Het is goed beschouwd een wat wonderlijke naam voor een bestelwagen: "Goëlette", of in het Nederlands "Schoener", want op zee heeft deze Renault R2086 niets te zoeken. Ooit, in 1960, is SF-98-96 afgeleverd als brandweerwagen, maar de Goëlette was er wel degelijk ook met andere opbouwvarianten. Vermoedelijk heeft deze Goëlette een Nederlandse carrosserie.
31.5.19
Provence
Bizet componeerde begeleidingsmuziek voor Alphonse Daudets "L'Arlesienne", alhoewel componeerde? Want de "farandole" is in feite de muziek van een oud dansspel uit de Provence voor acht à tien jonge mannen die op bordkartonnen paarden rondhuppelden met de titel "Lei Chivau-Frus". Dat gebeurde wel vaker leentjebuur spelen door componisten, die we kennen uit de concertzaal, bij lokale of regionale folklore, Dvořák had er bijvoorbeeld ook een handje van. "Anuech Quand Lou Gau Cantavo" (Vanavond als de haan kraait) is een zestiende eeuws kerstlied dat in 1925 werd teruggevonden in de domkerk van Avignon, toch horen we behalve drie pansfluiten en een tamboerijn geen haan maar een nachtegaal. De "Marche de Colinette à la Cour" heeft wel degelijk een te achterhalen componist maar wordt toch als Provençaalse folklore beschouwd, in feite is dat een grote eer voor André-Ernest-Modeste Gréty, een in 1741 in Luik geboren componist van komische opera's. In deze mars zijn Maurice Maréchal en Pierre Eyguesier te horen, die ieder met één hand een fluit bespelen en met de andere hand een trommel. De épinettespeelster is Marie-José Morbelli. Alle drie werkjes komen van een CD van Les Musiciens de Provence (foto).
30.5.19
Pierre c.s.
We blijven bij de regionale muziek in Frankrijk en gaan naar het diepe zuiden: naar de Pyreneeën, waar we het uit negen man bestaande koor Balaguèra ontmoeten: twee hoge stemmen (hautas) onder wie Pierre de Lasala, vijf middenstemmen (normalas) en twee basstemmen (baisbas). De taal waarin de heren zingen lijkt een mengeling van Frans en Spaans. Gelukkig zit er een voortreffelijk drietalig boekje bij de destijds in Paris aangeschafte CD, zodat ik toch kan achterhalen waarover het tradionele "Quan jo n'éri amaoroseta" gaat. De eerste regels luiden "Toen ik verliefd was op die dappere, was ik zo fris als een roos van de wite rozenstruik, nu ben ik vermoeid, ik begrijp niet waarom de dappere, die zo van mij hield niet langer met me spreekt."
29.5.19
Una
Una, onze cairnterrier, die de wereld aanschouwt en beblaft vanaf de leuning van een voor het venster staande bank, wordt sinds kort ernstig gehinderd in haar blik door een uit het niets verschenen speerdistel. Haar enige troost is dat de distel het waarmerk van Schotland is.
Huis ten Bosch 2
Ons staatshoofd laat bovenstaande plafondschildering in Huis ten Bosch aanbrengen in verband met een eventueel bezoek van de Amerikanse president.
Huis ten Bosch
U vraagt zich af wat zich hier in de woonte van ons staatshoofd afspeelt?
(ik kan het u zeer binnenkort vertellen)
Yves
Na het muzikaal geweld van gister iets totaal anders en het gaat dit keer niet over de muziek die gespeeld wordt, maar over het instrument: een simpel klimopblad dat geblazen wordt door Yves Pacher (1934-2010), Waarschijnlijk is zo muziek bij onze verre voorouders ontstaan. De behoefte om ergens op te blazen, te slaan of te tokkelen. Yves Pacher speelde op allerlei zaken uit de natuur: hij sloeg vuurstenen op elkaar om het geluid van een roodborstje te imiteren, blies op de stelen van een paardenbloem en speelde een paar bruilofstmarsen op het blad van de klimop.
28.5.19
Nouvelle leçon de français de ma Cabane
Nieuwe Franse les van mijn Blokhut
Le cheval était dans le pré. Papa fumait une pipe lourde.
Çela a causé la mort du cheval.
Papa est mort aussi.
Maintenant, papa marche avec Jésus.
C'est très gentil pour papa.
Mais pas pour le cheval.
Si seulement le cheval devait voter pour l'Union Chrétienne.
Anthony
Misschien dacht u gister bij het beluisteren van de épinettes uit de Vogezen; best aardig, maar toch wel wat braafjes en uit de fris gepoetste monden van de radiophoogmogenden in Hilversum kwam ogenblikkelijk de vraag: "bereiken we met dergelijke klanken onze jeugdige luisteraars zodat onze reclameblokken groter kunnen worden?" Welnu ik kan de uiterst en enkel commercieel ingestelde baasjes in het Gooi meedelen dat er ook ander lawijt uit de verschillende Franse regio's komt, dus ook uit de Elzas, bij voorbeeld van Les Bredelers. Zij namen het aloude kinderliedje "D'r Hans'm schnokeloch" onder handen.
Uit het Westen van Frankrijk, om precies te zijn uit het aan de zuidkust van Bretagne gelegen Lorient komt de groep Soldat Louis, een formatie die o.a. het gebruik van doedelzak en bombarde (een soort schalmei) niet schuwt. Ik zeg hier even wat een bombarde is, want Wikipedia heeft het over doedelzakken en bombardementen. Anthony Masselin (foto) is de pijper van Soldat Louis.
27.5.19
DILEMMA
Volgens een uit de Verenigde Staten overgewaaide interpretatie van de tien geboden schijnt er een gebod 10A te zijn: "Gij zult niet roken". Nu wisten Mozes noch zijn met hem door de woestijn trekkende kompanen wat roken inhield maar eeuwen later ging het het desalniettemin tot de halsmisdaden behoren en werd het verderfelijker geacht dan het begeren van uws naasten vrouw. Het opsteken van een sigaret wordt dermate verfoeilijk geacht dat minderjarigen worden ingezet om handelaren te ontmaskeren die vergeten naar een identiteitskaart te vragen, zodat de overheid vervolgens forse boetes kan eisen tegen deze verkopers. Kinderen worden dus, naar ik aanneem tegen betaling, op pad gestuurd om aan de levering van rookwaar aan minderjarigen een eind te maken. Nu zit ik evenwel met een dilemma: vind ik roken een ernstiger misdrijf dan het door overheid inzetten van minderjarigen om tabakshandelaren, die vergeten een jeugdige klant naar een identiteitskaart te vragen, te kunnen beboeten.
Pierre
Het Franse instrument, de épinette des Vosges, heeft een heel uitgebreide familie, zowel in het noorden als in het centrum en oosten van Europa: kantele, kankles, scheitholt, langeleik en citera behoren tot de zelfde groep van instrumenten: de dulcimers. Ook in Nederland bevindt zich een zusje, al zullen de meeste Nederlanders zich daar nauwelijks van bewust zijn. Maar de hommel, met haar kleine klankkast, waardoor ze vroeger vaak met speciale pluggen aan een tafel werd bevestigd zodat die als grotere klankkast kon dienen, is wel degelijk vergelijkbaar met de épinette, al ziet laatsgenoemde er in de regel iets fraaier uit en bestaat het instrument in verschillende maten. In de video-opname zien we Marie-Claude Besombes en Pierre Duval (foto) beiden op épinette des Vosges en Alain Berdal die de door Ieren in hun folklore omhelsde, oorspronkelijk Griekse, bouzouki speelt en om het nog een tikkeltje internatioaler te maken, we horen een scottish.
Schiphol
Natuurlijk is het veel belanrijker dat Joris Snakkernak met vrouw en kinders morgen voor een veertiendaagse vakantie het vliegtuig naar Bali kan pakken dan dat Klaartje Fleudelijn uit Purmerend morgen in het het Antoni van Leeuwenhoek bestraald kan worden. Dat heeft de rechter zeer scherp gezien.
26.5.19
Manu
Meer driestemmige zang, maar dan uit een heel ander deel van Frankrijk: polyphonie uit Marseille door het trio Gacha Empega bestaande uit Barbara Ugo, Manu Théron (foto) en Sam Karpiéna. De CD werd in 1998 uitgebracht en hier hoort u duidelijk dat de kunstmatige scheiding tussen klassieke en volksmuziek volslagen absurd is, een boodschap die ik jarenlang probeerde uit te dragen in het VPRO-programma "De Gezamenlijke Zenders Peazens & Moddergat". De naam Gacha Empega is ontleend aan het werk van een metselaar, maar ook aan het afraffelen van werkzaamheden. "Adieu Paure Carnanvas" is een afscheidslied van carnaval.
25.5.19
Maïvon
A capella zingen en dan tegelijkertijd in een grote kring dansen zag ik ooit in Thorshavn, hoofdstad van de Faroer, voor iets minder extreems zorgden de zusters Goadec, een Bretoens trio dat tot 1983, toen de oudste zuster Maïvon overleed, driestemmig de typerende dansen uit dat deel van Frankrijk zong, zoals de plinn. Maïvon, de oudste, was geboren in 1900, Eugénie in 1909 en Stasie in 1913 en vanaf de jaren vijftig toen er een opleving in Bretagne van tradionele muziek plaats vond o.a. in wedstrijdvorm. Niet alleen zang, maar ook Bretoense doedelzak (de biniou), de bombarde en de trommel kwamen opnieuw in de belangstelling en e.e.a. resulteerde bijvoorbeeld dat de harpist Alain Stivell ook buiten Bretagne bekend werd en hij zorgde er weer voor dat de Soeurs Goadec onder meer in Parijs konden optreden, zonder dat die populariteit hun trouwens naar het hoofd steeg.
24.5.19
RENÉ
Ook onvindbaar in vaderlandse platenzaken was, zoals ik gister al opmerkte, regionale Franse muziek, muziek uit de Elzas bijvoorbeeld. Die hoorde ik jaren geleden het eerst van René Egles, over wie aanstonds meer.
Ik trok destijds zo'n veertien dagen door het gebied met auto en fiets, waarbij ik al gauw ontdekte dat mijn laagste versnelling van laatst genoemd verkeersmiddel, een Batavus, nog te hoog was voor de soms steile hellingen.
Er was meer opmerkelijks. Het enige zinnige gesprek dat ik me na die veertien dagen herinnerde was met een Britse leraar op een Zwitserse kostschool die in Ferrette toevallig in hetzelfde hotel logeerde. Pas op de allerlaatste dag, toen ik bij een garage een Latil (een vierwielgestuurd en aangedreven voertuig) stond te bekijken onstond een gesprek met een autochtoon. Het begon over de auto, maar het waaierde spoedig uit, ik uitte mijn verbazing tegen de garagehouder dat hij in tegenstelling tot zijn streekgenoten spaakzaam bleek. Dat verbaast mij helemaal niet, zei hij, als je onze geschiedenis bekijkt. In 1939 trok ik als Frans soldaat ten strijde tegen de Duitsers, toen de Elzas werd ingelijfd bij Duitsland werd ik als Duits soldaat naar Noorwegen gestuurd. Inmiddels weet ik dat u uit Nederland komt en ik denk dat u nu problemen zou hebben als ik Duits soldaat naar Nederland was gestuurd. Ik knikte en realiseerde me dat er aan mijn geschiedenislessen iets had ontbroken: ik had wel geleerd dat Frankrijk tijdens de Tweede Wereldoorlog verdeeld was in een door Duitsers bezet gebied en een deel dat geregeerd werd vanuit Vichy, maar dat Elzas-Lotharingen weer "Heim-ins-Reich" was opgenomen stond niet in de boekjes.
Het dialect van de Elzas is duidelijk Duits en voor wie een beetje moeite doet is het best verstaanbaar. De in 1939 in Straatsburg geboren René Egles is al jaren een vechter voor het voortbestaan van de taal en er is een hele reeks opnamen (maar niet in Nederland) van hem verkrijgbaar. Hier volgt een totale CD, die geopend wordt met een loflied op rugby.
23.5.19
LILI
Iedere keer wanneer ik zo'n vijftien jaar geleden in Parijs was, stapte ik binnen bij FNAC op de Place de la Bastille op zoek naar CD's die in Nederland onvindbaar waren: regionale Franse muziek en CD's uit de schitterende serie Judeó-Arabe, muziek uitgevoerd door Joden uit de Maghreb. Ik kende eigenlijk maar één zanger met die achtergrond: Enrico Macias en dat kwam doordat die was doorgedrongen op de Franse hitlijsten. Maar er waren veel en veel meer, die vrijwel allemaal Noord-Afrika hadden verlaten en inmiddels in het land van de voormalige kolonialisator een boterham verdienden, één van hen was Lili Boniche (1921-2008). Als ik iemand iets onverwachts wil laten horen, dan grijp ik graag naar
een CD van Boniche, geboren in een sefardische familie in Algiers, trad hij vanaf zijn
vijftiende op voor Radio Algiers. "Inchallah Terbah" (Als Allah Je Beschermt) met een sambaritme (!) verscheen op de CD 'Lili
Boniche' in de reeks 'Trésor De la Chanson Judéo-Arabe' als Mélodie
79.102.2. Wie een aanzienlijk oudere Boniche wil zien tijdens een
optreden in Parijs ziet hem, met de fantastische pianist Maurice El
Médioni, in 'Eli Mektoub' (Wat Geschreven Is, Is Geschreven) . El Médioni kondigt hier een nostalgisch lied aan over Algiers.
22.5.19
Kettingloos 2
Kettingloos heeft het ten opzichte van een ketting op de fiets niet gehaald. Zo nu en dan wordt er weer een poging gewaagd de "cardanfiets" te herintroduceren, maar heel veel succes heeft het niet. Gister zag ik een nieuwe en niet onaardige poging op een electrische vouwfiets.
Kettingloos
Helaas heb ik alleen maar een copie van de voorpagina van deze
Columbiafolder uit 1897, maar daar staat tegenover dat ik een echte
Columbia "Chainless" heb uit 1900. De slagzin "Standard of the world"
werd dus, voordat Cadillac met auto's kwam - en dat was in 1902 -, al
gebruikt. Klaarblijkelijk kon dat dus toen zo maar. Columbia dateert uit
1878, twee jaar daarvoor had Albert Pope een fiets gezien op een
tentoonstelling gewijd aan het eeuwfeest van de Verenigde Staten, hij
reisde vervolgens naar Europa en begon in Hartford, Connecticut met de
import en productie van tweewielers. Pope ijverde ook voor de
verbetering van wegen en richtte daartoe de "Wheeling Association" op,
hij kocht andere fietsfabriekjes op en in 1882 was een Columbia de
eerste fiets waarmee van Oakland aan de westkust naar Boston aan de
oostkust werd gereden, een afstand van 3700 mijl in 103 dagen. Vier jaar
later werden op een Columbia records gebroken: een mijl in iets meer
dan 2 minuten en 29 seconden en 22 mijl in een uur. Vanaf 1896 werd
gewerkt aan een electrische auto en het jaar daarop waren, in de meer
dan een mijl lange fabriek in Hartford, 10.000 mensen aan het werk. De
kettingloze Columbia, de chainless, verscheen in 1898.
Natuurlijk lijkt een cardanaangedreven
fiets, door het ontbreken van de ketting, de oplossing voor het
voorkomen van gerafelde en versmeerde broekspijpen, maar je moet wel
zwaarder trappen. Ik heb twee cardanaangedreven fietsen
heb in mijn verzameling, een FN uit de late jaren twintig (de fiets
waarmee ik mijn verzameling begon en die ik met behulp van oudwielrenner
Eddie Gielliet Sr. restaureerde) en de al genoemde Columbia, die een jaar ouder is
dan de fiets uit deze advertentie.Mijn
119 jaar oude Columbia staat grotendeels nog in zijn eerste lak, heeft
houten velgen en een terugtraprem in de vorm van een lepeltje dat drukt
op de achterband. Het is een schitterend ontwerp, zonder enige
overbodige franje. Het is dan ook nauwelijks te begrijpen waarom de
Amerikaanse rijwielindustrie anderhalf decennium later de fiets
verzwaarde met allerlei onnodigheden: dikke banden, een
pseudobenzinetankje en een uiterst onhandige dwarsstang in het stuur.
Mijn Columbia uit de late jaren twintig heeft gelukkig geen
pseudobenzinetank, maar die dwarsstang is een crime: ik stoot regelmatig
mijn knieën. Er is maar één oplossing voor het ontstaan van de
belachelijke en onnodige toevoegingen aan de Amerikaanse fiets:
volwassenen kozen negentig jaar geleden voor auto en motorrijwiel, de
fiets werd een speeltje voor de jeugd. Jongens droomden van een
motorfiets en dus werd de fiets een imitatie daarvan.
21.5.19
GAJES 2
Terwijl Duitsers, Oostenrijkers en Japanners nog altijd ruim beboterde
hoofden bezitten is het de Italianen gelukt de zuivel uit de haren te
houden. Wonderlijk, terwijl nu al enige jaren juist op het Apennijns
schiereiland een fascistoide operettemiljonair de dienst uitmaakt. Maar
waarschijnlijk is de oorzaak van onze vertroebelde blik, net als die op
de Nederlandse Spoorwegen, die immers met behoud van salaris en
kerstgratificatie in staking gingen, de ommekeer aan het eind van de
Tweede Wereldoorlog. De Italianen bombardeerden o.a. civiele doelen in
1935 in Ethiopië, versloegen het leger van dat land in 1936, vochten met
Franco mee in Spanje, bezetten tijdens de Tweede Wereldoorlog stukken
Frankrijk en misdroegen zich ook elders in Europa en Afrika, kortom
reden genoeg om ze in eerder genoemd rijtje te plaatsen. Bombarderen van
niet-militaire doelen kwam overigens al tijdens de Eerste Wereldoorlog
voor. Duitse Gotha's verschenen boven Kent, maar ook boven
Parijs.
Van Berlusconi horen we vandaag weinig meer, van Italiës minister van Binnenlandse Zaken Salvini (foto) des te meer, hij verzamelde alles wat in Europa vies en voos is in Milaan: Marine Le Pen van het Rassemblement National, Alexander Gauland (die de Holocaust een vliegenpoepje in de geschiedenis vindt) van Altenative für Deutschland en natuurlijk Geert Wilders van de PVV, die nog altijd met gemeenschapsgeld wordt beschermd maar zich inmiddels met fascisten en neonazi's op één podium mag bevinden.
19.5.19
JE en JIJ 2
Lees de zin nog eens opnieuw:
"Verdere
digitalisering maakt dat communicatie van mens tot mens steeds
belangrijker wordt. Wij willen daarom direct en persoonlijk contact met
onze klanten en zijn van mening dat dit makkelijker gaat wanneer wij
onze klanten aanspreken met "je" en "jij".
Grotere onzin heb ik zelden uit de pen van een directeur klantenservice zien vloeien. Van helder denken noch formuleren is hier geen sprake, dit is taal die misschien past in de kleuteropvang maar niet tussen volwassenen.
Ik zou u, lezer van dit blog en anderen, willen verzoeken uw bank er op te attenderen dat u van de onbeschoftheid van het geje en gejou niet gediend bent.
GOED of SLECHT?
Mensen hebben ontegenzeggelijk behoefte om zaken van labeltjes te voorzien en dan heb ik hier niet over melk en karnemelk, of over, als het om muziek, gaat over punk dan wel folklore maar over goed en slecht. Hitler en zijn kornuiten hadden het over "Entartete Kunst" en dan niet alleen omdat ze de muziek niet mooi vonden, maar ook omdat de componist niet uit het juiste hout gesneden was, de Libische leider Gadaffi liet zelfs westers instrumentarium op de brandstapel eindigen. Zonder woorden is het "Horst Wessellied" zomaar een wijsje, maar door tekst en context wordt het onverteerbaar. Het moet dus niet de melodie maar de literaire inhoud zijn die ons over goed of slecht laten oordelen en toch is er meer aan de hand, want sommige, op zich aardige, muziek wordt genaast door "verkeerde" mensen en die muziek wordt vervolgens door anderen in een onbeluisterbaar hokje geplaatst, daar is niet alleen "revival-jazz", maar ook "countrymuziek" het slachtoffer van. En nu weet ik best dat sommige muzikanten met die tweedeling heel goed kunnen leven en zelfs graag een reactionnair partijtje meeblazen buiten de muziek, zo was de tubaïst Hans IJzerdraat (van de New Orleans Seven) medeoprichter van "Groen Rechts" en verschenen er anti-immigrantenartikeltjes van zijn hand.
18.5.19
JE & JIJ
U vraagt zich wellicht af waar vaderlandse bankbedrijven de euvele moed vandaan halen om u, zonder dat u daar ooit toestemming voor hebt gegeven, te tutoyeren? U hebt noch met de directie of zijn onderlingen in de zandbak gespeeld, noch de geiten in de kinderboerderij geaaid en toch bent u bijvoorbeeld voor de INGBank je. Nadat ik bij dit instituut, dat ongetwijfeld beweert dat de klant koning is, geinformeerd had waarom ik in allerlei missives zijnerzijds geje en gejoud werd, ontving ik een brief met een geautomatiseerde handtekening van ene Annet van der Hoek, Directeur Klantenservice die mij met volgende drogreden wenst te overtuigen van het nut van tutoyeren: "Verdere digitalisering maakt dat communicatie van mens tot mens steeds belangrijker wordt. Wij willen daarom direct en persoonlijk contact met onze klanten en zijn van mening dat dit makkelijker gaat wanneer wij onze klanten aanspreken met "je" en "jij". Tegenwoordig noemen we zo'n schriftuur als dit in ons land, bullshit, toen ik opgroeide heette het lulkoek. Misschien brengt verdere digitalisering ons de aanspreektitel "mokkeltje" i.pv. mevrouw voor het vrouwelijk deel en "ventje" i.p.v de heer voor de rest van het klantenbestand van de INGBank. Annet verzint wel een intermenselijke reden. Het wordt tijd voor massaal protest!
Naar Leeuwarden
Twee maanden geleden op dit blog
BUMA
U
weet er zijn kleinchristelijke en er zijn grootchristelijke lichten,
tot de zeer grootchristelijke lichten behoort CDA-leider en verschtoppt
gemouch in vaste dienst Buma, die vandaag weer eens meedeelde dat je
in zorg, plantsoenendienst en onderwijs nauwelijks een opleiding nodig
hebt.
Vanaf deze plaats feliciteer ik Leeuwarden met Buma als nieuwe burgemeester.
17.5.19
KROON
Zestag jaah geleije, zau zeg mèn opa, naah wie ik venoemp ben en warom ik dus ègelijk Jr, wat juniaur beteikent, achtâh Hein-Jan Frokkermans mot zette, zestag jaah geleije dus keike we in ons land met graute bewondâhing naah de auvâhkant van de Noâhdzei, want daah kwam toch un heile boel mauie muziek vandaan, waahbè maah al te graag veigeite wegd dat de Britte teves de ùitvindâhs ware vannut konsentratiekamp en de baktâhriaulaugiese oâhlogsvoering. Nâh wekke de bewonâhs vannut Verenag Kauninkrèk, behalleve bè ene Baudet, onze lachlus op omdat ze in gestrekte lauppas achtâh un man anrenne die as hè in Frankrèk met enag akteuâhtalent gebore zâh zèn haugùit de rol van un dorrepspastoâh innun Italië gesiteeâhde fillem had mauge speilûh. Mèn opa zeg auk dat wè destèds de Britte bewondâhde omdat onze majestèt daah gedurede de oâhlog un vèlag heinkaume had kenne vinde, de klèndochtâh van die majestèt, ondâh wies bewind ik nie ben gebore maah wel ben opgegroeid, hep un militaire Willemsogde, waahschènlijk genoemp naah haah oeropa trâhwes ùitgedeild an ene Kroon, zauvâh ik begrepe hep omdat de man haah vogtdured deid denke annut apparaat dat zè bè haah krauning op haah krùin had gehad, want ik ken ech gein andere reije bedenkûh.
Hein-Jan Frokkermans, Rèswèk
16.5.19
Revival-jazz 6
Jazzmusici evolueren: Louis Armstrongs muziek klonk in 1939 anders dan in in 1925. In 1939 zat trombonist Wilbur de Paris in Armstrongs orkest en het is deze De Paris die, overigens samen met zijn broer trompettist Sidney, een stapje in de tijd terugdoet en eind jaren veertig een formatie start onder de naam new New Oreans Jazz. Wilbur heeft dan een lange muzikale carrière achter de rug, want op zijn zesde stond hij al met een altsaxofoon naast zijn vader op een podium. In zijn new New Orleans Jazz komen we een aantal bekende namen tegen onder wie Omer Simeon en Lee Blair die nog in het orkest van Jelly Roll Morton hebben gespeeld en ook broer Sidney stond in de opname studio met deze New Orleans legende. De repertoire keuze is niet altijd interessant want "In a Persian Market" van Ketelbey moeten we ogenblikkelijk vergeten, dat wil niet zeggen dat er her en der aardige werkjes buiten het geijkte repertoire worden opgescharreld, zoals het Mexicaanse "Cielito Lindo", maar op zijn best is Wilbur de Paris & His New New Orleans Jazz in een gekend stuk als "I've found a New baby".
15.5.19
Revival-jazz 5
Revival-jazz, heeft anders dan soms wordt beweerd, nooit een enorme impact gehad op de totale jeugd van vlak na de oorrlog, en alhoewel nooit helemaal verdwenen, werd hij eerst verdrongen door rock 'n roll en in de jaren zestig door, wat ik hier maar popmuziek zal noemen, ofschoon daar bijvoorbeeld in de Verenigde Staten veel meer onder wordt bestaan: er stonden vanaf toen geen oudere mannen meer op het podium, maar leeftijdsgenoten, die - een andere term voor de pop van toen - beatmuziek maakten. Revival-jazz werd ondergesneeuwd, bleek uiteindelijk niet aantrekkelijk genoeg, dat had een aantal oorzaken: er stak iets revolutionnairs. iets nieuws in rock 'n roll, het publiek raakte uitgeluisterd op altijd maar weer "When the saints go marchin' in", "High Society", "Jazz me blues" etc., in plaats van in de archieven te duiken kozen sommige orkestjes voor het "verjazzen" van werkjes met een totaal andere achtergrond: "Schlafe mein Prinzchen" door Papa Bue is daar een fraai voorbeeld van, maar ook The Dukes of Dixieland deden aan die onzin mee met "Over the waves", om te zwijgen over dit vaderlandse wanproduct van Ted Easton. Er waren anderen die het nodig vonden over te gaan tot verkleedpartijen, ik noemde gebadpakte bandjes al, heren uit de Walt Disneystal hesen zich in brandweerluiscostuum en noemden zich de Firehouse Five plus Two (foto).Twee mannen uit Lu Wattters' Yerba Buena Jazz Band, met wie het allemaal net voor de oorlog begonnen was, bliezen ongehinderd vrolijk verder, ieder uiteindelijk in een eigen orkest: Bob Scobey en Turk Murphy, van laatstgenoemde horen we hier het meest gevraagde nummer toen revival-jazz nog hoge ogen gooide.
14.5.19
Honden
Terwijl ik vanochtend mijn hondje, een maltezer, die
ik de simpele naam Van der Blaf gegeven heb, zodat ik de naam niet vergeet, uitliet,
zag ik dat mijn buurman, Alexander Troethaan, tussen ons gezegd, maar niet
gezwegen, een vlerk van wat heb ik jou daar, alweer een nieuwe auto onder
zijn ruim bemeten kont heeft. Waar doet hij dat van? Niet, dat het mij wat
aangaat natuurlijk, maar je moet soms vraagtekens zetten, want als je dat niet
doet, leef je niet, zei mijn moeder zaliger. Troethaan is getrouwd met ene
Clarissa en het duo heeft een dochtertje Wladimira, genoemd naar de Russische
president Putin en hij schijnt iets met kalkoenen te maken te hebben, maar wat
precies ben ik vergeten.
Ik liep voor me zelf zingend langs de rooms-katholieke
kerk de straat uit. Ik zing graag oude liedjes zoals "Ploem, ploem,
jenka", waarmee Trea Dobbs ooit een hit had. Mijn God, waar blijft de tijd?
Het was de mooiste tijd van mijn leven: Johnny Lion en die schat van een Trea
Dobbs en niet te vergeten Karin Kent. Kent was ook een sigarettenmerk dat ik toen
rookte, want dat deed ik toen als een spreekwoordelijke schoorsteen, anderhalf
pakje per dag. In die tijd leerde ik, maar dat wist ik toen nog niet,
mijn aanstaande man kennen, Cor, die nu alweer vijf jaar geleden gecremeerd is.
Hij vroeg me om een vuurje bij een optreden van Trea in feestzaal Hummerdink in het dorp
waar ik toen woonde. Cor kwam op de Puch met hoog stuur en potje, want
zo heette dat, uit Nootdorp, daar was lef voor nodig, want de jongens uit mijn
dorp zagen die uit Nootdorp niet zitten. Er is wat afgevochten en het ging natuurlijk
altijd om ons, meiden. Mij vriendin Katja's verkering is daar nog om uitgeraakt,
want haar vrijer kwam ook uit Nootdorp en hem zijn een paar tanden uit zijn bek geslagen.
Waar ik me trouwens verschrikkelijk aan erger is dat andere
hondenbezitters de drollen van hun hond niet opruimen en dat ik daar op
aangekeken word, terwijl ik bijna altijd Van der Blafs kleine keutels opruim,
behalve als hij het bij een boom doet. Ik ben drieenzeventig en heb moeite met
bukken, maar ik heb altijd zakjes bij me. Gisteravond zag ik weer zo'n man met
een heel grote hond. Ik zou het ras niet eens weten, maar hij was zwart, ik
bedoel de hond, midden op het trottoir zijn enorme behoefte doen en daar word
ik dan op aangezien. Ik zeg er maar niets meer van, want het enigste wat er
gebeurt, wanneer je er wat van zegt, is een grote muil en daar heb ik geen
enkele behoefte aan.
Ik wil het nog even over die
hondendrollenzakjes hebben. Ze zijn er in soorten en maten, over de maten hoef
ik het hier niet te hebben, want voor Van der Blaf zijn de kleinste zakjes groot
genoeg, maar voor labradoedels en dergelijke heb je heel grote zakken nodig. Van der
Blafs zakjes zijn er in twee soorten: zilvergrijze, waar je een deel uit moet
scheuren en donkergrijze, die lijken op kleine vuilniszakken, die laatste heb
ik het liefst, al hebben ze het bezwaar dat ze heel gemakkelijk inscheuren en
dan zijn ze meteen onbruikbaar, want ik heb geen zin bij de Lidl boodschappen te
doen met Van der Blafs grote boodschap aan mijn vingers.
"Ploem, ploem,
jenka" is gelukkig weer uit mijn hoofd, het is een leuk liedje, maar je
moet er bij wijze van spreken niet te lang op omkauwen, maar juist dat gebeurt
de laatste tijd heel veel: ik heb een wijsje in mijn hoofd en krijg het er
dagenlang niet meer uit, dan zet ik de radio aan om iets nieuws te horen, maar
de liedjes van vandaag kan ik niet nazingen, dus dan kom ik weer op
"Ploem, ploem, jenka" en dergelijke en dat is heel vervelend, ik ben
er al voor bij de dokter geweest, want je hoort tegenwoordig zulke vreemde
kwalen, getuit in je oren en zo, maar daar heb ik gelukkig geen last van. De
dokter kon trouwens niks voor me doen en zei dat ik noodgevallen maar een koptelefoon
moest opzetten met een ander liedje dat ik dan in mijn hoofd zou krijgen. Nou, ik
zie me al met zo'n ding op mijn hoofd, zoals je tegenwoordig bij veel jongelui
ziet, volgens mij vernielen die hun trommelvliezen, want hun
geboenkeboenk hoor ik zelfs, wanneer ik ze voorbij loop, terwijl mijn gehoor natuurlijk wel is achteruitgegaan
sinds ik Trea Dobbs voor de eerste keer hoorde, bovendien denk ik dat Van der
Blaf het niet zou waarderen wanneer zijn baasje met een koptelefoon de straat
op zou gaan, dus ik volg op aanraden van mijn buurvrouw nu een rodebietensapkuur en
eet ik 's ochtend voor het ontbijt
vijftien geroosterde amandelen geweekt in geitenmelk en kwarteleierstruif dat laatste geklutst volgens een recept van ene Bruno Gröning.
Fleuderina van der Hoogt-Spanning, Voorburg
Fleuderina van der Hoogt-Spanning, Voorburg
13.5.19
Revival-jazz 4
Ik ontwikkelde me al vrij snel tot purist en kocht liever een plaat van Amstrongs Hot Five of van Benny Goodman of van Charlie Parker dan me intensief met opgepoetste oude klanken bezig te houden, ging dus wel naar een concert van de in New Orleans geboren, maar in Frankrijk woonachtige, Sidney Bechet met een Frans revivalorkest (in mijn herinnering het orkest van André Réwéliotty), gaf Michiel de Ruyter volledig gelijk toen hij noteerde dat Barbertje - De Ruyter bedoelde Chris "Ice Cream" Barber - moest hangen, een uitspraak die hem op hel en verdoemnis kwam te staan van bijna het volledige toenmalige jazzjournaille, maar het kon echter nog veel erger: waardoor ook de bebolhoede Brit Bilk niet op mijn draaitafel belandde. Dat wil niet zeggen dat er geen behoorlijk musicerende orkestjes waren, maar ik gaf mijn zakgeld liever uit aan origineel dan aan revival. Ons land kende gelukkig een aantal aardige bands en het eerste jazzconcert dat ik bijwoonde was in de tijd dat ik nog in Leeuwarden woonde (dus voor medio 1953) en de Dixieland Pipers onder aanvoering van Eric Krans in de Harmonie optraden. Later had je Jan Burgers met zijn New Orleans Syncopaters, de New Orleans Seven en The Jazz Pilgrims, in de twee laatst genoemde orkestjes speelde de later bekende schrijver Frits Hotz (foto), trombone. In Den Haag had je wat je toen nog geen boy's band noemde, maar het nadrukkelijk wel was, de Stork Town Dixie Kids, die bijvoorbeeld in 1961 een vijfenveertigtoerenplaatje uitbrachten met verjazzde operettemelodieën en hier in de weer met een overjarig countrydeuntje, zoiets was aan mij absoluut niet besteed.
LORRAINE
Merkwaardig,
in de jaren twintig boekten auto's van het merk Lorraine-Dietrichs
successen tijdens de 24 Uren van Le Mans, maar een paar jaar later
zetten zowel Lorraine als De Dietrich autorails in de markt en waren het
elkaars concurrenten. Lorraine was anders dan De Dietrich geen grote
speler op de spoorwegmarkt, er werden in totaal slechts zeven autorails
onder eigen naam afgeleverd door de fabriek, drie aan de État en vier
aan de Est. Lorraine begon ooit als De Dietrich in Reichshoffen, maar na
de annexatie in 1871 van de Elzas door Duitsland raakte de belangrijke
leverancier van spoorwegmaterieel van de Franse markt afgesloten en in
1880 werd een nieuwe fabriek in Lunéville gestart die zich in 1905
losmaakte van het moederbedrijf in Reichshoffen en verder ging als de
Société Lorrainne des Anciens Etablissements de Dietrich et Cie de
Lunéville. Oorspronkelijk waren er plannen van Lorraine om de autorails
uit te rusten met Renaultmotoren, maar daar stak De Dietrich een stokje
voor en uiteindelijk kreeg iedere Lorraine-autorail twee
zescylinderLorraine-Barbarouxmotoren, die maar matig voldeden en werden
vervangen door twee Saurer-BDXS-motoren. De maximumsnelheid van de Lorraines was 120 km/u.
CO2
In het kader van de beperking van de CO2 uitstoot en de zorg voor het milieu voetballen Tottenham Hotspur en Liverpool in Madrid en Arsenal en Chelsea in Baku en gaat er binnenafzienbare tijd weer geracet worden op Zandvoort. Intussen kunt u de twee genoemde wedstrijden voordelig bezoeken omdat u met een elektrische auto niet alleen brandstofkosten bespaart, maar ook kunt profiteren van belastingvoordelen en subsidies. U houdt met steun van de overheid geld over dat u zo met vrouw en kinderen aan echte pleziertjes kunt uitgeven.
Frederik-Jan van Nijnappels, Den Haag.
Revival-jazz 3
Revival-jazz was leuk, maar ik vond het nog veel leuker om op jacht te gaan naar opnamen van de originele muzikanten uit de jaren twintig, opnamen van Jelly Roll Morton, King Oliver, de Original Dixieland Jazz Band, Bix Beiderbecke en heel veel anderen. Zo werden de bokken van de geiten gescheiden: zij, die de oude jazz zeer ernstig namen en zij die de nieuw uitgevoerde - maar gedateerde - muziek alleen maar geschikt vonden om er op te dansen. De voorgaande regel zegt trouwens alleen maar iets over het publiek en niets over de muzikanten, want ook in een oude-stijl-orkestje dat op dansavonden musiceerde werden de klanken van de oude meesters uit de jaren twintig ernstig bestudeerd en bediscussieeerd: er waren muzikanten die zworen bij oud-zwart en er waren er die zworen bij oud-blank. In ieder geval was één ding duidelijk: jazz was eind jaren veertig, begin jaren vijftig heel populair en zou nadien nooit meer zo'n grote schare volgelingen krijgen. In België werd de revivalgolf aangevoerd door Albert Langue met zijn Dixie Stompers, de laatste naam was trouwens in de jaren twintig al eens gebruikt door de bekwame Amerikaanse orkestleider en arrangeur Fletchter Henderson. In "Wang Wang Blues" horen we ook - en dat is heel merkwaardig - een vibrafoon. In De Duitse Bondsrepubliek waren het de Two Beat Stompers en Tsjechoslowakije had, voordat president Klement Gottwald zijn communistische zegeningen uitdeelde, ook een Dixieland Jazz Band. Uit Australië kwam Graeme Bell (foto) met zijn orkestje dat uitgebreid door Europa toerde en daarbij Tsjechoslowakije trouwens niet oversloeg.
12.5.19
Revival-jazz 2
Eind jaren veertig, begin jaren vijftig had niet alleen Frankrijk zijn revivalband met Claude Luter et ses Lorientais, maar hadden ook andere Westeuropese landen een dergelijk orkest, soms net als in Frankrijk gekoppeld aan de naam van de leider, zoals in het Verenigd Koninkrijk aan Humphrey Lyttelton (foto), of als in Denemarken aan Arne "Papa" Bue Jensen. In Nederland heette de meest bekende band de Dutch Swing College Band, een tikkeltje verwarrende naam omdat "swing" immers een ander soort jazz was als de door de DSC gespeelde "revival-jazz". Aanvoerder in de beginjaren (de band bestaat nog steeds) was klarinettist Peter Schilperoort. Soms konden we, alhoewel het instrumentarium wel klopte (drie blazers - trompet, klarinet, trombone - plus een ritmesectie) het predikaat "revival" moeilijk op de gespeelde muziek zetten, want "Schlafe mein Prinzchen", op de plaat gezet door Papa Bue and his Viking Jazz Band was dan wel, laat ik het een "schlager" noemen, maar geen werkje dat in New Orleans of Chicago op enig repertoire had gestaan. Toen de populariteit van "revival-jazz" taande en de jeugd rock 'n roll spannender ging vinden ontstonden, naast wonderlijke verkleedpartijtjes - muzikanten in gestreept badpak en met strooien hoedjes op de schedel, ook combinaties met popsterretjes, die hun wijsjes begeleid door een revival-orkest op de plaat mochten zetten: grammofoonmaatschappijen dachten zo van beide markten een graantje mee te kunnen pikken. Ik heb het orkest van Humphrey Lyttelton altijd hoog in het vaan gehad, de Dutch Swing College Band het vaakst gehoord en gezien en Papa Bue en zijn Noormannen het minst gewaardeerd.
11.5.19
Revival-jazz
Er is een aantal namen dat elkaar, als puntje bij paaltje komt niet helemaal dekt, maar waarschijnlijk is "revival-jazz" - de herleving van een oudere muziekstijl oorspronkelijk uit New Orleans - nog de beste, want "dixieland" heeft langzamerhand iets denigrerends en onder "oude stijl" zou je ook de in de jaren twintig van de vorige eeuw gespeelde en opgenomen muziek kunnen rekenen. Waarom werd "revival-jazz", muziek uit een voorbije periode populair? Je kunt ook vragen waarom staat muziek van Mendelssohn nog steeds op het programma van een symphonieorkest? Jazz maakte een razendsnelle ontwikkeling door in de jaren dertig: de orkesten werden groter en er werd van blad gespeeld, dat zorgde voor minder improvisatie, een aantal musici raakte ontevreden en ontwikkelde een nieuwe stijl, "bop", waar hoe dan ook het grote publiek niet klaar voor was. Een tikkeltje synoniem aan het verschijnen van de muziek van Strawinsky, daar was men (en is men in sommige concertzalen) ook niet klaar voor, gelukkig had men in het klassieke genre een reeks oudere componisten achter de hand. In de jazz bleek eveneens een oudere stijl een uitkomst en zowel in de Verenigde Staten als in Europa doken allerlei orkestjes op. In Frankrijk ontdekte klarinettist Claude Luter al in 1938 de oudere jazz en hij speelde in allerlei besloten gelegenheden tijdens de oorlog zijn favoriete muziek, maar pas na medio 1944 begon het echte succes. Een opname van Claude Luter et ses Lorientais (foto) uit 1948: "Snake Rag". (De foto bij de video van Claude Luter en Sibney (sic) Bechet doet absoluut niets ter zake).
10.5.19
Yerba Buena
Lu Watters' Yerba Buena Jazz Band was 's werelds eerste revivalorkest, een jazzorkest waar teruggekeken werd naar de muziek zoals ze jaren eerder werd gespeeld in New Orleans en daarna in Chicago. Revivalmuziek, die overal navolging kreeg, furore maakte onder de naam Dixieland en soms ontaardde in een oubollige klankenstroom, gekoppeld aan een politieke partij, terwijl de muzikanten gekleed in gestreept badpak en strooien hoed voor de zoveelste keer "When the saints go marchin' in" inzetten. Maar daar was in 1938 toen Watters in San Francisco startte nog geen sprake van. Natuurlijk vinden we ook in de Yerba Buena's een wisseling van muzikanten en valt het orkest, wanneer de Verenigde Staten in 1941 in de oorlog betrokken raken, korte tijd uiteen. Ook worden er opnamen gemaakt onder de naam van een solist uit het orkest, vaak begeleid door andere bandleden zoals dit "Peoria" door zanger, gitarist en banjoïst Clancy Hayes (foto). Tweede trompettist Bob Scobey, oorspronkelijk o.a. in een ballroomorkest, gaat in 1950 een eigen orkest leiden en horen we hier in het klassieke "Dr. Jazz". Klarinettist Bob Helm, zoon van van een baritonsax spelende vader en een moeder die pianiste was, had zijn eerste betalende baan toen hij elf jaar was en in een orkestje zat dat zwijgende films begeleidde. Na de Yerba Buena's vinden we hem in het orkest van de eerder genoemde Turk Murphy. Pianist Wally Rose, hier in de "Temptation Rag" maakte later deel uit van het orkest van Bob Scobey om vervolgens naar de band van Turk Murphy te gaan.
9.5.19
Johnson & Wettling
66 jaar geleden. Ik bezit één langspeelplaat. De Falla's "Driekante Steek" en van mijn eerst verdiende geld koop ik er twee bij: Bunk Johnson, de legendarische, teruggevonden New Orleans-trompettist, die voordat hij weer kan blazen eerst een kunstgebit moet krijgen, samen met de Yerba Buena Jazz Band uit San Francisco - met de gister gemelde Turk Murphy op trombone - en een lp van de een groep rond de Chicagodrummer (en schilder) George Wettling. Voor de plaat van Bunk Johnson staat de leider van de Yerba's, Lu Watters, zijn plaats af aan Bunk Johnson en het wordt een uiterst gevarieerd geheel waarbij niet alleen Johnson een vocale bijdage levert, maar ook Clancy Hayes, terwijl de beide gospels, "When I move to the sky" en Nobody's Fault but mine" voor rekening komen van Sister Lottie Peavy. De plaat van Wettling is andere koek, in feite is het een gezelschap rond gitarist Eddie Condon, dat dankzij het blad Collier's een plaat kan maken en we vinden bekende namen. die vaker rond Condon zijn tegengekomen als Wild Bill Davison (trompet altijd scheef voor de mond), Cutty Cutshall, Edmond Hall en Bob Casey. "Back home in Indiana" begint -wonderlijk genoeg - met Wettling op pauken, die zo gaat het verhaal, in de studio stonden opgesteld. (De bij dit werkje geplaatste foto's zijn er weer eens opgezet door Noddy Noodle.)
8.5.19
Tien jaar geleden op dit blog
Florent
Luyckx? Nooit van gehoord, zegt u. Florent Luycks begint elke dag met
twee sneetjes casino een vleugje Blue Band en rinse appelstroop, dat
alles vergezeld door een kop Senseokoffie met een scheutje Halvamel. 's
Middags eet hij een wit hard bolletje met een harinkje, natuurlijk met
een gesnipperd uitje en twee plakjes zuur. 's Avonds is het dag in dag
uit stamppot raapstelen met een sudderlapje. Iedere zaterdagavond om
tien over twaalf, en geen minuut later, neukt hij zijn vrouw, uiteraard
in de missionarisstand. Want Florent Luycks houdt niet van
verrassingen. Florent Luycks is tot 1 juni a.s. de zendermanager van
Radio 6 en hij weet exact wat de luisteraar naar Radio 6 wil, net als
Luycks: geen verrassingen. "De luisteraar heeft behoefte aan een
bepaalde zekerheid. Bij Radio 6 wist je nooit wat je kon verwachten. Op
hetzelfde tijdstip kon je getrakteerd worden op zeer uiteenlopende
programma's of zeer uiteenlopende muziekgenres, soms zelfs binnen één
programma. Radio 6 wist de luisteraar daardoor niet vast te houden",
stelt Luycks in het omroeppersoneelsblad 'Spreekbuis'. En de radio- en
muziekracist vervolgt: "Er is bijvoorbeeld geen plek meer voor
Aziatische wereldmuziek. Mensen die van mening zijn dat voor
bijvoorbeeld Aziatische wereldmuziek een markt is, kunnen tegenwoordig
met veel gemak een eigen internetkanaal starten." Geen sanshin uit
Okinawa, geen qawwali uit Pakistan, geen keelklanken uit Tuva, geen
Orchestre Andalou uit Israel, geen gamelan uit Bali, omdat werelddeel
Azië niet in het te klein bemeten schedeltje van Florent Luyckx past.
Nieuwsgierig hoe het inmiddels van een modieus baardje voorziene, oorspronkelijk bij Zomba Records werkzame baasje, anno 2019 gaat: na een rondgang langs diverse media belandde hij, na een directeurschap bij de de Q-groep, bij Radio Veronica waar hij sinds enige maanden de scpeter zwaait.
6.5.19
VERVUILER
Weit u nog: de vevùilâh betaalt? Darom ben assu hein en terug van Amsterdam naah Stgaatsburrag, assu gaat vliege, neigenenneigentag euâhro kwèt en kos un retâhrtsje met de trèn honderezeszeiventag euâhro en mag u vanaf 2030 met uw âhtautsje Amsterdam nie meâh in, naah ik anneim, opdat Schiphol dan flink grotâh ken wogtûh.
Hein-Jan Frokkermans, Rèswèk.
Trump
vader en zoon Trump
Donald Trump, die zo ongeveer iedere vijf minuten met een ander alternatief feit aankomt, en beweerde dat hij van Zweedse komaf is en daarna volhield dat zijn vader geboren is in een idyllisch oord in Duitsland, is de zoon van een kwalijke huisjesmelker in New York. U kent het spreekwoord van appels en bomen, dat slaat in dit geval de spijker op zijn kop. Woody Guthrie, de bekende Amerikaanse volkszanger, huurde eens een appartement van vader Fred Trump en schreef een lied over de man en zijn practijken. Het wordt hier uitgevoerd door de Missin' Cousins.5.5.19
ONECONOMISCH
Kèk, ut is natuâhlijk vedomd onekonaumies al die feisdage achtâh mekaah, dat kos ons land heil wat poen, daah mot dus un ènd an kaume en dat ken auk heil einvâhdag as we paas, kauningsdag en bevrèding kombinere doâh Jezus met un oranie doâhnenkraun op se knèhtuh innun dzeip, bestuâhd doâh zaun vaugel innun Amerikaans unifoâhm, die denk dat hè Eisehowâh zelluf is, te zette met wat handel, zauas kraukette, niet te frete friet en pleuâh in plastic beikerjes, achtâhrin.
Hein-Jan Frokkermans, Rèswèk.
4.5.19
Forverts
het eerste exemplaar
Gister ontving ik het laatste, gedrukte exemplaar van "The Forward", in 1897 in New York opgericht als het in jiddisch verschijnende socialistische dagblad Forverts, de naam ontleend aan de naam van de krant van de SPD in Duitsland. De krant groeide als kool en had begin jaren dertig een oplage van 275.000 exemplaren, die evenwel in de volgende jaren terugliep vanwege de anti-joodse immigratiepolitiek van de Verenigde Staten. Nobelprijswinnar Isaac Bashevis Singer publiceerde zijn verhalen in de Forverts. Terugval in het abonneebestand dwong de krant 1983 over te gaan tot wekelijkse publicatie en het in jiddisch verschijnend weekblad had, een naast de inmiddels in het engels verschijnende editie, een oplage van slechts 7000 exemplaren. Uiteindelijk verscheen het blad sinds juli 2016 als maandblad onder de engelse titel The Forward met daarnaast een dagelijkse nieuwsvoorziening via het internet, die voorziening wordt na ontslag van de hoofdredacteur en een deel van de redactie voortgezet.
het laatste exemplaar
Subscribe to:
Posts (Atom)