5.9.14

Oren

Ach ja, mijn oren. Vanaf mijn derde jaar zorgen ze voor problemen. Toen de eerste keer middenooronsteking en omdat één oor niet genoeg was, meteen maar aan beide kanten. Ik herinner me de pijn niet, wel dat mijn vader als pleister op de wonde, hoe treffend, een ambulance kocht, die ik vanaf mijn bed kon laten rijden. Helaas verdween de auto al snel omdat ik hem vast wilde houden en dat gaf vieze vlekken op mijn bed en mijn moeder stond erop dat de ambulance werd teruggebracht. Mijn vader zal de tocht naar Merkelbach in de Kalverstraat contrecoeur hebben gemaakt, maar moet onderweg hebben bedacht dat  de ambulance dan maar moest worden geruild tegen een trein. Een locomotief met tender en drie goederenwagentjes van het Amerikaanse merk Lionel. Hij staat nu boven in een vitrine. Een mooie lok, het grote voorbeeld ontworpen door Raymond Loewy, die na de oorlog ook de Studebaker zou tekenen. Sindsdien heb ik zeker nog zeven keer middenoorsonsteking gehad en helaas geen aanvulling op de Lioneltrein mogen ontvangen. Eén keer zo'n vijftig jaar geleden in een  klein dorp, waar de huisarts de onsteking naar mijn zin weinig serieus nam. Ik heb de auto gepakt en ben naar mijn specialist in Den Haag gereden, die mij, waarschijnlijk zeer terecht, voor gek verklaarde, maar ogenblikkelijk medicijnen voorschreef. Sinds veertien dagen bonkt iets in mijn linkeroor, het is net of ik voortdurend mijn eigen hartslag hoor. Het schijnt iets met mijn gehoorgang te maken te hebben. Ik druppel sinds een paar dagen trouw, maar het zet tot nu toe geen zoden aan de dijk: boenk, boenk, boenk.