30.11.23

Familie

 


Pake staat bovenste rij zesde van links, beppe zit op de "knibbels" als tweede op de tweede rij van boven

Beppe stierf in 1929. Ik heb haar niet gekend. Ik heb twee foto's van haar, een van toen ze jong was en een genomen midden jaren twintig, tijdens wat een familiereünie lijkt. Beppe moet veel ziek geweest zijn, want haar moeder Attje Dijkstra - de Vries (naar wie mijn moeder genoemd werd) bestierde op de boerderij het huishouden. Haar man IJme Dijkstra, boer aan het Jelsummerbinnenpad in Leeuwarden, was in januari 1907 gestorven en geen van de zonen wilde boer worden en zo belandde mijn pake op de boerderij. Klaarblijkelijk hoorde zijn schoonmoeder bij de inboedel, want alhoewel ze thuis bij een zoon van haar in Amersfoort in november 1925 stierf, moet ze het leven van mijn moeder - haar kleindochter - behoorlijk zuur gemaakt hebben, want tot de dood van mijn moeder, kon deze met afgrijzen vertellen over haar beppe, die met een natte vinger de pas door mijn moeder gestofte richels naging en haar niet gunde een krant in te zien. IJme was drie jaar ouder dan Attje, ze trouwden in 1875 in Bergum, in de trouwacte staat dat zij boerenmeid van beroep was. De boerderij, al lang afgebroken, heb ik aan de hand van pake voor de eerste keer vlak voor de oorlog gezien. Hij was toen al tien jaar geen echte boer meer, de crisis had er een eind aangemaakt en hij was melkboer in Leeuwarden. Hij liep achter een handkar met een wit, kort jasje en een witte pet op. Jaren later leerde ik daar een rijmpje op met veel handbewegingen, die je moest maken zodra je een witte pet zag. Hij had niet zoals zoveel anderen een hond onder de kar. Melk was niet verpakt, maar stond in bussen op de wagen: vrouwen haalden hun "mingels" melk, "suup" en "supenbrij" in pannetjes. Ik had ontzag voor pake, hij had een snor en die prikte als hij je kuste. Pake overleed in 1951, in een bejaardenhuis in Leeuwarden. Eerst was hij eerst een maand bij de ene dochter, dan een maand bij de andere dochter en vervolgens een maand bij de derde dochter onderdak geweest, maar uiteindelijk werd hij ondergebracht - ik weet geen beter woord - in een tehuis. Ik ben daar op veel vrije middagen naar toe gefietst en nog steeds voel ik medelijden en springen me de tranen in de ogen als ik bedenk hoe afschuwelijk dat voor hem moet zijn geweest, geen moment alleen: slapen op zaal en overdag altijd op dezelfde plaats, vooraan aan een tafeltje, aan het raam links. Op een middag vertelde hij me dat ik niet meer hoefde te komen. Ontdaan fietste ik naar huis. Wat had ik in hemelsnaam fout gedaan? Mijn moeder legde het uit: "Het gaat niet goed met pake, hij heeft aderverkalking en hij wil niet dat jij merkt dat hij minder wordt." Ik vind dat nog steeds een typisch en bewonderenswaardig pakebesluit.


Pakes geboortebewijs in het trouwboekje van zijn ouders: Rinze Willems Kooistra, werkman, geboren op 31 augustus 1844 in Jelsum en Baukje Pieters Dijkstra, zonder beroep, geboren op 16 januari 1850 in Stiens. Ze trouwden op 17 mei 1877. Rinze overleed in 1912 in Franeker,
Baukje overleed in 1925 Leeuwarden.

GVB

Tweemaal het Amsterdamse Frederik Hendrikplantsoen: een keer met de tramlijnen 3 (met een  Hofmanombouwer, genoemd naar de toenmalige directeur van het GVB)  en 10 (de 432 is een zogenaamde "blauwe"), die klaarblijkelijk beide hun eindpunt daar hadden en een Opel Blitz van het nog altijd bestaande verhuisbedrijf G. Hulshoff & Zoon, de andere keer met een bus (zeer waarschijnlijk een Kromhout) aan een noodhalte voor tramlijn 10, die om één of andere reden (personeelsgebrek?) niet reed.

 

Intocht

 


Einzug der Gladiatoren

Wilders

Kan zijn beveiliging ook in de ijskast nu hij zo mild geworden is?

Tekenfim 2

 


Meer Max Fleischer

29.11.23

Tekenfilm

 


Max Fleischer tekenfilm met geluid van de Mills Brothers

Miles & Monk

 


Bags Groove

Tram

 

Ik zal  er voor de oorlog ongetwijfeld ingezeten hebben, maar ik heb geen enkele herinnering aan de Amsterdamse tram, ik was vier toen we in juli 1940 de stad verlieten. De eerste tram die ik me herinner is de stoomtram van Drachten naar Leeuwarden. Eerst naar Veenwouden  en nadat de  locomotief was omgelopen, over  de spoorbaan naar Leeuwarden, om voor het spoorstation in Leeuwarden langs te rijden naar de eindstop NTM-tramstation. De eerste stad met een lokaal tramnet, waar ik in 1953 ging wonen, was Den Haag en daarom heb ik waarschijnlijk ook de meeste schaalmodellen van trams uit die stad en uit mijn geboortestad maar drie. In de sneeuwschuiver zal ik nooit gezeten hebben, maar ik vind die Amerikaan heel indrukwekkend. Eigenlijk heeft hij nog enorme schorten voor en achter zodat de sneeuw niet overal heen stuift, maar die staan niet op de foto.


28.11.23

Joshua

 


Golden Gate Quartet: "Joshua fit the battle of Jericho".

Marx

 


Nee, niet Karl, maar Chico en Harpo.

Naar buiten


Dit is een zogenaamde buitenlijner van de HTM op - zij  het nieuw aangelegd - bekend grondgebied, in Delft. De buitenlijners waren die Haagse trams die zich buiten het grondgebied van Den Haag bewogen, er is een tweetal bewaard gebleven, één (de 58) bij de Tramwegstichting, de ander (de 57) bij het Haags Openbaar Vervoer Museum in de Haagse Frans Halsstraat. Dit type, in hun dienstijd tot begin januari 1965 waarna de PCC-cars ook naar Delft gingen rijden, stond gestald te 's Gravenmade, ongeveer halfweg tussen Rijswijk  en Delft. Zowel de 57 als de 58 werd in 1923 door Linke Hofmann in Breslau gebouwd, de 57 kwam op 6 november 1923 bij de HTM in dienst,  de 58 op 5 januari 1924.

De bestuurder stond. Op onderstaande foto tevens goed zichtbaar dat de conducteur wanneer de schuifdeuren naar het voorbalcon gesloten waren door middel van een te openen luikje de kaartjes van de passagiers, die daar stonden, kon controleren.

27.11.23

Ronald

Nee, een vriend van a.s. verkenner Ronald Plasterk ben ik nooit geweest  en mijn mening heb ik meer dan eens op deze blog verkondigd, o.a. in februari 2014.


 
Ik kan me de zeer vochtige dromen van Ronald Plasterk wel voorstellen, ik meen zelfs 's nachts zijn opgewonden gilletjes te horen - per slot van rekening woont hij op loopafstand van mijn woonte - wanneer hij klaarkomt bij het idee ons land in vijf stukken te hakken, zo langs de lijnen: Friesland/Gronigen/Drente, Overijssel/Gelderland, Noord-Holland/Utrecht/Flevoland, Zuid-Holland/Zeeland en Brabant/Limburg. Er maakt zich een grote onpasselijkheid van me meester als ik aan zo'n volslagen onhistorische verdeling denk. Maar vaderlandse politici hebben zelden een geschiedenisboek opengeslagen, laat staan gelezen. De Verenigde Staten zijn gemodelleerd naar onze Zeven Verenigde Provinciën, zelfs hun quarter komt van ons kwartje - dat ik trouwens nog elke dag mis - waar Plasterk vijf stukken vandaan haalt is mij een raadsel.

De befaamde musicoloog Ronald Plasterk deze week in "De Groene Amsterdammer":

"De popmuziek is begonnen als protestmuziek, op boereninstrumenten als een gitaar, tegen de gevestigde orde. Bekijk op YouTube Woody Guthrie, met This Land is Your Land. De eerste demonstratie waaraan ik meedeed was voor het behoud van piratenzender Veronica. Het regende licht en op het Malieveld traden Mariska Veres en de Dizzy man's band op. Veronica, er is niks links meer aan. De popmuziek is een hypercommerciële toestand geworden. De markt is slim als zij winst ruikt,dus het bedrijfsleven heeft al spoedig de jeugdcultuur naar zich toegetrokken."

De befaamde historicus Ronald Plasterk deze week in "De Groene Amsterdammer":

"Het woord 'volk'. Dat is een besmet woord, er hangt iets onplezierigs omheen. Das Volk. Dat is weer zo'n trauma van de oorlog. Volk en Vaderland was de NSB-krant, de Duitsers lag het woord in de mond bestorven. terwijl het Angelsaksische woord people totaal geaccepteerd is." Weet Plasterk veel? Nee, hij weet (alweer) niet veel: want het vooroorlogse dagblad van de SDAP heette "Het Volk" en na de oorlog heette de sociaal-democratische krant "Het Vrije Volk".

Goed, ik ga woensdag stemmen. PvdA. Niet omdat ik Job Cohen zo'n uitstekend debater vind, maar het interesseert me dan ook geen moer of iemand in de mondelinge krijgvoering goed van de tongriem gesneden is. Sterker nog: Mozes, Demosthenes en Churchill, om maar eens drie gedreven, geheel verschillende figuren, die toch een volk wisten te leiden, hadden erger spraakproblemen dan Cohen. Ik heb vertrouwen in Job Cohen. Alleen is het verdomd vervelend dat hij in zijn kielzog (Dieder)Ikje Samsom meesleept, een man, die internetten in een trein belangrijker vindt dan de installatie van behoorlijke toiletten en daarmee dus twitteren boven constipatie plaatst. Deze hard-op-de-keutelaar beantwoordt bovendien mijn email over blinden in het openbaar vervoer niet. Ook op ijdele tuit Ronald Plasterk heb ik het niet begrepen, een kulturele jan-yn-'t-himd, die het Fries ooit omschreef als een grappig dialect dat fonetisch geschreven wordt, zodat vijftigers met een ringbaardje er subsidie voor kunnen aanvragen. Let wel dit is het oordeel van een minister die cultuur en dus ook de tweede landstaal in zijn portefeuille had. De meer dan waarschijnlijke oorzaak van dit bekrompen denken is het feit dat vrouw Els Plasterk, Ronalds hoed jaren geleden op 90 graden in de Indesit is gaan wassen. Wanneer ik ook nog denk aan de schandalige behandeling die Jeroen Brouwers, laureaat voor de Prijs der Nederlandse Letteren 2007, zich van Ronald Krimphoed moest laten welgevallen, zodat Brouwers uiteindelijk de onderscheiding voor zijn oeuvre wel moest weigeren, dan denk ik: ferlos ús fan sokke meiriders.

Journalist Aart Brouwer schreef onderstaande regels in het jongste nummer van De Groene Amsterdammer:

"Vandaag is de rol van wereldwijde voertaal voorbehouden aan het Engels en morgen wellicht aan het Chinees. Het Nederlands komt er hoe dan ook niet aan te pas. Dat geldt ook voor onze minderheidstalen zoals Tamazight, Maleisisch en Turks die in het buitenland veel meer worden gesproken dan hier. Het Fries hoort daar niet bij, zoals Ronald Plasterk ooit in een tv-column constateerde: het is geen taal maar een grappig dialect dat fonetisch wordt geschreven zodat vijftigers met een ringbaardje er subsidie voor kunnen aanvragen."

Nu ga ik niet in op een germanisme als "Maleisisch", waar ik wel over struikel is het feit, dat zowel Brouwer als Plasterk Fries neerzetten "als een grappig dialect dat fonetisch wordt geschreven", wie ooit de moeite heeft gedaan Fries niet alleen te leren spreken, maar ook te schrijven, weet dat het verre van fonetisch wordt genoteerd. Wat me echter het meest dwars zit, is het woord "ringbaardje", wat hebben uiterlijke kwalificaties met het Fries van doen, als ik Brouwer en Plasterk neerzet als Hollanders met aambeien, verheldert dat de discussie?

Bagage

 

Goederen- of bagagewagens verschilden zo'n 150 jaar geleden net als de locomotieven in kleur, maar ook in detail per Franse maatschappij, zoals te zien is bij dit drietal van respectievelijk de Estcompagnie, de État en de PLM. De Est- en de Étatwagen hadden ieder één schuifdeur aan een kant, de PLM had er twee en liep bovendien op drie assen. Deze wagens liepen vaak mee in passagierstreinen, meestal vooraan, vlak achter de postwagen, zodat er geen gezoek was op de diverse  stations en er snel uit- en ingeladen kon worden en het oponthoud beperkt kon blijven.

 

Kiezen 3

Er was eens, niet zo heel lang geleden de firma GehWeh die een aantal geurlijnen  in de markt bracht, zoals de geur van een excrement van iemand die bloemkool gegeten had en de geur van een excrement van iemand die rapen had gegeten. Maar juist deze beide geurlijnen worden door GehWeh in de ijskast gezet, terwijl die met de geur van stront met spruitjes in het assortiment blijft. Sterker er komt voor onze zuiderburen een speciale Belgische variant: stront van iemand die Brusselse kooltjes heeft gegeten. met de naam VLAB. Dat beide eerst genoemde geuren gaan verdwijnen heeft alles te maken met de introductie van een nieuwe geurlijn, geheel gebaseerd op puur Hollandse stront met een vleugje varkensmest.  "Net zoals Keulen met zijn Kölnisches Wasser "4711" en  Chanel met zijn "5", hebben wij ook voor een cijfer voor deze geur gekozen: "37"", zo laat GehWeh weten. De firma heeft eveneens een paar proefflaconnetjes van "37" aan bekende Nederlanders uitgedeeld. De voorvrouw van BBB reageerde enthousiast: "Ja kijk, dit is de  geur waar heel Nederland op zat te wachten, vooral dat vleugje varkensstront maakt "37" exquis. Ik  heb Mona ook een poepje laten ruiken, zij vindt dat "37" echt, heel echt puur Hollands ruikt."  Een reactie van Pieter Omtzigt  laat nog op zich wachten.

26.11.23

Diamanten

 


 Paul Simon: "Diamonds on the soles of her shoes".

140C

 Dit lijkt een originele 140, maar is het niet, want hij heeft een typische Nordrookkastdeur.

In 1913 kwamen de eerste 140-ers ( de nummers 101 - 170) bij de Chemins de fer de l'État in dienst, een vervolgserie (171 - 370) werd, na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in Engeland gebouwd. Van het eerste aantal kwamen bij het uitbreken van die oorlog 70 in dienst van het leger, bij de Artillerie Lourde sur Voies Ferrées (ALVF) voor het trekken van zware kanonnen. De 140-ers hadden in de regel een 18 (B of C) tender, d.w.z. dat ze 18000 liter water konden innemen, na de oorlog werden er ook 34X, oorspronkelijk Duitse, tenders aangekoppeld, die konden 34000 liter water meenemen. In 1958 waren er in het district Est van de SNCF nog altijd 150 in dienst, in het district Ouest 143. Een aantal had inmiddels herverhitters gekregen van verschillende types: A.C.F.I., Dabeg of Worthington. De maximale snelheid was 80 km/u., de dienstsnelheid van deze goederenlocomotief lag 10 kilometer lager.
 
Dit is een 140C met een A.F.C.I. réchauffeur (meteen achter de schoorsteen), in tegenstelling tot de groene locomotief heeft deze een 34X- in plaats van een 18C-tender.



Studebaker

 

Studebaker stond qua verkopen in 1948 op de negende plaats, twee plaatsen voor Hudson en vier plaatsen voor Nash, met 164753 automobielen. De Studebakers van 1947 waren ontworpen door Raymond Loewy, die voor de Tweede Wereldoorlog al had bijgedragen aan het uiterlijk  van Studebakers. Loewy werd in 1946 bijgestaan door Virgil  M. Exner, maar die was uiteindelijk zelfstandig een studio begonnen en had Loewy's ontwerp vervolgens samen met Studebakers eigen Roy Cole onder handen genomen.

Kiezen 2

Er was  eens, niet zo heel lang geleden,  een kunstschilder die alleen maar in zwart schilderde. Donker zwart, licht zwart, glanzend zwart en dof zwart, het was hem om het even, als het maar zwart  was wat op het doek kwam.  Dat zijn favoriete muziekje "Painted Black" van de Stones was, verbaasde dan ook niemand. Maar intussen werden zijn kunstwerken nauwelijks verkocht, daar moest verandering in komen, dus veranderde hij zijn palet in donkerbruin en hij zette alle tubes zwarte verf in de ijskast. En verdomd: zijn doeken gingen vervolgens als warme broodjes de deur uit.

25.11.23

Offenbach

 


Offenbachs "Can Can" op een orgel.

Kiezen

Er was eens, niet zo heel lang geleden, een man die dol was op de muziek van The  Rolling  Stones Eerlijk gezegd, hij lustte er wel pap van. Hij had alle elpees en cd's en was niet alleen naar concerten in Nederland maar ook in verre buitenlanden geweest. Er  hingen posters van The Stones op al zijn kamers, maar één ding zat hem dwars: het was hem nog altijd niet gelukt in het bestuur van de Nederlandse Stonesfanclub te  komen. Toch vond hij dat hij daar, gezien zijn onvoorwaardelijke aanhankelijkheid, recht op had. Toen hij hoorde dat het voorzitterschap van The Beatlesfanclub open kwam besloot hij daar een gooi naar te doen en hij zette alle Stonesparafernelia in de ijskast  en verving  die door aanhankelijkheidsverklaringen voor The Beatles. En verdomd: hij werd gekozen.

41

 
Bugatti was al jaren van plan geweest - buiten de autosport - zijn slag te slaan met een wagen voor de superrijken, het liefst voor de categorie van koninklijken bloede. Medio jaren twintig was zijn naam genoegzaam bekend en werd een chassis met een achtcylindermotor met een inhoud van bijna vijftien liter ontworpen. Het eerste chassis, 41100, kreeg de carrosserie van een speciaal voor dat doel in 1925 aangeschafte Packard. Maar tot de bouw van de oorspronkelijk geplande vijfentwintig exemplaren van "la Royale" is het nooit gekomen en koninklijke klanten hebben zich niet laten verleiden. Toch heeft Bugatti er alles aangedaan om de auto te slijten, zo kreeg het eerste chassis liefst vijf verschillende carrosserieën, die hieronder allemaal staan afgebeeld. Het radiateurelement (boven) was een eerbetoon aan Ettores broer Rembrandt, die een meer dan voortreffelijk beeldhouwer van dieren was, veel in de Zoo van Antwerpen had gewerkt  tot hij op 8 januari 1916 uit het leven stapte.
Chassisnummer 41100 met open Packardcarrosserie. Motorinhoud 15 liter, 1926.
Chassisnummer 41100 met "fiacre"-carrosserie. Motorinhoud 13 liter, 1928.
Chassisnummer 41100 met "berline"-carrosserie. Motorinhoud 13 liter, 1928-'29.
Chassisnummer 41100 met Weymanncarrosserie. Motorinhoud 13 liter, 1929. Bugatti kreeg onderweg van Molsheim naar Straatsburg met deze versie een ongeluk, zodat een nieuw chassis moest worden gefabriceerd.
Chassisnummer  41100(A) met coupé-de-ville- (zogenaamde Napoléon) carrosserie, met deze carrosserie bleef de auto eigendom van de familie Ettore Bugatti en werd "la voiture du patron" genoemd. Motorinhoud 13 liter 1930.

 

24.11.23

60

 

Het is inmiddels bijna zestig jaar geleden, dus de kans dat mijn geheugen me in de steek laat is groot, maar volgens mij is dit de Aston-Martin van Willem Meischke, een naam die ik in combinatie met de naam Calff kende van de Amsterdamse bioscoopreclame en zijn bureau had aan de Lijnbaansgracht. De firma Calff & Meischke (Cloeck en Moedigh) had, herinner ik me, een mooi logo.

 

Geert en Donald

Bijna vergeten, maar Geert Wilders was in 2016 in Cleveland bij de Republikeinse verkiezingsconventie waarbij Donald Trump op het schild werd geheven.

 


mevrouw JA,  KIJK...

56

 


Het lijkt in niets op een Bugatti, toch is het er één, het Type 56, gebouwd als persoonlijk transportmiddel voor Ettore in de fabriek in Molsheim, maar toch met het achterliggende idee dat het electrische wagentje met zes zesvoltsaccu's van 100 amp/u. in de handel kon worden gebracht. De auto had een kenteken en kon dus ook buiten het fabrieksterrein worden gebruikt. Ik heb een foto gezien waarop de wagen in een Parijse straat geparkeerd staat. Met de handle rechts werd de snelheid geregeld, de maximale snelheid was ongeveer 28 km/u.Het wonderlijke is dat Bugatti teruggreep naar het model van een populaire Amerikaanse auto uit 1902, de Oldsmobile Curved Dash Runabout (foto onder), die niet door electra werd aangedreven maar met een ééncylinderbenzinemotor met een inhoud van 1,6 liter.

Verkenner

 

 GOMPIE...

23.11.23

Net voor de oorlog

Op 17 en 18 juni 1939 werd de de 24 Uren van Le Mans gereden. Winnaar werd een Bugatti 57C met een zogenaamde tankcarrosserie met Jean-Pierre Wimille en Pierre Veyron als berijders, de gemiddelde snelheid bedroeg bijna 140 km/u. In dezelfde auto verongelukte Jean Bugatti in augustus van dat jaar tijdens een proefrit. 
Op de tweede plaats in Le Mans eindigden Louis Gérard en Georges Monneret in een Delage D6 3 liter. 

Springtime

 

Holland was having trouble
What a sad, sad story
Needed a new leader to restore
Its former glory
Where, oh, where was he?
Where could that man be?
We looked around and then we found
The man for you and me
And now it's
Springtime for Wilders and P.V.V.
Holland is happy and gay!
We're marching to a faster pace
Look out, here comes the master race!
Springtime for Wilders and P.V.V.
Our land's a fine land once more!
Springtime for Wilders and P.V.V.
Watch out, world
We're gong on tour!
Springtime for Wilders and P.V.V.
Heil myself
Heil to me
I'm the man
Who's out to change our history
Heil myself
Raise your hand
There's no greater 
Savior in the land!
Everything I do, I do for you!
Springtime for Wilders and P.V.V.
Holland is happy and gay!
We're marching to a faster pace
Look out, here comes the master race!
Our land's a fine land once more!
Springtime for Wilders and P.V.V.
Watch out, world
We're going on tour!
Springtime for Wilders and P.V.V.
(ontleend aan Mel Brooks' "Springtime for Hitler" 

22.11.23

Lachen

Vanochtend met stempas en mijn Bussumse bejaardenpas richting gemeentehuis om te gaan stemmen. Mijn Bussumse bejaardenpas bleek als identificatie onvoldoende,  alhoewel  er een foto en geboortejaar op staan. Ik vertelde dat ik met mijn Bussumse bejaardenpas,  omdat ik mijn paspoort vergeten had mee te nemen, recent Denemarken was binnengekomen. Dan hadden de Denen een fout gemaakt, was het commentaar van het stembureau.

Bugatti 2

 

 
Packard verdwenen, Simca verdwenen, DKW verdwenen, Riley verdwenen en zo kan ik nog wel een paar uur doorgaan. Soms komt een merk terug, zoals Bugatti en dat is vreemd want als er één merk persoonsgebonden was dan was het Bugatti. Ettore en later ook diens zoon Jean waren niet alleen naamgevers, maar met veel talent begiftigde ontwerpers en daarom is het onzin dat sinds 1998 moderne auto's met hun naam op de neus verschijnen onder de paraplu van Volkswagen. Op de foto een echt Bugatti van de oude stempel met T57-motor op een T54-chassis met een Nederlandse carrosserie ontworpen door de vooroorlogse Bugatti-importeur Van Ramshorst.  T54 was een grand-prix-auto uit 1931, T57 uit 1934 was een gloednieuw ontwerp, de motor uit dat type was 3.3 liter met een  dubbele nokkenas.




21.11.23

Bugatti


Natuurlijk is er soms onenigheid over de nummering van de Types: Hugh Conway, de Bugatti-autoriteit noemt de sigaarvormige racewagen die meedeed aan de Grand Prix in 1922 in Straatsburg een Type 30.  maar Paul Kestler in zijn "Bugatti, l'évolution d'un style" noemt het een Type 29. Maar over Type 32 (hier boven) zijn ze het eens, het is de totaal qua vorm afwijkende auto, die in 1923 in Tours aan de Grand Prix van de A.C.F. meedeed. Het waren vier zogenaamde "tanks". Nummer 6 werd gereden door Friderich, die op de derde plaats eindigde, nummer 11 door De Vizcaya die crashte, nummer 16 door Marco, die uitviel en nummer 16 door de Prins van Cystria, die eveneens uitviel. 
 
Het wonderlijke is dat in Tours ook een ander Franse fabrikant met een experimenteel model aan de start verscheen, Voisin met "Laboratoire" gereden door André Lefebre, die later faam zou verwerven als ontwerper van Citroëns "Traction Avant". Hij eindigde op de vijfde plaats. 

 

Chozpe

Stel u treft het volgende rijtje in een  advertentie op de televisie:  Remy Martin, Courvoisier, Hennessy, Hine,  en dan Vieux, dan denkt u toch: hier klopt iets niet. Of een ander rijtje: Packard, Auburn, Cord, Lincoln en dan  Tesla. Dat zijn toch pogingen van Vieux en Tesla om met andermans veren te pronken?  Precies het zelfde doet Dilan Yeşilgöz, die foto's van Drees, Den Uyl, Lubbers en Kok  toont (geen van allen VVD- politici) en vervolgens Yeşilgöz. In feite alleen maar een advertentie die duidelijk maakt dat het eerste originele idee van Yeşilgöz nog moet komen. Maar dat zie ik niet gebeuren.

20.11.23

PCC

 

België was het eerste Europese land waar een PCC-car reed, maar de breedte van het voertuig maakte het in januari 1948 onmogelijk op het Brusselse stadsnet dienst te doen en dus bleef het bij een paar proefritten op een buitenlijn, nadat de draaistellen van 1435mm in meterspoor waren gewijzigd, maakte de tram proefritten op het net van de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen, waarna  het dienst ging doen op een lijn langs de Belgische kust. De Brugse fabriek  "La Brugeoise" assmbleerde vervolgens twee PCC-cars voor Den Haag, daar werd de PCC-car een groot succes, in België lukte het beduidend minder: er werden 24  metersporige PCC's ingezet op een lijn in Wallonië en ook op de interlokale lijn Brussel-Leuven gingen PCC's rijden, maar na tien jaar werden ze alle verkocht naar Belgrado. Uiteindelijk kwam een ervan naar België terug, boven- en onderstaande 10409, die een totale restauratie heeft ondergaan. Opvallend is het verschil met de Haagse PCC's, die de pantograaf achterop hebben, terwijl bij de NVBM-trams de schaarbeugel voorop het dak staat.

Fietsen?

 


Dat het niet om een Indiaas fietsersclubje gaat blijkt uit de naam, want dan zou het de  Mumbai Bicycle Club heten,  maar ze noemen  zich de Bombay Bicycle Club  en het is een Londens bandje dat flink aan de weg timmert en eind deze maand o.a. in  Parijs, Berlijn en Warschau concerteert.

Zelf

 


Zelfgemaakte "vlieg"tuigen

Bébé

In 1911 door Ettore Bugatti ontworpen en tussen 1913 en 1916 leverbaar: de  Peugeot "Bébé" (officieel BP1 daarna B3/P1 en tenslotte B4/P1). Totaal gebouwd 3095 exemplaren. Zijklepmotor met een inhoud van 855cc, oorspronkelijk twee, later drie versnellingen. Ontworpen als een klein "voiture de tourisme" en veelvuldig dus voorzien van een tweezits open carrosserie, kreeg een enkele "Bébé" toch een tweezits coupécarrosserie. Waarom de gefotografeerde Bébé aan de rechterzij  dubbelgewield is, weet ik niet.

 

The Carters

Een man, zijn echtgenote en zijn schoonzuster. De de oorspronkelijke Carter family, want de schoonzuster zou later met haar dochters onder dezelfde naam optreden. Eerste plaatopname van het trio man, echtgenote en schoonzuster op 1 en 2 augustus 1927, laatste in 1941, maar daarna nog twee jaar radio-optredens. Aanvoerder was Alvin Pleasant Carter, geboren in 1897 in Maces Spring (Virginia) in een zeer christelijk gezin, waar de viool als een duivels instrument werd gezien, zodat hij moest wachten met de aanschaf ervan tot hij op eigen benen stond en voldoende geld had verdiend met de verkoop van fruitbomen, A.P. (want met de afkorting van zijn voornamen werd hij bekend) trouwde met Sara Dougherty en het duo werd een trio door toevoeging van de echtgenote van A.P. 's broer Ezra J. Carter: Maybelle Carter-Addington, een uitstekende gitaar-, banjo en autoharpspeler. Het trio schijnt in de loop van hun carrière meer dan driehonderd plaatopnames te hebben gemaakt, dit is er één van, het fameuze "Wildwood Flower" en dit is een ander: "Bury me under the weeping willow tree".
(Op de foto v.l.n.r. Maybelle, A.P. en Sara).