31.5.23
C.C.R.
Sharkey
8
Natuurlijk verschenen er na de Tweede Wereldoorlog niet meteen gloednieuwe auto's, de productie van vooroorlogse modellen werd voortgezet, dus is het lastig vast te stellen of bovenstaande auto's uit 1939 dan wel uit 1947 dateren, in ieder geval gaat het bij de auto op de voorgrond om een Morris Eight Series E "Tourer" uitgerust met een 918cc zijklepmotor. Pas in 1948 kwam de opvolger de Morris "Minor" Series MM. Er naast staat een Simca 8. Simca (Société Industrielle de Mécanique et Carrosserie Automobile) was een merk dat in 1935 door de Franse importeur van Fiat Pigozzi was gestart in Nanterre in de fabriek van het ter ziele gegane merk Donnet. Simca's waren in feite Fiats , zo was de Simca 8 vrijwel identiek aan een Fiat "Balilla" 508C. De Simca 8 had een kopklepmotor met een inhoud van 1090 cc. Pas in 1951 kwam een echte opvolger met een geheel eigen Simcacarrosserie de "Aronde".
30.5.23
Baker
Deze somber ogende, want matzwart geschilderde auto, heeft qua vorm m.i. een hoog Jules Vernegehalte. Hij dateert uit 1902 en werd gebouwd door William C. Baker, die de nodige faam genoot als bouwer van electrische auto's in Cleveland (Ohio). Snelheid was een belangrijk verkoopargument in de eerste jaren van de automobiel en de jacht op het wereldsnelheidsrecord sprak helemaal tot de verbeelding. Op 13 april haalde Leon Serpollet in een door hem gebouwde stoomauto in Nice een snelheid van 120 km/u. Baker wilde dat record verbeteren met een electrische auto, dat lijkt vandaag de dag merkwaardig nu eindelijk de door verbrandingsmotoren aangedreven auto's door electra of gedeeltelijk door electra voortbewogen auto's worden vervangen, maar voor 1900 werd de strijd om het wereldsnelheidrecord juist geleverd met electrische auto's gebouwd door Jeantaud en Jenatzy. De electromotor van bovenstaande auto uit 1902 was achterin geinstalleerd en dreef met kettingen de achteras aan, de motor werd gevoed door veertig accu's die rond de chauffeur, Baker zelf, en zijn achter hem gezeten assistent waren geplaatst. Baker was ervan overtuigd dat zijn "Torpedo" gemakkelijk meer dan 200km/u zou kunnen halen. De auto was, als allereerste, voorzien van veiligheidsgordels en dat was maar goed ook, want tijdens de recordpoging raakte de auto het spoor bijster raakte en belandde in het publiek. Twee toeschouwers vonden de dood, Baker en zijn assistent werden gearresteerd, maar op een borgtocht van $15 vrijgelaten. De snelheid kort voor het ongeluk moet boven de 165 km/u gelegen hebben, maar werd niet als een wereldsnelheidsrecord geclaimd. Pas eind 1904 werd deze snelheid door een auto met benzinemotor gehaald.
Platen
De eerste langspeelplaat kocht ik niet zelf, maar kreeg ik op mijn zeventiende verjaardag van mijn ouders, in een fel oranje hoes gestoken was het De Falla's "El sombrero de tres picos" in de uitvoering van l'Orchestre de la Suisse Romande onder leiding van Ernest Ansermet. De plaat is verdwenen en er staat naast ander werk van De Falla nu een uitvoering op CD ergens in een kast in mijn zogenaamde platenkamertje. Dit is de "Danza ritual del fuego" uit "De driekante steek", gecomponeerd naar een verhaal van Pedro Antonio de Alarcón, waarin een plattelandsrechter het hof maakt aan een molenaarsvrouw. In datzelfde jaar kocht ik, de zomervacantie werd benut om geld te verdienen, mijn eerste twee langspeelplaten: één van de legendarische New Orleans-trompettist Bunk Johnson (1879-1949) met de band van Lu Watters. Johnson was jarenlang zoek geweest en kreeg voor hij in de jaren veertig opnieuw ging spelen eerst een kunstgebit, hij was één van de musici die de revival van de oudestijljazzmuziek op gang bracht. De andere langspeelplaat was van een groep rond drummer en schilder George Wettling (1907-1968) (foto) met aanzienlijk ruigere muziek dan die op de plaat van Johnson. Het lijkt een typische formatie die is samengebracht door banjo- en gitaarspeler Eddie Condon.
29.5.23
Woningen
Natuurlijk nam ik een foto van de voormalige woning van mijn grootouders, daarna ging ik op zoek waar ik in 1940 woonde. Vlakbij het Lutherse kerkje in de Uiterwaardenstraat. Hieronder de woning nu. In juli 1940 waren we Amsterdam uit en gingen we in Vierhouten (gemeente Ermelo) wonen. Klaarblijkelijk hebben oom Jacques, tante Betty en Rita in maart en april 1941 daar ook gewoond, voor wij medio 1941 naar Drachten verhuisden.
28.5.23
Allemaal vermoord
Vandaag naar Amsterdam. Naar de Willem Beukelsstraat. Voor de eerste keer met het huisadres van mijn grootouders. Ze woonden dus boven, op het hoekhuis aan de Ringdijk. Vijfentachtig jaar geleden moet ik er ook geweest zijn. In een kinderwagen. Wie woonden er op nummer twee? En wie waren er niet meer na de bevrijding? Waarom staat er "J+' voor mijn grootvaders naam? En "depn Dld" er achter? Dateert dat van na of van tijdens de oorlog? Simon Keizer was een broer van mij grootmoeder. "Zw" betekent zwager. Naast Levie staat een 1, dat is mijn grootmoeder. Izaak Aletrino is mijn oom Jacques, die staat er met een 2 naast, dat zijn mijn tante Betty en mijn nichtje Rita, de laatste heeft het als enige van het zevental de oorlog overleefd, zij zat o.a in Drachten en Beetsterzwaag ondergedoken, dan is er Krant, dat is mijn oom Gerrit, getrouwd met tante Josie, hier opgevoerd als Josephina. Al hun namen doorgekrast. Allemaal vermoord.
Energiek
27.5.23
S.U.V.
Klootschieten
26.5.23
Kap
Hebt u vandaag al geappt?
EST
25.5.23
Café Tacvba
C.G.V.
Twee jaar eerder dan het C.G.V.-pantservoertuig (eergister op deze blog) leverde de firma Charron-Giradot-Voigt deze Conduite Avancée, met een vijf liter motor. De auto komt binnenkort in Frankrijk te koop.
24.5.23
Kleine zescylinder
Nieuwe auto's heb ik nauwelijks gehad, mijn hart ging en gaat nu een keer uit naar oude auto's. Dit is de Wolseley 14/60, met het voor Wolseley kenmerkende verlichte naamplaatje in de grille. Het was een tijdlang mijn dagelijkse auto en ik ben er ondermeer voor een reportage in 1972 mee naar de "Kieler Woche" gereden. De motor was een kleine zescylinder met twee carburateurs. Het was na een Franse auto en een paar Amerikanen, mijn eerste Engelse auto. Ik herinner me dat er veel geschakeld moest worden in de rechtsgestuurde auto en dat de betrouwbaarheid van de electrische benzinepomp ernstig te wensen overliet. De wagen was vrij smal en ik ben een keer aangehouden op de oude weg langs Weesp tussen Amsterdam en Bussum, omdat agenten, die een tijdje achter me hadden gereden, dachten dat ik dronken was, omdat ik zo slingerde. De weg had nogal last van spoorvorming en met zowel een starre vooras als een achteras reed ik, dan met de rechterwielen, dan met de linkerwielen in een spoor. Dat verklaarde het geslinger voldoende. Het interieur was luxe: houten dashbord, leren stoelen en een heel grappig detail met een haak kon ik vanachter het stuur een gordijntje voor de achterruit optrekken om verblinding door achteroprijdende auto's te voorkomen.
Geluiden
Ik moet voor 2006 door mijn oudste zoon op Graeme Revell zijn geattendeerd, want ik heb zijn door insecten gemaakte muziek in De Gezamenlijke Zenders Peazens en Moddergat laten horen. Revell had overal ter wereld geluiden van insecten opgenomen en maakte daar muziek mee. Gisteravond vertelde mijn jongste zoon over een door hem ontdekt project van Cosmo Sheldrake die hetzelfde had gedaan met de geluiden van vogels, o.a. van een nachtzwaluw.
23.5.23
Pantservoertuig
Portret
Lachen
22.5.23
Broers
Mercedes
21.5.23
Voisin
Parijs-Brussel
Krampen 11
Naast Poes/Steunzool, die bij elke maaltijd acte te presence gaf, maar niet wist hoe gauw ze weg moest komen zodra het harmonium openging, was er ook een papegaai, een grijze roodstaart, die stichtelijke mededelingen rondstrooide zoals "de Heer is mijn herder" en "Grote God wij loven U". Het was uiterst merkwaardig zo'n tekst met een nasaal geluid rondgestrooid te krijgen. In het vocabulaire kwam ook de volgende minder stichtelijke kreet voor "Onze Vader die in de Hemelen schijt" meteen gevolgd door: Foei, foei, foei, hou je bek", alsof het domme beest wist dat het over de schreef gegaan was. Dan was er ook nog "Christina is lief, lief, lief", dat sloeg op de dochter, die nu ieder ogenblik moest arriveren. Want het was half zes. Maar geen Christina. De naam werd door Baldakijn met een g uitgesproken, want daar was hij zeer konsekwent in.
20.5.23
NSU
Gull
Regionaal
Succes?