26.4.24

Van Assen 3

 

Gistermiddag na een korte wandeling met Van der Blaf vond ik een brief uit Drogeham in mijn brievenbus, nu had ik nog nooit van die plaats gehoord dus ik ben meteen op een inmiddels verouderde kaart van Cor, mijn man die vijf jaar geleden gecremeerd is, gaan kijken waar dat oord met zo'n vreemde naam wel mocht liggen en of in de buurt misschien ook een Natteham gelegen was, dat laatste bleek niet het geval. Drogeham ligt in Friesland, daar ben ik nooit geweest, Cor en ik gingen met de verschillende Opel Kadetten, die wij gehad hebben, altijd naar het zuiden. De brief uit Drogeham kwam van een meneer Tuitjen. Mijn moeder zei altijd: je hebt honden en brutale honden, nou één ding is zeker die meneer Tuitjen behoort tot de laatste soort, want in de envelop vond ik deze folder.


Aan de achterkant van de folder staan aanbevelingen van zogenaamd bekende Nederlanders: Relix Fottenberg schrijft dat hij meteen twee Tuitjens D.S.C.'s besteld heeft, één voor zijn labradoedel en één voor zichzelf, Kunahan Tuzu schrijft dat hij vijfentwintig heeft opgestuurd naar Ankara voor Erdogans  hofhonden, Bierry Thaudet  heeft driehonderdtien Tuitjen D.S.C.'s  afgenomen om aan zijn meest trouwe volgelingen cadeau te doen als mondmaskertjes, Weert Gilders heeft tien besteld, hij weet nog hiet wat hij er mee gaat doen, hij  bestudeert nog wie  hij kan beledigen, Vaxime Merhagen meldt veel succes te hebben gehad door met een goedgevulde Tuitjen D.S.C. op zijn hoofd het carnaval in Blerick te bezoeken en Heodor Tholman heeft een Tuitjen D.S.C. vol met vergeetmenietjes neergelegd op het graf van zijn grote vriend Gheo van Togh.
Maar ik zie eerlijk gezegd mijn Van der Blaf nog niet met zo'n rode ballon aan zijn gat lopen, wat verbeeldt die Tuitjen zich wel en dan ook nog in  het gevlei proberen te komen bij de diverse gemeentes van ons land en mij via Van der Blaf geld van mijn toch al niet geweldige pensioentje aftroggelen, ik  hoop dat ze Tuitjen arresteren wegens oplichting of iets dergelijks, volgens mij heeft die Tuitjen nog nooit een hond gehad, het eerste wat een hond doet is zijn  zak afbijten, in ieder geval  doet Van der Blaf dat, want die gaat daar voor Jan met de korte achternaam de straat op, vergeet het maar, Van der Blaf is niet gek. Bovendien blijft de poep in de Tuitjenzakken aan de behaarde billetjes van van der Blaf plakken. Ik heb op mijn leeftijd al heel veel meegemaakt, maar nog nooit zoiets, vroeger had je dat niet toen werden zulke mensen meteen achter slot en grendel gezet op water en brood, al zijn bedorven en beschimmelde vegetarische hondenbrokken van vijf jaar oud voor die Tuitjen meer op hun  plaats. Ik ben boos en heb bij het afstoffen en stofzuigen vanmorgen dan ook niet gefloten en ga straks een heel eind wandelen met Van der Blaf en ruim uit pure ballorigheid zijn drolletjes niet op.
Giselda Botermelk-van Assen

25.4.24

Van Assen 2

Helaas heb ik weinig  kennissen in het dorp, daarom is Van der Blaf een  hele steun voor mij en  heb ik toch aanspraak, tot twee jaar geleden had ik die ook van Carbina Ponteneur, zij was ook weduwe, maar is  toen naar Hemelum verhuisd. Zij was getrouwd met Jochem Ponteneur,  heette van zich zelf Pattefoon en is op een heel wonderlijke manier weduwvrouw geworden. Jochem is in 1969 naar Australië vertrokken en Carbina zou een jaar later ook daar naartoe gaan, maar  zij heeft nooit meer iets van Jochem gehoord, misschien is hij wel aan een origineel blijven hangen of is hij, want hij was een amateurbokser, door een kangoeroe neergeslagen, je weet  maar nooit, als je naar zulke vreemde landen gaat. Hij was een vreemde snuiter, niet  moede van het wandelen, zoals het lied zegt, maar even  zo goed, at hij elke morgen voor het ontbijt een eetlepel boetseerklei,  vertelde Carbina mij later, dat was om Groningen niet te vergeten, zei hij tegen haar. Toen Carbina pas naar Hemelum was verhuisd hebben we nog even met elkaar geschreven, maar op  mijn laatste brief heb ik nooit antwoord gekregen. Nou dan heb ik geen zin meer. Misschien is zij wel overleden, zulks kan  iedereen overkomen, anders vind ik het  wel vreemd. Je bent toch vriendinnen of niet soms? Ik  heb nog eens op de kaart gekeken waar Hemelum ligt, het is een goed eind weg en ik ga er niet op de bonnefooi naar toe. Carbina kwam oorspronkelijk uit Tilburg, wat  zo'n mens dan in Hemelum zoekt  is mij een raadsel, maar zij had wel  meer vreemde trekjes, zo at zij tomaat met  suiker. Ik moet daar niet aandenken. Carbina had een hond die zij vegetarisch voedde, ik had altijd het idee dat haar hond, die Jeroen heette, jaloers was op Van der Blaf, die van mij lekkere brokjes kreeg. Van der Blaf mocht Jeroen niet en zodra Carbina met Jeroen het tuinpad opkwam was het bal en moest ik van der Blaf opsluiten in de keuken, dat vond hij niet leuk en dus heb ik Carbina gevraagd Jeroen thuis te laten, maar dat heeft zij nooit gedaan en iedere keer moest ik nadat zij weg waren de kwijlplekken van haar hond van  de tafel, van de bank en van de vloer vegen. Wat dat betreft is het plezierig dat Carbina naar Hemelum verhuisd is.
Je hoort op straat zelden iemand meer  fluiten. Dat vind ik  vreemd, mijn vader was een echte buitenfluiter, als hij thuis kwam hoorde je hem al van verre aankomen, altijd met hetzelfde wijsje, waaarvan ik de titel helaas vergeten ben, het was iets van "Lammerschans", maar ik kan het mis hebben, want het is lang geleden. De jongens uit de buurt floten ook allemaal, maar waarschijnlijk zijn de buitenfluiters verdwenen omdat nu iedereen in de auto zit en naar de radio luistert en als ze niet in de auto zitten dan lopen of fietsen ze al sms-end of telefonerend. Ik vind het jammer dat er niet meer op straat gefloten wordt. Als meisje hoorde je niet op straat te fluiten, ik heb dat dus ook nooit gedaan, ik ben een typische binnenfluiter en doe het altijd wanneer ik stof of stofzuig, dan laat ik de radio uit en fluit, soms ook het liedje van mijn vader als hij onze straat in fietste. Ik zet de Van der Blaf dan zolang in de keuken want stofzuigers behoren niet tot zijn vriendenkring. Ik zal woensdag aan mijn vrienden Katja en Gijsbertus toch eens vragen of zij nog fluiten, het gekke is dat een uitdrukking als "fluitend aan het werk zijn" nog steeds gebruikt wordt, maar niemand doet het meer en over een paar jaar weet niemand meer wat het eigenlijk betekent, wat dat betreft is fluiten net de Tweede Wereldoorlog.
Een heel enkele keer hoor ik nog iemand op zijn vingers fluiten,  dat heb  ik nooit geleerd, maar mijn vader kon het heel goed zelfs op twee manieren: hij stak twee vingers tussen zijn lippen of hij maakte een rondje met zijn duim en wijsvinger en deed hetzelfde, er waren vroeger ook kunstfluiters, je had Jan Tromp en Ronnie Ronald, van de laatste hadden we zelfs een grammofoonplaat, de enigsten die nog op hun vingers fluiten zijn mannen die hun hond uitlaten maar ook die sterven uit, ik bedoel de mannen, niet de honden. Nu is dat maar goed ook, want vaak zijn dat vervelende mannen die hun hond niet aan de riem hebben en daar heb ik een hekel aan, want dat zijn dikwijls hele grote honden, die achter Van der Blaf aangaan en ik ben o, zo bang dat ze hem dan wat aan zullen doen. Die mannen denken intussen dat ze hun honden met een fluitje kunnen dirigeren in plaats van met de riem. Nou heb ik al meegemaakt dat zo'n grote rooddweiler op Van der Blaf aankwam, ik heb Van der Blaf toen razendsnel op de arm genomen, maar toen moest dat secreet van een rooddweiler natuurlijk mij hebben, de baas van de rooddweiler kwam toen, het was hier om de hoek, doodgemoedereerd aanstappen en zei dat hij afmoest en bood niet eens zijn excuses aan. Ik heb toen gezegd dat hij de rooddweiler moest aanlijnen want dat zulks in de gemeentewet staat, maar daarna zei hij: "Ach oud wijf, zeur niet!" Op zulke momenten is de politie natuurlijk in geen velden of wegen te zien en als ze wel te zien zijn zitten ze met hun luie reet in een auto, waar ze nooit en te nimmer uitkomen behalve om een rookworst bij de Hema te kopen. Gelukkig heb ik de man en zijn rooddweiler daarna nooit  meer gezien, waarschijnlijk woonde hij hier niet eens, maar wel de boel terroriseren, een woord waar ze het in de krant en op de televisie de hele tijd over hebben maar waar duidelijk helemaal nooit niets aangedaan wordt. 
Als hondenbezitster krijg ik regelmatig post waar ik helemaal niet om gevraagd heb, klaarblijkelijk is er een of andere onverlaat die mijn adres aan diverse instanties verkoopt, zo kreeg ik onlangs het verzoek om me te abonneren op het maandblad 'De Vegetarische Hond", waaruit maar weer blijkt dat ze altijd Van der Blaf en zijn soortgenoten moeten hebben, want van het weekblad "De Vegetarische Kat", laat staan "De Vegetarische Cobra" is natuurlijk nooit geen sprake. De hoofdredacteur van "De Vegetarische Hond" is de in Blaricum wonende Syrische dierenarts Babba le Khoukhyez, op de voorpagina van het proefnummer dat ik kreeg stond president Assad samen met president Poetin terwijl ze samen een bakje gerstepap aan een chihuahua voeren.
Giselda Botermelk-van Assen.

Rijden & Vliegen

 

Stinson 1944
Zelfs luchtvaartpionier Glenn Curtiss heeft zich al - overigens zonder enig succes -  met het ontwerp van een vliegende auto bezig gehouden gehouden en medio jaren twintig deed Henry Ford hetzelfde.
Het probleem is duidelijk, want waar laat je de vleugel, de vliegtuigmotor en de propeller als je niet vliegt? In een aanhangwagen achter de auto? Ik heb her en der wat verspreide foto's, van een vliegende auto. De Amerikaanse vliegtuigfabriek Stinson heeft in 1944 een vliegende auto gebouwd, de fabriek maakte toen deel uit van het Consolidated Vulteeconcern, dat ook verantwoordelijk was voor de B-24 "Liberator"-bommenwerper en de PBY-5 "Catalina"-amfibie. Het bleef bij één exemplaar met een 90 pk Franklinmotor en een duwschroef. In  1947 volgde een tweede, totaal ander, toestel, de Stinson "Aircar". In november van dat jaar raakte het bij een landing zwaar beschadigd, onderdelen ervan werden gebruikt voor een tweede exemplaar, maar het project werd vanwege de hoge kosten en de geringe interesse stopgezet.


Stinson 1947


24.4.24

Heftig

 


Ministry: "Jesus build my hot rod'.

Van Assen

 

Van mijzelf  heet ik van Assen, volgens mijn vader was dat een naam uit Drenthe, daarom zijn Cor, mijn man die vijf  jaar geleden gecremeerd is - ik zeg dat er altijd maar even bij, want Cor was toen de eerste Botermelk die gecremeerd werd en ik wil dat niet, maar Cor werkte bij de Hoogovens -  zo'n twaalf jaar geleden met de Opel naar Drenthe gereden en zijn we daar de kerkhoven langs gegaan om te kijken of daar van Assens begraven waren, maar helaas hebben we niemand aangetroffen.  Misschien had mijn vader het  dus wel fout en komen wij helemaal niet uit Drenthe maar bijvoorbeeld uit Groningen, dat schijnt het ook heel mooi te wezen, maar ik ben daar, net als in Friesland nooit geweest. Mijn buurvrouw Aagje Platfladder haar grootvader kwam uit Drente, uit Donderen dat vind ik een vreemde naam en persoonlijk zou ik daar niet graag vandaan komen, heet iemand die daar weg komt een Donderaar of misschien wel een Donderer, ik zal het Aagje toch eens vragen, al ben ik niet zo dik met haar,  want ze is nogal op zichzelf, ik heb aan Van der Blaf  meer aanspraak.
Heb ik gisteravond naar de televisie gekeken, nou nee. Ik zet de televisie nauwelijks meer aan vanwege al die getatoëerde apen die avond aan avond voorbij komen paraderen, zo’n opmerking is natuurlijk een belediging voor een aap, want wat knoeien mensen graag om en aan hun lijf, dat zie ik een gorilla of een sjimpaanzee nog niet doen en het  afschuwelijke is dat mensen ook niet met hun vurige tengels van de soortgenoten van Van der Blaf af kunnen blijven, niet alleen door het afknippen van staart en oren, maar ook door belachelijke fokprogramma's waardoor sommige hondjes een te kleine schedel hebben voor hun hersens en daardoor lijden aan epilepsie of andere verschrikkelijke ziektes, maar daar hoor en zie ik BNNVARA's "Je zal het maar hebben" nooit over.
Helaas is het de laatste dagen niet koud en regenachtig en daardoor komt veel lelijks naar buiten, het fatsoen dat wij lang geleden hadden meegekregen van onze ouders is vandaag de dag ver te zoeken, ik zag de afgelopen dagen mannen van mijn leeftijd in korte broek door het dorp flaneren met spataders en al, het liefst op een electrische damesfiets, want behalve hun jongeheer omhoog krijgen ze ook hun been niet meer over de stang van hun fiets, vrouwen zijn trouwens niet veel beter, bovendien eten ze veel te veel en in plaats van naar de kerk gaan ze naar de zonnebank.

Ik moet ook nog even terugkomen op de hondendrollen, want vanochtend werd ik lastig gevallen door een bejaard manspersoon - hij leek mij dichter bij de negentig dan bij de tachtig - maar hij had desalniettemin een lichtpaarse, korte broek om zijn kont, die mij beschuldigde van het feit dat ik  Van der Blafs uitwerpselen, hij gebruikte het woord feses, niet had opgeruimd en dat hij er daarom met zijn schoenen, hij gebruikte het woord lofers, ingetrapt had. Nou kan ik redelijk veel hebben, maar zeker geen valse beschuldigingen door een lichtpaarskortgebroekte oude van dag, dus ik toonde hem drie lege poepzakjes die ik altijd bij mij draag, maar de antieke rimpelaar was daarmee allesbehalve tevreden en zei dat iedereen wel zakjes bij zich kon dragen maar toch zijn drolletjes niet wenste op te ruimen. Toen werd ik echt giftig en vroeg hem: "Hebt u Van der Blaf zien poepen en krijgt u daar een opgewonden gevoel bij?" De rapen waren vervolgens gaar want hij wilde mij te lijf, gelukkig passeerde op dat moment een lid van het zangkoor "Wilt heden nu treden", waar ik een blauwe maandag lid van geweest ben en bovendien slager aan de andere kant van het  dorp en die vroeg of ik problemen had. Ik antwoordde bevestigend en zei dat lichtpaarsekortebroekemans mij lastig viel, die blies vervolgens razendsnel de aftocht met de kreet: "Dat is de laatste keer dat ik ossenworst bij jou gekocht heb!

Behalve aan ingescheurde hondendrollenzakjes heb ik een ontzettende hekel aan mijn voornaam, want wie heet er nou in godsnaam Giselda, maar het komt zo: ik ben de derde van vier zussen, mijn oudste zuster heet Klazina naar de moeder van mijn moeder, de daarop volgende zuster heet Geertje naar de moeder van mijn  vader, ik heet Giselda naar de vader van mijn moeder en mijn jongste zuster heet Frederika naar de vader van mijn vader, zo ging het vroeger nu een keer bij het geven van namen, ik kan daar nog verschrikkelijk kwaad om worden, want zo'n naam draag je tot je dood mee, of niet soms? Ik herinner me nog heel goed het feminisme van de jaren zeventig, maar daarover heb ik Hepie Dankona nooit over gehoord, die had het alleen maar over bazen en buiken en ik hoor er vandaag de dag ook niemand over, ik bedoel de belachelijke vervrouwelijking van mannennamen, want Klazina is natuurlijk afgeleid van Klaas, Geertje van Geert, Giselda van  Giseldus en Frederika van Frederik en zo kan ik nog wel een paar uur doorgaan: Cornelia komt van Cornelis, Hendrika van Hendrik en Jasperina van Jasper,  daarom vond ik Trea altijd zo'n mooie naam. Ik had graag Trea willen heten, ik heb mijn man Cor, die eigenlijk Cornelis Henderik heette en die vijf  jaar geleden is gecremeerd, dan ook gevraagd om mij Trea te noemen, maar daar had hij geen zin in en daar heb ik me maar bij neergelegen, toch hadden we best een goed huwelijk, na zijn overlijden heb ik Van der Blaf  genomen, het is een aardige afleiding, toch lopen de kosten aardig op want ik moet belasting voor hem betalen en dat hoeven de mensen met een kat, die de hele dag in je tuin omwroet en  poept zonder dat het wordt opgeruimd, niet en Van der Blaf moet ook eten en daar boven op komen dan de zakjes waarover ik al eerder geschreven heb, soms kan ik me dan ook best voorstellen dat krapzittende mensen, die het van  een klein pensioentje moeten hebben zoals ik, vooral als ze een grote hond hebben, geen zakken kopen, want vooral grote zakken zijn duur.
Gelukkig kan ik mijn naam afkorten tot Selda, maar officieel blijft het natuurlijk Giselda, zo staat het ook in mijn bejaardenpas, ik weet niet waarom ik die heb, want ik krijg nergens korting, behalve als ik naar de oudheidkamer in het dorp ga, maar daar ga ik nooit  heen want Van der Blaf mag  daar niet  in.
Zaterdagmiddag kreeg ik een aan mij geadresseerde folder in mijn brievenbus, een paar jaar geleden zou ik die 's ochtends al ontvangen hebben, maar sinds de echte postbodes zijn verdwenen en vervangen door iedere dag een ander jeugdig, in oranje gestoken, op het trottoir fietsend persoon komen de brieven en drukwerkjes 's middags tegen vieren. De folder vroeg of ik ten bate van de zwerfhonden in Suriname maar even drie euro per maand over wilde maken, waarom ik me speciaal het lot van  de Surinaamse zwerfhonden zou moeten aantrekken en niet die in België of Armenië meldde de folder niet, maar als beloning maak ik kans op een naar het leven geschilderd olieverfportret van Van der Blaf, maar het kan natuurlijk komen doordat Suriname vroeger een Nederlandse kolonie geweest is. Tegelijkertijd ontving ik  een brief van Katja, de vriendin uit mijn jeugd, die eigenlijk Carolina heet, maar haar man Gijsbertus was, anders dan  mijn Cor, die vijf jaar geleden gecremeerd is, bereid om haar anders te noemen. Gijsbertus was werkzaam bij de plantsoenendienst in Den Haag, maar is inmiddels natuurlijk met pensioen, dat komt goed uit want zij willen volgende week woensdag langs komen en dan kan hij mij mooi adviseren welke planten ik in mijn tuintje kan zetten want de begonia's ben ik nu wel zat en ook vertellen hoe ik de katten er uit kan jagen, ik heb gehoord dat er een systeem is dat net zo werkt als schrikdraad om koeien in de weilanden te houden, dat lijkt mij erg goed al is het precies omgekeerd, ik zie die sluipgluiperds, waarvan ik de eigenaars nog nooit een drollenzakje heb zien aanschaffen, al flinke luchtsprongen maken. In ieder geval ga ik niet drie euro per maand aan de Surinaamse zwerfhonden overmaken, het geld groeit mij niet op de rug, dan maar geen geschilderd olieverfportret van Van der Blaf.
Giselda Botermelk-van Assen.

 

Stomp

 

In huren voor een feestje of naar een concert gaan kon je niet, want de op deze grammofoonplaat musicerende State Street Ramblers was een zogenaamde "recording group", d.w.z. een groepje musici van wisselende samenstelling dat onder de naam State Street Ramblers de studio introk. De leider was altijd de pianist Jimmy Blythe (1901-1931),  die in 1922 door de Columbia Music Roll  Company was ingehuurd om rollen voor pianola's in te spelen. Hij was ook een van de allereerste boogie-woogiepianisten en behalve onder de  naam State Street Ramblers maakte hij opnamen onder de namen Blythe's Sinful Five, Jimmy Blythe and his Raggamuffins en Blythe's Washboard Band. De andere  musici in "Endurance Stomp" zijn de eveneens jong gestorven clarinettist Jimmy O'Bryant (1896-1928), die bij Jelly Roll Morton, King Oliver en Lovie Austin had gespeeld, de heel vroege altsaxofonist "Stump" Evans (1894-1928), die behalve altsax, alhoorn, trombone, c-melody-sax en baritonsax speelde en ook met Mortons Red Hot Peppers had opgetreden, de washbordspeler is waarschijnlijk Jasper Taylor (1894-1964), een drummer die tijdens de Eerste Wereldoorlog met de band van "Buffalo Soldiers" in Frankrijk diende en eenmaal terug in de Verenigde Staten onder meer met W.C. Handy  had gewerkt en tenslotte Bill Johnson (1872-1972), uitvinder  van de "slapping bass" een  techniek die, hij naar eigen zeggen, introduceerde toen zijn strijkstok gebroken was. Johnson was de leider van het eerste New-Orleansorkest dat op tournee ging en begin jaren twintig bracht hij King Olivers Creole Jazz Band naar Chicago.  De grammofoonplaat met "Endurance Stomp" moet ik ergens hebben opgeduikeld, want de correcties op het etiket zijn niet van mijn hand.

23.4.24

Naam

Ailders, Bilders, Cilders, Dilders, Eilders, Filders, Gilders, Hilders, Iilders, Jilders, Kilders, Lilders, Milders, Nilders, Oilders, Pilders, Qilders, Rilders, Silders, Tilders, Uilders, Vilders, Xilders, IJlders, Zilders.

Tot zijn groot verdriet wordt zijn naam niet genoemd.

Renate

Renate Rumpel was een heel eenvoudig, nog in de D.D.R. gefabriceerd theepotje. Die eenvoudigheid, die simpelheid straalde van haar af en zo gedroeg ze zich ook. Ze slaakte kleine gilletjes van vreugde wanneer ze “Earl Grey” mocht brouwen, want dat  was ze in haar jonge jaren absoluut niet gewend geweest. Destijds was het meestal “Brause mit Fruchtgeschmack”, een soort imitatiethee met een vruchtensmaakje, dat zich in haar binnenste bevond. 
Ze zag er best aardig uit met een deksel waarop een rode knop met het wapen van de  “Erste Arbeiter-und-Bauern-Staat”, klein, maar toch heel goed zichtbaar in een soort plastic  gegoten. Renate was groot geworden in Dresden, maar toen de familie, die haar zowel ’s ochtends, ’s middags en ’s avonds gebruikte, na de val van de Muur naar het westen trok, was ze met wat ander huisraad ingepakt en mee naar Koblenz verhuisd en kwam ze op een keukenplank te staan, vlak naast een recent aangeschaft  uit 1933 daterend waterketeltje, Helga Durchfall geheten. Renate had na een dag al door dat Helga het idee had, dat ze van heel andere, veel hogere komaf was. Ze had geprobeerd een gesprek met Helga aan te knopen, maar dat was faliekant mislukt.

 Die Helga was geen hogedrukketeltje maar een hogedunkketeltje, stelde Renate vast. Typisch zo’n arrogant, pseudo-antiek, vooroorlogs product, want ze had op het handvat van het waterketeltje “Durchfall Metallwaren G.m.b.H. Remscheid” gelezen. Klaarblijkelijk wist Helga niet eens dat Durchfall in goed, oud en puur Duits diarree betekende en dat was toch bepaald geen naam op trots op te zijn en ze zou het bij gelegenheid toch eens onder haar tuit wrijven. Maar die gelegenheid bleef uit. Helga had alleen toen Renate op zekere ochtend voor de zoveelste keer geprobeerd had een gesprek te beginnen haar toegesnauwd dat ze niet met haar in gesprek wenste te gaan en het al erg genoeg vond naast haar een plaats op de keukenplank te hebben: “Luister eens goed Oostduitse theepot, zonder heet water dat in mij wordt  gekookt, ben je nergens. Maar dan ook helemaal nergens, dankzij mij besta je, zonder mij valt er in jou geen thee te trekken, stomme trut! Ga terug waar je vandaan komt, naar die scheit-D.D.R. van je. Abhauen, bitte schön.”

Renate vond de toevoeging ‘bitte schön” belachelijk, het was alsof je getrapt werd en daarna geaaid, daar hield ze helemaal niet van.  Ze had trouwens begrepen dat haar gebruikers ook erg aan de Westduitse gewoonten moesten wennen. Nee, de hereniging ging niet van een leien dakje. Soms had Renate ondanks de afschuwelijke “Brause mit Fruchtgeschmack” heimwee naar de D.D.R., daar had ze altijd goed kunnen opschieten met de in het Volkseigener Betrieb B.E. Heimmerfeld, Görlitz. vervaardigde waterketel, maar die was helaas vanwege een aantal deuken niet mee ingepakt en  in de D.D.R. achtergebleven. Ze waren echte Volksgenossinnen geweest en hadden de aan hun opgedragen arbeid blijmoedig verricht, er viel tussen hen nooit een onvertogen woord. In de één werd het water gekookt, in de ander de thee gezet. Beide bovendien tot grote voldoening van de gebruikers.

De gebruikers waren soms een aantal dagen weg en soms zelfs wat langer. Het was dan stil in huis, behalve als de buurvrouw de kat 's ochtend en 's avonds eten kwam geven. De kat was een kreng,  die toen ze eens missprong, Renate bijna van tafel had geveegd. Die buurvrouw zette nooit thee, ze kwam, trok een blikje kattenvoer open en verdween. Renate en Helga stonden dan twee weken zwijgend naast elkaar, tot een goed gesprek kwam het nooit. Je hoorde alleen de pannen drie planken lager keet schoppen, maar die deden dat in het Italiaans en dat verstond Renate niet.
De gebruikers waren weer eens weg. Vermoedelijk niet heel lang, want Renate had gezien dat ze geen grote koffers hadden gepakt. "Nur Handgepäck" hadden ze meegenomen. Ze had ook iets opgevangen  over Lüttich en een markt. Lüttich klonk behoorlijk Duits, dus het moest wel in de buurt zijn.
Helga had, natuurlijk om haar treiteren, meteen nadat de gebruikers het pand hadden verlaten, de Wallkürenritt ingezet, het ontbrak er nog maar aan dat ze "Junge komm bald wieder" of de nazitophit "Mit Mercedes-Benz voran" was gaan kwelen. In het begin had Renate zich zo aan Helga geërgerd dat ze "Auferstanden aus Ruinen", het volkslied van  de D.D.R., had aangeheven, maar daar had ze achteraf spijt van gehad. Zoiets doen was natuurlijk erg kinderachtig.

Ja hoor, een paar minuten later hoorde Renate Helga een lied galmen dat nooit, ondanks het feit dat het over Mercedes-Benz ging, op het repertoire van Janis Joplin had gestaan: 

"Auf endlosen staubigen Wegen,
durch Trümmer und lodernden Brand
so rollen, dem Einsatz entgegen,
die Wagen ins feindliche Land."

De kat miauwde zachtjes. Verder bleef het stil, totdat drie planken lager het pannenkoor losbarstte met:
"Una mattina mi son svegliato

O bella ciao, bella ciao, bella ciao ciao ciao
Una mattina mi son svegliato
Eo ho trovato l'invasor."
Renate juichte van binnen, want de pannen overstemden Helga, terwijl Helga toch vlak naast haar stond. Helga stopte. Renate hoorde haar vloeken: "Verdammte Terroristen!!"

Na de zang van de Italiaanse pannen bleef het de verdere dag en nacht rustig, al probeerde het in Polen gefabriceerde suikerpotje midden in de nacht wat antisemitische prietpraat te verkondigen, maar daar luisterde niemand naar, behalve een theelepeltje uit Poznan, want dat was de enige die Pools verstond. De volgende dag, een zondag, tegen vieren kwamen de gebruikers thuis. Ze hadden in Lüttich overduidelijk inkopen gedaan. Ze begonnen de aangeschafte spulletjes, en dat waren er zo te zien nogal wat, uit te pakken: een Pools wandbord - "Święta Maryjo" riep het suikerpotje verheugd -  een nootmuskaatmolentje en twee theekop- en schoteljes. Renate was het meest geïnteresseerd in de theekopjes, per slot van rekening zou de in haar gezette thee in in die kopjes terecht komen. Helga werd tot Renates grote vreugde een plank lager gezet en de theekopjes kwamen naast haar te staan. Voorname theekopjes, dat zag ze meteen, met bloemetjes en een gouden randje en niet van vandaag of gisteren, nee, je zou ze best antiek kunnen noemen.

"Meissen?" vroeg Renate zacht, maar er kwam geen antwoord. Dat zou toch wat zijn, Meissen lag per slot van rekening maar vijfentwintig kilometer van Dresden, de stad waar zij jarenlang gewoond had, dus ze vroeg het nog een keer, maar wat harder: "Meissen?" Maar er kwam weer geen antwoord, misschien hadden de kop en schoteltjes omdat ze uit Meissen kwamen, het wat hoog in hun bol. Toen hoorde ze een diepe zucht van een schoteltje gevolgd door: "Blimey, where did we end up now?  My Chen, maybe in China? "Can't be", zei een kopje, "It was a very short trip." "Joe aach in Dzjermanni", zei Renate, die wist dat op de onderkant van haar bodem het land stond waar zij gefabriceerd was. "In Deutschland!", verduidelijkte ze. "Have we been there before?, vroeg een kopje. " "Can't remember", zei een schoteltje, "and none of us speaks a single word of German." "Oh yes, I do", zei het andere schotelje, dat niet helemaal bij 'haar' kopje paste, " I've been here before in the British Zone, quite  a while ago, though."

"Moeten we ons voorstellen?", vroeg het schoteltje dat eigenlijk niet bij één van de kopjes hoorde. "Zouden we kunnen doen, maar hoe en wat voor nut heeft het. Ik heb niet het idee dat hier iemand Engels spreekt. Het theepotje in ieder geval niet." "Nou ja, het staat beleefd en ik zou het in het klein beetje Duits dat ik ken kunnen doen." "Niks daarvan", riepen de kopjes en het andere schoteltje in koor, "geen verbroedering met de vijand." "Maar we zijn helemaal niet meer in oorlog", zei het afwijkende schoteltje. "Dat kan wel zijn, maar zodra je even de andere kant opkijkt, rijden ze weer in een tank of zetten ze een helm op hun kop. Wij zijn met zijn vieren en kunnen het heel goed gezellig maken met elkaar, daar hebben we dat Duitse keukengerei niet bij nodig." Renate probeerde iets van de woordenwisseling te begrijpen, maar dat lukte niet erg.

Alhoewel het Engelse viertal hun conversatie bijna fluisterend gevoerd had, had een plank lager de waterketel Helga Durchfall haar oor gespitst. Zij verstond Engels, want medio 1946 had ze korte tijd dienst gedaan in een door de Britten geconfisceerde villa in Berlijn. Ze had een ogenblik overwogen, toen ze de kop en schoteltjes beluisterde, "Wir fahren gegen Engeland" aan te heffen, maar dat idee ogenblikkelijk verworpen, het was immers vele malen beter te zwijgen, want zo kon ze de Engelse communicatie blijven afluisteren. Perfide Britten, mompelde ze. Renate Rumpel, het theeketelje, stond intussen te trillen op haar drie korte pootjes. Ze had voorname buren. Niet uit Meissen, maar van veel verder weg. Jammer dat ze ze niet verstond. Ze vroeg zachtjes: "Woher?" Het niet helemaal passende schoteltje antwoordde: "From England, made by Wedgewood."

Westwut? Westwut?, dacht Renate, was de naam van zo'n fabriek ontstaan tijdens de koude oorlog? Was het een soort arbeiderscollectief, een volkseigenesbetrieb, maar dan in Engeland? Maar hoe zou ze dat met haar geringe kennis van het Engels, de kopjes en schoteltjes kunnen vragen. Een plank lager stelde Helga Durchfall vast dat de kopjes en schoteltjes van zeer goede komaf waren. Wedgewood, dat was zoals de Britten het zelf zouden zeggen "top of the range" en dat niet zij, maar dat verdomde D.D.R.-theeketeltje er naast mocht staan. Een schande! Ze besloot in te grijpen en riep: "Hi guys. Jullie weten het waarschijnlijk niet maar jullie zijn naast een communistisch theepotje geplaatst. Levensgevaarlijk! Als jullie niet oppassen duwt het jullie van de plank en eindigen jullie in scherven op de stenen vloer."

Zodra de Italiaanse pannen het woord communist hadden gehoord zetten zij opnieuw "Bella Ciao" in. Het klonk oorverdovend. "Ah", riep het enigszins afwijkende theeschoteltje, dat van muziek geen kaas gegeten had, "La Traviata van Donizetti!" Er onstond een felle discussie onder de Engelse kopjes en schoteltjes: "Welnee", zei een kopje, "dat is een koor uit de "Barbier van Sevilla" van Rossini." Het werd Helga Durchfall duidelijk, dat het Wedgewoodkwartet zich in het geheel niet stoorde aan haar waarschuwing, dat het door Renate van de plank kon worden geduwd, maar dat het de herkomst van "Bella Ciao" belangrijker vond. "Nah sowas", mompelde Helga, "typisch Engländer, wir hätten den Krieg gewinnen können. Doof und abermals doof."

Helga zette toch maar "Wir fahren gegen Engeland" in. Ze schreeuwde meer dan ze zong. Ergens onder in haar tuit knapte iets bij de regels "Weine nicht um mich, mein Schatz, und denke: für das Vaterland, da floß mein Blut!" Het deed pijn maar ze zong dapper door. Ze zou die verdomde Italianen een lesje leren. Toen de de vrouw des huizes de volgende ochtend Helga met water vulde, stroomde het water er net zo hard weer uit als het er in kwam. Er bleek een scheur in de lasnaad tussen ketel en tuit. "Ach", zei de vrouw, "die ketel is al zou oud ,het wordt tijd voor een nieuwe." Ze smeet Helga in de vuilnisemmer. Het Wedgdewoodkwartet zong "Land of Hope and Glory."

 

Kerk

 

Er was enige verwarring, herinner ik me, want hoe noemde je dergelijke muziek nu: was het gospel of was het spiritual? Mahalia Jackson vierde hoogtij, maar eigenlijk vond ik reverend Kelsey veel boeiender, met name door die fantastische overgang van preek in zang. Ik heb geen idee van wanneer deze opname dateert. Kelsey wordt hier "bishop" genoemd, terwijl hij op de plaatopname van "I'm A Soldier" in 1947 nog "reverend" heet, een opname in zijn kerk "The Temple Church Of God In Christ" in Washington D.C. In de jaren zestig maakte de inmiddels bisschop geworden Samuel Kelsey een aantal tournees door Europa samen met Lena Philips, reverend Little en andere leden van zijn kerk.

22.4.24

Haar

Vanaf deze plaats zou ik gaarne een pleidooi willen houden voor een normale herenhaardracht en tevens een verbod op het dragen van herenhoeden door schepsels van de vrouwelijke kunne, er  zijn per slot van rekening voldoende dameshoeden in de daarvoor ter beschikking zijnde etablissementen te verkrijgen. Vervolgens wil ik het hebben over de meer dan absurde kapsels waarmee, met name politici, denken door het leven te kunnen gaan, sterker nog stemmen te kunnen trekken. Zover ik heb vastgesteld is de idioterie te onzent begonnen met de waterstofperoxide pruik van Geert Wilders, waarna ene Boris Johnson  in het Grootbritse er een schepje bovenop meende te moeten doen door een groot part van de vacht van een langharige Tadzjikistaanse  schoothond op zijn schedel te placeren, op de voet gevolgd door de voormalige Amerikaanse president Donald Trump die een deel van een voorgebleekte staart van een Shetlandpony dwars op zijn voorhoofd geplakt heeft. Tegen de genoemde haardrachten zou ik normaliter geen enkel bezwaar wensen aan te tekenen, men doet maar, zou mijn goede overgrootmoeder gezegd hebben, maar omdat zowel Wilders als Johnson als Trump zich bij voortduring in het nieuws wrikken, wekt zulks mijn irritatie. Aan de ontbijttafel in de keuken is zo'n haarvertoning wellicht op zijn plaats, maar publiekelijk dient die achterwege te blijven.
Drs. Barend-Otto ter Vloot, Steenwijkerwold.

 

Hond 8

Gisteravond begon Marga-Rina te zeuren dat het toch eenzaam was zonder Kasper, meteen gevolgd dat ze het toch wel op prijs zou  stellen als we een nieuwe hond zouden nemen en het liefst een norwegeraner. Aan mijn nooit niet: eens een norwegeraner, nooit weer een norwegeraner. Ik maakte ogenblikkelijk bezwaar en zei dat ik mijn buik vol had van zo'n beest, vooral omdat ik voor alle zorg opdraaide. "Ja, maar was zo'n lieve hond en jij mag er toch wel wat  voor over  hebben." Belachelijk, ik was gedwongen er alles voor te hebben, ik was goddomme dag en nacht in touw met dat loeder. Ik zei dat ze een norwegeraner kon vergeten. "Weet je wat dat secreet ons  gekost heeft?" "Ja hoor, meneer begint gezelligheid weer tegen een kostenplaatje weg te strepen, meneer gunt mij weer niks." Ze stapte boos de  kamer uit. Dat wordt weer op de bank in de huiskamer slapen, want ik hoorde  dat ze de slaapkamerdeur op slot draaide. Ik begin er echt niet meer aan.

Laagdakkers




De afgelopen dagen was het Binnenhof  vanwege de sterk opgelopen restauratiekosten vaak  in het nieuws. Een eeuw geleden reden  trams  over het Binnenhof. Dat klinkt wat vreemd, maar  het was niet  geheel onlogisch, omdat het  nabij gelegen Plein het knooppunt was voor veel HTM-tramlijnen, waar trouwens pas een eind aan kwam, omdat de Duitse bezetter vond dat hij gestoord werd in  zijn misdadige activiteiten. De Binnenhoftram verdween al veel eerder, nadat een  rijtje  huizen  werd gesloopt langs de Hofvijver  tegenover de Gevangenpoort. De trams die gebruik maakten van de poortjes van en naar het Binnenhof waren laag om er onderdoor te kunnen, ze heetten  daarom "laagdakkers".


21.4.24

Hond 7


 

20.4.24

Hond 6

 

Ik heb ten derde male het verenigingsorgaan van de Norwegeranerclub doorgenomen, de achterpagina wordt ingenomen door een advertentie van "HODIE MIHI WAF TIBI", de hondenbegrafenisonderneming van ene Bram Rodzema, die een stijlvolle begrafenis of crematie regelt voor Norwegeraners eventueel omlijst door een stijlvol optreden van "The Voices Of Zealand" o.l.v. van Bea Rodzeman of met stemmige klanken van het "Ten Aken String Quartet". Met na afloop koffie en appeltaart en voor de medehonden een kleine verassing. Dat laatste woord bevat, naar ik aanneem, een drukfout want het moet met twee r's geschreven worden, tenzij het hier om een massale Norwegeranerverbranding gaat.
Daarna heb ik mij met Kasper in de auto gezet, om hem, zoals ik Marga-Rina meedeelde, eens, na onze terugkeer uit Kokkola, fatsoenlijk uit te laten. Ik heb zo'n tachtig kilometer gereden, eerst over de snelweg, daarna over een breed assortiment van B-wegen en tenslotte over een bospad, dat eindigde bij, wat ik maar zal omschrijven als een enorm diepe zandbak. Ik heb aan een dichtbijstaande denneboom mijn altijd in de auto aanwezige sleepkabel vastgemaakt en ben vervolgens in de vier meter diepe put afgedaald en heb Kasper geroepen, die met zeer veel moeite in de afgraving afdaalde. Daarna heb ik mij langs de sleepkabel weer omhoog gewerkt, heb de kabel losgemaakt en ben in de auto gestapt en weggereden. Er zitten volgens mij voldoende konijnen in de kuil om Kasper weken in leven te houden. Tegen Marga-Rina heb ik bij terugkeer in Drachten gezegd dat Kasper in de buurt van Diever meende achter schapen te moeten aangaan en dat ik me daarom uit de voeten heb gemaakt toen ik zag dat hij een lammetje verscheurde. Ik vrees dus dat ik geen lid ga worden van Berendina Rodzemans eerst en enige Norwegeraner Ras Vereniging.

Gelezen in de "Bode voor Ommen e.o." van 22 april 2023:

19.4.24

Hond 5

Ik heb het blad van de eerste Nederlandse Norwegeranerclub nog eens doorgenomen en laat u  even deze  advertentie  uit het clubblad zien.



18.4.24

Hond 4


Wat ik u nog even wil laten weten dat ik vanochtend per post het volgende epistel ontving van  de clubvoorzitter .

17.4.24

Hond 3

Het blijft een zeer verwarrende wereld voor een Norwegeranereigenaar, want ik ontving eveneens onderstaande missive van een mij onbekende heer uit Nieuwegein:


Zeer geachte heer Koker,
Van een kennis vernam ik de problemen met Uw Norwegeraner. Ik leef met U mee en ik kan mij Uw gevoel van onbehagen met Uw huisdier buitengewoon goed voorstellen, want ook ik had tot medio maart vorig jaar een Norwegeraner. Ik heb deze ten einde raad naar een asiel gebracht. Wist U trouwens dat, van de de ongeveer 350 in ons land aanwezige Norwegeraners, zeventig procent in een asiel zit? Inmiddels worden ze daar dan ook niet meer geaccepteerd, omdat dat zij daar waarschijnlijk tot het einde hunner dagen zullen moeten verblijven, want de Norwegeraner staat, buiten het clubje rond mevrouw B. Rodzeman, bekend als de mafioso onder de honden. Onopvoedbaar, met een misdadige inborst, die zijn gelijke onder de blaffende viervoeters niet kent, wat het kynologentuig ook moge beweren. Maar er wordt door dit - excusez le mot - hondenkennerrapalje grof geld aan deze misbaksels verdiend middels oprichting van allerlei instituten met fraaie, pseudo-wetenschappelijke namen als kynologisch opvoedkundig- en relatie-adviesbureau. Ik geeft U de raad noch met deze instituten, noch met de zogenaamde vereniging van mevrouw B. Rodzeman in zee te gaan, want laatstgenoemde opereert weliswaar zogenaamd als voorzitster van een vereniging, doch in feite gaat het om een stichting, waarin U, noch enig ander "lid" iets in te brengen heeft. Mevrouw B. Rodzeman – Barkenstein is voorzitster van de eerste en enige Nederlandse Norwegeraner Ras Vereniging (NNRV), haar echtgenoot Barend secretaris-penningmeester en haar dochter Beverley lid van het bestuur, met zijn drieën bestieren zijn niet alleen de zogenaamde vereniging, maar ook de grootste Norwegeraner kennel in West-Europa, terwijl Beverley onder de achternaam van haar echtgenoot, ene Bas ten Aken, de logopediste uithangt, van wie de Norwegeraner in een week zou kunnen leren blaffen. Onzin, meneer Koker, een Norwegeraner valt niets te leren! Dat verhaal over een zingende, Griekse, door zijn baas op bouzouki begeleidde Norwegeraner, behoort net als alle andere verhalen van mevrouw B. Rodzeman tot de fabels, in dit geval, naar ik veronderstel, van Aesopos. Inmiddels heb ik even een blik op de kaart van Friesland geworpen en ontdekt dat zich iets ten Zuiden van Drachten rond Beetsterzwaag uitgestrekte bossen bevinden. Wat let U, waarde heer Koker, om Uw Norwegeranner met een stuk touw aan een boom te binden en U vervolgens razendsnel uit de voeten te maken? In deze tijd, met een credietcrisis, kunt U Uw geld waarchtig wel beter besteden dan aan een Norwegeraner, neemt U dat alstublieft van mij aan.

Met compassie en hoogachting,
S. Loverbeek, Nieuwegein.

De post, of hoe zulks tegenwoordig ook mag heten, bracht me net het door mevrouw Rodzeman beloofde clubblad. Ik ben nog niet tot lezen gekomen, maar ik wil mijn trouwe lezers de voorpagina alvast niet onthouden:





 

Intussen heb ik 'Fjordene i Fjeldene inn!' in zijn geheel doorgenomen, het clubblad van de Norwegeraner Ras Vereniging telt twintig bladzijden, de helft daarvan wordt in beslag genomen door advertenties van neringdoenden in Zeeland, de meesten van hen wonen aan de Verlengde Osserweg en heten of Ten Aken of Rodzeman. Als ik er langer over nadenk, krijg ik het idee dat meneer Loverbeek uit Nieuwegein niet geheel ongelijk heeft. Hieronder volgt nog een pagina uit 'Fjordene i Fjeldene in!', die me doet twijfelen of ik me met Kasper moet aansluiten bij de club van mevrouw B. Rodzeman, maar misschien zie ik het allemaal wel wat te somber in.




16.4.24

Hond 2

Ik schreef al dat Kasper een moeilijk opvoedbare hond is. Ik ben dan ook vanwege zijn gedragsproblemen een aantal keren met hem bij het HOB (Honden Opvoedkundig Bureau) in Leeuwarden geweest, waar een team van specialisten, onder wie een hondenpsychiater, zich over Kasper gebogen heeft. Bij het laatste onderzoek, vorig jaar augustus, hebben ze bij het HOB vastgesteld dat Kasper lijdt aan DADHD ( dog's attention deficit hyperactivity disorder) en hij krijgt nu dagelijks een aantal pilletjes cretilin (canine retilin) door zijn voer, niet dat het helpt, want nog altijd kan hij niet stilzitten, friemelt hij aan zijn staart, blijft hij op zij Norwegeraners blaffen (d.w.z. geluiden, die het midden houden tussen gorgelen en winden laten, uitstoten), vergeet hij waar ik zijn bal of zijn speelgoedmuisje heb heengegooid en luistert hij niet. De kwaal heeft zich tijdens onze afwezigheid alleen maar verergerd, want tijdens het uitlaten gisteravond begon hij, voordat ik mijn schepje en plastic zakje kon pakken, zijn uitwerpselen met zijn poten in het rond te vegen, zodat mijn broekspijpen in een mum van tijd besmeurd waren. Op dat moment passeerde een bekende medewerker van 'Omrop Fryslân', die meteen zijn pedalen stilhield en vreugdevol kond deed, dat hij over het gedrag van Kasper best ''n fleurich sankje meitsje koe".
Behalve dat ik met Kasper bij het HOB in Leeuwarden ben geweest, heb ik ook met hem het Regionaal Kynologisch Relatiebureau - het RKRB - in Groningen bezocht. Ik moest van de directrice van dat bureau een uur lang Kasper over zijn buik aaien onder het mompelen van "t komt allemaal goed" , terwijl wij - ik bedoel Kasper en ik - in een zeer grote hondenmand lagen. Marga-Rina gaat nooit mee, niet naar het HOB noch naar het RKRB, zij zegt dat zij geen enkele moeilijkheid heeft met Kasper. Nee, wanneer je mij constant opzadelt met Kasper en zelf geen hand uitsteekt, dan heb je natuurlijk nooit een probleem. Van een mevrouw in de wachtkamer van het relatiebureau in Groningen hoorde ik dat een vriendin van haar met een een zich misdragende Schwaermerbacher Rodelhund* veel succes had gehad door hem een zogenaamde rebirthingcursus te laten volgen. Maar daar ben ik - afgezien van de prijs: tien sessies à 120 euro - nog niet aan toe en ik vrees dat Kasper daar nooit aan toe zal komen.
*Van verschillende zijden ben ik door kynologen inmiddels op mijn vingers getikt: het is geen Schwaermerbacher Rodelhund, maar een Rodelbacher Schwaermerhund is mij verzekerd. Het is een in Noord-Italië in 1938 uit het kruisen van een St. Bernhard en een chihuahua ontstaan ras.
Eerlijk gezegd weet ik bijzonder weinig van honden. Meteen na de aankoop van Kasper, waar ik bijna tweeduizend euro voor betaalde, heb ik het boekje uit de reeks "Ken Uw Viervoeter" aangeschaft dat over de Norwegeraner handelt, waaruit bleek dat ik beter eerst het boekje à raison van 14,95 euro had kunnen kopen, voordat ik Kasper kocht. Een en ander had mij veel ellende kunnen besparen. Ik kwam er trouwens achter dat Marga-Rina op aanraden van een vriendin succesievelijk de hele reeks "Ken Uw Viervoeter" in de Openbare Leeszaal had doorgenomen en tot de slotsom was gekomen dat een Norwegeraner de hond voor ons was. Welnu, dat heb ik geweten. Inmiddels bedragen de kosten buiten voeding om zo'n kleine dertienduizend euro. Want de prijzen van HOB en RKRB zijn grotesk te noemen. Het is dan ook geen wonder, dat zowel de directeur van het HOB als de directrice van het RKRB in een BMW 7-serie rijdt.
Summa summarum weet ik dus weinig van honden en ik werd net weer eens op dat feit gedrukt, toen bleek dat een aantal zogenaamde kynologen mij bedrogen had met de mededeling dat een Rodelbacher Schwaermerhund een kruising zou zijn tussen een St. Bernhard en een chihuahua. Ook dat blijkt namelijk onjuist en ik bied dan ook de lezers volmondig mijn excuses aan. Een Rodelbacher Schwaermerhund is een sinds 2004 door de AMERICANINES (American Canine Society) erkend ras, ontstaan door het kruisen van een Whoopier Ruftstander en een Connecticut Roughhaired Simplon Queerbreed.
Tot mijn verbazing ontving ik tevens een een email van ene mevrouw Rodzeman met het verzoek haar te bellen. Dat heb ik ogenblikkelijk gedaan, mevrouw meldde zich met Berendina Rodzeman en bleek voorzitster van de Nederlandse Norwegeraner Ras Vereniging (NNRV). Zij betreurde het in ernstige mate dat het met Kasper gelopen is, zoals het nu toe is gelopen en ze bood meteen haar hulp aan. De vereniging beschikt ondermeer over een logopediste, die een Norwegeraner kan leren blaffen. Daartoe wordt de hond een week lang door de logopediste in haar huis opgenomen en door veel voor te blaffen schijnt de hond het geluid dat, zoals ik eerder schreef, het midden houdt tussen gorgelen en windenlaten te vervangen door heus geblaf. Daar hangt natuurlijk wel weer een prijskaarje aan, maar het schijnt een intensieve cursus te zijn, die slechts aan één hond tegelijkertijd kan worden gegeven. Maar ik moet, om van deze faciliteit gebruik te kunnen maken, eerst lid worden van de NNRV, die regelmatig bijeenkomsten organiseert, waaraan honden als baasjes met Noorse vlaggetjes om poot, respectievelijk arm, deelnemen. Mevrouw Rodzeman vertelde me dat Norwegeraners zeer intelligente en leergierige honden zijn. De Griek Aristoteles Tsaktsikides heeft zijn hond zelfs rembetica leren zingen, terwijl Tsaktsikides hem daarbij op de bouzouki begeleid. Mevrouw Rodzeman zei dat er plannen zijn om het duo naar Nederland te halen voor de, in het Brabantse Zeeland in september a.s. te houden, clubkampioenschappen. Ik begreep ook dat zodra een Norwegeraner zijn natuurlijk geluid heeft vervangen door geblaf, hij niet langer clubkampioen kan worden. "Nou", riep ik enthousiast, "dat clubkampioenschap kan me gestolen worden, zolang ik van dat irritante gegorgel en winden laten af ben." "Dan bent u toch min of meer een uitzondering, meneer Koker, want de meeste clubleden willen toch graag een kampioenshond." Mevouw Rodzeman besloot het gesprek met de belofte ter kennismaking een exemplaar van het het clubblad 'Fjordene i Fjelden inn' op te sturen.

 

15.4.24

Hond

 


Eind april met mijn echtgenote, Marga-Rina (grapje van schoonvader Cuyp, destijds bedrijfschemicus bij Planta, maar na de uitslag met gedwongen ontslag) teruggekeerd van vijf maanden overwinteren in Finland; Marga-Rina en ik hebben nooit begrepen wat de zogenaamde pensionado's 's winters in Spanje zoeken, wat ze in Nederland de laatste jaren eveneens kunnen vinden: hoge temperaturen, dus wij gaan nu al enkele jaren naar Kokkola voor het ouderwetse wintergevoel, kennissen van ons gaan veertien dagen op wintersport naar Oostenrijk, waar niet alleen het dialect, de leren broeken, het gejodel, de dansjes, het gehoempa, de hoedjes, de glühwein, het apres-ski-gedoe ons tegenstaan, maar bovenal de behoefte om God te groeten, hetgeen wij, zowel in woord en geschrift, gaarne over laten aan Andries Knevel en zijn kompanen; in Kokkola verstaan Marga-Rina en ik de mensen niet, dat is uiterst plezierig en voorkomt veel onnodig gepraat, we halen de voedingsmiddelen in een lokale supermarkt en beperken daardoor elk contact met de Kokkolalokalen; begin Januari dit jaar echter dreigde ons winterse oponthoud te worden verstoord, toen wij in de door ons bezochte supermarkt op de uitgebreide knäckebrödafdeling plotseling Nederlands hoorden spreken, Marga-Rina en ik voelden ons betrapt, vooral toen beide heren ogenblikkelijk met uitgestoken hand op ons afstevenden met de woorden: "Aha, ook Nederlanders, wat leuk", heel even dacht ik mij als Belg of Zuidafrikaan te presenteren, maar ik weet waar dat toe leidt: onnozel gevlei, dat het Vlaams of Zuidafrikaans toch zulke fraaie talen zijn, veel grappiger dan het Nederlands en vooral zoveel meer to the point, dus ik zei redelijk lijzig; "Ja, leuk, wij komen al veertien jaar in Kokkola", in werkelijkheid zijn het er maar vier, maar ik heb geleerd dat je nieuwkomers het best kunt intimideren met enige overdrijving, de heren stelden zich voor als Martijn Amser en Onno Verkommeling van de "United Frisian Bakeries" uit het Friese Molkwerum op onderzoek naar een nieuw soort knäckebröd: krentenknäckebröd en suikerknäckebröd, op de markt te brengen als respectievelijk krintsjeknak en sûkerknak, nu komt na drie dagen Kokkola elk knäckebröd me al de neus uit (en bakt Marga-Rina daarom van de honderdvijftig pond uit Nederland meegenomen tarwebloem iedere dag vers brood), dus konden we het gesprek gelukkig kort houden, we hebben de heren daarna nog slechts een maal ontmoet, waarbij ze vertelden ook de vervaardiging van olijfknäckebröd (oliifknak) en worstknäckebröd (woarsteknak) in overweging te zullen nemen; ze doen maar, beerenburgknäckebröd op de markt als widdofrouknak lijkt me ook een goede optie.
Een ding is duidelijk, ik dien er voor zorg te dragen dat Marga-Rina geen inzage krijgt ik in wat hier te berde breng, want nadat ze kennis had genomen, van wat ik gisteren, na onze terugkeer uit Kokkola, had genoteerd, ontstak ze in grote woede. Ik krijg daar altijd notie van doordat Marga Rina mij met mijn volledige voornamen begint aan te spreken: Sybren Niels Otto Theodoor gevolgd door mijn achternaam. Net als Marga-Rina ben ik het slachtoffer van een frivole vader. Marga-Rina vond dat ik uit het rijtje van onuitstaanbare Oostenrijkse zaken: het dialect, de leren broeken, het gejodel, de dansjes, het gehoempa, de hoedjes, de glühwein, het apres-ski-gedoe en het godgroeten haar belangrijkste reden om, nadat we in 1973 éénmaal in Maurach am Achsensee op wintervacantie waren geweest, dat land nimmer meer te bezoeken, had weggelaten: de dirndl. Zij was toen en is klaarblijkelijk thans nog steeds van mening dat ik het heb aangelegd met Annalise, het dienstertje in het hotel waar wij verbleven, en die haar, uit de kluiten gewassen, borsten trachtte te verbergen achter zo'n taartrand, waarmee een dirndl gewoonlijk is uitgerust. Volgens Marga-Rina was het woord "verbergen" geheel niet op zijn plaats en diende Annalises taartrand het tegendeel: de taartrand had maar een doel: mij "hitsig" te maken en alhoewel ik dat hevig heb ontkend, kon ik Marga-Rina niet van het tegendeel overtuigen, ondanks mijn voorstel om Marga-Rina op mijn kosten zelf een dirndl in Maurach am Achsensee aan te laten schaffen. Ze reageerde als door een wesp gestoken en informeerde of het mij in mijn bol geslagen was en of mijn volgende stap het openen van een bordeel met haar als hoer aan de Noordkade in Drachten was. Nadat gisteravond vanwege de dirndl de vlam voor de zoveelste keer in huize Koker-Cuyp in de pan geslagen was, ben ik anderhalf uur de hond gaan uitlaten in de hoop dat Marga-Rina bij terugkeer gekalmeerd zou zijn. Dat bleek niet het geval: Marga-Rina had zich opgesloten in de slaapkamer.
Ik voel me ontzettend alleen, nu Marga-Rina mij buitensluit, want Kasper, die ik gistermiddag na vijf maanden Kokkola uit het asiel in Beetsterzwaag gehaald heb, herkent me niet meer. Kasper, altijd al een wat moeilijk opvoedbare hond, is een Norwegeraner Fjord- en Fjeldhund, een pas sinds 1993 erkend ras, voorgekomen uit een kruising tussen een Bommerlunder Sennenhund en een North Lowland Foxterrier. Het wonderlijke van de Norwegeraners, en dat is exact de reden waarom Marga-Rina er een wilde hebben, is dat zij niet blaffen, maar een soort geluid voortbrengen, dat het midden houdt tussen gorgelen en laten van forse winden. Ik heb het vermoeden, omdat Marga-Rina weigert zich met Kasper op straat te vertonen en ik dus altoos Kasper dien uit te laten, dat Marga-Rina zich verkneukelt als ik met hem door de Noorderbuurt wandel. Zij dwingt mij Kasper, wanneer het het drukst is in het centrum van Drachten, aan de riem mee te nemen. Een vernederende exercitie, want het gebeurt veelvuldig dat ik wordt nageroepen met: "Goare opsoademiter" en dergelijk praat. In het begin wees ik op Kasper, maar dat had een averechts gevolg, want dan volgde steevast zoiets als: "Kinst wol tsjin dyn lytse hûn, Bokke Heidehipper?"

14.4.24

Tagung 6

Swantje nam de folder over en kraaide enthousiast: "Het lijkt  waarachtig wel of de Tiritomba Tagung een heel Nederlands feest wordt. Er komen  ook allerlei kramen. Haga komt met drabbelkoeken en hier een advertentie van Gordon." "Dry gin" zei Zwanzer, "en dat is niet Nederlands maar Engels. "Nee, nee Zwanzer het is Nederlands: Pfefferminzlikör aus Holland  Krem De Ment staat hier. Van Gordon. "Even iets heel anders, staat er eindelijk iemand uit Friesland op het podium van het  Europees Songfestival,  proberen  ze hem er vanaf te krijgen omdat Israël ook meedoet. 250 mensen vragen om een boycot."  "O, en wie zijn dat dan wel?" "Johan, Gina Thijsse, Abdessamad,  Wietske en  Tjerk Haverkorn, bolkamtische sculptuurvorming staan onder anderen op lijst." "Nooit van gehoord." "Bolkamtische sculptuurvorming?" "Zo kan ik ook wel een lijstje maken om Joost Kleine te vragen het  song festival te boycotten. Veel mensen met voornamen en iemand die doet aan bolkamtische sculptuurvorming." "Gelukkig trekt Joost zich er niets van aan." "Van die bolkamtische sculpteur?" "Nee, van die ook niet !" "Ik miste trouwens onder de ondertekenaars Pierre  Lanckerdanque, blasfemistisch architect; Hinke, harpist; Ramona, zuiveladept en Karel Lampetkan, stompzinnig zwavelist ."

13.4.24

Tagung 5

In het Acht Uur Journaal zat die avond een piepklein itempje, waarin te zien was hoe Thierry met de Baudettekens, de Hiddemannekes en de sanseveria  op het Johns Adamspark 1 in Wassenaar arriveerden en een gnuivende Pete Hoekstra de hulde in ontvangst nam, vervolgens zwaaide Famkeloise met een handgebreide  en  gebruikte directoire van haarzelf en daarna volgde Het Weer met een fraaie foto van een  zonsondergang in het Arnhemse Spijkerkwartier en een vooruitblik op Nieuwsuur,  waarin zou worden stilgestaan bij het overlijden van twee leden van de "Mobutu Schrammeln, een groepje  dat Weense klanken overgoot met een Zaïrees sausje,  en destijds een bijzonder geliefd orkestje, dat  Prins Bernhard op één van zijn jachtpartijen op groot wild in Afrika had leren kennen. "Herinner je je die mannen?", vroeg Zwanzer, we hebben nog een keer met ze  opgetreden. Was dat niet in Donkerbroek? Voor de postduivenvereniging?' "Ja, ja, Halbe Zijlstra deed de aankondigingen", vulde Swantje aan, hoe heette hun hit ook alweer?" "Kinshasa, Kinshasa nur Du Allein sollst stets Stadt meiner Träume sein", zong Zwanzer zachtjes. Ergens moeten we daar nog een singletje van hebben. Ik ga het toch eens opzoeken." Neuriënd begaf Zwanzer zich naar zolder. Op zolder stonden zes rekjes met singeltjes, samen zo'n 150 vijfenveertigtoerenplaatjes met heel diverse muziek. De Marinierskapel met "De Rotterdamse Vlag",  Will Glahé met de "Koekoekwals" (Zwanzers vader had dat altijd Will Saté met de "Kroepoekwals" genoemd) en de originele uitvoering door Zwarte Riek  van "Hup, sansee, de platte boender". Maar de Mobutu Schrammeln vond hij niet zo gauw, dus griste hij maar een  paar willekeurige singeltjes mee naar beneden. Swantje was meteen enthousiast en haalde vast de vaas  met kunstasters van de grammofoon. "Aha, de Stem des Volks, riep ze,"De Socia..." "Nee, dit is Willem Vermeend met "De Soapsialistenmars", met op de andere kant "Avondrood", ik herinner me nog dat het plaatje uitkwam, dat was in 1994, vlak nadat Wim Kok zijn ideologische veren had afgeschud." Swantje pakte het volgende plaatje, o, dit is ook leuk, dit zijn Geert en Rita, die waren beiden toen nog lid van de VVD, met een potpourri van Nederlandse kinderliedjes begeleid door het VVD-kinderkoor en het VVD-dixielandorkest." "Dit is ook een oudje: "De Bistroquetwals" door het accordeonduo Hans & Dries". "Ken je deze nog? "Dat was een kraker in de Schilderswijk in Den Haag tijdens het Suikerfeest, Mehmet en de Ramadansmariekes met "Zeg ken jij de Muzelman?". "Hé, maar dit plaatje lijkt wel nieuw. The Trumpedores met "De (grijp in het) Kruispolka". "Ja, dat is het laatste single dat ik destijds in Houtigehage op de kop heb getikt. Maar daar is de post." Zwanzer wandelde het tuinpad af en haalde  een nieuwe folder van de Tiritomba Tagung uit de bus. Nog  meer Nederlands nieuws riep hij verheugd.     "Rein  Holländische Blumen mit Fleur und Geert. Keine Exoten in unsere Sträuße. En Der berühmte Fotograf Marc Overmars zeigt seine realistische Bilder." "Tjonge,  tjonge", zei Zwanzer het kan niet op, alleen "Heel Holland bakt" is niet aanwezig, maar Jan Slagter komt wel, staat hier."

 

TAGUNG 4

 

"Toch begrijp ik het nog niet helemaal."  "Dan ga ik het je nog eens uitleggen. De firma Rim Rammenas, je weet wel van die toiletartikelen, huurt een influencer in om zijn nieuwe deodorant "Circumdanda" aan de vrouw te brengen - dat spaart advertentiekosten - en de influencer schrijft juichend op Facebook  en YouTube dat dankzij het zaad van de geelsnuitlemur uit Madagascar, dat ruimschoots aan "Circumdanda" is toegevoegd, zij drie weken okselfris is gebleven en dat zij niets anders meer onder beide armen wenst te gebruiken." "En het volk gelooft dat?" "Nou en of, de omzet van Rim Rammenas is met sprongen gestegen!" "Waarom worden wij dan geen influencer, wij zijn toch bekend als het duo Zwanzer en Swantje en zouden bijvoorbeeld contact kunnen opnemen met de Drachtster dropfabriek en op YouTube vertellen dat hun keelpastilles ons grote successen hebben opgeleverd bij de Oberammergause Tiritomba Tagung in 2019." "Swantje, er zijn al, denk ik, zo'n honderd Nederlandse influencers actief,  FamkeLouise is niet de enige, je hebt bijvoorbeeld Diane Leeflang en Teske de Schepper, de eerste moet, zoals haar naam zegt, honderdvijfentwintig zijn, maar door gebruik van "Hannekemaaierslevenssap" van de firma"Vivavivat", ziet ze eruit als vijfentwintig. Teske de Schepper is dag in ga uit te vinden op het strand van Egmond aan Zee, ze graaft daar kuilen, waar ze dan juichend in gaat liggen terwijl ze koekjes van glutenvrij deeg eet met zeepieren en hom van zeebaars van de firma "Klotsemeier en Co." uit IJmuiden."

Swantje haalde haar neus op: "Harrekrastus, glutenvrije kaakjes. Wat smerig." "Ja", zei Zwanzer, "dat kan je nou wel zeggen, maar Heske zat donderdagavond nog bij Sophie. In een gele overgooier. Ze lusten in Hilversum trouwens wel pap van de influencers. Die praten overal over mee, ze hebben overal verstand van of het nu - en ik zeg het maar in alfabetische volgorde - over aambeien, huurverhogingen, mondkapjes of vleermuizen gaat." "Als wij ons best doen en ook influencer worden, ik zeg het nog maar een keer,  bijvoorbeeld van de Drachtster dropfabriek, dan worden wij ook uitgenodigd! Wie is trouwens de belangrijkste influencer, heb jij enig idee?" vroeg Swantje. "Dat is  Ludmilla Flockenhaver, die zat diezelfde donderdavond bij Jort Kelder te vertellen dat het regelmatig nuttigen van een kleine  hoeveelheid oorsmeer nuttig is voor de darmflora. Ludmilla heeft bijna een miljoen volgers." "Tjezus, en dat alleen maar door eigen oorsmeer." "Swantje zet de televisie  aan, dan kan ik teletekst even zien en ben ik weer helemaal op de hoogte van wat er zich in de wereld afspeelt. Juist, pagina 104. Imam Hoesein-El-Bourouh-Koohli van de Al-Fatwahmoskee in Zwijndrecht wil dat Nederland onderdak biedt aan de door President Macron in Frankrijk verboden moslimorganisaties. De imam vergelijkt de situatie van deze organisaties met die van de Hugenoten van weleer. Pagina 105. De Baudettekes en de Hiddemannekes brengen eerbetoon aan de voormalige Amerikaanse ambassadeur Pete Hoekstra met het zingen van "Shuffle of to Trumpalo". Thierry biedt tegelijkertijd een sanseveria aan.

De Amerikaanse ambassade in Den Haag - architect Marcel Breuer - stond tegenover de Koninklijke Schouwburg, maar was sinds de oorlog in Vietnam langzamerhand veranderd in een met betonblokken beschermde vesting, zodat er werd uitgekeken naar een nieuw verblijf. President Trump had geïnformeerd of Groenland eventueel te koop was en had tevens forse bedragen geboden op de Eiffeltoren en de Taj Mahal, zodat het niet verwonderlijk was dat er vanuit  Washington ook inlichtingen over Paleis Het Loo, als nieuwe residentie voor de ambassadeur  van de Verenigde Staten, werden ingewonnen. Uiteindelijk werd het Wassenaar, alhoewel  voormalig ambassadeur Pete Hoekstra, gezien zijn afkomst, zich liever in Sappemeer had gevestigd. Thierry, Baudettekes  en de Hiddemannekes hadden, voordat ze zich musicerend met de sanseveria naar Wassenaar begaven, veertien dagen eerder de tekst van "Shuffle off to Trumpalo" en de sanseveria door een speciaal uit Washington ingevlogen team van virologen en bomexperts moeten laten onderzoeken. Er kwam een verklaring van geen bezwaar in vijfvoud, alhoewel één bomexpert problemen had met de tekst van het lied, omdat het afschuiving van Pete Hoekstra naar de Verenigde Staten zou suggereren. Het departement van Homeland Security liet echter weten dat Thierry door zijn voortdurend uiterst positieve geluiden over de politiek van de voormalige Amerikaanse president geen enkel gevaar voor de Amerikaanse democratie opleverde en er bleven slechts drie experts van het team achter om het eerbetoon aan Pete Hoekstra in goede banen  te leiden.



12.4.24

Tagung 3

Zaterdag j.l. ontving Zwanzer  bericht uit Oberammergau. Een schitterende, fraai geïllustreerde folder, waarin niet alleen de datum van de volgende Tiritomba Tagung werd vermeld: 16 Mai 2024, maar ook alle feestelijkheden en deelnemers werden vermeld. Zo stond er op pagina vijf: "Zwanzer und Swantje, das gloriereiche Duo aus Holland, sowohl zu Hause in Klassik als Schlager." Dat gaf de burger moed. Ook de andere Nederlanders stonden vermeld, Krolse Henk had een plaats op pagina zes als "brünstiger Partyhopper" en Thierry, die Baudettekes und die Hiddemännchen - nur gekleidet in Grünkohlblätter - op pagina dertien. Bovendien werd er een Holländische Markt aangekondigd, waar meer of minder bekende Nederlanders waren te koop konden aanbieden, zo stond Langer Franz vermeld met Himbeersaft und "Pindarotsjes", der Holländischer Berufspetomane Johan  Derksen (er lässt mal gerne einen fliegen) en Henk Otten met frischer, reiner Dung aus Drenthe. Ook was er een tableau vivant, onder de naam "Covidius wer bist du bleven", waarin ene Willem Engel een rol vervulde. Zwanzer kreeg er echt zin aan, vroeger zou hij "zin in" gezegd hebben, maar sinds Pim Fortuyn wist hij dat hij "zin aan" moest zeggen.

"De Tiritomba Tagung 2024 wordt echt een superhollands feestje, Swantje", zei Zwanzer toen hij voor de zoveelste keer de folder door- en voorlas. "Hoor maar: Nederlands bekendste journalisten Paul de Leeuw en Astrid Joosten zullen 'im Bayrisches Fernsehen ein tolles Interviewprogramm presentieren!" Waarop Swantje in de weeromstuit in het Duits : "Aber das sind doch gar  keine Journalisten!" "Nee,  maar dat weet in Oberammergau toch niemand!" "Dat is waar", zei Swantje."Ook de "Bauern Verteidigungs Wehrmacht" kommt mit dreiundzwanzig Schlepper und sieben Schweine und die Schweine werden vors Rathaus geschlachtet und feines und leckeres vom Schwein wird unter dem Bevölkerung Oberammergaus verteilt', las Zwanzer. "Laat zien, laat zien", zei Swantje, die nu eindelijk de folder ook wel eens in handen wilde hebben. "Leckeres vom Schwein", zei ze terwijl ze haar lippen aflikte, "ik ben benieuwd of wij ook mogen meedelen?  Jan Nagel komt ook. Kijk, hij heeft een hele bladzij in de folder met afbeeldingen van 'Grabsteine und Särge. Möchten Sie ein Qualitätssarg, dann gibts nur ein Nagel'." "En heb je op de achterkant al gekeken?' vroeg Zwanzer, "FamkeLouise geeft de Oberammergauers Nederlandse leesles aan de hand van vruchtensappen: ap-pel-sap, bes-sen-sap, ci-troen-sap, drui-ven-sap, enzovoort, enzovoort. Leuk toch?"  "Maar wat is  een Influenzer?" vroeg Swantje, is dat een  grieppatient? Daar werd nog zo voor  gewaarschuwd in coronatijd." Zwanzer draaide zijn rode honkbalpetje met de woorden "DRACHTEN FIRST", terwijl Swantje en hij in Rottevalle woonden, om, zodat de klep naar achter ging. Swantje hield niet van die stand van Zwanzers petje, ze vond het kinderachtig, maar  ze wist ook dat Zwanzer dan een belangrijke mededeling ging doen, toch kon ze het niet nalaten "Zet eerst je petje recht", te zeggen. Nu was er al diverse keren een langdurige discussie over de stand van Zwanzers honkbalpet gevolgd, zonder dat Zwanzer zijn belangrijke mededeling kon doen, zodat Zwanzer nu besloot het petje met een ruk recht te zetten. "Influenzer heeft niks maar  dan ook helemaal niks met influenza te maken, bij ons schrijven we het met een cee, influencer, en dat is iemand die invloed uitoefent, een soort Jezus, niet van Nazareth,  maar dan van het internet en in plaats van twaalf met een paar duizend discipelen." "Daar moet je dus behoorlijk voor hebben doorgeleerd. Influencer word je niet zomaar, toch?" "Welnee Swantje, al ben je zo dom als de achterkant van een varken, dan nog kun je een heel belangrijke influencer zijn, zelfs zo belangrijk dat de regering gebruik van je maakt om een mening te verkondigen, of het nu om slobkousen of corona gaat." "Heeft de Rutte dan een mening over slobkousen?" vroeg Swantje. "Dat weet ik niet, ik gaf het als voorbeeld,  "Wordt zo'n influencer over de kleur van die slobkousen door de regering betaald?" "Natuurlijk, voor niets gaat alleen de zon op!"