Door de boombladeren heen zie ik een grote kerk, als ik dichterbij kom zie ik dat het eigenlijk twee zijn. De ene is de kathedraal, de andere de Lieve Vrouwenkerk. Het zijn enorme bouwwerken, waaraan al in 326 onder keizer Constantijn begonnen is. Later is een en ander door de Franken in brand gestoken, maar aartsbisschop Egbert en later aartsbisschop Poppo zijn rond het jaar duizend met de restauratie, uiteraard met een voor die tijd aangepaste wijze, bezig geweest. Natuurlijk is er ook in volgende eeuwen verder gebouwd en de interieuren van beide kerken zijn werkelijk fantastisch: vol, zeg maar, Roomse pracht en praal. Buiten past maar één woord: ontzagwekkend.
29.9.15
Trier 10
Met de bouw van het keurvorstelijke paleis werd rond 1615 door Lothar von Metternich begonnen, anderhalve eeuw later was keurvorst J. Ph. von Walderdorf echter niet tevreden met de toenmalige behuizing en hij vroeg een student van de befaamde architect B. Neumann om nieuwe plannen, daarvan werd slechts een deel gerealiseerd. Beeldhouwer F. Tietz is verantwoordelijk voor de beelden, waaronder dames met een redelijk stompzinnige grijns op hun gezicht.
Trier 9
Dat het woord Droddewar in het Triers is beland is niet zo heel verbazend, vanaf 1794 hoorde Trier onder de naam Trèves tot Frankrijk en was de stad vanaf 1811 zelfs de hoofstad van het Département Sarre, tot Trier tijdens het Weens Congres (1814-'15) ingedeeld werd bij Pruisen. Er is een reeks woorden afkomstig uit het Frans, een paar voorbeelden: Mäggo (van het Franse woord voor peukje mégot), Mossderd (moutarde), Schässlong (chaise longue), Tuddlabuddigg (toute la boutique, in de betekenis van de hele troep), Darllijen (treillis), Dääz (tête) en Wällo (vélo, al is dat woord pas later dan het begin van de negentiende eeuw in het Triers terecht gekomen).
28.9.15
Trier 8
Natuurlijk koop ik een boekje over het Trierse dialect, niet alleen omdat ik in talen geïnteresseerd ben, maar ook omdat ik wil weten in hoeverre jiddisj van invloed geweest is op lokale, dan wel regionale talen. Het Münsters kent veel jiddisje woorden, het dialect van Trier kent ze nauwelijks. Er wordt wel schmeer stehen gemeld en dat komt oorspronkelijk wel van het Hebreeuwse schmira, maar in het Hoogduits bestaat dezelfde uitdrukking: schmiere stehen, op de uitkijk staan, bijvoorbeeld bij een inbraak. Merkwaardig is het dat het Triers het woord toddler kent, het Amerikaanse woord voor een klein kind, maar iemand met wie ik over het dialect sprak vertelde me dat een Bürgersteig in Trier Trottoir heet, klaarblijkelijk zijn dergelijke barbarismen niet ongewoon. Het wordt tijd een paar zinnen uit het aangeschafte boekje "Milljunen Leit - mindesten drei"* te citeren: "De gud Saachen bestanden beim Mann aus dem Sonndachsen Aonzoch, dem weissen Himmb und schwaorze Shuoch. Für die kalte Jahreszeit kam der Manndel, Iewerzeijer oder Kores dazu. Bei den Frauen waren es das Sonndachs Klaadschi oder Kossdümmschi, Schuoch mött Aobsätz, Manndel (wenn es hoch kam mött em Füksi und gebenfalls Schmuck in Form z.B. von Bämmeln oder Krällkädd.") Het enige woord waarover ik struikel is Kores, de rest levert nagenoeg geen problemen op.
*Verlag Michael Weyand Gm.bH, Trier ISBN:978-3-942 429-22-1
Trier 7
Behalve 't poortje naar de Judengasse zijn er ongelooflijk veel poorten en portalen in Trier te bewonderen. De meest bekende is natuurlijk de uit de tweede eeuw daterende Porta Nigra, hèt waarmerk van de stad. Oorspronkelijk was het de noordpoort in een stadswal, die bijna 6,5 kilometer lang was. De naam Porta Nigra onstond pas in de Middeleeuwen toen de lichte zandsteen naar grijszwart verkleurde. De stad, de oudste van Duitsland, bestond trouwens al voordat de Romeinen de poort bouwden, ongeveer 2050 jaar voor het begin van onze jaartelling was er al een vestiging. De naam Trier komt wel van de Romeinen, die rond 50 vooor Christus de plaats veroverden op een Keltische stam, de Treveri, en zo'n veertig jaar later de stad Augusta Treverium noemden. Dat de poort, anders dan de rest van de wal bewaard bleef is te danken aan het feit dat hij, na een verbouwing, lange tijd als kerk heeft dienst gedaan. Maar er zijn behalve de Porta Nigra meer poorten en portalen, hieronder staan een paar.
27.9.15
Trier 6
De nieuwe synagoge staat op de hoek van de Kaiser- en de Hindenburgstrasse, het is een fors gebouw, zo te zien met weinig glas(!), er bovenuit steekt een kleine koepel met een niet te missen davidster.
Al eerder zag ik een teken van joodse leven, maar dan van heel lang geleden.
Er bestond voor 1418, toen de joden voor de eerste keer werden verdreven, een joodse buurt tussen Simeon-, Jakob- en Stockstrasse met zo'n zestig huizen en een synagoge. Die joodse gemeenschap bestond sinds 1066, een poortje met het woord Judengasse herinnert aan het bestaan ervan.
Elders in de stad vind ik 'Stolpersteine', die herinneren aan de in de nazitijd vermoorde en gevluchte joden, soms gearrangeerd tot een monumentje, hetgeen niet helemaal de bedoeling was toen de Berlijnse kunstenaar Gunter Demnig het idee van de struikelstenen introduceerde. Maar ik wil meer weten over wat er tussen 1933 en 1945 in Trier gebeurde en koop een boekje. 'StattFührer, Trier im Nationalsozialismus' heet het. In het personenregister is de eerste naam die ik tegenkom, die van Adolf Altmann, sinds 1920 opperrabbijn van Trier, in 1938 gevlucht naar Nederland en in 1944 in Auschwitz vermoord, bevriend met Franz Rudolf Bornewasser (1866-1951), bisschop van Trier, die niet alleen de "Rückkehr zum Reich" van Saarland toejuichte en in 1941, toen de Wehrmacht de Sowjet Unie binnenviel over dat land het volgende te melden had: "ein auf den grundlehren des deutschen Juden Karl Marx fussendes Lehrsystem" waar "unser tapferes Heer (...) kämpft, die militärisch-machtmässige Herrschaft des Bolschewismus zurückzudrängen und hoffentlich zu ersticken". Bornewasser, naar wie in Trier een straat genoemd is, kwam pas in actie toen zijn eigen geloofsgenoten - psychisch dan wel fysiek gehandicapt - dreigden te worden geëuthanaseerd. Dat brengt me naar een andere beruchte inwoner van Trier, Klaus Barbie (1913-1991), weliswaar geboren in Bad Godesberg, maar op zijn elfde naar Trier gestuurd om daar aan het "Bischöfliche Jesuitenkolleg" te gaan studeren. In 1933 wordt Barbie lid van de Hitlerjugend en vanaf 1935 heeft hij als adjudant van de NSDAP-Ortsgruppenleiter Trier-Mitte een gesalarieerde functie, vanuit deze betrekking komt hij op de Führerschule in Berlijn en wordt hij automatisch lid van de SS (nummer 272.284). Na Amsterdam in het begin van de oorlog onveilig te hebben gemaakt, vertrekt hij naar Lyon, waar hij in november 1942 tot chef van de Gestapo wordt benoemd. Niet voor niets kreeg hij de bijnaam "slager van Lyon", tussen 1942 en 1944 werden onder zijn bevel 969 mensen vermoord. Na de oorlog komt hij in dienst van de Amerikaanse geheimedienst CIC (contraspionnage), waar zijn bazen buitengewoon tevreden over hem zijn, alhoewel Frankrijk om zijn uitlevering vraagt, wordt die door de Verenigde Staten geweigerd en vlucht hij tenslotte met behulp van de Amerikanen en het Vaticaan via Italië naar Bolivia, waar hij onder de naam Klaus Altmann (de achternaam gestolen van de in 1944 vermoorde opperrabijn van Trier) als wapenhandelaar en steunpilaar van de militaire junta een luxieus leven leidt, terwij hij op een Boliviaanse diplomatenpas rondreist. Pas in 1971 weten Beate en Serge Klarsfeld hem op te sporen, Bolivia weigert echter zijn uitlevering en in 1972 zegt Barbie over zijn SS-verleden: "Ich bin bereit, das wieder zu tun, tausendfach wieder zu tun, was ich gemacht habe, wenn es noch mal zu tun wäre". Pas in 1983 wordt hij, nadat in Bolivia een democratische regering is gekozen aan Frankrijk uitgeleverd, waar hij in 1987 tot een levenslange gevenagenisstraf wordt veroordeeld. Barbie overlijdt op 25 september 1991 in de gevangenis.
26.9.15
Trier 5
Voor een herenkledingszaak staat een kleine bakfiets met de naam van de firma. Nu heb ik niet zoveel met bakfietsen, zeker niet als twee dames, koutend naast elkaar met hun kroost voorin, zich op het fietspad voortbewegen en ik verwoede pogingen doe ze in te halen. In Trier trouwens geen kinderbakfiets gezien, maar dit terzijde. Naast de Trierse bakfiets staat een oude fiets met er achter een pracht zetel op wielen. De eigenaar blijkt een verzamelaar van oude rijwielen en binnen de kortst mogelijke keren zijn we in gesprek. Liefhebbers onder elkaar. Let op bandbel en snelheidsmeter.
25.9.15
Trier 4
Sinds ik geen radioprogramma's meer maakt, blijft de opnameapparatuur thuis. Soms heb ik daar spijt van, vooral als ik een straatmuzikant hoor, die werkelijk de sterretjes van de hemel speelt, zoals deze man uit Bulgarije. Ik heb even met hem gepraat en gevraagd of hij behalve Zuidamerikaanse en musettemuziek ook iets uit zijn geboorteland kon laten horen. Ogenblikkelijk begon hij te zingen. Net als in Koblenz zijn er in Trier aardige beelden te vinden, vaak gecombieerd met een fontein. Op een pleintje vond ik dit uit metaal opgetrokken kunstwerk waarop allerlei beroepen zijn uitgebeeld, natuurlijk ook muzikanten.
Trier 3
Veel eerder schreef ik op dit blog over mijn voorliefde verval te fotograferen, omdat het veel mooier is dan een opgepoetst, gerestaureerde woonte van een of andere hoogwaardigheidsbekleder. In Trier zijn van de laatste soort voldoende voorbeelden te vinden en ik zal er ook het een en ander van laten zien, maar eerst dit poortje, waarvan alleen de deurklink en het bijbehorende beslag detoneert.
24.9.15
Trier 2
Het oorspronkelijke ontwerp staat op naam van de Italiaanse fabriek ISO, maar het kleine autootje werd ook gemaakt in Frankrijk door Velam, die in 1957 een speciale, zeer afwijkende versie bouwde, waarmee in 1957 records werden gebroken in de categorie K (tot 250cc) op Monthhéry; het grootste succes met de Isetta kwam cehter van BMW dat tussen april 1955 en mei 1962 36372 exemplaren leverde, waarvan 55% met een 250ccmotor en het resterende deel met een 300ccmotor, beide waren ontwikkeld uit de ééncylinder R25 motor, de aandrijving gebeurde met een ketting en het wagentje had vier versnellingen. Instappen deed je door de voordeur en heel bijzonder: het stuur draaide om de instap te vergemakkelijken met de deur mee naar buiten.
De
gefotografeerde Isetta 250 staat een paar meters van de entree van het
fraaie speelgoedmuseum in Trier. Het is een heel veelzijdig museum,
zowel de liefhebbers van poppen en mechanisch speelgoed, als die van
spoorwegen (n.b. een hele vitrine met Nederlands materieel) en
modelauto's komen geheel aan hun trekken. Hieronder twee foto's: een blikken
Panhard Dyna uit 1947 en een schitterende raderstoomboot met de naam
Rotterdam, aan de achtersteven waait niet onze nationale driekleur maar
die van Frankrijk.
Trier 1
Gistermorgen om elf uur op het Hauptbahnhof van Trier. Ik zag ze zitten, zo'n vijtien reizigers temidden van plastic tassen en wat andere handbagage, omringd door een aantal kinderen. Vluchtelingen. Op zo'n moment blijkt een hond een geweldig middel om contact te maken, want eerst de kleinere, maar later ook de wat grotere kinderen storten zich op Una, die die enorme attentie wel kan waarderen. Een op het oog vijfjarig jongentje neemt Una's kopje in beide handjes, de anderen proberen haar allemaal tegelijk te aaien. Mijn vrouw wijst op Una en zegt Una. Ik hoop nu maar dat de kinderen niet denken dat het Duitse woord voor hond una is. Ik probeer me het woord voor hond in het Arabisch te herinneren, het moet niet ver verwijderd zijn van het Hebreeuwse woord kèlew, maar ik kom er niet op. Even later verschijnt een meneer van het Rode Kruis die de hele groep naar de trein naar Keulen begeleid, in Keulen haalt een ander meneer van het Rode Kruis ze van de trein. De kinderen zwaaien in Keulen nog even naar Una, maar die gaat plassen.
23.9.15
14.9.15
Weg
Ik ben even weg, maar opdat u u niet gaat vervelen, geef ik u een link naar een mooie documentaire over Louis Prima, die ik in feite alleen maar kende van ietwat opgewonden werkjes als "Buena Sera", tot ik jaren geleden een dubbelelpee kocht van gitarist Eddie Condon: "Eddie Condon's World of Jazz" (Columbia PG31564). Op die elpees vond ik een opname van Louis Prima uit 1935 "Lady in Red", gemaakt in New York met onder meer de clarinettist Pee-Wee Russell. De documentaire toont niet alleen oude beelden van Sicilië en New Orleans, maar ook hoe Prima zich voortdurend vernieuwde. Kortom een documentaire waar u even voor moet gaan zitten.
Laag 5
Ook voor dit instrument moeten we naar een muziekinstrumentenmuseum, alhoewel een Britse fabriek het op dit ogenblik splinternieuw kan leveren. Uitgevonden in - alweer - Frankrijk, vóór de tuba, de saxofoon en de sarrusofoon is de ophicleide nagenoeg verdwenen, al heeft het in de negentiende eeuw, en niet alleen in de marsmuziek, een belangrijke rol gespeeld. Net als Sax, die een hele familie van saxofoons schiep, ontwierp Halary (echte naam Jean Hilaire Asté) en hele reeks ophicleides van hoog tot laag, al moeten we het door Halary bedachte instrument vooral in de lage sector zoeken. Bij een nieuw uitgevonden instrument is het belangrijk dat de klank afwijkt van een al bestaand instrument en dat er speciaal voor het nieuwe instrument gecomponeerd gaat worden. Dat is bij de saxofoon het geval geweest en alhoewel er speciale werken voor ophicleide zijn geschreven, zoals dit Concertina door Ferdinand David, is dat toch in veel mindere mate het geval geweest. Gelukkig zijn er ook Nederlandse musici, zoals Harm Vuijk, die de ophicleide in ere houden.
13.9.15
Veteraanbus
Ook deze Mercedes-Benzbus L312/48 uit 1959 reed gister en vandaag een rondje Naardermeer. De touringcar was ooit van Europa Express, een firma die in Den Haag gevestigd was aan het Valkenbosplein, want in mijn herinnering stonden daar met enige regelmaat donkerrode bussen.
USA
Ik heb de laatste weken op dit blog artikelen overgenomen uit The International New York Times en uit Der Spiegel. Ik herinner me de mening over de vluchtelingencrisis van de Canadese publicist, politicus en hoogleraar Michael Ignatieff. Jakob Augsteins column in Der Spiegel van deze week sluit daar op aan.
Henk
Henk is dood. Ik was niet naar zijn begrafenis, want die vond in Canada plaats, waar hij bijna vijftig jaar woonde. Hij was degene die vlak na de oorlog, samen twee vrienden, op het Scheveningse strand een Spitfire vond. Het vliegtuig was in goede staat, Henk klom in de cockpit en na enig zoeken wist hij de Spitfire te starten en met de ene vriend op de motorkap en de andere vriend achter de opengeschoven cockpit taxiede het toestel 's ochtends rond een uur of drie door de Scheveningse straten tot ze stuitten op een Britse legerpatrouille. Die kocht de Spitfire voor 12.000 pond.
12.9.15
M&K
Ach, hoe lang is het geleden dat ik in een bus zat van Maarse & Kroon? Toch zeker veertig jaar geleden. Ik ga op zoek naar jaartallen. Maarse & Kroon werd opgericht in 1923, werd in 1971 een dochter van de NS en in 1973 met de NBM samengevoegd tot Centraal Nederland. Er zijn dus zeker meer dan veertig jaar verstreken sinds ik in een M&K-bus vervoerd
werd. Vanmiddag reed, in het kader van de Open Monumenten Dag, de
Stichting Veteraan Autobussen met een Leyland-Verheul LVB568 van juli
1971 door Bussum, Naarden, Muiderberg en Muiden. Zo'n gelegenheid laat
ik me niet ontgaan. De motor is wat meer lawaaïg, maar daar staat
tegenover dat de ramen minstens zo groot zijn als die van een moderne
bus. Nederland werd trouwens toen nog niet geplaagd door
verkeersdrempels, want op die obstakels waren de bussen van toen
duidelijk niet ingericht. Tot mijn verbazing reden we over een zeer
smalle weg langs het Naardermeer, waar ik regelmatig mijn Citroën warm
draai, voor ik de grote weg op ga. Zo'n weg waar ik het liefst even wacht
als ik een tegenligger aan zie komen.
Laag 3
De sarussofoon verscheen zo'n twintig jaar na de tuba op het tapijt, in de toch ook wat muziekinstrumenten betreft productieve negentiende eeuw. Het instrument is genoemd naar de Franse dirigent Pierre-Auguste Sarrus, maar net als de sousafoon niet is uitgevonden door Sousa, is de sarrosofoon niet gemaakt door Sarrus. De werkelijke maker was Pierre-Louis Gautrot, die de sarrusofoon bedoeld had als vervanger van de fagot, omdat dat instrument te weinig volume had in een marcherend muziekkorps. Anders dan de tuba heeft de sarrusofoon het niet gehaald, behalve in een museum heb ik het instrument nooit gezien. Hier de herkenningsmelodie van de Duke Ellingtonband "Take the A-Train" op sarrusofoon.
11.9.15
Laag 2
De tuba verscheen midden jaren dertig van de negentiende eeuw op het toneel. Verwacht dus geen tuba's in de composities van Mozart, Beethoven en Bach, tenzij, tenzij een arrangeur de fagot vervangt door een tuba of sterker nog een tuba de plaats laat innemen van een viool, zoals hier in Vivaldi's "Winter" uit de Vier Jaargetijden gebeurt. In Berlioz's "Symphonie Fantastique" heeft de tuba een rol en ook bij Mahler en Strawinsky ("Vuurvogel"), Gershwin ("An American in Paris") komen we een tubapartij tegen en Vaughan Williams (foto) schreef zelfs een tubaconcert, van recenter datum is het concert voor tuba en brassband van Edward Gregson.
10.9.15
Polen
Interessant, plotseling lijkt Polen meer vluchtelingen te willen opnemen. Van Litouwen, Letland, Estland, Tsjechië, Slowakije en Finland nog niets gehoord. Nou kan het zijn dat de Polen zich bedacht hebben, maar als ik het kritische artikel van Konstanty Gebert in The International New York Times van vandaag goed lees, zou de Poolse regering best eens voorwaarden kunen stellen aan wie ze wel en niet toelaten. Dit is het begin van het stuk, wie de rest wil lezen, drukt hier.
Laag
Laat ik, voordat ik andere, onbekende instrumenten in het lage register laat horen, beginnen met de tuba, in het begin van de jazz het favoriete basinstrument, verheven boven de de gestreken of geplukte contrabas: in de eerste plaats omdat hij lopend kon worden meegenomen, maar ook omdat hij bij plaatopnamen duidelijker te horen viel. De fraaiste opname uit - zeg maar - de oude jazz, is die van Cyrus St.Clair, de tubaspeler in "Red River Blues". Eind jaren twintig, toen de grammofoonplatenmaatschappijen overstapten van accoustische naar electrische opnames, verdween de tuba in de jazz vrijwel geheel, dat wil niet zeggen dat er met een beetje goede wil, er daarna geen goede tubaspelers te vinden zijn, zo vind ik Howard Johnson met Taj Mahal in diens "Cake Walking Babies into Town" nog altijd een genot om naar te luisteren. Howard Johnson (foto) heeft een eigen groep tubisten om zich heen verzameld, die hij heel toepasselijk "Gravity" noemt, hier in "Be no evil". Maar je moet wel goed zoeken naar moderne tubaspelers op YouTube, gelukkig heb ik, omdat ik zelf een blauwe maandag tuba gespeeld heb, een rijtje platen en CD's in mijn kasten staan om me
behulpzaam te zijn tuba-opnamen te vinden. Dave Bargeron en Michel
Godard zijn twee kanjers, hier samen met accordeonist Joe Barbato in "To Be Tuba". John Sass is een andere fenominale tubist, hier in "Soul of Song". Aan Sass is het volgende stuk "The Sass Philosophy" opgedragen, uitgevoerd door Les Tubadours.
9.9.15
Kos
Wanneer
ik een vliegretourtje Kos wil boeken dan ben ik net geen 200 Euro
kwijt. Vluchtelingen betalen het meer dan het tienvoudige voor een
enkele reis om hier te komen, aan mensensmokkelaars. Waarom boeken de
vluchtelingen niet een vlucht naar Schiphol? Waarom dat niet kan, leest u
in onderstaand artikel in Der Spiegel van deze week.
7.9.15
Europees probleem?
Zo begint een artikel op de opiniepagina van de International New York Times van vandaag, wie meer wil weten hoe Michael Ignatieff, een Canadees publicist, politicus en hoogleraar internationale betrekkingen, denkt over het Syrische vluchtelingenprobleem, drukt hier.
Saxofoons
Sinds Adolphe Sax de saxofoon rond 1840 uitvond zijn er anderen geweest die het instrument onder handen hebben genomen. Dr. Paul Cohen, een Amerikaanse saxofonist en verzamelaar (foto) ontving vier saxofonisten van de United States Army Field Army Field Band en leidde hen rond langs zijn bijzondere collectie.
Spel 2
Wonderlijk, dat ik destijds niet in de gaten had, dat ik toen met verschillende vriendjes verschillende spelletjes speelde, want mijn Gloster "Meteor" deed met Reinder dienst als Solex, wanneer we ons naar het overdekte zwembad begaven. Rein nam plaats op mijn voorspatbord - klaarblijkelijk waren de fietsen destijds van degelijke constructie - met zijn gezicht in mijn richting - zette zijn voeten op de pedalen en ik vouwde mijn benen achterwaarts richting bagagedrager en omdat de aandrijver op het voorspatbord zat noemden we het "solexen". Het ging niet altijd goed, want bij afdaling van een heuveltje in de Prinsentuin vlogen we tegen een boom. Toch hebben we ook daarna nog verschillende keren ons zo voortbewogen, terwijl Rein in wezen achteruit trapte.
6.9.15
Spel
Waarom onthoudt een mens de registratie van een vliegtuig, waarmee in 1949 het Nederlands hoogterecord werd verbeterd? Eigenlijk heel simpel, want de registratie stond ook op het voorspatbord van de fiets van een vriendje van me. Onze fietsen waren Gloster "Meteors" en elk vrij ogenblik waren we op of rond de vliegbasis Leeuwarden te vinden; we schreven brieven naar vliegtuigfabrieken in Engeland en de Verenigde Staten om folders en waren bijster trots wanneer we als antwoord een aantal folders ontvingen. Maar uiteindelijk waren onze "Meteors" het belangrijkst, vriend Willem Dolstra had Majoor Flintermans registratie Y9-7 (het recordtoestel) op het voorspatbord, ik had Y9-1, later is die van mij om één of andere reden veranderd in 4R-5.
5.9.15
Verzoek
Op
uitdrukkelijk verzoek van Una moet ik me weer even bezighouden met de
manier, waarop men aan de andere zijde van de Atlantische Oceaan meent
haar soortgenoten uit te dossen, waarop ze meteen wenst aan te tekenen
dat het zelden eigenaren van cairnterriers betreft. Ze heeft echter toch
een vraag: zijn de bezitters van cairnterriers verstandiger of laten
cairnterriers zich niet op zo'n belachelijke manier aankleden? Volgens
Una is het laatste het geval, maar ze zou er graag een onderzoek naar
laten doen. Vervolgens vindt ze dat er hoge straffen moeten komen op
deze waanzinnige verkleedpartijen en ze begrijpt ook niet dat de luid
bejubelde César Milan, bij wie het woord assertief in de mond bestorven
ligt, daar nooit een woord over kwijt raakt. "Gonnae-no 'at pish!",
hetgeen zoals ik begrijp, stop die onzin betekent.
4.9.15
Post
Chagrin Falls heeft zo'n 4000 inwoners, Bussum heeft zo'n 32000 inwoners, Chagrin Falls heeft een postkantoor, Bussum heeft dat niet, want een aantal regerende leegschedels heeft de Nederlandse posterijen eind vorige eeuw verkwanseld en omdat winstmaken in de moerasdelta belangrijker is dan klantvriendelijkheid zijn de postkantoren een aantal jaren geleden uit het Nederlandse straatbeeld verdwenen. Ik verstuurde eergister Otho Scotts album aangetekend aan de Chagrin Falls Historical Society door het aan een balie in de lokale AH aan te bieden. Ik kreeg een briefje met daarop een barcode zodat, zo werd verteld, ik het album kon volgen. Na diverse pogingen om dat te doen, ben ik daar maar mee opgehouden en ben ik naar de AH terugwandeld om navraag te doen. De vriendelijke dame achter de balie zei dat men daar alleen maar aangetekende stukken in ontvangst neemt en dat vervolgens Post.Nl. de zaak verder afhandelt. Het beste was om me te vervoegen op de website van Post.Nl., dat heb ik gedaan en wat is de eerste suggestie van het bedrijf: hebt u uw barcode wel goed ingevuld? De klant is de sukkel die het wel weer fout gedaan zal hebben, de klant is de sufferd, de beheime, de stommeling, de chammer, de sul, de oen, de domoor, die niet in staat is een aantal cijfertjes over te schrijven.
Nieuw volksliedje
Allen die willen naar Island gaan
Om goaltjes te vangen
Om goaltjes te vangen
En te voetballen met verlangen
Naar Iseland, naar Iseland, naar Island toe
Naar Iseland, naar Iseland, naar Island toe
Na twee wedstrijden zijn zij berenmoe.
Auto's
Eergister kreeg ik van een vriend per email een paar foto's uit het Franse toegestuurd. Twee auto's, twee Citroëns. Het verbazende is dat de de datum van constructie van de 5HP en de Traction Avant slechts een negental jaren verschilt. De 5HP, vermoedelijk een C3, dateert uit 1926, heeft een chassis, een niet gesynchroniseerde versnellingsbak en thermosifonkoeling (dus geen waterpomp); in 1935, het waarschijnlijke bouwjaar van de Traction Avantcabriolet, heeft Citroën een revolutionnaire auto in de aanbieding met een zelfdragende carrosserie en voorwielaandrijving. Ik vraag me af of een Citroën van 2015 zoveel verschilt van een auto uit die fabriek uit 2006?
Subscribe to:
Posts (Atom)