7.7.18

In mijn jeugd 16

Ik herinner me dat, omdat het bijster weinig gebeurde, buiten de deur een maaltijd genieten, een feest was, waar je wekenlang naar uitkeek. Je had bij vrienden en bekenden geïnformeerd naar het menu en de prijzen van het restaurant en je genoot van het eten en de sfeer toen de heugelijke dag één maal daar was. Tegenwoordig echter meent iedere buitendedeureter, als ware hij een echte Jozef van het Plein, meteen na thuiskomst achter de computer te moeten kruipen en een recensie te schrijven over restaurant en maaltijd. En het liefst, in tegenstelling tot Van het Plein, om in uiterst  negatieve bewoordingen de eetgelegenheid neer te sabelen, zodat de lezer iedere eetlust vergaat. Ik geef een voorbeeld uit de practijk: "De drie kleine gerechtjes die we vooraf kregen waren heel simpele hapjes, weinig verfijnd en de combinatie van de ingrediënten was experimenteel, maar naar mijn mening niet geslaagd. Ook het hoofdgerecht was ondermaats. In feite was alles wat op ons bord verscheen ver beneden de maat. De gebraden eend is terug naar de keuken gegaan, het speenvarken was erg droog en zonder smaak, de gratin was niet gaar en zonder gebruinde bovenkant. De appelcrumble bestond uit stukjes appel nog in de schil en daarbovenop wat koekkruim zonder smaak. Zeer teleurgesteld in dit restaurant: wij gaan er nooit meer terug!" Ik zie het brok venijn zitten: trots op wat hij het volk kond gedaan heeft, terwijl hij een bamibal naar binnenschuift.
Alina Plunkenborgh-Smallenborst, Deventer.