31.3.21
Dardanella
30.3.21
STAND-UP COMEDY
MODEHUIS BEINTEMA, WOMMELS 4
Model Wladimir draagt hier een zogenaamde "onesie", vervaardigd uit sanseveria- en bamboevezels en gortepap. De onesie biedt niet alleen bescherming tegen covid 19, maar ook tegen novitsjok en de bof. Er zijn slechts een paar onesies à €312,- in voorraad.
29.3.21
FORD
MODEHUIS BEINTEMA, WOMMELS 4
28.3.21
999
MODEHUIS BEINTEMA, WOMMELS 3
Model Wladimir draagt hier een poncho gerecycled uit plastic boodschappentassen van Jumbo (€262,-) en een Heidewietskahoed van het befaamde goelagmodel (€87,25).
27.3.21
RESTAUREREN
Wat is restaureren? Eerst maar even wat het niet is: het wrak van een Traction Avant 15/6 uit 1954 kopen en op basis daarvan een replica cabriolet uit 1939 construeren of een MG TC uitrusten met een Fordmotor, dat noem ik niet restaureren, maar vals spelen en volk dat dergelijke handelingen verricht of laat verrichten dient ogenblikkelijk uit elke serieuze automobielclub te worden verwijderd. Over het echte restaureren, en het doet er niet toe of het om fietsen of auto's gaat is al enige jaren discussie gaande: betekent restaureren het in nieuwstaat terug brengen van het voertuig of moet de patina van de oude lak bewaard blijven en geven gebruikssporen juist meer waarde? Eerlijk gezegd ik weet het niet. Mijn Sunbeamfiets uit 1910 ziet er uit of hij gister de fabriek verlaten heeft. maar mijn Columbia uit 1900 zat na een eeuw nog zo mooi in de lak, dat ik hier en daar de beschadigingen met een fijn penseeltje heb ingevuld. Ik kom op dit alles omdat ik ooit een prachtig gerestaureerde La Salle* uit 1940 zag. Restauratiekosten $120.000,- en nu te koop voor $80.000. De wagen zag er uit alsof hij zo van de band kwam. Ik heb toen op een parkeerterrein een poosje met de eigenaar staan praten, mocht het interieur en de V8-motor bekijken en echt er viel niets op aan te merken.
*La Salle was een ondermerk van Cadillac, het merk was van 1927 tot 1940 in productie. In 1940 werden er van de vierdeurssedan nog geen 7000 gemaakt.
MODEHUIS BEINTEMA, WOMMELS 2
SJOLLEMA
26.3.21
MODEHUIS BEINTEMA, WOMMELS
Model Wladimir draagt hier een eikenhouten wambuis met opgestikt vleermuisbont (€122,50) en daaronder een handgebreide pullover van zuiver geitenhaar (€19,00).
ORANJEFEEST
HOLDEN
De Dietrich
25.3.21
VOGELS
TAAL
Begin jaren negentig was ik twee keer in Litouwen. In Šiauliai werd ik door een journalist van een lokale krant geinterviewd en ik keek vreemd op toen ik mijn naam in druk verbasterd zag tot Wimas Bloemendalas, maar kwam er in verhouding tot Camille Saint-Saëns nog goed af, want in een destijds aangeschaft boekje heet hij in Litouwen Kamilio Sen Sanso of Sen Sansas. Toen ik wat langer over zo'n naamsverandering nadacht, was het minder vreemd, de Tsjechische componist Dvořák heeft bij ons immers Dvorshak, Dworsjaak of iets dergelijks. Een Tsjech, die onze spelling van zijn beroemde landgenoot ontdekt, weet waarschijnlijk ook niet wat hij ziet. Deze week kreeg ik een tweetalig boekje in handen over Stephannie, een Navajomeisje. En anders dan van bovenstaand fragment in het Litouws, dat duidelijk over "Le Carnival des Animaux" gaat, herken ik werkelijk geen enkel woord van de Indiaanse taal.
STRIJD
"Sla der op, Johan", herinner ik me als strijdkreet van Henk van Laar , die daarmee Johan Jong aanmoedigde de piano te lijf te gaan. Maar dit is totaal anders: muziek voor de krijg van eeuwen geleden, waar Jordi Saval het orkest op authentieke instrumenten leidt.
MAXIMAAL
McKeen
24.3.21
LONG BOILER
Een door Robert Stephenson ontworpen zogenaamde "Long Boiler". Een locomotieftype dat door verschillende Franse constructeurs (o.a. Koechlin, Halette en Derosne & Cail) in 1846 werd gebouwd voor bijna alle Franse spoorwegmaatschappijen. In dit geval is het een machine voor de NORD met de naam Carnot, een Franse wiskundige. In dezelfde serie verscheen een locomotief met de naam Ruysdael. Zoals in die tijd gebruikelijk was zijn veel delen van de locomotief met hout bekleed. Later werd de achterste as naar achteren verplaatst om een stabielere loop te bevorderen. Ze zijn tot 1880 in gebruik gebleven.
THE SAILORMAN
PIERCE-ARROW
In 1921 stond bijvoorbeeld dit model 32 in de showroom van de dealers met, kenmerkend voor Pierce-Arrow sinds 1913, de koplampen in de spatborden, al was de auto voor traditiegetrouwen ook met losse koplampen leverbaar. Men hoefde, anders dan voorheen, niet te rekenen op een innovatief ontwerp, die periode was voorbij en toen in de tweede helft van de jaren twintig de concurrentie met acht- en twaalfcylinders zakte de verkoop in en in 1928 werd de fabriek onderdeel van Studebaker, terwijl de ontwerpafdeling zelfstandig zijn werk bleef doen.
In 1933, de fabriek was inmiddels weer losgekoppeld van Studebaker, dat failliet ging, verscheen de "Silver Arrow", een gestroomlijnde auto voor een belangrijk deel rustend op de principes van Paul Jaray, die daar overigens geen cent vergoeding voor kreeg.
23.3.21
INTERVIEW
"Dag meneer Eerdmans van Ja21, ik wil u graag een paar vragen stellen."
"Nee, nee, ik ben van Absoluut33".
" Neemt mij niet kwalijk, maar ik dacht..."
"Ja, ik ben van Nee22."
"Dat is redelijk verwarrend. Maar u bent trots op Nederland?
" Wij, van Jaja105 zijn heel trots op Nederland."
" Maar toch vooral op Rotterdam? "
" Rotterdam moeten wij leefbaar houden!"
BURGER
Gister schreef ik in een regel dat ik militaire voertuigen civiliseerde, vandaag laat ik een aantal zien. Want wat in de realiteit gebeurde kan natuurlijk op schaal ook. Wie in 1947 het Nederlandse vrachtwagenpark bekeek zag veel min of meer verbouwde legervoertuigen uit de dump, in heel Europa zal dat niet anders geweest zijn en zelfs legervoertuigen uit de Eerste Wereldoorlog eindigden niet allemaal op de sloop, de Nash "Quad". een vierwielaangedreven en -gestuurd voertuig deed her en der in de landbouw dienst. Ik neem aan dat de eerste foto van een Leyland "Terrier" is, die in 1928 bij het War Department in dienst kwam.
Deze Bedford "OXD" zag je vlak na de oorlog bij vrachtrijders overal, hij had een zescylindermotor. Overigens kreeg zelfs de Jeep een civiel uiterlijk, vaak werd er een houten cabine opgezet.
Deze vrachtwagen met een gedeeltelijk rond dak was gebouwd door Crossley, een fabriek die ooit een Bugatti in licentie bouwde. Hij had een viercylindermotor met aandrijving op alle wielen en werd voornamelijk aan de RAF geleverd.
Niet alleen Britse voertuigen gingen naar de dump en werden vervolgens in civiele kledij gestoken, ook met Amerikaanse legervoertuigen, zoals met deze GMC, gebeurde het.
22.3.21
MILITAIR
In mijn autominiaturenverzameling voeren personenwagens de boventoon. Vrachtwagens zijn er weinig, modellen van militaire voertuigen nog minder. Soms heb ik ze geciviliseerd, maar een klein aantal heb ik origineel gelaten, zoals deze "army wagon". die vermoedelijk een Bedford QLD moet voorstellen. De QLD had een zescylindermotor en was de meest geproduceerde Britse 4x4 tijdens de Tweede Wereldoorlog: 52245 exemplaren. Hieronder een artillerietrekker met ammunitietrailer en kanon. De trekker is een Morris-Commercial C8 met een viercilindermotor met een inhoud van 3,5 liter.