3.1.21

SELVE

 

In 1919 kocht Dr. Walter von Selve, die zijn sporen had  verdiend als pionier in het gebruik van aluminium in de auto- en vliegtuigbouw en o.a. dit metaal als grondstof had gebruikt voor het fabriceren van zuigers in verbrandingsmotoren, de Sperberfabriek in Hamelen.  Selve bleef als autofabriek zelfstandig opereren in het Basse&Selveconcern, dat de motoren vanuit Altena (Westfalen) aanleverde. Als constructeur werd eerst Ernst Lehmann aangetrokken, die eerder bij de Belgische automobielfabriek Metallurgique had gewerkt, daarna was de beurt  aan Karl Slevogt  en vervolgens aan Paul Henze, die zich o.a. had beziggehouden met  voorwielaandrijving en voor Selve de "Selecta" ontwierp, de zwanenzang  van de fabriek Selve, die in 1929 zijn deuren sloot. Oorspronkelijk bouwde Selve alleen maar viercylinders, maar in 1925 kwamen  er zescylinders bij, die in een hogere prijsklasse de competitie met de grote Duitse merken moesten aangaan. De foto's tonen de bedrijfsbrandweerwagen  van Selve.