Klaarblijkelijk
loonde het enige tijd de moeite jazzopnamen uit de jaren twintig
opnieuw uit te brengen, zowel op 78toeren als op 45toeren. Ik heb "Chicago Buzz"
en "East Coast Trot" op 45toeren, maar degeen die het op YouTube
gezet heeft, heeft de heruitgave van de opnames uit augustus 1926 op
78toeren. Het is een kwartet onder aanvoering van de legendarische
clarinettist Johnny Dodds, al is het plaatje uitgebracht onder de naam
Junie Cobb's Hometown Band met Cobb op clarinet en altsax en Eustern
Woodfork op drums. Over de pianist zijn de geleerden het niet helemaal
eens: het is Jimmy Blythe of Tiny Parham. Voor Blythe pleit het etiket
van de plaat, hij is bovendien de componist, maar een jazzencyclopedie
geeft de eer aan Parham.
31.8.20
Tractor
Een
schitterend voertuig: een Minneapolis-Molinetractor uit 1938, een soort
Lanz "Eilbulldog", maar dan fraaier. Minneapolis-Moline ontstond
in 1929 uit drie bedrijven: een firma, die oorspronkelijk ploegen maakte
en later een tractorfabriek overnam, een fabriek, die dorsmachines en vervolgens locomobielen en tractoren fabriceerde en een tractorfabriek.
Adelbert
Dit is een ongeveer dertig jaar oud portret van Adolphina Knijpenbeurs, slager te Stompegaburen en verre nazaat van Adelbert de Wanstaltige, die in sommige folianten, ook Adelbert de Knoffelige wordt geheten. Adolphina beheert het familiearchief, dat de roemrijke daden van het geslacht sinds 1113 beschrijft. Adelbert schijnt komende uit Noord-Duitsland zich, vroeg in de twaalfde eeuw, in het Friese Burgum te hebben gevestigd en zich oorspronkelijk zowel met aardappelteelt als met botenbouw te hebben beziggehouden. Hij is de teler van het Aintje, een smakelijke en uiterst kruimige aardappel, die later verder werd ontwikkeld in het Bintje. Adelbert vond veel tegenstand vanuit België omdat genoemd Aintje totaal ongeschikt bleek voor de fritesindustrie, vanwege voornoemde kruimigheid. Met zijn ontwerp van een zeilboot, de zogenaamde oer-BM-er had hij tot ver over de landgrenzen groot succes, de uitgeholde boomstammen met een zeil van gelooid varkensleer vielen niet aan te slepen en dus werden her en der (o.a. in Marokko, Montenegro en Chili) nevenfabrieken opgericht, die tot ver in de achttiende eeuw actief bleven.
30.8.20
Neringdoenden 2
DE TIEN GEBODEN
op YouTube
- Ik ben de eeuwige, uw God, die u uit het land Egypte, uit het diensthuis, geleid heb.
- Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben.
- Gij zult de naam van de Eeuwige, uw God, niet ijdel gebruiken.
- Gedenk de Sjabbat, dat gij die heiligt.
- Eert uw vader en uw moeder, gij zult vandaag een wasmachine bij Cool Blue bestellen, opdat gij morgen kunt wassen.
- Gij zult niet moorden.
- Gij zult niet echtbreken.
- Gij zult niet stelen.
- Gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste.
- Gij zult niets begeren dat van uw naaste is.
Puppchen
Het is een gekend verhaal:
een rijwielfabriek gaat auto's maken. Wanderer opgericht door Richard
Jaenicke en Johann Winkelhofer in 1887 begon met de bouw van
motorfietsen in 1902 en deed in 1907 pogingen om een kleine auto te
construeren, maar pas in 1912 kwam het type 5/12 op de markt het bleek
een succes want de fabriek kon nauwelijks aan de vraag voldoen. De auto
kreeg de bijnaam "Puppchen". De in een advertentie uit 1921 afgebeelde
auto is een W8 met een viercylinder in lijn kopklepmotor met een inhoud
van 1300cc, een drieversnellingsbak, een gewicht van zevenhonderd
kilogram en een topsnelheid van 80 km/u. In de vroege jaren dertig werd
het latere type W11 door Martini in Zwitserland in licentie gebouwd. In
1932 ging Wanderer deel uitmaken van het Auto-Unionconcern.
Neringdoenden
O say can you see by the dawn's early light
What so proudly we hailed at the twilight's last gleaming
Whose broad stripes and bright stars through the perilous fight
O'er the ramparts we watched, were so gallantly streaming?
And the rocket's red glare, the bombs bursting in air
Gave proof through the night that our flag was still there
O say does that star-spangled banner yet wave
O'er the land of the free and the home of the brave
What so proudly we hailed at the twilight's last gleaming
Whose broad stripes and bright stars through the perilous fight
O'er the ramparts we watched, were so gallantly streaming?
And the rocket's red glare, the bombs bursting in air
Gave proof through the night that our flag was still there
O say does that star-spangled banner yet wave
O'er the land of the free and the home of the brave
Dit is de tekst van het volkslied van de Verenigde Staten. Gezongen kunt u het ongetwijfeld vinden op YouTube, hoogst waarschijnlijk na vijftien maten onderbroken door een advertentie, want enig respect voor welke muziek dan ook, valt van Amerikaanse websites niet te verwachten. Zij hebben neringdoenden te hoog in het vaan.
Ik kwam daar achter toen ik op zoek ging naar verschillende uitvoeringen van het Turkse volksliedje "Usküdara Gider'iken" en een prachtige versie vond, gespeeld door het gezelschap van Jordi Savall. Ik heb hem niet gebruikt omdat YouTube midden in de uitvoering het nodig achtte een product aan te prijzen, waardoor de muzikale magie hard werd onderbroken.
Gister las ik in "Der Spiegel" het verhaal van de pianist Igor Levit (geboren 1987 in Gorky en nu wonend in Berlijn), die tijdens de "lock down" iedere avond achter de vleugel in zijn woonkamer plaatsnam om een concert te geven, dat via een "live stream" te volgen was. Op 2 april j.l. inviteerde de Duitse bondspresident Frank-Walter Steinmeier Igor Levit om in "Schloss Bellevue" in Berlijn Beethovens "Waldstein Sonate" uit te voeren. Na enige aarzeling - want ook hier grijpen commerciële vandalen in - heb ik besloten Levits uitvoering toch op mijn blog te plaatsen.
29.8.20
28.8.20
INGLE
In 1943 kwam saxofonist/violist/zanger Ernest "Red" Ingle Spike Jones' City
Slickers versterken, hij had daarvoor deel uitgemaakt van de orkesten
van Jean Goldkette en Ted Weems. Nadat hij eind 1946 problemen kreeg met
Spike Jones over zijn salaris (geen onbekend fenomeen bij de City
Slickers"), richtte hij het jaar daarop zijn eigen band op. Het
repertoire van de "Natural Seven" week niet veel af van dat van de "City
Slickers". Zo werd o.a. Perry Como's hit "Tempation" vermalen tot
""Tim-Tay-Shun". Dat gebeurde samen met Jo Stafford als Cinderella G.
Stump, hier in een recreatie uit 1960 (de Natural Seven viel in 1952 uitelkaar). Een andere, grote hit van Ingle was "Cigareets and whuskey". Dit is tenslotte Ingles "Concerto for Violin in E".
POST.NL
Nadat hij in zijn jonge tienerjaren zijn vader Joseph Maria Plattbounder, pastoor te Jemappes, had geassisteerd bij het bereiden van het laatste oliesel, vervolgens bloedsinaasappels had geperst voor langdurig bedlegerigen te Maubeuge en daarna gerant was geworden van het restaurant "Au Croque Monsieur" te Loppersum, is Jerome Plattbounder thans directeur van Post.NL, een bedrijf dat zo'n kwart eeuw geleden door de Nederlandse staat verkwanseld werd aan een Australische transportfirma. Verdiende het bedrijf voor zijn intrede al nauwelijks meer de status van een efficiënte besteller, daar had een vijftal voorgangers reeds genoegzaam voor gezorgd, onder zijn eminente leiding als c.e.o. was het alleen maar steiler bergaf gegaan, eigenlijk was hij de enige die nog in dienst was van Post.NL., alle andere taken werden waargenomen door zogenaamde z.z.p.-ers en dat was goed zo, vond Jerome Plattbounder. Wel had hij Walmpje de Kreukelaere, om met hem bij tijd en wijle de sponde te delen en voor het verzenden van track & traceberichten aan de clientèle op blauwe maandagen, aangehouden, waarbij het iedereen opviel dat Walmpje in de eerste hoedanigheid meer bedreven was dan in de tweede.
UNA
Dit beeld vereist enige uitleg, want toen ik Una de foto toonde dacht ze, net als ik, dat de afgebeelde honden speelgoedbeesten waren, maar dat is niet zo: het gaat om levende dieren, die door hun trots in de camera blikkende (Amerikaanse) bezitter met verf zijn mishandeld.
Jacob Blake
De halfverlamde Jacob Blake ligt vastgeketend aan zijn hospitaalbed, vermoedelijk staan er twee zwaarbewapende politiewitmannen voor de deur van zijn kamer, zoiets kun je aan Amerikaanse agenten overlaten, net zoals de beschuldiging - achteraf - dat Blake een wapen in zijn auto had. Het mankeert alleen nog maar aan de beschuldiging dat Blake zichzelf zeven keer in de rug geschoten heeft.
NA KENOSHA: LAKE CHARLES
42 Jaar geleden was ik een dag en een nacht in Lake Charles. Onderweg, van New Orleans naar Houston, had ik in Basile de befaamde accordeonist Nathan Abshire in mijn beste schoolfrans geprobeerd te interviewen, we waren genoodzaakt - na een paar minuten - in 't engels over te gaan, omdat hij mij wel verstond, maar ik zijn 'cajun-french' niet. De volgende, die op mijn te interviewen lijstje stond, was Eddie Schuler in Lake Charles. Schuler, eigenaar van het platenlabel Goldband, had ooit de bij een verkeersongeluk omgekomen accordeonist Iry LeJune opgenomen, dus herinneringen aan hem moesten op band worden vastgelegd. Schulers studio leek meer op een televisie- en radiotoestelreparatiewerkplaats dan op een opnamestudio, maar dat hij een heel goed oor had voor wat interessant was of kon worden, bleek tijdens ons gesprek: Schuler had in 1959 de allereerste opnamen van een twaalfjarige Dolly Parton gemaakt. Ik bleef in Lake Charles, zocht een motel en reed de volgende ochtend naar Houston, passeerde onderweg het plaatsnaambord Nederland en was nieuwsgierig genoeg om de herkomst ervan te achterhalen: de stichters van het plaatsje waren aan het eind van de negentiende eeuw - door het tonen van foto's van een totaal ander Amerikaans gebied - overgehaald uit de omgeving van Bolsward te emigreren, een aantal van hen was spoorslags teruggekeerd, toen ze er achter kwamen dat ze in een regelmatig door orkanen geteisterd gebied terecht gekomen waren. Maar dat de stichters Friezen waren was duidelijk, de eerste winkel, die ik zag, had met grote letters "Rienstra Furniture" op de gevel.
27.8.20
MERKWAARDIG
Merkwaardig, en dit is hier een op zijn plaats zijnd woord, want dit is een sonate uitgevoerd door een fagottiste die tegelijkertijd piano speelt, maar het kan ook een pianiste zijn, die tegelijkertijd fagot speelt. Uw keuze! De sonate is een compositie van Peter Schickele, beter bekend als de man, die onder de naam P.D.Q. Bach, her en der serieuze muziek van humor voorziet.
VOLKSLIED
Debbie Houle, Sarah Pocklington en Sherryl Sewepagahan vormen het trio Ansani en zij zingen het Canadese volkslied op een heel bijzondere manier.
De Soto
De Soto, een in
1928 door Chrysler gecreëerd submerk, om met Oldsmobile en Pontiac te
concurreren, leverde in de jaren 1946 tot en met 1948 11600 taxi's en
eindigde daarmee op de vijfde plaats van de Amerikaanse
taxileveranciers. Veel verschil was er niet tussen de '46- en
'48-modellen, het wachten was op een totaal nieuwe De Soto en die kwam
pas met het model 1949. In 1959 werd De Soto samengevoegd met Plymouth
en in november 1960 verdween de merknaam voorgoed. De naam De Soto (ook DeSoto) was ontleend aan de Spaanse ontdekkingsreiziger, slavenhandelaar en gouverneur van Cuba en Florida Hernando de Soto (1497-1542).
Van 1946 tot en
met 1948 was deze Plymouth Special DeLuxe Wagon in productie. Er was
tijdens de Tweede Wereldoorlog wel nagedacht over wat er na de oorlog
moest worden geproduceerd, maar de Plymouth Division van de Chrysler
Corporation in Detroit was vanaf 1942 tot en met halverwege 1945 bezig
met andere zaken. Na de overgave van Japan wist Plymouth in 1945 770
auto's te bouwen, die nagenoeg gelijk waren aan de modellen van 1942.
Plymouth was net als De Soto een submerk van Chrysler, eveneens
geïntroduceerd in 1928 en bedoeld als concurrent van Ford. Plymouth
verdween als merknaam in 1999.
Walter P. Chrysler, die bij Buick en Willys had gewerkt, kocht in 1923 Chalmers-Maxwell en een jaar later stond een auto, een zescylinder met hydraulische remmen op alle wielen, met zijn naam op de grille op de weg. Op de foto een 48-er Chrysler "Windsor".
De totale geschiedenis van Chrysler is nog wat ingewikkelder:
Walter
P. Chrysler kocht in 1923 dus Maxwell-Chalmers, nadat kort daarvoor
Chalmers-Detroit Maxwell overgenomen had, vervolgens werd Dodge
gekocht en twee nieuwe merken, Plymouth en DeSoto werden aan de stallen
toegevoegd. Simca, oorspronkelijk gesticht om Fiat auto’s in Frankrijk
in licentie te bouwen, kocht Ford France en werd overgenomen door
Chrysler. Willys, in de Verenigde Staten kocht Kaiser en werd Jeep, dat
op zijn beurt onderdeel werd van American Motors, ontstaan door de
samenvoeging van Nash en Hudson. American Motors werd daarna gekocht door
Chrysler. In Engeland kocht Chrysler de Rootesgroep, die bestond uit
Hillman, Humber, Singer, Sunbeam en Talbot. Zowel de Franse als de
Britse tak worden verkocht aan Peugeot. De merken DeSoto (1960), Hudson
(1957), Nash (1957) en Plymouth (2001) zijn inmiddels in de tussen
haakjes geplaatste jaren verdwenen. Singer hield als merk op te bestaan
in 1971, Humber in 1976, Sunbeam in 1976, Hillman in 1978, Simca in 1978
en Talbot in 1992, al is over het laatste jaartal discussie mogelijk.
Resteren dus Chrysler, Dodge en Jeep, die na enige tijd onder de paraplu van Daimler-Benz te hebben gebivakeerd, nu deel uitmaken van het FIAT-concern.
TAAL
Laten we het Nederlands achter ons laten en v e r g e t e n. Onze moedertaal is volledig overbodig geworden, nu iedereen, op een enkele oudere landgenoot van Marokkaanse of Turkse komaf na, het Engels in optima forma denkt te beheersen. Bovendien zijn SHIT en FUCK gezamenlijk korter dan GODVERDOMME.
Drs. Barend-Otto ter Vloot, Steenwijkerwold.
26.8.20
SUIKERKLONT
De bekende Achlummer filosoof (alhoewel hij zelf de spelling philosooph
prefereert) Emiel Schwanzwanker, die in 2013 promoveerde aan de universiteit
van Groningen op "Over het nut van bijsluiters bij suikerklontjes" en
wiens meest bekende stelling luidt: "Een suikerklontje is evenmin als
kandij, voor zover bekend, bij inname zonder gevaar voor de vrucht of
het kind als het volgens voorschrift in koffie of thee wordt benut in de
zwangerschap en tijdens het geven van borstvoeding."
25.8.20
Zeven schoten in Kenosha
Je zou denken dat na wekenlange demonstraties volgend op de dood van George Floyd een Amerikaanse, witte politieagent aarzelt voordat hij zijn revolver op een zwarte medeburger richt, maar nee, het is weer raak, dit keer in Kenosha. Toen ik de beelden zag vroeg ik me af wat is de rechtvaardiging om iemand op zo'n korte afstand neer te schieten en dan met zeven kogels?
Ik was ooit in Kenosha, Dat had een tweetal redenen: er reden PCC-cars en ooit stonden er de Nash automobielfabrieken. Ik vertrok per trein vanaf een stationnetje iets ten Noorden van Chicago, passeerde Winnetka, dat me ogenblikkelijk tot het neuriën van "Big Noise from Winnetka" bracht. Mijn reis eindigde op de grens van Illinois en Wisconsin en Kenosha lag nog een flink eind verderop, dus ik ging op zoek naar een bus. Ik wist dat ik in een merkwaardig gebied was, waar ooit het dragen van bruine schoenen en het fluiten op zondag verboden waren, geheel in stijl werd ik, toen ik tenslotte een taxi gevonden had - ik moest en zou naar Kenosha - door de dame aan het stuur onderworpen aan een lange voordracht over Jezus Christus, die de enige redding, tijdens mijn aards bestaan en zelfs daarna, zou zijn. Geen straatevangelisatie, maar taxi-evangelisatie en dat is totaal andere koek dan een weekje New York voor de doorsnee vaderlandse toerist, die vervolgens denkt Amerika te kennen. Mijn - overigens mislukte - bekeringsrit eindigde bij het station van Kenosha met uitzicht op een grote, groene vlakte en ik stapte in een PCC-car, in Kenosha voornamelijk een toeristische attractie, want oorspronkelijk hebben de daar rijdende trams in Cleveland en daarna in Toronto dienst gedaan. Maar goed, ik zat voor de allereerste keer in de oervorm van wat ik mijn favoriet openbaar vervoerstype noem en ik was in de stad waar ooit mijn - lang verkochte - Nash (UD-71-37) was gebouwd. Ik denk zelden nog aan mijn bezoek aan Kenosha, maar gister, door de afschuwelijke beelden, waar weer eens duidelijk werd dat zwart leven er klaarblijkelijk niet toe doet, dook de stad weer op.
24.8.20
MALIEVELD
Ze zwaaiden met de Nederlandse vlag. Ze hadden het over vrijheid. Hun vrijheid. En hoe die ernstig werd beknot. Ook over hoe standvastig en hoe dapper ze waren. De kans om te worden gearresteerd was immers nooit ver weg. Misschien geslagen en gefolterd zelfs? Hun leider in het gevang? Zijn vrouw of vriendin uitgeweken naar België om vandaar de strijd voort te zetten? Steeds opnieuw naar het Malieveld voor het grote ideaal: strijden tegen de inperking van hun vrijheid. "Geen mondkapjes. Weg met Ruttechenko!"
23.8.20
ANACHRONISME 5
Marcus 6-24-25. Zij ging
naar buiten en zeide tot haar moeder: Wat zal ik vragen? En die zeide:
Het hoofd van Johannes den Doper. Zij spoedde zich terstond naar binnen
en eischte van den koning: Ik wil dat gij mij aanstonds op een schotel
het hoofd van Johannes den Dooper geeft.
AUTOMOBIEL NO.1
Hij zal wel Salomon of Samuel geheten hebben,
dat gebeurde wel vaker, per slot van rekening kon je maar beter niet met je
joodse afkomst te koop lopen. Dus ging hij als Siegried Marcus door het leven.
Dat u hoogst waarschijnlijk nooit van hem
gehoord hebt, heeft alles met die afkomst te maken, want de in 1831 in
Malchin (Mecklenburg) geboren uitvinder is door de nazis uitgegumd, want in
ausradieren waren de “edelgermanen” letterlijk en figuurlijk meesters. Dat
hij heel wat patenten op zijn naam
heeft staan en al heel vroeg een auto construeerde – al was het weinig meer dan
een met een benzinemotor aangedreven handkar – staat dan wel in de
Encyclopaedia Britannica, maar op last van de heersers over het duizendjarige
rijk moest de uitvinding van de auto
worden toegeschreven aan de heren Benz en Daimler en diende Marcus uit
Duitse naslagwerken te verdwijnen. Een later door Marcus ontworpen en door Märky,
Bromovsky & Schulz gebouwde wagen
heeft meer het uiterlijk van een auto, hij had een
anderhalveliterviertaktmotor, de topsnelheid was acht kilometer per uur. Op de
foto de tweede Marcuswagen. Siegfried Marcus stief op 30 juni 1898 in Wenen.
KLEIN
In de naam van het piepkleine autootje, Avolette zit een verwijzing naar de luchtvaart. De Avolette, in feite een
Franse uitvoering van de Duitse Brütsch "Zwerg" werd in 1955 op de
Parijse Salon tentoongesteld door de Franse importeur van
Cessna-vliegtuigen, de Société Air-Tourist in Parijs. Er waren vijf
versies, met motoren van Ydral, Sachs en Maico. Het autootje bestond uit
twee plastic schalen.
ANACHRONISME 4
Jozua 6-15.
Op den zevenden dag nu, toen zij met het krieken van den dageraad zich
hadden opgemaakt, trokken zij op dezelfde wijze de stad om, maar deden
op dien dag den omgang zevenmaal.
EEN TURKS VOLKSLIEDJE
Een onbedaarlijk opgetuigde Japanse kotospeelster neemt samen met een basklarinettist "Der Terk in Amerika" (De Turk in Amerika) onderhanden, een stuk, dat sedert 1924 toen het in New York op de plaat werd gezet door de uit Galicië afkomstige Naftule Brandwein, behoort tot het klassieke klezmerrepertoire. Brandwein had dezelfde melodie ook kunnen ontdekken bij zijn sefardische geloofsgenoten, niet zo heel merkwaardig, want toen die in 1492 van het Iberisch schiereiland werden verjaagd, vluchtten deze niet alleen in Noordelijke richting maar ook naar het Ottomaanse rijk en dan ben ik meteen bij de herkomst van het liedje: een Turks volksliedje "Usküdara Gider'iken", dat in de Westerse wereld hoogst waarschijnlijk het meest bekend geworden is in de uitvoering van de Amerikaanse zangeres Eartha Kitt. Wie dieper graaft ontdekt dat de melodie in de vele culturen van het immense rijk der Ottomanen overal zijn sporen heeft nagelaten, zo bestaan er Griekse, Libanese, Arabische versies en is het zelfs daar buiten, bijvoorbeeld in Maleisië bekend geworden. Dat de melodie uiteindelijk door Boney M. als "Rasputin" werd opgenomen moeten we ogenblikkelijk vergeten, dat groepje heeft meer muzikale verkrachtingen op zijn geweten.
22.8.20
BOUM BOUM
Nee,
een echte operetteliefhebber zal ik wel nooit worden maar voor het werk
van Offenbach mogen ze me wakker maken. Ik kan redelijk goed uitleggen
waarom: zijn operettes zijn muzikaal, niet suikerzoet en steken de draak
met een aantal zaken, die andere componisten serieus nemen, zoals HET MILITAIR.
Dit is een scene uit 'La Duchesse de Gerolstein': 'Je suis le Général Boum Boum'.
FODEN
De importeur van Foden voor ons land, "Diham C.V.", zat in 1949 in Deventer en leverde
vrachtwagens met Gardnerdieselmotoren met 4, 5 of 6 cylinders. De
prijzen waren op aanvraag. Foden was een bekende Britse fabriek, ooit
begonnen met het bouwen van stoomvrachtwagens die tot in de vroege jaren
dertig nog steeds leverbaar waren. In 1934 schakelde de fabriek
definitief over op dieseltrucks. De foto is van een Foden met een
typisch Britse beschildering, ze leefden zich aan de overkant van de
Noordzee altijd uit op de belettering. Foden was ook bekend door zijn brassband:
de Foden Motorworks Band, die steeds hoog eindigde in Britse brassbandcompetities en alhoewel het vrachtwagenmerk niet meer bestaat,
het werd in 1980 gekocht door het Amerikaanse Paccar (ook eigenaar van
DAF) en verdween in 2006, is de band er nog altijd, al zijn de leden niet meer in dienst van Foden. Maar winnen doen ze nog, ook in 2013!
UNIVERSEEL 2
De kansen dat u Nederlandse folklore in een ver buitenland kunt horen, schat ik op nihil, ondanks het feit dat in de Verenigde Staten orkestjes opereren met veelbelovende namen als Fat, Original, Goodtime en Real Dutchmen. Die namen berusten op onbegrip, de toeteraars bedoelen Deutsch en spelen, wat in de wandeling in de USA, oompah heet en van Zuidduitse origine is. In ons land maken we ons wat graag andermans folklore eigen, of dat nu om klanken uit Hawaii, Ierland,Texas, Roemenië en Louisiana, om maar een paar voorbeelden te noemen, gaat. Of die van ver weg komende muziek altijd even correct wordt uitgevoerd blijft de vraag, dezelfde vraag kun je stellen wanneer je aan Japanse klezmerklanken wordt blootgesteld. Er is in Japan bijna geen muziekgenre dat niet wordt beoefend of het nu om salsa of flamenco gaat. Soms wordt de nabootsingsdrift echter wel heel grotesk.
ANACHRONISME 3
Exodus 14-22: Zo konden
de kinderen van Israël midden door de zee op het droge gaan en rechts en
links was het water een muur voor hen.
21.8.20
KOBY
De
eerste CD die ik van Koby Israelite kocht was "Mood Swings" uit 2005
met de volgende zin van Albert Einstein: "I know not with what weapons
World War III will be fought, but World War IV will be fought with
sticks and stones." Koby nam op die CD een groot deel van het intrumentarium zelf
in handen en in zekere zin vond ik dat jammer want van een live optreden
kon daardoor geen sprake zijn. Ik heb 't daarna allemaal niet meer zo fanatiek bijgehouden: financiële beperkingen, noem ik het maar, en o.a. de nieuwe
CD's van Koby Israelite werden het slachtoffer. Gelukkig is er op YouTube
het een en ander te vinden, eerst maar even met zijn hond Bamba (foto) en vervolgens samen met violiste Monika Koscielna en tenslotte in "Battersea Blues".
Zijn CD's verschijnen op Tzadik - Radical Jewish Culture, het label
van John Zorn.
ANACHRONISME 2
Mattheüs 26-20,21. 'a Avonds lag hij aan met de twaalf leerlingen. En onder den maaltijd zei hij: "Voorwaar, ik zeg u, een van u zal mij overleveren."
UNIVERSEEL
Muziek is universeel, al is sommige muziek universeler dan de andere, 'klassieke' muziek bijvoorbeeld omdat partituren al enige eeuwen in druk verschijnen, andere muziek moet het hebben van kolonialisering - Schotse doedelzakken in Pakistan - geluidsdragers en radio. Toch is er ook nog iets anders dat bijdraagt aan de verspreiding van muziek: de acceptatie van de ene cultuur door een volstrekt andere cultuur. Een autochtoon orkestje dat Chinese klanken laat horen op Chinese instrumenten in Onstwedde ligt niet in de lijn van mijn verwachting, terwijl Ierse muziek heel goed mogelijk kan zijn. De adaptatie van iets totaal anders hangt van veel factoren af, soms is dat nieuwsgierigheid, soms imitatiezucht. Zouk, ontstaan op de Caraïbische eilanden Martinique en Guadeloupe, is een uit de mazurka ontstane dans - het woord zouk is zelfs een verbastering van het woord mazurka - die de slaven op de suikerplantages zagen dansen door de eigenaren van die plantages. Ook een langdurige bezetting door een vreemde krijgsmacht draagt bij aan het accepteren van een in wezen totaal andere cultuur, de naoorlogse bezetting van Japan heeft ongetwijfeld bijgedragen aan marcherende schoolorkesten, geheel in Amerikaanse stijl, soms zelfs perfecter dan het overzeese voorbeeld. Wees niet verbaasd om een Japans orkest, feilloos het arrangement van "Sing, Sing, Sing" van de Benny Goodmanband uit de tweede helft van de jaren dertig, te horen uitvoeren. Ook minder massaal dan een bigband, vinden we navolgers van een typisch Amerikaanse muzieksoort, zoals bluegrass. Een tikkeltje universeler wordt het wanneer ook regionale Mexicaanse klanken op het repertoire worden genomen, maar het meest verbazingwekkend vind ik dat een specifiek Japans instrument als de koto wordt gebruikt in een bekend stuk popmuziek van "Dire Straits".
20.8.20
BOOS
Ontving zojuist een woedende email van Christoffel Zwurgachler, partner van Adriaantje van Kupkake, partner en geen echtgenoot, omdat Adriaantje een bevlogen aanhanger is van de Connecticutse feministe Shuvah Plump, die sinds jaar en dag beweert dat "marriage the last hindrance is to a civil society". Zwurgachler is boos omdat ik zijn partner weltergewicht genoemd heb, terwijl zij middengewicht is in het Drentse schedelwerpen. Dat vind ik merkwaardig, maar wel typisch Nederlands: Nederlanders vinden zich op over een minieme kwestie terwijl ze hoofdzaken onder het tapijt plegen te vegen. Twee volslagen idioten vergelijken een mondkapje en een polsbandje met de misdadige antisemitische schandvlek die Joden in de oorlog moesten dragen en het blijft stil. Verschrikkelijk stil, niemand van de vaderlandse hoogmogenden snoert Engel en Van Dieren de mond en zegt dat ze ver over de schreef zijn gegaan.
CREATIEF
Wat doe je als je baan op de tocht komt te staan en ontslag dreigt
wanneer je baas de werkzaamheden om economische redenen inkrimpt? Want
dat laatste was het geval vlak na de oorlog in Frankrijk, 'cheminots'
hing ontslag boven het hoofd omdat onrendabele lijnen werden opgeheven,
om de doodsimpele reden dat een stoomlocomotief met een enkel rijtuig
voor slechts een handvol passagiers te veel geld kostte. Drie
vakbonden, met als belangrijkste de communistische fédération CGT des
Cheminots, deden gezamenlijk als Fédération Nationale de Cheminots
(FNC) een uniek voorstel: om banen voor hun leden te behouden werd de
spoorwegfirma Billard in Tours opdracht gegeven een autorail te bouwen
en op 20 november 1946 reed het prototype. Uitgerust met Panhard
viercylinderdieselmotor en vierversnellingsbak was de maximumsnelheid 65
km/u. Er was slechts één klasse - derde - , maar er was wel (let even
op vaderlandse teloorwegen) een WC voor de 51 passagiers (30 op banken,
13 op noodzittingen en 8 staand). De FNC-autorails reden door heel
Frankrijk, de kortste afstand was Sarrebourg-Reding: 3 kilometer, de
langste Avignon-Digne via Pertuis : 167 km. Op de foto twee gekoppelde
FNC's.
19.8.20
Museum
De automobielverzameling van Henri Malartre staat in het naar hem
genoemde museum in Rochetaillée-sur-Saône vlakbij Lyon.
Prentbriefkaarten met de tentoongestelde auto's doken in ons land al in
de jaren zestig op, gevolgd door de modelletjes van RAMI. Een aantal jaar
geleden was ik eindelijk in de gelegenheid om de collectie te zien en
dat was de moeite meer dan waard. De auto's zijn voor een deel
ondergebracht in een kasteel, waarbij ik me regelmatig afvroeg hoe ze de
wagens ter plekke hadden gekregen, een ander deel van de verzameling
staat in een grote hal. Natuurlijk ligt de nadruk in Rochetaillée op
Franse auto's, Frankrijk had, anders dan ons land, vanaf het prille
begin in de negentiende eeuw een boeiende autoindustrie. Soms kwamen de
bouwers uit een onverdachte hoek, want wie zou vermoeden dat een
klokkengietersfamilie in Le Mans stoomwagens ging bouwen. Vader Amédé
Bollée was er al mee bezig in 1873, zoon Amédée zette het werk voort
o.a. met de bouw van een enorme postkoets voor de markies De Broc, later
verschenen kleinere door stoom aangedreven koetsachtige voertuigen van
zijn hand, zoals bovenstaande auto uit 1878, voor Amédée junior
overschakelde op benzineauto's. Na 1920 maakte de fabriek zuigerveren.
Hier onder staat een Scotte uit 1896, eveneens aangedreven door een
stoommachine, want het pleit in het voordeel van benzine was nog niet
beslist. J. Scotte kwam uit Épernay en hij heeft lang niet de
bekendheid gekregen van Bollée, al staat de "Train Scotte" op zijn naam,
een niet op rails door een stoomtractor voortbewogen reeks wagens o.a.
ingericht voor het vervoer van verwonden, maar het ontwerp werd door
het Franse leger niet geaccepteerd en in 1914 vinden we Scotte in
Épernay als directeur van een bedrijf waar hoeden worden vervaardigd.
Georgia 2
Het is de vraag of men zich in Japan de Amerikaanse herkomst herinnert van "Tokyo Bushi"- want dat is inmiddels de titel van "Marching through Georgia" - zeker is dat de compositie nog altijd repertoire houdt. Nu is het niet zo heel uitzonderlijk dat een melodie met een geheel nieuwe tekst opduikt aan de andere kant van de wereld. Het meest wonderlijke voorbeeld is het lied "La Rosalie" van de negentiende eeuwse Franse componist Pierre-Jean Boulanger dat het in 1957 tot het volkslied van Maleisië heeft gebracht.
18.8.20
GEORGIA
17.8.20
Mayflower
Laten we het er maar op houden dat dit autootje met de naam "Mayflower",
dat in september 1949 verscheen, berust op een misvatting. Maar er
bestaan wel meer misvattingen rond de "Mayflower", het schip waarmee
Engelse kolonisten, "The Pilgrim Fathers", in het begin van de
zeventiende eeuw naar Amerika zeilden, vaak worden die afgebeeld als
gezeten Leidse burgers compleet met kanten kragen, in die kledij hadden
ze het geen week in, wat nu Massachusetts heet, volgehouden. Triumph was
kort voor de Tweede Wereldoorlog na een faillissement overgenomen door
Standard, dat in in 1947 de Triumph "1800" met een zogenaamde
"razor-edge-carrosserie" in de markt zette, een nostalgisch ogende
mini-Rolls-Royce. De "Mayflower" was nog een flinke slag kleiner en
vanwege de naam hoogst waarschijnlijk bedoeld voor de Amerikaanse markt,
waar de MG "TC" veel succes had. De "Mayflower" had een te kleine
motor, was daardoor niet snel genoeg en succes bleef in de Verenigde
Staten dan ook uit. Maar wie zich begin jaren vijftig op ons continent
zeer Brits wilde verplaatsen had een grappig ogend en ruim autootje aan
de Triumph "Mayflower".
Subscribe to:
Posts (Atom)