de lokale cultuur.

28.5.22

INDIANAPOLIS

 

In 1930 verschenen in Indianapolis 38 wagens aan de start, slechts 14 daarvan haalden de eindstreep, dat waren behalve de Millers en een Duesenberg, een door Russ Snowberger verbouwde Studebaker, een Stutz, een Fronty-Ford, een Oakland en een Buick. Op plaats 12 eindigde een Maserati (foto boven) gereden door Letterio Cucinotta. Winnaar werd Billy Hartz in een Miller. De pacecar was een voorwielaangedreven Cord L-29 met een door Lycoming gebouwde achtcylinderlijnmotor met een inhoud van bijna vijf liter. In dit filmpje, waarin bovendien stevig gemarcheerd wordt, zijn een aantal deelnemende wagens te zien, de wagen met racenummer 23 is een Miller, nummer 1 is eveneens een Miller net als nummer 34 en nummer 7, nummer 6 en nummer 44 zijn Duesenbergs en nummer 41 een Fronty-Ford.


 

UNA

 


COMMENTAAR VAN UNA: 'SHIIIT".

POLKA'S

 

Als je er een ogenblik over nadenkt is het redelijk merkwaardig een Sloveense polka en een Poolse polka, beide naast elkaar in de Verenigde Staten, terwijl de  originele polka uit Bohemen komt en dat heet tegenwoordig Tsjechië, de polka is zelfs zo Tsjechisch dat  Antonin Dvorak in de negentiende eeuw de polka naar de concertzaal tilde. Vraag aan een Amerikaanse Poolse in Cleveland: "Can you dance the polka?", bijna een regel uit het liedje "Oh, you New York girls". Ze zit achter een buro en kijkt enigszins verbaasd: "Yes, but why do you want to know?" Ik leg haar omstandig uit dat ik wil weten wat er van de muzikale tradities uit Polen na een paar generaties is overgebleven. Natuurlijk vraag ik ook of ze wel eens naar een Sloveens polkafeestje gaat. "O, nee, die hebben zo'n vreemd huppeltje!" Juist, dat wilde ik ook weten: Amerikanen van Poolse komaf hebben een andere polka dan Amerikanen van Sloveense komaf. Er is dus zelfs geen polkasmeltkroes. In mijn platenkast staan mijn polkaplaten dan ook niet onder polka, maar onder het land van oorspronkelijke herkomst, de Amerikaanse band van Eddy Wasilewski staat dus onder Polen. En dan is er ook nog de polkaband van Jimmy Sturr (foto).

Texas 3

Twee dagen later ben ik  op weg van Houston naar San Antonio. In San Antonio zie ik op een straatnaambord South Mesquite. Ik stop want volgens mij ken ik daar iemand. Dat blijkt te kloppen. "Big Red" Ojeda, de bassist/bajo sextospeler uit Ry Cooders Chicken Skinband. Die moet ik dus maar eens gaan opzoeken en ik rij de straat in. Het is een hoekhuis,  de  voordeur staat open. Er is wel een vliegenhor. Ik roep "hello". Er  huilt een kind en ik hoor de televisie. Er gebeurt niets. Ik roep  luider. Er gebeurt nog steeds niets. Intussen sta ik er al vijf minuten. Eindelijk verschijnt een jonge vrouw. Ik vertel wie ik ben en dat ik op  zoek ben naar de heer Ojeda. Ze verandert op slag en vertelt dat ze dacht dat ik een politieagent was. Ze gaat ogenblikkelijk haar vader bellen. Big Red arriveert een kwartier later. Hij repeteerde met een kerkkoor. De volgende dagen trek ik met hem op en kom er achter dat het tussen de chicano's en de anderen niet bepaald koek en ei is. Ik zie er  duidelijk uit als een van de anderen en keer op keer moet Big Red zijn chicanovrienden duidelijk te maken dat ik niet bij de anderen hoor, maar uit Holland kom. Zoals in zijn favoriete café, waar hij luid  aankondigt dat ik Wim ben en uit Amsterdam kom. Ik vind het vreemd,  maar krijg langzamerhand door wat de bedoeling  is. Ik hoor niet bij dat  chicanohatende stelletje, ik hoor niet bij de anderen. In het café loop ik naar de jukebox. Aha, Flaco Jimenez, Los Alegres de Teran, Los Pinguinos del Norte.  Iemand naast me vraagt: "You like that Mexican jazz?' "Oh yes" en ik ratel de  namen af. Ik zeg niet Dzimmeneez, maar spreek  de naam correct uit. Het kan niet meer stuk en ik moet het merendeel van de aangeboden drankjes afslaan.


27.5.22

Khalid

Je schrijft Khalid,  maar zegt Galied, terwijl de Kh in onze taal niet  bestaat. Je schrijft toch ook niet khromatisch of khronisch. Maanzaadchalle werd maanzaadgalle en chozpe werd gotspe, dus Khartoum wordt Gartoem?

SON

 

In Latijns-Amerika is son het woord voor lied. Mexico, met zijn van streek tot streek verschillende cultuur, kent verschillende vormen van sones, een heel bekende is de huapango, net als de son jarocho, uit de buurt van Veracruz. Hier wordt een huapango door twee heren gezongen en gespeeld in een rumoerige cantina, maar de de huapango is dankzij de Mexicaanse componist José Pablo Moncayo (foto) ook naar de concertzaal gebracht. Er is onder 'serieuze' componisten uit landen, waar een duidelijke muzikale folklore bestaat, altijd een discussie geweest of hun werk beinvloed moest worden door die folklore, of dat ze aanluiting moest hebben met wat er internationaal compositorisch gebeurde. Die discussie vond bijvoorbeeld in de negentiende eeuw plaats in Rusland en in de twintigste eeuw in Spanje plaats. De in Guadalajara geboren Moncayo (1912 - 1958) koos duidelijk voor de eerste stroming: aansluiting bij de folklore van Mexico. Hij studeerde compositie bij Carlos Chavez in Mexico-Stad, terwijl hij zijn brood verdiende als jazzpianist.
"Huapango" uit 1941 was zijn eerste symfonische werk. Wie op zoek is naar een CD met Montoya's 'Huapango' en geinteresseerd is in andere Mexicaanse componisten moet op zoek naar deel drie van de voortreffelijke serie Musica Mexicana (ASV Digital CD DCA 871).

1905

 


Keer op keer kijk ik met verbazing naar de oude ansichtkaarten van Den Haag. Soms denk ik zelfs dat de hele kaart in scène is gezet: een fotograaf heeft een markante hoek van de stad gefotografeerd en daarna zijn personen en tram ingemonteerd, om tenslotte alles in te kleuren. De uit de Parkstraat komende tram is duidelijk een fordje met een oud paardentramrijtuig als bijwagen, maar waar is de bovenleiding? En waarom ontbreekt het lijnnummer? Omdat de kaart afgestempeld werd op 9 oktober 1905 moet het om lijn 8 gaan, die op 31 mei 1905 was gaan rijden tussen Kurhaus en Plein.

COOL

 

Wat er precies in dit aan de zijruit hangend apparaat ging om de temperatuur in een auto in de Verenigde Staten 's zomers in 1947 aangenaam te houden, weet ik niet. Een natgemaakte doek? IJs? Vochtige houtkrullen? Maar dit toestel, gemaakt door de 'Glacier-Ice Corporation' in Santa Monica, hier gemonteerd op een Plymouth, is een oervorm van airconditioning.

SASCHA


Dat sommige auto's zo'n honderd jaar geleden er meer uitzagen als veredelde motorbakfietsen lag voor de hand, vooral als de fabriek naam  gemaakt als motorfietsleverancier. Een overduidelijk voorbeeld is de Tsjechische firma Laurin-Klement, gefinancierd door de in de Verenigde Staten geboren graaf Alexander Kolowrat Krakowski, die ook de Oostenrijkse filmindustrie op poten zette. Alexander (Sascha) was zeer geïnteresseerd in de racerij,  hier boven zien we hem in actie op een vroege Laurin-Klement (let op de onderste buisvan het frame, fietsen van nu met een lage instap hebben een dergelijke vorm). Het pad van de luxueuze motorbakfiets werd echter al gauw verlaten en in 1907 verscheen zelfs een auto met acht-in-lijnmotor. De Laurin-Klements waren in veel wedstrijden in Midden- en Oosteuropa te vinden en vaak was de graaf  mee van de partij, op de foto hieronder echter in een naar hem  genoemde Sascha.


Onderstaande kleurenfoto maakte ik in het technisch museum in Praag, het is een  duidelijk voorbeeld van waar de oorsprong van Laurin-Klement lag: de motorfiets. 


ZWOERDJE


Zwoerdje Wrocknavel, Drents kampioene schedelwerpen in de weltergewichtklasse, tevens coördinatrice tussen Farmers Defence Force, Zwarte Piet Moet Blijven, Zwaarvuurwerkcomité, BBB, Stichting tot Wederinvoering van Oude Vaderlandse Volkssporten als Gansknuppelen en Palingtrekken en het Comité tot zaligverklaring van Johan Derksen.

26.5.22

TEXAS 2

  

HET MOLENTJE IN NEDERLAND, TEXAS

TEXAS

 


Ergens in mijn hoofd zit het woord  Uvalde, ik  moet er zo'n veertig jaar geleden geweest zijn. Ben ik er  - vlak bij San Antonio - doorheen gereden, of was ik er op een zondagmiddag om naar zo'n typische  Texaanse hoempaband te luisteren, of was ik er met Augie Meyers om op een rolschaatsbaan naar Flaco Jimenez en zijn conjunto te luisteren.Ik weet het niet  meer. Ik was twee keer in Texas. De eerste keer kwam ik met een auto uit Louisiana naar Houston. Onderweg zag ik een bord waarop Nederland stond.  Merkwaardig: Nederland, Texas. Ik reed het  plaatsje in. Het eerste dat ik  zag was een meubelwinkel "Rienstra Furnitures". Friezen dus. In het gemeentehuis vroeg ik om inlichtingen en zij belden een jonge man  die me meer kon vertellen. Dat deed hij in een wat wonderlijke molen. Hij vertelde dat de countryzanger Tex Ritter in Nederland, Texas  geboren was. Maar  dat kon me geen donder schelen. Waarom heette Nederland Nederland? Het bleek dat iemand rond 1890 naar de buurt van Bolsward was gereisd met foto's van een heel  ander Amerikaans gebied, waar minder tornado's voorkwamen, om immigranten te  ronselen. Er meldden zich een groep en men vertrok naar Texas en kwam van een koude kermis thuis. Een aantal keerde naar het "heitelân" terug. Degenen die bleven - waaronder Rienstra - trotseerden de tornado's. Zij veramerikaansten, want rond 1945 was het met Fries en Nederlands gedaan. Ik reed door naar Houston, waar ik een afspaak had met Delbert McClinton.

HUDSON 2

 


 Essex 1928
Moedermerk Hudson en beide submerken Essex en Terraplane zijn al jaren vergeten, Hudson verdween in 1957 nadat het in 1954 samen was gegaan met Nash, Essex hield in in 1934 op en Terraplane in 1938. Essex was een goedkoper product van Hudson, maar verloor zijn aantrekkingskracht in de grote crisis begin jaren dertig, dus werd het merk opgepept en verscheen in 1932 (de wereld volgde de ontwikkeling van het vliegtuig op de voet) de Essex Terraplane tijdens een bijeenkomst in Detroit met de bekende pilote Amelia Earhart als belangrijkste gast en zelfs luchtvaartpionier Orville Wright kocht een Terraplane. In 1934 heette de wagen alleen nog Terraplane, maar ook dat merk verdween en vanaf 1938 bleef alleen Hudson over.
Terraplane 1934

25.5.22

HUDSON

Een uit een passagierstoestel op aanvraag van de Britten ontwikkeld militair vliegtuig: de Lockheed "Hudson". Omdat de Avro "Anson" niet volledig als lichte bommenwerper en verkenner voldeed werd uit de Lockheed 14 "Super Electra" de "Hudson" ontwikkeld, in het zelfde rijtje kunnen de Lockheedproducten "Lodestar", "Ventura" en "Harpoon" worden ondergebracht, allemaal volgen  ze de lijnen van de "Super Electra". Nederland heeft maar één "Hudson" met een Nederlands kenteken gehad: de U-1, die op 10 october 1948 verongelukte, dat wil evenwel niet zeggen dat er geen Nederlanders op dit toestel  gevlogen hebben, maar  dat  was tijdens de Tweede Wereldoorlog in het 320ste squadron  van de RAF. Israël had vier  uit Australië overgenomen "Hudsons" de 2601 t/m 2604.

 

Maurice

 

Altijd slecht om musici met elkaar te vergelijken, maar het is tocht te uitdagend om Maurice El Médioni (geboren in 1928) niet te vergelijken met de Cubaanse pianist Ruben Gonzalez. El Médioni begon zijn carrière in 1937 op negenjarige leeftijd op een door een oudere broer op de vlooienmarkt in Oran aangeschafte piano. Raakte enthousiast toen in 1942  de Amerikanen in Oran arriveerden en hij werd blootgesteld aan allerlei soorten muziek, waarvan vooral de boogie-woogie hem fascineerde. Hier een liedje van hem met nogal wat herkenbare woorden, verwijzend naar de Amerikanen. Hij werd een veel gevraagd pianist en begeleidde o.a. Lili Labassi, Line Monty, Lili Boniche en Reinette l'Oranaise.  In 2006 maakte hij opnamen in New York met een aantal uit Cuba afkomstige muzikanten. Hier treedt hij op met zijn eigen trio, maar in Israël werd hij begeleid door het Israëlisch Andalusisch Orkest, gespecialiseerd in de muziek van de Maghreb.

24.5.22

Madrigaal


De fraaiste opname van Madrigal: "My Bonnie Lass She Smelleth" from "The Triumph of Thusnelda" staat zonder twijfel op de Vanguarddubbelelpee VSD-719/20 "The Wurst of P.D.Q. Bach", maar ook deze uitvoering mag er zijn.



Dit is de tekst:
" My bonnie lass she smelleth
Making the flowers jealouth.
Fa la la
My bonnie lass she looketh like a jewel
And soundeth like a mule.
My bonnie lass she walketh like a doe
And talketh like a crow.
Fa la la
My bonnie lass liketh to dance a lot
She's a Guinevere and I'm Sir Lancelot
Fa la la
My bonnie lass I need not flatter;
What she doth not have doth not matter.
Oo la la
My bonnie lass would be nice
Yea, even at twice the price.
Fa la la.

 

Wasbord-muziek

Zo nu en dan vind ik een in het grijze verleden aangeschaft boekje terug. Ieder jaar verscheen ''Wie Wat Waar" en in het Jaarboek 1958 staat onder Jaaroverzicht Binnenland "September 1956 2 Jazz-jeugd in Utrecht in opstand door wasbord-muziek (rock 'n roll)."

80 JAAR 2

Het is wat te gemakkelijk om 80 jaar na dato lacherig te doen over De Seversky's voorspelling hoe toekomstige vliegtuigen er uit zouden zien, maar het blijft merkwaardig de volgende regels n.a.v. de Bell P-39 "Airacobra" in zijn boek "Victory Through Air Power" te lezen: "From the point of view of design and workmanship the Airacobra is a plane of which American engineers and manufacturers can be proud. Its performance, however cut down by a pititfully underpowered engine - a fact that can be traced to our procurement policy. The engine situation could have been corrected, once the Allison engine had failed to serve as expected, by frankly adopting the best available substitute. The British Napier Sabre, a 2000- horsepower engine, eminently successful in the Spitfire and Hurricane, was at hand for immediate use. Unfortunately the Army steered around this and adopted instead the Rolls Royce Merlin, with horsepower similiar to the Allison's." Noch de Spitfire noch de Hurricane hadden echter Napier Sabre-motoren, ze hadden Rolls-Royce Merlins, de Napier Sabres zaten in de Hawker Typhoon en Tempest en zover ik heb kunnen nagaan is de Merlin nooit geinstalleerd in de Airacobra.

 

23.5.22

80 JAAR


Altijd verdraaid interessant om te zien hoe mensen de toekomst zien, zeker als het gaat om de visie van Alexander P. De Seversky in 1942 op de het toekomstige militaire vliegtuig. De Seversky (1894 - 1974) schreef zijn "Victory Through Air Power" kort na de aanval op Pearl Harbor en het boek, waarin ik bovenstaande foto vond, stond van medio Augustus 1942  een maand lang nummer één op de New York Times bestsellerslijst. De Seversky, geboren in Tbilisi (Tiflis, in Georgië, destijds deeluitmakend van het Russisch tsarenrijk) leerde vliegen van zijn vader en werd na het doorlopen van de keizerlijke marine academie eerst als piloot gelegerd in Sebastopol en later in Riga, waar hij tijdens een luchtgevecht werd neergeschoten, de bommen aan boord onploften, doodden zijn waarnemer en De Seversky raakte een been kwijt. Dat weerhield hem niet om toch te willen blijven vliegen, maar zijn meerderen verboden het. Tsaar Nicolaas II kwam tussenbeide en De Seversky zette zijn loopbaan bij de marine voort. Tijdens de revolutie in 1918 was hij gestationeerd in St. Petersburg en in maart van dat jaar werd hij behoemd tot assistent marine-attaché in de Verenigde Staten. Hij besloot niet naar Rusland terug te keren, werd testpiloot en vond o.a het eerste bruikbare systeem om in de lucht te tanken uit. Met geld verdiend met zijn patenten begon hij een vliegtuigfabriek, waarin hij tevens een rol als piloot bleef spelen en diverse snelheidsrecords op zijn naam bracht o.a. met de SEV-3, die ontwikkeld werd tot de Seversky P-35 (foto hier onder), waarvan de tweepersoonsversie, de AT (Advanced Trainer) -12  hier te zien is.

Veel van De Seversky's ontwerpen werden nooit uitgevoerd, o.a. zijn "Super-Clipper".  De fabriek maakte geen winst en toen Seversky in in de winter van 1938/'39 in Europa was om vliegtuigen te verkopen, besloot de raad van commissarissen hem aan de kant te zetten en de fabriek werd omgedoopt in Republic Aviation Corporation, verantwoordelijk voor de P-47 "Thunderbolt", die behalve in de Verenigde Staten dienst deed in Groot-Brittannië, de Sowjet Unie, Frankrijk en Brazilië, in september 1944 waren er meer dan 10.000 P-47's gebouwd.

 

Saoutchik

In 1948 stonden de gerenommeerde Franse autohuizen weer op de Parijse Salon, er was weliswaar niet veel nieuws onder de motorkap maar de grote carrossiers trachten in deze schrale tijd elkaar naar de kroon te steken, zo kleedde Saoutchik bovenstaande Talbot T.26 GS aan. De motor was een zescylinder in lijn met een inhoud van 4,5 liter, gevoed door twee Zénith-Strombergcarburateurs. Jacques Saoutchik - eigenlijk Iakov Savtchuk - werd geboren Minsk, maar vluchtte in 1899 wegens de voortdurende pogroms in Rusland naar Parijs, waar hij werk vond als meubelmaker. Omdat er dan nog veel hout verwerkt wordt in automobielen ging hij in die sector aan de slag, bouwde op het chassis van een Isotta-Fraschini een wagen die de aandacht van een rijke clientele trok en Saoutchik werd carrossier en maakte niet alleen in Frankrijk maar ook in de Verenigde Staten naam. Hispano-Suiza-, Rolls-Royce- en Mercedes-Benzchassis werden door hem in een uiterst chique jasje gestoken. Tijdens de voor de Tweede Wereldoorlog populaire concourses d'élégance won Saoutchik veel prijzen. Satouchik stierf in 1954, een jaar later sloot het bedrijf zijn poorten.

 

Gemberisten 3

Op 15 mei 1945 overleed alfaman Sybesma en na een kort overleg werd besloten hem niet in  de tuin te begraven, maar dat Sipke Dongersma naar het gemeentehuis op het Moleneind Z.Z. zou gaan om van het overlijden kond  te doen. Dongersma had per slot van rekening het meest nette pak en kon nog altijd een behoorlijk mondje Nederlands. Bovendien was hij een kleine  maand eerder ook naar het dorp gestapt samen met bommenrichter Aram Bagdasarian, een Amerikaan die nadat zijn B17 eind 1943 door Duits flak was geraakt per parachute vlak achter de behuizing van de Friese gemberisten was neergedaald. Na  enig aandringen had hij zijn vliegersoverall uitgetrokken en onder de vloer  gestopt samen met zijn personalia. Door ook alleen maar te oeën en te aaën en geen Engels te spreken was hij voor eventuele huiszoekingen van Duitsers onherkenbaar. Op 15 april,  een dag na de bevrijding van Drachten, had hij zijn vliegersoverall weer aangetrokken  en was vergezeld door  Sipke Dongersma naar de Canadese bevrijders gestapt en een maand later was hij thuis in in Californië waar zijn neef Ross Bagdasarian het verhaal over zijn wonderlijke onderduikervaring uiteindelijk  zou verwerken in een lied.

22.5.22

Hanomag

"Ein Bißchen Blech, ein Bißchen Lack, Fertig ist der Hanomag", zo klonk het rijmpje over het met een achterin geplaatste 499cc ééncylindermotor en met een ketting aangedreven autootje dat de Hanoversche Maschinenbau AG in 1924 op de markt bracht. Merkwaardig was dat wel, een piepklein wagentje gebouwd door een fabriek die stoomlocomotieven bouwde en daarnaast sinds 1905 door stoom aangedreven vrachtwagens. De bijnaam voor het door twee studenten ontworpen tweezitsautootje was "Kommisbrot" (soldatenkuch),  er zijn tussen 1924 en 1928 bijna 16.000 van gebouwd.

 

Gemberisten 2

Reeds voor de Tweede Wereldoorlog verdween door onderlinge twisten het gemberisme in Wales, een deel van de aanhang wilde het gezag van Ted Gingernut, als alfaman niet langer erkennen en er ontstonden diverse fracties die elkaar bestreden. In 1937, bij het overlijden was Ted Gingernut was het in feite afgelopen, op een klein groepje rond William Lobsterpot na. Met de Friese gemberisten, rond Ignatius Sybesma  leek het aanvankelijk goed  te gaan, echter het uiteindelijke doel, kinderen zonder taal en daardoor een nieuw begin van de beschaving, werd niet gehaald, er kwamen geen kinderen doordat alfaman Sybesma onvruchtbaar bleek.

21.5.22

Dagje uit

de familie ging spoorslags naar een "tattoosaloon", waar vader en moeder zich geheel lieten "verfraaien" en zoontjes Kevin en Sean  hun pas verworven camouflagepakjes konden tonen.
 

Gemberisten

Na de Eerste Wereldoorlog ontstonden allerlei bewegingen, met de ene wilde men de paden op de lanen in, in een andere wilde men nader tot de Heer,  in een derde ging men naaktlopen. In Truro (Cornwall) meende Ted Gingernut eveneens het licht te hebben gezien en hij verzamelde zo'n zestig volgelingen om zich, die niet alleen naakt gingen lopen, maar ook de taal afzworen onder het credo: terug naar af. Ted en zijn  schare stootten slechts klanken uit, als iiiiieee en ooooeeee.  Teds beweging, die zich van Truro naar een afgelegen plek in Dartmoor vestigde, werd al gauw "gingerism" genoemd en had zoveel succes dat ook in Achlum (Friesland)  een soortgelijke groep ontstond onder aanvoering van Ignatius Sybesma. Men zwoor het Fries af en ging voortaan al oeënd en aaënd door het leven. Het probleem voor de groep, die zich "gemberisten" noemde, was een passende plek te vinden, die uiteindelijk gevonden werd in de buurt van Drachten.

20.5.22

GOSPEL

Zodra het politieke journaille zich bezig gaat houden met muziek dient te worden opgepast, want van muziek hoef je anders dan van politiek geen studie te maken en  dus kun je onzin uitkramen. Waarom de gospelkwaliteiten van Dries Roelvink hoog moesten worden  geprezen in OP1 is mij een raadsel en Pussy Riot geen noot mocht zingen eveneens. Gospelmuziek komt niet van Curaçao en ver voor Solomon Burke,  Aretha Franklin en Whitney Houston bestond er al gospel. Oorspronkelijk leek gospel op de zang die slaafgemaakten van uit Afrika hadden meegenomen en met een christelijk sausje was oversprenkeld. Hoe het klonk kun je nu nog horen op de Georgia Sea Islands. Op een eiland is de kans groter dat oorspronkelijke muziek gehandhaafd blijft.  Al voor 1900 ontstond  een nieuwe vorm toen studenten aan een zwarte universiteit op tournee gingen en grammofoonplaten maakten om geld bijeen te brengen voor hun universiteit.  De tournees en grammofoonplaten waren bedoeld voor witmannnen en -vrouwen en dus werd de muziek voor hun oren geschikt gemaakt. Het zou nog een hele tijd duren voordat een zwarte kerkdienst  in de groeven kwam. Sommige melodietjes belanden in het jazzrepertoire. Vanaf  midden jaren dertig zien we aantal heren, zoals bijvoorbeeld The Jubelaires, met succesvolle gospelkwartetten. Een kwintet was The Five Blind Boys of Alabama met een uitgebreider  instrumentarium.  Inmiddels is gospel een  commercieel bedrijf en  hebben stemmige, gesteven hemden de religie vervangen en  gaat  Giovanca Ostiana ons zondag o.a. met Dries Roelvink van gospel voorzien. Aan witte countrygospel en zwartegospel op pedalsteelguitar zal hoogst waarschijnlijk geen aandacht worden besteed.

19.5.22

ER OP UIT

Uit de gids "Landelijke heerlijkheden rond Fötelburg en Häherbach".

Meteen bij de gemeentegrens van Übelschwandau ziet u onder het bord met de naam van de gemeente een hele reeks andere plaatsnamen, want in Übelschwandau worden de zaken uiterst voortvarend aangepakt en dus heeft het dorp een band - een zogenaamde jumelage - met dorpen in de 27 andere landen van de EU, in ons land is dat met Lutjelollum en in België is dat met  Gooreind, over deze twee plaatsen verschenen respectievelijk de warm aanbevolen deeltjes “Op  stap met fiets en step in het land van Grutte Pier” en “Grensoverschrijdend pedaleren” (Uitgeverij Geseire te Junne). 
Übelschwandau heeft de toerist veel te bieden, zo is er op het plein midden in het dorp een magistrale fontein in de vorm van een vraagteken met het opschrift in zogenaamd frakturschrift “Wir haben es nicht gewusst”, met vlak er naast een gedenkteken voor de in de oorlogen van 1870-’71, 1914-’18 en 1939-‘45 gevallen soldaten afkomstig uit Übelschwandau. Ook een bezoek aan de centraal  geplaatste kerk, de Sankt Adalarduskirche met zijn doopvont uit 176 v.C. en een nog oudere uit roodkoper opgetrokken preekstoel is zeer de moeite waard.. Aan de Von Bublitzkystrasse vindt U het geboortehuis van Orgas von Bublitzky, uitvinder van de schellenboom, zo typerend voor de Duitse marsmuziek, ook staan enige composities op zijn naam, waaronder “Frisch hinauf” en “Frisch hinunter”, marsen, die nog altijd gespeeld worden door het “Heeresmusikkorps Freistaat Bayern” als zogenaamde “heiße Super-Knüller zum Marschieren”.

Waar is het stuur?

 


Merkwaardig! Op het eerste gezicht een auto zonder stuur. Maar deze Panhardrecordwagen uit de tweede helft van de jaren twintig, “l’âme de rasoir” geheten, had wel degelijk een stuur: de chauffeur zat in een tandkrans en bestuurde zo de auto.


RUTTE


 NOG ALTIJD ALLES BIJ HET OUDE, NIETS VERANDERD

"LEUK"


Het is weer de hoogste tijd om te zien wat Amerika onze trouwe viervoeters te bieden heeft: van badbroek tot tutuutje, maar ook een boevenpak als uw viervoeter iets minder trouw blijkt te zijn.

En mocht u voortdurend ontevreden zijn over het gedrag van uw hond, koop een leuk kostuumpje zodat hij/zij er niet langer zo honds uitziet! Rupsje, kikkertje, wespje, spinnetje? Het is allemaal leverbaar.
 

 

18.5.22

CADILLAC

 

Twee Cadillacs, de eerste uit 1911, de tweede uit 1914. Maar drie jaar verschil en toch op het eerste gezicht twee heel andere auto's, al zal er onder de motorkap in beide gevallen een viercylinder zitten. De oudste auto kwam in 1906 op de markt en bleef tot 1914 in productie, totaal waren er toen 75000 gebouwd. De Cadillac uit 1914 heeft electrische verlichting, een noviteit, die vanaf 1912 leverbaar was.


ER OP UIT

Uit het zakboekje “Toerisme in de Drents-Duitse Grensstreek”:
Wie van Barger Compascuum in de richting Fehndorf rijdt passeert het Altharener Moor, waar in 1768 Grimbardus Freiherr von Oinck , na ontginning van een deel van de daar aanwezige heidevelden, zijn buitenverblijf "Neu Rümpfelchen" liet bouwen, alhoewel inmiddels verworden tot een bouwval, is het een bezoek meer dan de moeite waard, vooral omdat daar op de inmiddels deels ingestorte muren het zeldzame Graufasanenkraut, met zijn zachtmauve bloemen, vanaf half september tot begin december in bloei staat.  In Fehndorf zijn nog  overblijfselen te vinden van de eens in deze streek zo veelvuldig aanwezige Zumpfen und Schmarchdampfgeräte, stoommachines, waarmee aan het eind van de 18e eeuw  Grimbardus’ nazaat  Flaterich II op mechanische  wijze berkenbomen kapte, die vervolgens naar het nabijgelegen dorp Haar werden getransporteerd om daar door ene Doktor Dralle verwerkt te worden tot haarwater. In  Fehnsdorf bevindt zich  tevens  het restaurant “Zum Märlein”, waar u behalve het speciale streekgerecht “Marschbodener Marotte” bereid met vers martervlees, kunt genieten van de door de herbergier voorgedragen kwatrijnen, geschreven door diens overgrootvader Florian Leuwagen, terwijl zijn vrouw Brunhilde, gekleed in dirndl, hem op het virginaal begeleid.

 

 

Waffeleisen

 

Gisteravond laat wist  ik de hand te  leggen op dit magnifieke beeld van Agnetius von Stumpferfeld en Lämmerchen Bukowienchen, twee van de vijf mummies in Schloss Sommersdorf (Saksen-Anhalt) die jongstleden donderdag tot leven zijn gewekt door de Joachim Waffeleisen, aanvoerder van een nieuwe partij, de zogenaamde Blaue Wende,  tevens ook de reden dat Agnetius en Lämmerchen in het blauw gekleed gaan.  Aan de muur hangt een schilderij waarop we Fondelherz Waffeleisen zien, de betovergrootvader van Joachim, in zijn tijd een bekend IT-specialist op Wangerooge. Hij zit achter zijn Fröhkaminztablett waarmee hij coloradokevers bestreed en naar "Hereinspaziert"  luisterde.

Blauw

vanaf 1 januari 2026 bij vervanging van  ondergoed alleen maar blauw want blauw is beter voor het milieu

17.5.22

FRISKY


De "Daily Mail" schreef in 1957 dat de hier boven afgebeelde auto met name op de exportmarkt het Britse antwoord zou worden op het succes van "Volkswagen". De "Frisky", want zo heette de wagen, trok inderdaad belangstelling op de autosalon van Genève, maar de door motorfabrikant Henry Meadows Ltd. in Wolverhampton gebouwde mini-voiture met een luchtgekoelde tweecylinder Villiersmotor achterin raakte spoedig vergeten. Het oorspronkelijke ontwerp kwam van de exportsalesmanager van Meadows, Gordon Bedson en een employee van Lloyds, Raymond Flower en onder hun leiding verder ontwikkeld door Meadows. In 1956 was de auto gereed. Er werd een zevendaagse non-stopproef gehouden op het Oulton Park-circuit en de wagen werd aan een reeks roadtests onderworpen.  De prototypes bleken echter te zwaar en de hulp van de Italiaanse carrosseriebouwer Vignale werd ingeroepen, die Giovanni Michelotti  (1921-1980) er op uit stuurde om o.a. het gewichtsprobleem op te lossen. De "Frisky" kreeg vleugeldeuren à la Mercedes 300, al lijkt dat bij de auto op foto niet het geval.  De wagen had vier versnellingen en met een speciale schakelaar die de startmotor activeerde om terug te draaien kon achteruit worden gereden, aandrijving gebeurde door middel van een ketting in een oliebadkast. De topsnelheid lag net boven de 80 km/u., het gebruik op driedriekwart liter benzine op 100 km. De motor was een tweecylinder luchtgekoelde tweetact Villiers.