30.4.23

Muziek

 

Drummer Georges du Buy
Gisteravond eerst naar ""Even tot hier" gekeken, ook vanwege de muzikaliteit van de heren Van der Laan en Woe , tamelijk ongekend  in het genre, daarna vanwege de hobbyistische neiging van mijn echtgenote tot  het aanschouwen van misdaadseries naar BBC 1 voor "Magpie Murders", waar ik zoals meestal wanneer het  als om "wie deed het" gaat, niks van snap en daarna naar BBC 2 waar vanaf acht  uur hoogtepunten van de wereldkampioenschappen snooker werden uitgezonden en om elf uur Willie Nelson live vanaf Glastonbury. En daar gaat het om. Met knikkeren met een stokje heb ik niets. Maar om elf uur wordt er nog steeds gesnookerd, zo nu en dan onderbroken door een dame en twee heren die commentaar leveren en zo  gaat het door tot twaalf uur, de Britse Broodkastjes Companie is vier uur en meer bezig met  knikkeren  met een stokje en Nelson, die ik meerdere  malen ontmoette en interviewde, wordt vergeten. Gelukkig heb ik een alternatief. Ik ga luisteren naar een recent ontvangen CD van The Katzenjammer Kids opgenomen op 14 september 1974 in Bar Le Duc in  de Korte Leidse Dwarsstraat in Amsterdam,  mij aangereikt door de toen 17-jarigge  drummer Georges du Buy. In de band ook vader Joop du Buy op klarinet  en broer Remi du Buy op trombone. Het was een gezelschap dat speelde met wie bereikbaar was en na een telefoontje mee kon spelen. Op 14 september 1974 waren dat op cornet waarschijnlijk Cees Dollée, op banjo Richard Ehrlich en op tuba Fred Zwicker, een Amerikaan die ook in het Residentie Orkest speelde op dat  instrument en  Rudi Jozel die in ons land was als trombonist  van de Wiener Philharmoniker. Het is een pracht plaat. Zeldzaam, want nooit in de handel verschenen.  En bovendien uniek in de zin dat er twee klassieke musici mee van de partij waren. Vooral het meer dan dertien minuten durende  "China Boy" klinkt fantastisch. Achteraf gezien vond ik het niet zo heel erg jammer dat ik Willie  Nelson miste.
 Ik zoek in mijn platenkoffertje de platen uit en Willie Nelson tuned zijn gitaar 



Om Zeep

 

 
 

Als het Britse automerk Lanchester ooit terugkomt - maar dat betwijfel ik - komt het merk uit India, want het maakt deel uit van de door Ford aan Tata verkochte Jaguargroep. Het verhaal van Lanchester is typisch voorbeeld van hoe een fabriek langzaam om zeep wordt gebracht en de rol van "badge engineering" daarin. Het verhaal begint in 1895 toen Frederick Lanchester zijn eerste auto bouwde, die met een aantal wijzigingen in 1900 in productie werd genomen: de luchtgekoelde, liggende tweecylindermotor was om een goede gewichtsverdeling te krijgen in het midden van de auto geplaatst en was gekoppeld aan een voorselectieversnellingsbak. Tot 1914 bleef Lanchester een onconventioneel merk, maar Fredericks broer George leidde de fabriek naar meer gebruikelijker ontwerpen. In 1931 werd Lanchester overgenomen door B.S.A., dat al een topmerk bezat in Daimler, dat sinds 1910 deel was van de oorspronkelijk als wapenfabriek (British Small Arms) gestarte onderneming. Lanchesters werden na de overname goedkope Daimlers. In 1954 verscheen het prototype van de Lanchester "Sprite", in feite een uitgeklede Daimler "Conquest" met een automatische versnellingsbak, het jaar daarop werden tien gewijzigde "Sprites" gebouwd en sloot de fabriek zijn deuren. Daimler werd in 1960 door Jaguar overgenomen en daardoor kan een volgende Lanchester alleen nog maar met een Indiaas labeltje op de markt komen.
 

29.4.23

Woorden

Heden, waarde lezers, wil ik uw aandacht vragen voor het begrip woordgevoel, niet voor de inhoudelijke betekenis van het woord, maar het gevoel dat een woord oproept. De smaak van het woord. Ik geef een voorbeeld: konijnenkeutel, dat is niet iets wat u letterlijk in de mond moet nemen, maar toch moet u het woord an sich eens proeven. Konijnenkeutel. Een vriendelijk woord met zijn terugkerende k's, de n's, de o, de ij en de eu. Het is een woord met een plezierige uitstraling. Hetzelfde kan gezegd worden van het woord boterham. De ronde o maakt het tot een genoegen het woord uit te spreken. Boekenlegger is tot we aan de g's en de slot r komen ook - laat ik het maar zeggen - een fijn woord. Onplezierige woorden, woorden die nare gevoelens oproepen hebben in de regel een r vooraan in het woord, ik denk aan woorden die beginnen met  gr, met br, en dr. Ik noem een paar voorbeelden en proeft u even met me mee: gramschap, gruwel, grof, brokken, bruusk, brullen en druk, Drachten, drammen, Drent. Zeg genoemde woorden een paar keer achter elkaar en u krijgt er een naar gevoel bij. Zeg dan nog een keer konijnenkeutel en merk dan dat zo'n woord bijdraagt aan uw opgewektheid, u krijgt er een goed humeur van, zo'n gevoel krijgt u niet bij het uitspreken van het woord Drent.
drs. Frederik-Johan van Grombaard, taalkundige te Doetinchem.

 

Dienders

 


 Een Wolseley 14/60

Goed, ik kocht een Wolseley 14/60 met een zescyinder 1700cc motor en twee carburateurs, de auto werd door vriend Paul steevast een hondenhok genoemd, maar vriend Paul, een groot liefhebber van grote Amerikaanse auto's, noemde  alle Engelse auto's hondenhokken, dus het raakte me niet. Ik ging er mee naar Wales en naar de Kieler Woche en behalve problemen met de electrische benzinepomp, kan ik me geen rottigheid herinneren. Wel werd ik regelmatig door dienders aangehouden, als ze het met mij over de auto wilden hebben dan waren ze bij mij aan het juiste adres, maar als ze begonnen over rijbewijs en kentekenbewijs en daarna over de  auto, dan  kregen ze nul op het rekest. Ik had dan geen zin meer. Ik werd regelmatig aangehouden. Bijvoorbeeld  's avonds onderweg  ter hoogte van de afslag naar Ankeveen op weg naar Bussum. "Meneer, wij rijden al een  poosje achter u, slingert zo, hebt u gedronken?" Ik was zo nuchter als een pas geboren baby en legde uit dat de weg nogal wat spoorvorming had en dat ik met  mijn smalle, starre vooras, dan weer in het ene en dan weer in het andere spoor zat. De  dienders begrepen het en ik kon mijn reis vervolgen. Op de Middenweg in Amsterdam was het andere koek. Ik werd gestopt. De agent bewoog zich naar rechterkant en ontdekte dat ik links zat. Eerst moest ik rij- en  kentekenbewijs tonen en daarna de richtingaanwijzers, de agent stelde zich achter de wagen op en meldde dat de richtingaanwijzers niet functioneerden, terwijl ik ze duidelijk  zag, want het waren ouderwetse uitklappende, midden in de auto aanwezige  richtingaanwijzers. Dat was geheel fout, die mocht ik niet hebben er moesten clignoteurs op elk voertuig. Ik vertelde dat de auto voordat de wet  op clignoteurs op voertuigen was ingevoerd al in Nederland was en daarom vrijgesteld was van clignoteurs. De agent twijfelde,  maar omdat ik de datum van de invoering destijds in mijn hoofd had, liet hij me gaan.

28.4.23

Dienstkloppers

1980. De Amerikaanse  presidentskandidaten zijn de zittende president Jimmy Carter en Ronald Reagan. De Nederlandse Minister van Buitenlandse Zaken Chris van der Klaauw zal 's avonds commentaar geven in  studentensociëteit Minerva in  Leiden. Dat bericht komt zo laat dat er geen tijd is om een parkeervergunning te regelen voor een  omroepwagen, dus zetten technicus Peter Kroonstuiver en ik de wagen zonder die  vergunning voor Minerva en Peter  trekt een kabeltje naar binnen en we zetten ons in afwachting van Van  der Klaauw achter in de wagen. Tot  onze verbijstering blijkt na afloop  van het gesprek met Van der Klaauw en wij ons gereedmaken  voor de volgende reportage, die midden in de nacht  in Amsterdam zal  plaats vinden, de wagen een bon op de voorruit te hebben. Een tweetal dienstkloppers heeft, terwijl ze ons in de wagen hebben zien zitten, toegeslagen. De bon gaat naar het NOB, maar wordt niet  betaald en men laat de zaak voorkomen.  Peter Kroonstuiver moet naar Leiden. Ik ga mee. Het is de  laatste zaak die ochtend. Ik zit in de zaal en Peter verschijnt voor de rechter, maar klaarblijkelijk weet ik de aandacht van de rechter te trekken, zodat ik ook mijn zegje mag doen, per slot van rekening ben ik opdrachtgever en ik maak twee dingen duidelijk: dat we door tijdnood niet instaat waren een parkeervergunning te regelen en dat het redelijk absurd is bonnen uit te geven terwijl er zichtbaar twee mensen  achterin de omroepwagen zitten. De rechter toont begrip en  betaling van de bekeuring blijft achterwege.

Stoom

 


Behalve stoomtractoren en stoomwalsen uit het Britse verleden, hier een fantastische, rijdende verzameling trams, locomotieven, bussen, motorfietsen en automobielen.

27.4.23

Reppen

U hebt zich wellicht eens afgevraagd  hoe het komt dat uit Nederland meer Joden zijn gedeporteerd en vermoord dan uit andere westeuropese landen. Het antwoord ligt voor de hand en was  vandaag weer duidelijk zichtbaar. Nederlanders mochten voor de oorlog graag schamperen over voddenjood. En het kwam inderdaad wel voor dat sommige, dus niet alle, Joden werkzaam waren in de handel in lompen en  metalen. Kortom handel waarin  de rest van de  Nederlandse bevolking geen brood zag. De handel daarvan is inmiddels overgegaan op Koningsdag in  nazaten van Nederlanders, die het af lieten  weten tussen 1940 en 1945. Ik zag dat vandaag weer in mijn dorp. Maar ik repte, zover men van reppen kan spreken bij het  gebruik van een rollator, me vervolgens huiswaarts omdat ik gaarne de capriolen van  Koning Max, waarachter,  naar ik meen Jan  Slachthuis o.i.d. zich bevindt. Hij had zijn tent letterlijk en  figuurlijk opgeslagen voor de voormalige woonte van de voorvorige majesteit en had  zich dagenlang voorbereid op een  gedegen vraaggesprek en daartoe vele kladblaadjes volgeschreven en meegenomen, zodat van elke spontaniteit geen sprake kon zijn.  Hij praatte met een autoriteit op het gebied van het koonlijk huis, die  zich de vorige avond beklaagd had over het handgebruik van de majesteit.  Het  blonde, en nu had ik bijna dus geschreven,  maar  dat mag niet meer, het hoort vandaag de  dag  en  te zijn, domme wezen nam tal van Oranjes door, terwijl haar door mijn vader  steevast pleetrekkers geheten  oorversierselen vrolijk rinkelden.  Daarna was de beurt aan  Karin Bloemen, die  eerst  zeer gedegen  aan  de tand werd gevoeld over haar toilet door Slachthuis o.i.d. en daarna vanaf het  balkon iets in het Frans mocht galmen. Toen heb ik mijn televisie  ter  bescherming  van de uiterst  gevoelige oren van mijn kat maar uitgezet.

Zwerk 2

 


Behalve de Blitzen Benz en een carrosserieloze Delahaye zagen we gister o.a. de Pratts C16, een wonderlijke racewagen, die wel wat weg had van de vooroorlogse Mercedesrecordwagen W125. De C16 is gebouwd op een truckchassis van een Chevrolet uit 1938, hij heeft de vooras van een Ford  uit 1949 en de achteras van een Chevrolet, aandrijving gebeurt door twee rechte achtcylindemotoren van Buick, met een drie versnellingsbak eveneens van Buick. 


26.4.23

Werk aan de winkel

 

Er is weer veel werk aan de winkel voor het bestuur van Drachtster Presidint Trump Appresaasje Sositeit.


Zwerk

 


Meer vuil in het zwerk.

25.4.23

Hamilton

 

Wat gebeurt er wanneer je een trombonemondstuk op een tenorsaxofoon zet of een tenorsaxofoonmondstuk zet op een bastrombone? Kortom Trent Hamilton probeert geluiden uit diverse blaasinstrumenten te halen door een een verkeerd mondstuk te gebruiken. En nu ik het toch over blaasinstrumenten heb, hier een hele reeks ietwat ongebruikelijke blaasinstrumenten, maar allemaal wel met  het juiste mondstuk. Om dit uitstapje af te ronden: Attilio Berni aan het werk op de subcontrabassaxofoon.

Erdogan

 

Natuurlijk moet ik het met u even hebben over Recep Tayyip Erdogan, die niet alleen het grootste presidentiële paleis ter wereld bezit, maar zich ook als iedere goed moslim zich heeft laten besnijden, alhoewel een en ander gebeurd is toen Recep over zijn bloedeigen piemeltje nog geen zeggenschap had en pappie en mammie Erdogan baas speelden over Receps onderlijf, maar goed of niet goed, de Turkse president is besneden, ik noteer expres naast goed ook niet goed, want bij Erdogan is er net iets te veel van zijn piemeltje afgehaald, daar werd hij in zijn tienerjaren fors mee gepest, buurtgenootjes vroegen wanneer hij een hoofddoek ging dragen en sinds die tijd probeert Erdogan op alle mogelijke manieren - met zijn gemankeerde mannelijkheid - het verschil tussen de sexen duidelijk te maken: vrouwen horen achter de tobbe, aan het aanrecht en kinderen te baren.
Drs. Barend-Otto ter Vloot, Steenwijkerwold

Wanderer

 

Het is een gekend verhaal: een rijwielfabriek gaat auto's maken. Wanderer opgericht door Richard Jaenicke en Johann Winkelhofer in 1887 begon met de bouw van motorfietsen in 1902 en deed in 1907 pogingen om een kleine auto te construeren, maar pas in 1912 kwam het type 5/12 op de markt  het bleek een succes want de fabriek kon nauwelijks aan de vraag voldoen. De auto kreeg de bijnaam "Puppchen". De in een advertentie uit 1921 afgebeelde auto is een W8 met een viercylinder in lijn kopklepmotor met een inhoud van 1300cc, een drieversnellingsbak, een gewicht van zevenhonderd kilogram en een topsnelheid van 80 km/u. In de vroege jaren dertig werd het latere type W11 door Martini in Zwitserland in licentie gebouwd. In 1932 ging Wanderer deel uitmaken van het Auto-Unionconcern.

Charpentier

 

Marc-Antoine Charpentier (1643-1704) was huiscomponist van Maria van Guise, daarna schreef hij voor de Comédie Française en vervolgens voor de jezuïten, maar zijn grootste bekendheid geniet  hij als componist van de  herkenningsmelodie van de Eurovisieuitzendingen. Dat is nogal mager, want hij schreef twee opera's, veel toneelmuziek en geestelijke muziek. Dit is een mars  van hem.


24.4.23

Jazz

 

Er is een aantal namen dat  elkaar, als puntje bij paaltje komt niet helemaal dekt, maar waarschijnlijk is "revival-jazz" - de herleving van een oudere muziekstijl oorspronkelijk uit New Orleans - nog de beste, want "dixieland" heeft langzamerhand iets denigrerends en onder "oude stijl" zou  je ook de in de jaren twintig van de vorige eeuw gespeelde en opgenomen muziek kunnen rekenen. Waarom werd "revival-jazz", muziek uit een voorbije periode populair? Je kunt ook vragen waarom staat muziek van Mendelssohn nog steeds op het programma van een symphonieorkest? Jazz maakte een razendsnelle ontwikkeling door in de jaren dertig: de orkesten werden groter en er  werd van blad gespeeld, dat zorgde voor minder improvisatie, een aantal musici raakte ontevreden en ontwikkelde een  nieuwe stijl, "bop", waar hoe dan ook het grote publiek  niet  klaar voor was. Een tikkeltje synoniem aan het verschijnen van de muziek van Stravinsky, daar was men (en is men in sommige concertzalen) ook niet klaar voor, gelukkig had men in het klassieke genre een reeks oudere componisten achter de hand. In de jazz bleek eveneens een oudere  stijl een uitkomst en zowel in de Verenigde Staten als in Europa doken allerlei orkestjes op.  In Frankrijk ontdekte klarinettist Claude Luter al in 1938 de oudere jazz en hij speelde in allerlei besloten gelegenheden tijdens de oorlog zijn favoriete muziek, maar pas na medio 1944 begon het  echte succes. Een opname van Claude Luter et ses Lorientais (foto) uit 1948: "Snake Rag". (De foto bij de video van Claude Luter en Sibney (sic) Bechet doet absoluut niets ter zake).

Bus

Toen ik medio 1953 in Den Haag kwam wonen waren de trams ver van mijn bed, lijn 4 een kwartiertje lopen en lijn 15 al gauw op een klein halfuur met de pas er in. Ik kwam in een nieuwe wijk met twee buslijnen: R, die later werd vernummerd tot 27 en E die nummer 20 opgeplakt kreeg. De bussen waren voor het overgrote deel groen, pas later kwam de afgebeelde bus in beeld,  ik was inmiddels verhuisd en woonde drie minuten lopen van het oude trameindpunt maar de tram was vervangen door een bus en dat betekende al weer geen tram in mijn naaste omgeving. Tramgebruik bleef trouwens een zeldzaamheid, ik fietste naar school, waar lijn 10 op de Waldeck Pyrmontkade voorbij kwam een enkele keer gingen we naar Scheveningen, dan pakten we, toen we pas in Den Haag woonden, bus R tot de hoek van de Wouwermanstraat om daarna op lijn 11 over te stappen, die ons op een geheel vrije baan naar zee bracht.

Stoomtram

Ooit met de stoomtram van half twee van Hoorn naar Medemblik en geconfronteerd met een stukje van mijn verleden: in de tram reed, behalve een post- en een goederenwagen, een reizigersrijtuig van de NTM.
Als je Noorderbuurt in Drachten uitliep kwam je op de Stationsweg, rechts van die weg lagen de rails van de NTM. Ik kon met de tram naar Leeuwarden (dat zal meestal het doel geweest zijn), naar Groningen (dat heb ik een keer met mijn vader gedaan, ik herinner me een buitengewoon vies smakend ijsje - ik was vijf - in die stad) en naar Olterterp (doolhof!) en verder naar Beetsterzwaag, Gorredijk en Heerenveen.
Wat destijds de meeste indruk op me maakte (en wat ik volledig was vergeten) was de buitengewoon lage snelheid van de tram: ik zag tussen Twisk en Medemblik, een fietser bijna vrolijk fluitend het tempo bijhouden. Twintig kilometer per uur? Het kan nauwelijks meer geweest zijn.

23.4.23

COWBOYS

 


 WIJ ZIJN TWEE EENZAME COWBOYS....

Wimille




Naam en faam kreeg Jean-Pierre Wimille als Bugatticoureur. Zijn eerste wedstrijd  reed hij in een Type 37A (zie boven), maar daarna zouden nog vele andere, blauwe bolides volgen, ook reed hij na de oorlog voor Alfa-Romeo. Van een groot aantal van  de door hem gereden  auto's heb ik miniaturen, ook van zijn Wimillepersonenauto en van de Simca-Gordini waarmee hij in Buenos-Aires verongelukte.
 

Rutte

 

 
Groningers, wees gerust... ik was er altijd en ik zal er altijd zijn.

60 2

 

Momser - want Bekouchgaander stond er op dat de Barracuda Boys elkaar met hun  bijnamen aanspraken - was de zanger van het kwartet en schreef - want ook daar stond Bekouchgaander op -  de zogenaamde eigen nummers. "Want als je iets wilde "berèkuh" in de beatmuziek, dan moest je "èguh" nummers hebben", was zijn credo. Dus zwoegde Momser avond aan avond met  een Engels woordenboek op schoot aan eigen werkjes. Over een ervan was hij tevreden en Bekouchgaander had zelfs gezegd dat ze daar een proefopname van zouden moeten gaan maken, die hij vervolgens naar Hilversum kon sturen. Het nummer  heette "Mayhem in Main Street". Het woord mayhem had  Momser gevonden toen hij een liedje  over "Love in May" had willen schrijven, maar dat idee ogenblikkelijk had verworpen toen hij mayhem had gevonden. Het liedje begon zo: "I am walking, walking, walking, when I saw you, walking, walking, walking and there was mayhem in my head." Het eerste "walking" zong Momser alleen, voor het twee en derde 'walking waren Snops en Birdybird, in casu de broers Palderaffes verantwoordelijk. Op aanraden van Bekouchgaander had Momser ook een brief naar Hitweek  geschreven, niet onder zijn eigen naam, maar als John Struyksman waarin deze schreef dat hij een opvallend bandje had ontdekt  in de Haagse popscene: The Barracuda Boys en dat hij voorspelde dat die beatgroep het nog ver zou brengen en dat hij gehoord had dat er zelfs contacten waren met een  Engelse zeezender.
"Kèk", zei de heer Bekouchgaander tegen de Barracuda Boys: "'t Is een aachdich nummech, maach ech ontbcheekt wat an, ech is geen gimmick en goeie nummechs hebbuh 'n gimmick, weet je wel?""Gohfechdomme", dacht Momser, "heb ik èndeluk 'n goed èguh nummech geschewuh, begint die sak ovech 'n gimmick!" "n Gimmick kent 't hele vechschil makuh of  je 'n hit heb of geen hit" vervolgde Bekouchgaander, "en wij willuh toch allemaal 'n hit of  niet, weet je wel? Daachom stelt ik vooch dat as Momser de eechste keech 'walking' zingt, we daach 'n tuba ondechsettuh, die de viech eechste notuh speelt van 't Tocheadoochlied, dat speelt-ie eechst pianissimo en dan as 't lied vochdecht hoe langer hoe hachduch tot fochtissimo. Kek, jongus das is 'n moaie gimmick, daach lusten de mensuh wel chottemelksepap fan, weet je wel!" Onky, Snops en Birdybird waren het zonder slag of stoot met de heer Bekouchgaander eens, bovendien wist Onky het verschil niet tussen pianissimo en fortissimo. Alleen Momser keek bedenkelijk, wat had een tuba in de  beatmuziek te zoeken. "Toch geen ene cotfechdomse sodemietuch!"

22.4.23

Niets mis

Dankzij de voortdurende aandacht voor ramadansles en iftarites is er met  de islamitisering van de nederlandse publieke omroep voorlopig niets mis.

Griezelig

In 1960 zag ik, twee jaar voordat het definitief sloot, in het Grand Guignoltheater in Parijs bijzonder griezelige zaken op het toneel. Ik herinner me veel bloed en een aantal afgehakte hoofden. Veel eerder sloot het 'Cabaret du Néant' (Cabaret van de Doden), het eveneens in de jaren negentig van de voorvorige eeuw furoremakende theater in de Franse hoofdstad. Ik had er nooit van gehoord, maar ik vond ooit in een marktkraam in Bussum een ansichtkaart van dat cabaret. Ik ben op vervolgens op zoek gegaan om wat meer van het 'Cabaret du Néant' te weten kon komen.

Er zijn twee theaters met die naam geweest, een in Parijs en later ook een in New York. Na binnenkomst werden de bezoekers door een 'monnik' naar een zwartgeschilderde kelder geleid en vandaar naar een café met kaarsen op tafels in de vorm van doodkisten, waar drankjes werden geserveerd door obers in doodgravercostuum. Een presentator wees tegelijkertijd op schilderijen van figuren, die oplosten in skeletten. Terwijl klokken luidden en een 'marche funèbre' ten gehore werd gebracht, leidde de 'monnik' de bezoekers naar een ander ruimte, waar een vrijwilliger werd gevraagd plaats te nemen in een rechtopstaande doodkist (zie foto). Nadat de bezoeker was omwikkeld met wit linnen werd een skelet op het linnen geprojecteerd, zodat het net leek alsof door de bezoeker werd heengekeken. Daarna werd de projectie gedoofd en de bezoeker weer uitgepakt. In de laatste te bezoeken ruimte waarde, eveneens door middel van projectie, een geest rond.
Hoe de onverstuurde ansichtkaart van het 'Cabaret du Néant', meer dan honderd jaar later, op een Bussumse marktkraam belandde zal altijd wel een raadsel blijven.

Feininger

 


Dit is mijn Cleveland leunend tegen een paal net buiten de Naardervesting. Een aantal jaren geleden verkocht ik de fiets aan een galerie gewijd aan de schilder Lyonel Feininger (1871 -1956) op het Duitse eiland Usedom in de Oostzee. Feininger was verknocht aan het eiland en heeft er veel op een Cleveland rondgefietst en geschilderd. Geboren in New York als zoon van de violist Karl Feininger en de zangeres Elisabeth Feininger-Lutz werd hij op zestienjarige leeftijd naar Berlijn gestuurd om zijn onder zijn vaders leiding begonnen vioolstudie af te maken, zijn hart ging echter uit naar de grafische kunst en alhoewel hij later o.a. fuga's voor piano schreef, meldde hij zich als leerling bij de konininklijke kunstacademie. Zijn eerste bekendheid kreeg hij als striptekenaar, baanbrekend was zijn manier om de gesproken tekst in "wolkjes" te zetten.


In 1911 maakte hij in Parijs kennis met het kubisme, een schilderij van hem in die stijl is onderstaand werk met fietsers(!).

Walter Gropius vroeg hem in 1919 de omslag van het Bauhausmanifest te ontwerpen en Feininger werkte zowel in Weimar als in Dessau aan dat instituur als leraar. Nadat zijn werk door de nazi's als "entartet" werd verklaard ging hij terug naar de Verenigde Staten. N.a.v. een drietal tentoonstellingen gewijd aan Feiningers kunst in Montreal, New York en Los Angeles schreef Sanford Schwartz onder de titel "Oddly Brilliant Beginnings" een artikel in de "The New York Review of Books" (29 september - 12 october 2011), maar voor wie Montreal, New York en Los Angeles wat ver is, Usedom is dichterbij en het bijzondere is dat daar een "Lyonel Feiniger Tour" gemaakt kan worden om de plekken te bezoeken waar hij heeft getekend en geschilderd.


21.4.23

L&W


Waar de  heren Lumsum & Wladzakker nu precies in handelden is me zelfs na jaren niet duidelijk, maar misschien ben ik het ook vergeten. Arie Wladzakker kende ik van school, ooit had ook hij het nobele plan de jeugd te gaan onderwijzen, maar daar kwam noodgedwongen  een eind  aan toen er op onverklaarbare wijze instrumentarium uit het natuurkundelokaal was verdwenen, de kweekschool  politie inschakelde en na enig onderzoek bleek dat Arie drie bunsenbranders en een microscoop ongevraagd had meegenomen. Hoe en of hij is gestraft is me volledig ontgaan, ik had het te druk met studie. Ik zag hem pas een paar jaar later  terug in het dorp, nadat hij een relatie  begonnen was met een ietwat ongunstig bekend staand meisje uit de straat waar ik woonde. Zij heette Erika, dat was in 1963, als je twintig was, een wat bedenkelijke naam. Mijn moeder wist me te  vertellen dat Duitse soldaten graag gemarcheerd hadden op de tonen van een lied met dezelfde naam en dat het haar  niet zou verbazen als de vader van Erika had meegemarcheerd en meegezongen: we leefden in begin jaren zestig nog duidelijk met een besef van onderscheid tussen goed en fout gebaseerd op het gedrag van vaderlanders tussen de jaren veertig en vijfenveertig. Een jaar of drie later, ik woonde inmiddels niet meer in het dorp, had Arie, naar later bleek samen met Erika's broer Henk, een winkeltje in naaigerei overgenomen aan de Kaaistraat, zo ontstond de firma Lumsum & Wladzakker en dat het niet bij naaigerei bleef was de oplettende bewoners van het dorp snel duidelijk.

60

 

Ach, de jaren zestig, toen elke Haagse straat zijn eigen beatbandje had en de Laan van Meerervoort, want die is erg lang, minstens zevenentwintig. Eén ervan was de Barracuda Boys. Ze werden gemanaged - want een bandje dat wat wilde voorstellen had een manager - door een buurman van één  van de Boys, die iets van muziek wist, want hij hield  van opera en zijn echtgenote had in een recent verleden drie maanden zangles gehad van Bep Vochterdrop in Hilversum. De manager, Arie Bekouchgaander, had vijftien brieven verstuurd aan Skip Voogd (AVRO) en dertien aan Herman Stok (VARA) om aandacht te vragen voor de  uitzonderlijke muzikale kwaliteiten van het viertal dat hij onder zijn hoede had en waarin hij keer op keer meldde dat de Barracuda Boys al een succesvol optreden achter de rug hadden op het jaarfeest van een Muloschool in Nootdorp en binnenkort ook gingen musiceren in de kantine van de rolschaatsbaan aan de Laan van Poot. Bekouchgaander had aan elke brief een foto toegevoegd waarop Henk "Momser" van Sneuteren, gitaar; Jimmy "Onky" Merommes, gitaar; Flip "Snops" Palderaffes, basgitaar en diens broer Siem "Birdybird" Palderaffes, drums voor een PCC-car van de HTM waren vereeuwigd. Aan de laatste vijf brieven, zowel aan Voogd als aan Stok, had hij eveneens een postzegel voor antwoord bijgesloten, maar desondanks had hij niets teruggehoord.

OP REIS

 

Uit een toeristisch routeboekje voor Zuid-Duitsland:
Via de B12013 rijdt u vanuit Oberchammergau naar het pittoreske Knödelsdorf met zijn fraaie Rathaus uit de derde eeuw voor Christus, waarin sinds 1967 het Beiers Jodelmuseum gevestigd is, ook de Marktplatz, waarop de bewoners uit de wijde omgeving iedere dag hun overtollig huisraad verkopen -  het lijkt daar iedere dag koningsdag - is een bezoek meer dan waard, van Knödelsdorf rijdt u naar Birnenburg am Apfelsee, even voor Birnenburg ziet u rechts tegen de bergwand het kasteel Klamottenstein, waar de componist Richard Wagner in 1870 "Meine Schweinerei" Lustspiel in antiker Manier" schreef, in Birnenburg am Apfelsee ( overigens niet te verwarren met Birnenburg in Saksen noch met Birnenburg - thans Gruskawek - in Polen) moet u zeker op zondagmiddag drie uur even gaan kijken en luisteren naar het carillon dat dan "Alte Kameraden" speelt in C gr.t, u volgt daarna de B12033  naar Garnischt-Partuskirchen tot Nudelsburg waar het doopvont in het kerkje uit 811 meer dan  de moeite van het aanschouwen waard is, men is er nog steeds niet achter wat de letters A N E L op de één van de lange zijkanten betekenen.

20.4.23

Landeweer

 


Zo zag de door K. Landeweer in Utrecht in 1921 geadverteerde Cadillac er uit. Landeweer, een geboren Groninger, zat toen al een aantal jaren in Utrecht en ik herinner me dat het bedrijf op de hoek van de Biltstraat er eind jaren zestig nog altijd gevestigd was en dat ik er zelfs een keer ben geweest om te informeren naar onderdelen voor mijn Oldsmobile 1940. Cadillac was (en is) het topmerk van General Motors, toch heeft het tot 1932 geduurd voordat er meer Cadillacs verkocht werden dan Packards: voor veel mensen was de Cadillac niets anders dan - hoe onverdiend - een grote Chevrolet. Merkwaardig trouwens dat "eenigste" in de advertentie, mij werd ingeprent dat dat "enige" moest zijn.

KLAAR

 


Sjoah

Gister net de rollator naar Amsterdam. Van Amsterdam Centraal naar de Openbare Bibliotheek een moeizame wandeling. In een theater van het OBA de presentatie van de biografie van Hans Keilson. Judith Belinfante hield een prima inleiding, waarin ze onder andere stelde dat het woord holocaust voor de moord op joden een slecht, uit het Grieks gekozen woord is, dat brandoffer betekent en dat het Hebreeuwse Sjoah - catastrofe - veel beter de lading dekt. Ik haat het woord  holocaust, het lijkt bovendien te veel op holle kost.

19.4.23

Herinneren

 

Ik heb over Drachten op dit blog geschreven. Ik bewaar aan dat oord geen plezierige herinneringen. Over de herinneringen daarvoor, aan Vierhouten en aan Amsterdam, mijn geboorteplaats, heb ik zelden iets genoteerd. Toch moeten daar mijn oudste herinneringen liggen, maar ze zijn er maar in mondjesmaat. Van Vierhouten herinner ik me alleen maar bomen en dat een auto, die mijn vader naar het ziekenhuis in Ermelo bracht, over mijn speelgoedautootjes heenreed en ik dat erger vond, dan dat mijn vader naar het ziekenhuis werd gebracht. Amsterdam is vaag: ik moet rond 10 mei 1940, niet aan de hand van mijn moeder, maar aan de hand van een andere vrouw naar een neergestort vliegtuig zijn gaan kijken. Er zijn foto's en een filmpje van een vakantie in Bergen aan Zee in 1938, ik ben een op het strand kruipend jongetje, maar het zou net zo goed een ander kind kunnen zijn, want ik herinner het me niet. Wat ik me herinner heeft vaak te maken met pijn. Ik ben van een trapje gevallen en zit aan een keukentafeltje. Ik heb middenoorontsteking en lig in een donkere kamer, mijn vader komt binnen met een cadeau, een ambulance-auto, die ik vanaf mijn bed kan besturen, maar ik wil de auto vasthouden. Er komen donkere vlekken op de lakens. Dan houdt mijn herinnering op. Wat er daarna is gebeurd, weet ik uit het verhaal van mijn vader: mijn moeder wilde zo'n vlekkengevend voertuig niet in huis en liet de ambulance ruilen tegen een electrische trein. Die trein heb ik nog altijd. Er was toen meer pijn, ik val en heb een gat in mijn hoofd. Veel wit en veel licht. Het moet in Naarden zijn gebeurd en ik ben in een ziekenhuis geweest, maar dat weet ik uit latere verhalen van mijn ouders. Er was een spionnetje, zo'n spiegeltje, waarmee je kon kijken wie er beneden voor de deur stond in het huis van mijn grootouders. Drie keer pijn, een neergestort vliegtuig en een spiegeltje dat is alles wat ik me van Amsterdam herinner.


 

J21

 

Zweden bleef tijdens de Tweede Wereldoorlog neutraal, maar had desalniettemin behoefe aan een modern jachtvliegtuig. Dat werd de SAAB J21, een duidelijk van het destijds gangbare patroon afwijkend type vliegtuig, het duurde dan ook enige maanden voordat het concept door de Zweedse luchtmacht werd geaccepteerd. De eerste reeks werd in 1945 afgeleverd.
In 1947 werd de J21 uitgerust met een De Havillandstraalmotor en ging J21R heten, de J21 is naast de Russische Yak-3 het enige vliegtuig dat zowel met een propellor als met een straalmotor leverbaar is geweest.

 

18.4.23

30 april 2

De heuglijke dag wordt op zeker moment verplaatst van de laatste dag in augustus naar de laatste dag in april, hetgeen meteen vrijwel het einde betekent van de viering van de Dag van de Arbeid, want twee vrije dagen achter elkaar dat kan en mag natuurlijk niet, wel voert dit land  opnieuw een politionele actie (want Indje verloren rampspoed geboren), waar geen vaderlandse diender aan te pas komt, er wordt dus niet met zestig kilometer per uur van Groningen naar Maastricht gereden, doch hier en daar, maar in principe alleen daar, want Sarina, hier zijn immers geen dessa's, wel een dessa platgebrand. Tussen Neus en Lippenfeld is zoals gewoonlijk veel op reis, maar spelt Lippenfeld inmiddels als Łippenfeld.  Jan Slagter wordt op 3 maart 1954 geboren, laten we man en datum ogenblikkelijk vergeten,  we kunnen immers niet alles onthouden en zeker dergelijke futiliteiten niet. Het volk komt nog steeds juichen - het zogenaamde defilé ten paleize - in plaats, zoals later, de hoogmogende uitverkorenen naar het volk reizen om zich te laten bejubelen. Bij de omroep mogen op 30 april slechts kleurenblinde reporters verslag doen, want de kleur van de zon is niet geel doch oranje hebben de directies te Hilversum bepaald, dat kan ook gemakkelijk want er zijn slechts twee radiozenders, zodat de kleur door de luisteraar niet kan worden gecontroleerd, op de ene zender luistert men naar AVRO en VARA, op de andere zender naar KRO en NCRV, één keer per kwartaal wisselt men van golflengte omdat de ene zender slechter te ontvangen is dan de andere. De VPRO is op dinsdagochtend reeds  voor achten in de ether met sprankelende pianomuziek van Anton van der Horst die een praatje van dominee Fetter omlijst. Ds. Fetter heeft een welhaast oneindige stoet kennissen die hij steevast in de tram ontmoet, zijn verhaal lijkt op een "Kronkel" van Simon Carmiggelt, maar dan totaal anders. Van een landelijke vlooienmarkt, dan wel vlooienplaag is overigens nog geen sprake, er blijkt voldoende DDT voorhanden, dat zal in later jaren snel veranderen.

Drs. Barend-Otto ter Vloot, Steenwijkerwold

Auster

 


Vijfenzeventig jaar geleden wist ik dat Gloster de "Meteor" maakte, Supermarine de "Spitfire", Airspeed de "Oxford" en De Havilland de "Tiger Moth", maar als je me gevraagd zou hebben wie de "Auster" maakte dan bleef ik het antwoord schuldig. Niet dat ik het verbindings- en verkenningsvliegtuigje niet kende, want het kwam regelmatig op de Leeuwarder vliegbasis. Het kennen van de namen van de fabrieken was trouwens noodzakelijk en het hebben van de adressen ervan ook, want dan kon je een bedelbrief om folders schrijven. Dat de "Auster" oorspronkelijk een Amerikaans ontwerp van Taylorcraft was, wist ik niet, en dat die fabriek een Brits filiaal had in Leicester had, ook niet. De naam Taylorcraft verdween  trouwens in het Verenigd Koninkrijk en de Britse fabriek ging na de Tweede Wereldoorlog naar het vliegtuig Auster heten. In januari 1948 kwamen vijfentwintig, door de RAF afgedankte "Austers" in de nog te vormen Israelische staat in dienst.

30 april


Lang geleden was 30 april koninginnedag en defileerde het volk keurig gekleed langs de op het Soestdijks bordes staande Oranjes, in het  kader van voortschrijdende democratisering werd de zaak omgedraaid en kwamen de Oranjes naar  het volk, dat meteen besloot de jaarlijkse schoonmaak te laten volgen door opruiming  van overtollig geraakt huiswaar, waardoor voor de bezoekende vreemdeling ons land meer leek op een enorme markt van afdankertjes dan eerbetoon aan de regerende vorstin.

30 April was ook in andere zin een gedenkwaardige dag: op 30 april 1941 maakte altsaxofonist en muziekvernieuwer Charlie Parker zijn allereerste grammofoonplaatopname: "Hootie Blues". In Dallas (Texas) met het orkest van pianist  Jay McShann.
Verder terug in de  tijd: Robert R. Livingstone en James Monroe waren in april 1803 naar Parijs gekomen om namens de Amerikaanse regering voor $2 miljoen toestemming te vragen de Mississippi te bevaren, in plaats daarvan bood Charles Maurice de Talleyrand-Périgord voor $15 miljoen Louisiana aan. Louisiana was flink groter  dan de huidige, gelijknamige Amerikaanse staat: het was het totale Franse gebied gelegen ten westen van de dertien Verenigde Staten. Napoleon had dringend geld nodig om in Europa oorlog te voeren. Op 30 april werd het contract van de 'Lousiana Purchase' getekend. Bij de koop waren de bewoners inbegrepen, dus ook de de Acadiens, die zo'n vijftig jaar eerder door de Britten uit Canada waren verjaagd.
Nog een staatkundig bericht: op 30 april 1838 verklaarde Nicaragua zich onafhankelijk van de Centraalamerikaanse Federatie. Laat ik daar een vreugdevol muziekje tegen aan gooien, het feest wordt hier onderstreept met een marimba-opname van Los Alegres de Ticuantepe met "Para que gocen".
Mimi Fariña ( 30 april 1945 - 2001) was een jonger zusje van Joan Baez, in 1963 trouwde ze met Richard Fariña en samen maakten ze een aantal folkplaten. Richard overleed in 1966 op haar verjaardag na een motorongeluk. Dit is hun beider "Pack up your sorrows".
Op 30 april 1945 besloot  Adolf H.  met zijn kersverse bruid Eva een eindeloze huwelijksreis te ondernemen en om dit heugelijk feit te vieren: de Britse  komiek Spike Milligan

17.4.23

Oxford

 


Natuurlijk zorgde Molenaars Nederlandse Automobielfabrieken in Amersfoort voor een keurige handleiding voor de Morris Oxford Series II, je bent Morrisimporteur of je bent het niet. De Oxford Series II verscheen in 1954, had een 1,5 liter kopklepmotor en kreeg in juli van dat jaar een simpeler uitgevoerd zusje, de Cowley met een 1200cc-motor. In het instructieboekje geen totaal overzicht van alle meters en knoppen, maar een degelijke uitleg van alle afzonderlijk.

Militair

Originaliteit is dit volk vreemd, vandaar ook dat onze televisiejournaals in vorm en presentatie gemodelleerd zijn naar die van de BBC. Ook zo'n veteranendag is van elders komen overwaaien, want wie heeft er behoefte aan, zeker nu - veel te laat en te traag - duidelijk wordt dat "onze jongens" in "ons Indië" een allesbehalve glorieuze rol hebben gespeeld en net zo min als "Befehl ist Befehl" doet "het werd ons opgedragen" uiteindelijk opgeld. Natuurlijk stond de uit zijn uniform gehesen Victor Baarn bij invoering van een veteranendefilé te trappelen van ongeduld toen hem duidelijk werd weer een ietsiepietsie "millitèr te können sain", maar inmiddels vertoeft hij alweer enige jaren in het hiernamaals en was er alle reden om de rond zijn verjaardag begonnen onzin te beëindigen. Begrijp me goed: ik heb niets tegen de krijgsmacht. Zelfs niet tegen parades. Trooping the colour, waarmee de Britse monarch de verjaardag viert, verkies ik ver boven de uitdragerij op 27 april te onzent. Een verslag van de taptoe in Edinburgh, met al zijn verschillende muziekensembles, laat ik me ook niet graag ontgaan. Misschien is de muziek juist hetgene wat mij redelijk enthousiast maakt?
Dat moet er al vroeg ingeslopen zijn, want toen ik door de heren Arend Jan Heerma van Voss en Wim Noordhoek tijdens een uitzending van hun onvolprezen "Radiovereniging" gevraagd werd naar mijn oudste muzikale herinnering, antwoordde ik tot hun verbazing: de Amsterdamse Politiekapel, nee, nee, niet onder leiding van Johan Pinkse, maar de vooroorlogse kapel onder leiding van H. Reygersberg met de mars "Zou zou qui passent"*. 
Een paar jaar geleden was ik op Quatorze Juillet in Brest en hoopte ik op een optreden van mijn favoriete bagad, de Bagad de Lann-Bihoué, maar helaas. Gelukkig waren er blijmakende, andere biniouklanken en na afloop heb ik met een paar musici gesproken over de gespeelde muziek, want er passeerde o.a. een Schotse naast een Bretoense medley. 

 

16.4.23

Tweebaksmarkt

 


Als deze prentbriefkaart in Haarlem  of Rotterdam zou zijn uitgegeven dan zou  ik Trollbaksmarkt hebben begrepen, je kunt nu eenmaal niet alle straatnamen kennen. Maar deze kaart is uitgegeven in Leeuwarden en sinds jaar en dag heet deze straat Tweebaksmarkt.  Een tweebak is trouwens een beschuit.

Airspeed

 


Airspeed, opgericht in 1934, heeft een ingewikkelde geschiedenis, want de aandelen die oorspronkelijk in handen waren van de befaamde scheepswerf Swan, Hunter en Wigham Richardson gingen in 1940 over in handen van De Havilland, maar Airspeed in Portsmouth behield zijn eigen identiteit. De "Oxford" werd ontwikkeld uit de "Envoy", een civiel transportvliegtuig, als een tweemotorig trainingstoestel en niet alleen gebouwd door Airspeed, maar ook door De Havilland, Percival en zelfs door de autofabrikant Standard Motors. Er zijn vijf verschillende versies van de "Oxford" geconstrueerd  en uiteindelijk werd een aantal na de Tweede Wereldoorlog verbouwd tot licht transportvliegtuig: de "Consul". De Israelische "Oxford" had twee Armstrong Siddeley "Cheetah"-motoren van 365PK elk, de snelheid van het toestel lag net boven de driehonderd kilometer per uur.

Smakelijk eten

 


Brandweer

 

LaFrance was een van Amerika's oudste brandweerwagenbouwers, voordat het niet zo heel lang geleden op dezelfde vakkundige wijze als in ons land de vliegtuigfirma Fokker, om zeep werd  geholpen. Of de president-directeur van de Duitse autoproducent de term "love baby" ook bij LaFrance hanteerde weet ik niet, maar van zo'n gladakker valt natuurlijk alles te  verwachten. Het bedrijf waar LaFrance uit onstond was in de jaren dertig van de negentiende eeuw al bezig met de constructie van handbrandspuiten. In 1873 onstond onder aanvoering van Truxton Slocum LaFrance de International Fire Engine Company die dertig jaar later LaFrance ging heten en in 1907 de eerste motorspuit afleverde. In 1995 kocht de Amerikaanse vrachtwagenproducent Freightliner (eigendom vann Daimler AG) LaFrance voornamelijk vanwege de goede naam om zodoende LaFrance op de grille te kunnen schroeven. De afgebeelde wagen dateert uit 1929.