Renate Rumpel was een heel eenvoudig,
nog in de D.D.R. gefabriceerd theepotje. Die eenvoudigheid, die simpelheid
straalde van haar af en zo gedroeg ze zich ook. Ze slaakte kleine gilletjes van
vreugde wanneer ze “Earl Grey” mocht brouwen, want dat was ze in haar jonge jaren absoluut
niet gewend geweest. Destijds was het meestal “Brause mit Fruchtgeschmack”, een
soort imitatiethee met een vruchtensmaakje, dat zich in haar binnenste bevond.
Ze zag er best aardig uit met een deksel waarop een rode knop
met het wapen van de “Erste
Arbeiter-und-Bauern-Staat”, klein, maar toch heel goed zichtbaar in een soort
plastic gegoten. Renate was groot
geworden in Dresden, maar toen de familie, die haar zowel ’s ochtends, ’s
middags en ’s avonds gebruikte, na de val van de Muur naar het westen trok, was
ze met wat ander huisraad ingepakt en mee naar Koblenz verhuisd en kwam ze op
een keukenplank te staan, vlak naast een recent aangeschaft uit 1933 daterend waterketeltje, Helga
Durchfall geheten. Renate had na een dag al door dat Helga het idee had, dat ze
van heel andere, veel hogere komaf was. Ze had geprobeerd een gesprek met Helga
aan te knopen, maar dat was faliekant mislukt.
Die Helga was geen hogedrukketeltje maar een hogedunkketeltje,
stelde Renate vast. Typisch zo’n arrogant, pseudo-antiek, vooroorlogs product,
want ze had op het handvat van het waterketeltje “Durchfall Metallwaren
G.m.b.H. Remscheid” gelezen. Klaarblijkelijk wist Helga niet eens dat Durchfall
in goed, oud en puur Duits diarree betekende en dat was toch bepaald geen naam op
trots op te zijn en ze zou het bij gelegenheid toch eens onder haar tuit
wrijven. Maar die gelegenheid bleef uit. Helga had alleen toen Renate op zekere
ochtend voor de zoveelste keer geprobeerd had een gesprek te beginnen haar
toegesnauwd dat ze niet met haar in gesprek wenste te gaan en het al erg genoeg
vond naast haar een plaats op de keukenplank te hebben: “Luister eens goed
Oostduitse theepot, zonder heet water dat in mij wordt gekookt, ben je nergens. Maar dan ook
helemaal nergens, dankzij mij besta je, zonder mij valt er in jou geen thee te
trekken, stomme trut! Ga terug waar je vandaan komt, naar die scheit-D.D.R. van
je. Abhauen, bitte schön.”
Renate vond de toevoeging ‘bitte schön”
belachelijk, het was alsof je getrapt werd en daarna geaaid, daar hield ze
helemaal niet van. Ze had trouwens
begrepen dat haar gebruikers ook erg aan de Westduitse gewoonten moesten
wennen. Nee, de hereniging ging niet van een leien dakje. Soms had Renate
ondanks de afschuwelijke “Brause mit Fruchtgeschmack” heimwee naar de D.D.R.,
daar had ze altijd goed kunnen opschieten met de in het Volkseigener Betrieb B.E.
Heimmerfeld, Görlitz. vervaardigde waterketel, maar die was helaas vanwege een
aantal deuken niet mee ingepakt en in de D.D.R. achtergebleven. Ze waren
echte Volksgenossinnen geweest en hadden de aan hun opgedragen arbeid
blijmoedig verricht, er viel tussen hen nooit een onvertogen woord. In de één
werd het water gekookt, in de ander de thee gezet. Beide bovendien tot grote
voldoening van de gebruikers.
De gebruikers waren soms een aantal dagen weg
en soms zelfs wat langer. Het was dan stil in huis, behalve als de buurvrouw de
kat 's ochtend en 's avonds eten kwam geven. De kat was een kreng, die
toen ze eens missprong, Renate bijna van tafel had geveegd. Die buurvrouw
zette nooit thee, ze kwam, trok een blikje kattenvoer open en verdween. Renate
en Helga stonden dan twee weken zwijgend naast elkaar, tot een goed gesprek
kwam het nooit. Je hoorde alleen de pannen drie planken lager
keet schoppen, maar die deden dat in het Italiaans en dat verstond Renate niet.
De gebruikers waren weer eens weg. Vermoedelijk niet heel lang, want Renate had
gezien dat ze geen grote koffers hadden gepakt. "Nur Handgepäck" hadden
ze meegenomen. Ze had ook iets opgevangen over Lüttich en een markt. Lüttich
klonk behoorlijk Duits, dus het moest wel in de buurt zijn.
Helga had, natuurlijk om haar treiteren, meteen nadat de gebruikers het pand
hadden verlaten, de Wallkürenritt ingezet, het ontbrak er nog maar aan dat ze
"Junge komm bald wieder" of de nazitophit "Mit Mercedes-Benz
voran" was gaan kwelen. In het begin had Renate zich zo aan Helga geërgerd
dat ze "Auferstanden aus Ruinen", het volkslied van de D.D.R.,
had aangeheven, maar daar had ze achteraf spijt van gehad. Zoiets doen was
natuurlijk erg kinderachtig.
Ja
hoor, een paar minuten
later hoorde Renate Helga een lied galmen dat nooit, ondanks het feit
dat het over Mercedes-Benz ging, op het repertoire van Janis
Joplin had gestaan:
"Auf endlosen staubigen Wegen,
durch Trümmer und lodernden Brand
so rollen, dem Einsatz entgegen,
die Wagen ins feindliche Land."
De kat miauwde zachtjes.
Verder bleef het stil, totdat drie planken lager het pannenkoor losbarstte met:
"Una mattina mi son svegliato
O bella ciao, bella ciao, bella ciao ciao ciao
Una mattina mi son svegliato
Eo ho trovato l'invasor."
Renate juichte van binnen, want de pannen overstemden Helga, terwijl Helga toch
vlak naast haar stond. Helga stopte. Renate hoorde haar vloeken:
"Verdammte Terroristen!!"
Na de zang van de Italiaanse pannen bleef het de verdere dag en nacht
rustig, al probeerde het in Polen gefabriceerde suikerpotje midden in de nacht
wat antisemitische prietpraat te verkondigen, maar daar luisterde niemand naar,
behalve een theelepeltje uit Poznan, want dat was de enige die Pools verstond.
De volgende dag, een zondag, tegen vieren kwamen de gebruikers thuis. Ze hadden
in Lüttich overduidelijk inkopen gedaan. Ze begonnen de aangeschafte
spulletjes, en dat waren er zo te zien nogal wat, uit te pakken: een Pools
wandbord - "Święta Maryjo" riep het
suikerpotje verheugd - een nootmuskaatmolentje en twee theekop- en
schoteljes. Renate was het meest geïnteresseerd in de theekopjes, per slot van
rekening zou de in haar gezette thee in in die kopjes terecht komen. Helga werd
tot Renates grote vreugde een plank lager gezet en de theekopjes kwamen naast
haar te staan. Voorname theekopjes, dat zag ze meteen, met bloemetjes en een gouden
randje en niet van vandaag of gisteren, nee, je zou ze best antiek kunnen
noemen.
"Meissen?" vroeg Renate zacht, maar er kwam geen antwoord.
Dat zou toch wat zijn, Meissen lag per slot van rekening maar vijfentwintig
kilometer van Dresden, de stad waar zij jarenlang gewoond had, dus ze vroeg het
nog een keer, maar wat harder: "Meissen?" Maar er kwam weer geen
antwoord, misschien hadden de kop en schoteltjes omdat ze uit Meissen kwamen,
het wat hoog in hun bol. Toen hoorde ze een diepe zucht van een schoteltje
gevolgd door: "Blimey, where did we end up now? My Chen, maybe in
China? "Can't be", zei een kopje, "It was a very short
trip." "Joe aach in Dzjermanni", zei Renate, die wist dat op de
onderkant van haar bodem het land stond waar zij gefabriceerd was. "In
Deutschland!", verduidelijkte ze. "Have we been there before?, vroeg
een kopje. " "Can't remember", zei een schoteltje, "and
none of us speaks a single word of German." "Oh yes, I do", zei
het andere schotelje, dat niet helemaal bij 'haar' kopje paste, " I've
been here before in the British Zone, quite a while ago, though."
"Moeten we ons voorstellen?", vroeg het schoteltje dat
eigenlijk niet bij één van de kopjes hoorde. "Zouden we kunnen doen, maar
hoe en wat voor nut heeft het. Ik heb niet het idee dat hier iemand Engels
spreekt. Het theepotje in ieder geval niet." "Nou ja, het staat
beleefd en ik zou het in het klein beetje Duits dat ik ken kunnen doen."
"Niks daarvan", riepen de kopjes en het andere schoteltje in koor,
"geen verbroedering met de vijand." "Maar we zijn helemaal niet
meer in oorlog", zei het afwijkende schoteltje. "Dat kan wel zijn,
maar zodra je even de andere kant opkijkt, rijden ze weer in een tank of zetten
ze een helm op hun kop. Wij zijn met zijn vieren en kunnen het heel goed
gezellig maken met elkaar, daar hebben we dat Duitse keukengerei niet bij
nodig." Renate probeerde iets van de woordenwisseling te begrijpen, maar
dat lukte niet erg.
Alhoewel het Engelse viertal hun conversatie bijna fluisterend gevoerd
had, had een plank lager de waterketel Helga Durchfall haar oor gespitst. Zij
verstond Engels, want medio 1946 had ze korte tijd dienst gedaan in een door de
Britten geconfisceerde villa in Berlijn. Ze had een ogenblik overwogen, toen ze
de kop en schoteltjes beluisterde, "Wir fahren gegen Engeland" aan te
heffen, maar dat idee ogenblikkelijk verworpen, het was immers vele malen beter
te zwijgen, want zo kon ze de Engelse communicatie blijven afluisteren. Perfide
Britten, mompelde ze. Renate Rumpel, het theeketelje, stond intussen te trillen
op haar drie korte pootjes. Ze had voorname buren. Niet uit Meissen, maar van
veel verder weg. Jammer dat ze ze niet verstond. Ze vroeg zachtjes:
"Woher?" Het niet helemaal passende schoteltje antwoordde: "From
England, made by Wedgewood."
Westwut? Westwut?, dacht Renate, was de naam van zo'n fabriek ontstaan
tijdens de koude oorlog? Was het een soort arbeiderscollectief, een
volkseigenesbetrieb, maar dan in Engeland? Maar hoe zou ze dat met haar geringe
kennis van het Engels, de kopjes en schoteltjes kunnen vragen. Een plank lager
stelde Helga Durchfall vast dat de kopjes en schoteltjes van zeer goede komaf
waren. Wedgewood, dat was zoals de Britten het zelf zouden zeggen "top of
the range" en dat niet zij, maar dat verdomde D.D.R.-theeketeltje er naast
mocht staan. Een schande! Ze besloot in te grijpen en riep: "Hi guys.
Jullie weten het waarschijnlijk niet maar jullie zijn naast een communistisch
theepotje geplaatst. Levensgevaarlijk! Als jullie niet oppassen duwt het jullie
van de plank en eindigen jullie in scherven op de stenen vloer."
Zodra de Italiaanse pannen het woord communist hadden gehoord zetten
zij opnieuw "Bella Ciao" in. Het klonk oorverdovend. "Ah",
riep het enigszins afwijkende theeschoteltje, dat van muziek geen kaas gegeten
had, "La Traviata van Donizetti!" Er onstond een felle discussie
onder de Engelse kopjes en schoteltjes: "Welnee", zei een kopje,
"dat is een koor uit de "Barbier van Sevilla" van Rossini."
Het werd Helga Durchfall duidelijk, dat het Wedgewoodkwartet zich in het geheel
niet stoorde aan haar waarschuwing, dat het door Renate van de plank kon worden
geduwd, maar dat het de herkomst van "Bella Ciao" belangrijker vond.
"Nah sowas", mompelde Helga, "typisch Engländer, wir hätten den
Krieg gewinnen können. Doof und abermals doof."
Helga zette toch maar "Wir fahren gegen Engeland" in. Ze
schreeuwde meer dan ze zong. Ergens onder in haar tuit knapte iets bij de
regels "Weine nicht um mich, mein Schatz, und denke: für das Vaterland, da
floß mein Blut!" Het deed pijn maar ze zong dapper door. Ze zou die
verdomde Italianen een lesje leren. Toen de de vrouw des huizes de volgende
ochtend Helga met water vulde, stroomde het water er net zo hard weer uit als
het er in kwam. Er bleek een scheur in de lasnaad tussen ketel en tuit.
"Ach", zei de vrouw, "die ketel is al zou oud ,het wordt tijd
voor een nieuwe." Ze smeet Helga in de vuilnisemmer. Het Wedgdewoodkwartet
zong "Land of Hope and Glory."