De heer achter het glas rosé aan het tafeltje naast me op het terras van "Sir Winston' vraagt hoe ik de parade vond. "Weinig muzikaal!", want behalve een aantal toeteraars van de Garde Républicaine voorafgaand aan een legervoertuig met Sarkozy, was er anders dan in Brest een paar jaar geleden nauwelijks muziek. "O, maar dan ziet u het doel van het gedoe op de Champs Elysées totaal verkeerd", zegt hij lachend: "Dit is om het Franse volk de Franse militaire kracht te tonen".
Het was een ietwat moeizame tocht met nogal wat omtrekkende bewegingen naar de Place de l'Etoile, want de meeste metrostations langs de Champs Elysées waren gesloten en toen ik eindelijk op Parijs' meest beroemde straat belandde, belandde ik achter twee hekwerken en om achter het eerste hekwerk te komen moest ik me laten controleren. Daar had ik geen zin in. Op de daken gewapende mannen in het zwart, een cirkelende helicopter en vlak voor mijn neus iemand die onopvallend opvallend rechercheur probeerde te zijn.
Het zicht werd fors geblokkeerd door een aantal tanks, die veertig minuten voordat ze in beweging kwamen hun motoren startten, daar konden zelfs de gezamenlijke Parijse parfumhuizen niet tegen op. 's Avonds bleek ik toch het een en ander te hebben gemist, want het thema van Quatorze Juillet dit jaar was "Outre Mer" en daarvoor was vanuit de "Pacifique" een aantal militairen ingevlogen die, zoals bij Nieuw-Zeelandse rugbywedstrijden gebruikelijk is, vervaarlijk te keer gingen en marcheerden de cadetten van Saint-Cyr. Misschien had ik toch gewoon beter in het hotel kunnen blijven en de tv moeten aanzetten.