20.4.24

Hond 6

 

Ik heb ten derde male het verenigingsorgaan van de Norwegeranerclub doorgenomen, de achterpagina wordt ingenomen door een advertentie van "HODIE MIHI WAF TIBI", de hondenbegrafenisonderneming van ene Bram Rodzema, die een stijlvolle begrafenis of crematie regelt voor Norwegeraners eventueel omlijst door een stijlvol optreden van "The Voices Of Zealand" o.l.v. van Bea Rodzeman of met stemmige klanken van het "Ten Aken String Quartet". Met na afloop koffie en appeltaart en voor de medehonden een kleine verassing. Dat laatste woord bevat, naar ik aanneem, een drukfout want het moet met twee r's geschreven worden, tenzij het hier om een massale Norwegeranerverbranding gaat.
Daarna heb ik mij met Kasper in de auto gezet, om hem, zoals ik Marga-Rina meedeelde, eens, na onze terugkeer uit Kokkola, fatsoenlijk uit te laten. Ik heb zo'n tachtig kilometer gereden, eerst over de snelweg, daarna over een breed assortiment van B-wegen en tenslotte over een bospad, dat eindigde bij, wat ik maar zal omschrijven als een enorm diepe zandbak. Ik heb aan een dichtbijstaande denneboom mijn altijd in de auto aanwezige sleepkabel vastgemaakt en ben vervolgens in de vier meter diepe put afgedaald en heb Kasper geroepen, die met zeer veel moeite in de afgraving afdaalde. Daarna heb ik mij langs de sleepkabel weer omhoog gewerkt, heb de kabel losgemaakt en ben in de auto gestapt en weggereden. Er zitten volgens mij voldoende konijnen in de kuil om Kasper weken in leven te houden. Tegen Marga-Rina heb ik bij terugkeer in Drachten gezegd dat Kasper in de buurt van Diever meende achter schapen te moeten aangaan en dat ik me daarom uit de voeten heb gemaakt toen ik zag dat hij een lammetje verscheurde. Ik vrees dus dat ik geen lid ga worden van Berendina Rodzemans eerst en enige Norwegeraner Ras Vereniging.

Gelezen in de "Bode voor Ommen e.o." van 15 mei 2009:

19.4.24

Hond 5

Ik heb het blad van de eerste Nederlandse Norwegeranerclub nog eens doorgenomen en laat u  even deze  advertentie  uit het clubblad zien.



18.4.24

Hond 4


Wat ik u nog even wil laten weten dat ik vanochtend per post het volgende epistel ontving van  de clubvoorzitter .

17.4.24

Hond 3

Het blijft een zeer verwarrende wereld voor een Norwegeranereigenaar, want ik ontving eveneens onderstaande missive van een mij onbekende heer uit Nieuwegein:


Zeer geachte heer Koker,
Van een kennis vernam ik de problemen met Uw Norwegeraner. Ik leef met U mee en ik kan mij Uw gevoel van onbehagen met Uw huisdier buitengewoon goed voorstellen, want ook ik had tot medio maart vorig jaar een Norwegeraner. Ik heb deze ten einde raad naar een asiel gebracht. Wist U trouwens dat, van de de ongeveer 350 in ons land aanwezige Norwegeraners, zeventig procent in een asiel zit? Inmiddels worden ze daar dan ook niet meer geaccepteerd, omdat dat zij daar waarschijnlijk tot het einde hunner dagen zullen moeten verblijven, want de Norwegeraner staat, buiten het clubje rond mevrouw B. Rodzeman, bekend als de mafioso onder de honden. Onopvoedbaar, met een misdadige inborst, die zijn gelijke onder de blaffende viervoeters niet kent, wat het kynologentuig ook moge beweren. Maar er wordt door dit - excusez le mot - hondenkennerrapalje grof geld aan deze misbaksels verdiend middels oprichting van allerlei instituten met fraaie, pseudo-wetenschappelijke namen als kynologisch opvoedkundig- en relatie-adviesbureau. Ik geeft U de raad noch met deze instituten, noch met de zogenaamde vereniging van mevrouw B. Rodzeman in zee te gaan, want laatstgenoemde opereert weliswaar zogenaamd als voorzitster van een vereniging, doch in feite gaat het om een stichting, waarin U, noch enig ander "lid" iets in te brengen heeft. Mevrouw B. Rodzeman – Barkenstein is voorzitster van de eerste en enige Nederlandse Norwegeraner Ras Vereniging (NNRV), haar echtgenoot Barend secretaris-penningmeester en haar dochter Beverley lid van het bestuur, met zijn drieën bestieren zijn niet alleen de zogenaamde vereniging, maar ook de grootste Norwegeraner kennel in West-Europa, terwijl Beverley onder de achternaam van haar echtgenoot, ene Bas ten Aken, de logopediste uithangt, van wie de Norwegeraner in een week zou kunnen leren blaffen. Onzin, meneer Koker, een Norwegeraner valt niets te leren! Dat verhaal over een zingende, Griekse, door zijn baas op bouzouki begeleidde Norwegeraner, behoort net als alle andere verhalen van mevrouw B. Rodzeman tot de fabels, in dit geval, naar ik veronderstel, van Aesopos. Inmiddels heb ik even een blik op de kaart van Friesland geworpen en ontdekt dat zich iets ten Zuiden van Drachten rond Beetsterzwaag uitgestrekte bossen bevinden. Wat let U, waarde heer Koker, om Uw Norwegeranner met een stuk touw aan een boom te binden en U vervolgens razendsnel uit de voeten te maken? In deze tijd, met een credietcrisis, kunt U Uw geld waarchtig wel beter besteden dan aan een Norwegeraner, neemt U dat alstublieft van mij aan.

Met compassie en hoogachting,
S. Loverbeek, Nieuwegein.

De post, of hoe zulks tegenwoordig ook mag heten, bracht me net het door mevrouw Rodzeman beloofde clubblad. Ik ben nog niet tot lezen gekomen, maar ik wil mijn trouwe lezers de voorpagina alvast niet onthouden:





 

Intussen heb ik 'Fjordene i Fjeldene inn!' in zijn geheel doorgenomen, het clubblad van de Norwegeraner Ras Vereniging telt twintig bladzijden, de helft daarvan wordt in beslag genomen door advertenties van neringdoenden in Zeeland, de meesten van hen wonen aan de Verlengde Osserweg en heten of Ten Aken of Rodzeman. Als ik er langer over nadenk, krijg ik het idee dat meneer Loverbeek uit Nieuwegein niet geheel ongelijk heeft. Hieronder volgt nog een pagina uit 'Fjordene i Fjeldene in!', die me doet twijfelen of ik me met Kasper moet aansluiten bij de club van mevrouw B. Rodzeman, maar misschien zie ik het allemaal wel wat te somber in.




16.4.24

Hond 2

Ik schreef al dat Kasper een moeilijk opvoedbare hond is. Ik ben dan ook vanwege zijn gedragsproblemen een aantal keren met hem bij het HOB (Honden Opvoedkundig Bureau) in Leeuwarden geweest, waar een team van specialisten, onder wie een hondenpsychiater, zich over Kasper gebogen heeft. Bij het laatste onderzoek, vorig jaar augustus, hebben ze bij het HOB vastgesteld dat Kasper lijdt aan DADHD ( dog's attention deficit hyperactivity disorder) en hij krijgt nu dagelijks een aantal pilletjes cretilin (canine retilin) door zijn voer, niet dat het helpt, want nog altijd kan hij niet stilzitten, friemelt hij aan zijn staart, blijft hij op zij Norwegeraners blaffen (d.w.z. geluiden, die het midden houden tussen gorgelen en winden laten, uitstoten), vergeet hij waar ik zijn bal of zijn speelgoedmuisje heb heengegooid en luistert hij niet. De kwaal heeft zich tijdens onze afwezigheid alleen maar verergerd, want tijdens het uitlaten gisteravond begon hij, voordat ik mijn schepje en plastic zakje kon pakken, zijn uitwerpselen met zijn poten in het rond te vegen, zodat mijn broekspijpen in een mum van tijd besmeurd waren. Op dat moment passeerde een bekende medewerker van 'Omrop Fryslân', die meteen zijn pedalen stilhield en vreugdevol kond deed, dat hij over het gedrag van Kasper best ''n fleurich sankje meitsje koe".
Behalve dat ik met Kasper bij het HOB in Leeuwarden ben geweest, heb ik ook met hem het Regionaal Kynologisch Relatiebureau - het RKRB - in Groningen bezocht. Ik moest van de directrice van dat bureau een uur lang Kasper over zijn buik aaien onder het mompelen van "t komt allemaal goed" , terwijl wij - ik bedoel Kasper en ik - in een zeer grote hondenmand lagen. Marga-Rina gaat nooit mee, niet naar het HOB noch naar het RKRB, zij zegt dat zij geen enkele moeilijkheid heeft met Kasper. Nee, wanneer je mij constant opzadelt met Kasper en zelf geen hand uitsteekt, dan heb je natuurlijk nooit een probleem. Van een mevrouw in de wachtkamer van het relatiebureau in Groningen hoorde ik dat een vriendin van haar met een een zich misdragende Schwaermerbacher Rodelhund* veel succes had gehad door hem een zogenaamde rebirthingcursus te laten volgen. Maar daar ben ik - afgezien van de prijs: tien sessies à 120 euro - nog niet aan toe en ik vrees dat Kasper daar nooit aan toe zal komen.
*Van verschillende zijden ben ik door kynologen inmiddels op mijn vingers getikt: het is geen Schwaermerbacher Rodelhund, maar een Rodelbacher Schwaermerhund is mij verzekerd. Het is een in Noord-Italië in 1938 uit het kruisen van een St. Bernhard en een chihuahua ontstaan ras.
Eerlijk gezegd weet ik bijzonder weinig van honden. Meteen na de aankoop van Kasper, waar ik bijna tweeduizend euro voor betaalde, heb ik het boekje uit de reeks "Ken Uw Viervoeter" aangeschaft dat over de Norwegeraner handelt, waaruit bleek dat ik beter eerst het boekje à raison van 14,95 euro had kunnen kopen, voordat ik Kasper kocht. Een en ander had mij veel ellende kunnen besparen. Ik kwam er trouwens achter dat Marga-Rina op aanraden van een vriendin succesievelijk de hele reeks "Ken Uw Viervoeter" in de Openbare Leeszaal had doorgenomen en tot de slotsom was gekomen dat een Norwegeraner de hond voor ons was. Welnu, dat heb ik geweten. Inmiddels bedragen de kosten buiten voeding om zo'n kleine dertienduizend euro. Want de prijzen van HOB en RKRB zijn grotesk te noemen. Het is dan ook geen wonder, dat zowel de directeur van het HOB als de directrice van het RKRB in een BMW 7-serie rijdt.
Summa summarum weet ik dus weinig van honden en ik werd net weer eens op dat feit gedrukt, toen bleek dat een aantal zogenaamde kynologen mij bedrogen had met de mededeling dat een Rodelbacher Schwaermerhund een kruising zou zijn tussen een St. Bernhard en een chihuahua. Ook dat blijkt namelijk onjuist en ik bied dan ook de lezers volmondig mijn excuses aan. Een Rodelbacher Schwaermerhund is een sinds 2004 door de AMERICANINES (American Canine Society) erkend ras, ontstaan door het kruisen van een Whoopier Ruftstander en een Connecticut Roughhaired Simplon Queerbreed.
Tot mijn verbazing ontving ik tevens een een email van ene mevrouw Rodzeman met het verzoek haar te bellen. Dat heb ik ogenblikkelijk gedaan, mevrouw meldde zich met Berendina Rodzeman en bleek voorzitster van de Nederlandse Norwegeraner Ras Vereniging (NNRV). Zij betreurde het in ernstige mate dat het met Kasper gelopen is, zoals het nu toe is gelopen en ze bood meteen haar hulp aan. De vereniging beschikt ondermeer over een logopediste, die een Norwegeraner kan leren blaffen. Daartoe wordt de hond een week lang door de logopediste in haar huis opgenomen en door veel voor te blaffen schijnt de hond het geluid dat, zoals ik eerder schreef, het midden houdt tussen gorgelen en windenlaten te vervangen door heus geblaf. Daar hangt natuurlijk wel weer een prijskaarje aan, maar het schijnt een intensieve cursus te zijn, die slechts aan één hond tegelijkertijd kan worden gegeven. Maar ik moet, om van deze faciliteit gebruik te kunnen maken, eerst lid worden van de NNRV, die regelmatig bijeenkomsten organiseert, waaraan honden als baasjes met Noorse vlaggetjes om poot, respectievelijk arm, deelnemen. Mevrouw Rodzeman vertelde me dat Norwegeraners zeer intelligente en leergierige honden zijn. De Griek Aristoteles Tsaktsikides heeft zijn hond zelfs rembetica leren zingen, terwijl Tsaktsikides hem daarbij op de bouzouki begeleid. Mevrouw Rodzeman zei dat er plannen zijn om het duo naar Nederland te halen voor de, in het Brabantse Zeeland in september a.s. te houden, clubkampioenschappen. Ik begreep ook dat zodra een Norwegeraner zijn natuurlijk geluid heeft vervangen door geblaf, hij niet langer clubkampioen kan worden. "Nou", riep ik enthousiast, "dat clubkampioenschap kan me gestolen worden, zolang ik van dat irritante gegorgel en winden laten af ben." "Dan bent u toch min of meer een uitzondering, meneer Koker, want de meeste clubleden willen toch graag een kampioenshond." Mevouw Rodzeman besloot het gesprek met de belofte ter kennismaking een exemplaar van het het clubblad 'Fjordene i Fjelden inn' op te sturen.

 

15.4.24

Hond

 


Eind april met mijn echtgenote, Marga-Rina (grapje van schoonvader Cuyp, destijds bedrijfschemicus bij Planta, maar na de uitslag met gedwongen ontslag) teruggekeerd van vijf maanden overwinteren in Finland; Marga-Rina en ik hebben nooit begrepen wat de zogenaamde pensionado's 's winters in Spanje zoeken, wat ze in Nederland de laatste jaren eveneens kunnen vinden: hoge temperaturen, dus wij gaan nu al enkele jaren naar Kokkola voor het ouderwetse wintergevoel, kennissen van ons gaan veertien dagen op wintersport naar Oostenrijk, waar niet alleen het dialect, de leren broeken, het gejodel, de dansjes, het gehoempa, de hoedjes, de glühwein, het apres-ski-gedoe ons tegenstaan, maar bovenal de behoefte om God te groeten, hetgeen wij, zowel in woord en geschrift, gaarne over laten aan Andries Knevel en zijn kompanen; in Kokkola verstaan Marga-Rina en ik de mensen niet, dat is uiterst plezierig en voorkomt veel onnodig gepraat, we halen de voedingsmiddelen in een lokale supermarkt en beperken daardoor elk contact met de Kokkolalokalen; begin Januari dit jaar echter dreigde ons winterse oponthoud te worden verstoord, toen wij in de door ons bezochte supermarkt op de uitgebreide knäckebrödafdeling plotseling Nederlands hoorden spreken, Marga-Rina en ik voelden ons betrapt, vooral toen beide heren ogenblikkelijk met uitgestoken hand op ons afstevenden met de woorden: "Aha, ook Nederlanders, wat leuk", heel even dacht ik mij als Belg of Zuidafrikaan te presenteren, maar ik weet waar dat toe leidt: onnozel gevlei, dat het Vlaams of Zuidafrikaans toch zulke fraaie talen zijn, veel grappiger dan het Nederlands en vooral zoveel meer to the point, dus ik zei redelijk lijzig; "Ja, leuk, wij komen al veertien jaar in Kokkola", in werkelijkheid zijn het er maar vier, maar ik heb geleerd dat je nieuwkomers het best kunt intimideren met enige overdrijving, de heren stelden zich voor als Martijn Amser en Onno Verkommeling van de "United Frisian Bakeries" uit het Friese Molkwerum op onderzoek naar een nieuw soort knäckebröd: krentenknäckebröd en suikerknäckebröd, op de markt te brengen als respectievelijk krintsjeknak en sûkerknak, nu komt na drie dagen Kokkola elk knäckebröd me al de neus uit (en bakt Marga-Rina daarom van de honderdvijftig pond uit Nederland meegenomen tarwebloem iedere dag vers brood), dus konden we het gesprek gelukkig kort houden, we hebben de heren daarna nog slechts een maal ontmoet, waarbij ze vertelden ook de vervaardiging van olijfknäckebröd (oliifknak) en worstknäckebröd (woarsteknak) in overweging te zullen nemen; ze doen maar, beerenburgknäckebröd op de markt als widdofrouknak lijkt me ook een goede optie.
Een ding is duidelijk, ik dien er voor zorg te dragen dat Marga-Rina geen inzage krijgt ik in wat hier te berde breng, want nadat ze kennis had genomen, van wat ik gisteren, na onze terugkeer uit Kokkola, had genoteerd, ontstak ze in grote woede. Ik krijg daar altijd notie van doordat Marga Rina mij met mijn volledige voornamen begint aan te spreken: Sybren Niels Otto Theodoor gevolgd door mijn achternaam. Net als Marga-Rina ben ik het slachtoffer van een frivole vader. Marga-Rina vond dat ik uit het rijtje van onuitstaanbare Oostenrijkse zaken: het dialect, de leren broeken, het gejodel, de dansjes, het gehoempa, de hoedjes, de glühwein, het apres-ski-gedoe en het godgroeten haar belangrijkste reden om, nadat we in 1973 éénmaal in Maurach am Achsensee op wintervacantie waren geweest, dat land nimmer meer te bezoeken, had weggelaten: de dirndl. Zij was toen en is klaarblijkelijk thans nog steeds van mening dat ik het heb aangelegd met Annalise, het dienstertje in het hotel waar wij verbleven, en die haar, uit de kluiten gewassen, borsten trachtte te verbergen achter zo'n taartrand, waarmee een dirndl gewoonlijk is uitgerust. Volgens Marga-Rina was het woord "verbergen" geheel niet op zijn plaats en diende Annalises taartrand het tegendeel: de taartrand had maar een doel: mij "hitsig" te maken en alhoewel ik dat hevig heb ontkend, kon ik Marga-Rina niet van het tegendeel overtuigen, ondanks mijn voorstel om Marga-Rina op mijn kosten zelf een dirndl in Maurach am Achsensee aan te laten schaffen. Ze reageerde als door een wesp gestoken en informeerde of het mij in mijn bol geslagen was en of mijn volgende stap het openen van een bordeel met haar als hoer aan de Noordkade in Drachten was. Nadat gisteravond vanwege de dirndl de vlam voor de zoveelste keer in huize Koker-Cuyp in de pan geslagen was, ben ik anderhalf uur de hond gaan uitlaten in de hoop dat Marga-Rina bij terugkeer gekalmeerd zou zijn. Dat bleek niet het geval: Marga-Rina had zich opgesloten in de slaapkamer.
Ik voel me ontzettend alleen, nu Marga-Rina mij buitensluit, want Kasper, die ik gistermiddag na vijf maanden Kokkola uit het asiel in Beetsterzwaag gehaald heb, herkent me niet meer. Kasper, altijd al een wat moeilijk opvoedbare hond, is een Norwegeraner Fjord- en Fjeldhund, een pas sinds 1993 erkend ras, voorgekomen uit een kruising tussen een Bommerlunder Sennenhund en een North Lowland Foxterrier. Het wonderlijke van de Norwegeraners, en dat is exact de reden waarom Marga-Rina er een wilde hebben, is dat zij niet blaffen, maar een soort geluid voortbrengen, dat het midden houdt tussen gorgelen en laten van forse winden. Ik heb het vermoeden, omdat Marga-Rina weigert zich met Kasper op straat te vertonen en ik dus altoos Kasper dien uit te laten, dat Marga-Rina zich verkneukelt als ik met hem door de Noorderbuurt wandel. Zij dwingt mij Kasper, wanneer het het drukst is in het centrum van Drachten, aan de riem mee te nemen. Een vernederende exercitie, want het gebeurt veelvuldig dat ik wordt nageroepen met: "Goare opsoademiter" en dergelijk praat. In het begin wees ik op Kasper, maar dat had een averechts gevolg, want dan volgde steevast zoiets als: "Kinst wol tsjin dyn lytse hûn, Bokke Heidehipper?"

14.4.24

Tagung 6

Swantje nam de folder over en kraaide enthousiast: "Het lijkt  waarachtig wel of de Tiritomba Tagung een heel Nederlands feest wordt. Er komen  ook allerlei kramen. Haga komt met drabbelkoeken en hier een advertentie van Gordon." "Dry gin" zei Zwanzer, "en dat is niet Nederlands maar Engels. "Nee, nee Zwanzer het is Nederlands: Pfefferminzlikör aus Holland  Krem De Ment staat hier. Van Gordon. "Even iets heel anders, staat er eindelijk iemand uit Friesland op het podium van het  Europees Songfestival,  proberen  ze hem er vanaf te krijgen omdat Israël ook meedoet. 250 mensen vragen om een boycot."  "O, en wie zijn dat dan wel?" "Johan, Gina Thijsse, Abdessamad,  Wietske en  Tjerk Haverkorn, bolkamtische sculptuurvorming staan onder anderen op lijst." "Nooit van gehoord." "Bolkamtische sculptuurvorming?" "Zo kan ik ook wel een lijstje maken om Joost Kleine te vragen het  song festival te boycotten. Veel mensen met voornamen en iemand die doet aan bolkamtische sculptuurvorming." "Gelukkig trekt Joost zich er niets van aan." "Van die bolkamtische sculpteur?" "Nee, van die ook niet !" "Ik miste trouwens onder de ondertekenaars Pierre  Lanckerdanque, blasfemistisch architect; Hinke, harpist; Ramona, zuiveladept en Karel Lampetkan, stompzinnig zwavelist ."