31.7.13

Gesprek in Duitsland 8

Ik heb mijn ijskoffie op en roep het dienstertje: "Ich möchte zahlen, bitte schön" en zeg: "Beste meneer Čalba over de korte broeken, de mouwloze t-shirts in de openbare ruimte zijn we het in grote lijnen met elkaar eens en wat de getatoeëerden betreft, ik vind het het belachelijk dat ik de rooms-katholieke kerk wel hoor over homofielen maar niet over tatoeages, terwijl de bijbel heel duidelijk is, er staat niet voor niets: "Maken jullie aan jullie lichaam geen insnijdingen en tatoeëren jullie je niet." Ik noem dat selectief bijbelgebruik door het christendom. U hebt geen restaurant, geen hotel, geen winkel, dus u kunt niemand de toegang weigeren, maar dat is wat er moet gebeuren, mijn hond komt een flink aantal restaurants, hotels en winkels niet in. Zij wordt domweg geweigerd. Dat moet met getatoeëerden ook gebeuren." "Juist", zei Čalba, "uw hond heeft geen keuze, hij is als hond geboren en zal als hond sterven. Die getatoeëerden hebben een keuze, wel een tatoe of geen tatoe, daar zullen ze konsekwentie van moeten dragen. Buiten blijven, dus!"

adv.-i.m.

Wij wensen Bernhard Pantograaf, Wladimir Putin, Zeverijn van Blankenberghe en Ida van Rijn - Leeuwtjes een voorspoedig herstel na hun operatie.
Het aambeienteam van de patientenorganisatie "Ons Chirurgijntje", locatie Dokkum, de secretaris Jeroen-Hendrik Baayema Szn.

Antwerpen

 
Gister onder de inspirerende leiding van mijn jongste zoon naar Antwerpen, eerst naar  het noorden, waar ik nooit was: het oude havengebied. Nergens verkeersdrempels, want de kasseien zijn nog altijd in een overweldigende hoeveelheid aanwezig. Van verre zien we het MAS, het Museum Aan de Stroom, indrukwekkend, maar mijn aandacht gaat ogenblikkelijk uit naar het afgemeerde lichtschip "West-Hinder" en dan begint de race in mijn hoofd naar lichtschepen in mijn jeugd voor de Nederlandse kust. "West-Hinder", nee, zegt me niets, maar er was wel zo'n varende vuurtoren met een bijna gelijke naam en er was ook een lichtschip "Goeree". Ik aarzel of ik de namen en de posities van lichtschepen op wat toen de lagere school heette geleerd heb of dat ik ze me uit een of ander boekje eigen heb gemaakt. De "West-Hinder" lag tussen 1950 en 1992 op 51graden en 23 minuten Noord en 2 graden en 26 minuten Oost en werd gebouwd door Beliard en Crighton in Oostende. Het plezierige van het oude Antwerpse havengebied is dat men het maritieme verleden niet kan vergeten: her en der staan zelfs nog kranen.

30.7.13

Gesprek in Duitsland 7

-->
Maar het is mijn eer te na en ik blijf zitten. Čalba vraagt zich inmiddels af hoe het zo ver heeft kunnen komen: “In mijn jeugd zag je hooguit een anker op iemands arm, nu lijkt het of een heel volksdeel zich heeft laten toetakelen en dat, dat wil ik niet zien.  Ik bedoel: dat toetakelen is tot daar aan toe, maar waarom moet ik daar getuige van zijn. Ik ga verdomme toch ook niet naar een museum met  Italiaanse landschapjes of anderszins bijeengepenseelde pseudokunstwerkjes.” Ik begrijp zijn weerzin en zeg dat tatoeages te vergelijken zijn met niet opgeruimde hondenstront, beide bevuilen de straat. “Juist”, roept Čalba, een prachtige vergelijking en op het niet opruimen van hondenstront staat straf en ik zie niet in waarom het zichtbaar dragen van tatoeages ook niet bestraft kan worden.”
“Hoeveel mensen kent u die een bekeuring hebben gekregen omdat ze de stront van hun hond niet hebben opgeruimd? Ik ken er geen, dus het lijkt een goed plan, maar zonder een optredende overheid voorspel ik weinig succes!”  

29.7.13

adv.-i.m.

Wij wensen de heer Emile van den Keutelaere succes met de verkoop van zijn Saroléa 1956, de heer Vladimir Putin geluk met de aanschaf van zijn Solex 1965, de heer Geert Wilders geluk met de restauratie van zijn Berini "Eitje" en mevrouw Philiberta Schomperdinck succes met de eerste solorit op haar Batavus "Bilonet".
Bromfietsclub "Swynia Avanti", Zwijndrecht.
De secretaris: Everhardus Fontanel.

Vuil

Gezien op een afvalbak voor het station Naarden-Bussum. Hoort er natuurlijk niet op, maar er in.
 

Gesprek in Duitsland 6


“Dat is een veel groter probleem en moet Europees worden aangepakt”,  dergelijke “Schweinerei” (hij gebruikte alweer het Duitse woord voor viezigheid) dient volledig te worden uitgebannen. Want wat is dat voor schrikbarende onzin, waarom  moet een fatsoenlijk man als ik geconfronteerd worden met een buitengewoon primitieve versieringskunst van volk waarvan het IQ niet hoger komt dan, ik noem maar wat , tachtig. Ooit een bonobo of een chimpansee gezien die zo krankzinning is om zich ter verfraaiing in zijn huid te laten prikken?” Ik opper heel voorzichtig dat het bij beide apensoorten vanwege de beharing ook weinig zin zou hebben. “Ze zouden zich kaal kunnen laten scheren, dat doen sommige kerels die hun hoofd hebben laten tatoeëren ook.” Aan de belendende terrastafeltjes wordt nu naar ons gekeken, want Čalba schreeuwt het bijna uit. Ik maak hem erop attent. “Dat kan me niks verdommen, één schreeuw van mij is minder irritant dan  het beeld van een getatoeëerde man of vrouw, want over dat soort wijven (hij zei "bitches") wil ik het ook nog hebben.” Ik overweeg me te excuseren naar het toilet te gaan  en niet maar aan het tafeltje terug te keren.

28.7.13

Fractievoorzitter


Gesprek in Duitsland 5

Hij meent het, denk ik, hij wil bejaarde kortebroekendragers inderdaad uit beeld, wat ik dacht dat een goede grap was, blijkt serieus. Ik moet hem een paar stevige suggesties aan de hand doen: "Wat dacht u van een verbod tot winkel-, café- en restaurantbezoek? Bij de toegang een klein cirkeltje met een rode rand, een verbodsbordje. Met een korte broek en een kruis erover?" "Het is een begin", zegt Čalba. "Of nog veel beter", ik raak enthousiast, "slechts zij, die toestemming op het gemeentehuis hebben gehaald, mogen korte broeken dragen." "Ja, maar dan wel nadat zij eerst al hun lange broeken hebben ingeleverd. Voortaan dragen zij 's zomers en 's winters een korte broek. Dat zal ze leren." "Goed, wat doen we met de mouwloze t-shirtdragers?" "Exact hetzelfde: alle overhemden, colbertjes, jacks, jassen en dergelijke dienen te worden ingeleverd, voordat toestemming wordt verleend in een mouwloos t-shirt de openbare ruimte te betreden en dat hemd dient dan het gehele jaar te worden gedragen. Fantastisch, binnen één winter zijn we van de idioten af, ze sterven bij bosjes aan longontstekening en pleuris." Čalba zwaait enthousiast met zijn armen bij het vooruitzicht. Voorzichtig maak ik hem attent op het overgebleven vraagstuk: hoe getatoeëerden uit het straatbeeld te verwijderen.

27.7.13

J.J.



 
Er staan twee J.J.'s in  mijn platenkast: J.J. Johnson de trombonist, die samen met collega Kai Winding, zorgde voor prachtige tromboneduetten en J.J. Cale, de gister overleden singer/songwriter, van wie ik net de eerste negen elpee's uit de kast gehaald heb. Weer een held voor altijd het zwijgen opgelegd, ik heb hem vanaf 1972 gevolgd en het leek me goed vanaf zijn eerste lp "Naturally" tot zijn negende "Travel - Log" steeds één nummer te laten horen "Clyde", met een voorname rol voor violist Buddy Spicher, ook in "Playing in the Street" van "Really" is een violist aanwezig, dit keer is het oudgediende Vassar Clements,  J.J. Cale werd op 5 december 1938 in Oklahoma City, meer "Okie" kan nauwelijks en dat is dan ook de titel van zijn derde elpee, van die plaat uit 1974 "Everlovin' Woman". "Travelin' Light" komt van "Troubadour" en "Boilin' Pot", waarin Cale alle intstrumenten speelt, van "5". "De hoes van "Shades" (foto) is geïnspireerd op een pakje Gitanes, echtgenote Christine Lakeland speelt orgel en zorgt voor de achtergrondvokalen in "Carry On"."Grasshopper" is een intrumentaaltje en is te vinden op de gelijknamige elpee uit 1982, bijzonder is het gebruik van een steeldrum."People Lie" staat op "#8" en "River Boat Song" op "Travel - Log".

Gesprek in Duitsland 4


26.7.13

Gesprek in Duitsland 3


Maar eigenlijk heb ik geen zin om van ons gesprek een marktplaats van ellende te maken, dus ik noem geen fietsers die linksom een rotonde nemen en motorrijders met Viagra in hun tank en keer terug bij Čalba’s korte broeken, mouwloze hempjes en tatoeages en ik verzoek hem zijn ergernissen te precizeren.  “Herinner je je toen je voor de eerste keer een lange broek kreeg”, vraagt hij. “O ja, toen ik eindelijk die gehate plus-fours kon verwisselen tegen een echte lange broek, die plus-fours was een verdomd ellendige en veel te lange fase tussen korte en lange broek.” Aha, u was verheugd, wat beweegt dan al die oude mannen van vandaag  een korte broek aan te trekken? Zoiets valt toch alleen maar te duiden als een terugval, heimwee naar een lang geleden afgesloten fase. Infantiel gedrag, regressie, noem het wat u wilt, maar het is niet normaal. Het zou me dan ook niets verbazen als hun onderbroeken niet geheel brandschoon zijn.”  “Maar moet je het dragen van een korte broek boven een zekere leeftijd verbieden?”  “Ik vind van wel, je moet mensen tegen hun eigen  infantiele gedrag beschermen. Het is het begin van dementeren.” “Dat is wel erg kort door de bocht. Ik kan me uw esthetische bezwaren heel goed voorstellen, maar om het  dragen van een korte broek nu meteen in het hoofdstuk geestelijke defecten onder te brengen…” “U gaat veel te veel uit van uw persoonlijke bezwaren, maar ik zie het anders, die, ik noem ze voor het gemak maar kortebroekers of naaktbeners (Čalba gebruikte het woord nudeleggers) moeten tegen zichzelf in bescherming worden genomen. Dat ze het straatbeeld bevuilen is duidelijk, maar als we dat als uitgangspunt nemen ontstaat veel te gauw  een discussie over smaak en die wens ik niet te voeren. Hoe korter de broek hoe geringer de intelligentie, daar moeten ze op worden aangesproken. Ze moeten zich schamen dat ze zich zo gekleed in de openbare ruimte durven te vertonen."

25.7.13

Gesprek in Duitsland 2


Het wordt tijd dat ik een ergernis van mij in de ring gooi: de met trappers uitgeruste kinderkruiwagens, waar zogenaamd milieubewuste pappies en mammies hun kroost mee vervoeren, op het nauwe fietspad steevast vergezeld van een vijfjarige, op een eigen fietsje voortslingerende, kleuter met een rose helmpje op het schedeltje. Bellen, als ik wil passeren heeft geen zin, want dan veranderen de mammies in driftige, kijfklare kloeken. Het fenomeen zegt Čalba niets. Ik moet het hem uitleggen, maar ook daarna begrijpt hij niet waar ik het over heb. Ik teken een kinderbakfiets, zet de maten erbij en geef de breedte van het fietspad aan. Hij geeft meteen de oplossing: een bakfiets hoort op de rijweg en niet op het fietspad. “Simpel toch?  Bovendien horen vijfjarigen  op eigen fietsjes door hun ouders natuurlijk helemaal niet te worden blootgesteld aan de gevaren van het verkeer. Wat is dat voor onzin? Dan hou je toch niet van je kinderen?”  Ik probeer Čalba uit te leggen dat juist ik, wanneer ik probeer te passeren, door de ouders wordt beschuldigd van gebrek aan kinderliefde. “Ach ja, zelfs in  het verkeer wordt het de jeugdige mormeltjes al duidelijk gemaakt dat zij het centrum van de wereld zijn. Een schitterende handleiding voor het creëren van een buitengewoon egoïstisch nageslacht. Mijn welgemeende felicitaties."

24.7.13

Foto in Duitsland


Gesprek in Duitsland

Dom genoeg heb ik hem niet gevraagd hoe hij zijn naam spelde, maar hij stelde omgekeerd de vraag ook niet. Dus hij schrijft ongetwijfeld mijn naam ook verkeerd. Zijn naam klonk als Čalba, maar dat zou je ook als Czalba of Tsalba kunnen schrijven. Hij zat aan het tafeltje naast het mijne en klaagde niet zoals anderen, die ik eerder die dag sprak, niet over de hitte, nee hij vroeg wat ik van de Duitsers vond en zonder mijn antwoord af te wachten, uitte hij zijn onbegrip.”Altijd zo’n keurig volk, opruimerig mag ik wel zeggen, ieder vlekje op hun blazoen wegpoetsend.” Čalba sprak Engels maar hier gebruikte hij voor de eerste keer een beladen Duits woord: “ausradierend”. Ik keek hem niet begrijpend aan. Waar had hij het over, de straten waren vrij van hondenstront en met lege bierflesjes viel het ook alleszins mee.  “Als ik hier het voor het zeggen zou hebben, zou ik iedere man van boven de twintig het dragen van een korte broek binnen de bebouwde kom verbieden, net zoals het tonen van tatoeages en het rondlopen in mouwloze t-shirts.” Hij gebruikte opnieuw een Duits woord: “Schweinerei”.  “Omdat ze geen grotesk ogende uniformen à la Göring meer aantrekken, menen ze zich  van onder tot boven met tatoeages te moeten bedekken,  gelukkig tatoeëren ze ze nu zichzelf, nadat ze zich tijdens de oorlog de eerste beginselen van de kunst hebben eigen gemaakt op anderen.” Ik vertel dat ook in Nederland wanneer de temperatuur boven de vijfentwintig graden stijgt, het manvolk  meent in kleuterdracht te moeten gaan rond paraderen: tachtigjarigen met melkflessen die zich achter een rollator voortbewegen. Čalba kijkt me niet begrijpend aan: ”milk bottles?” Ik maak hem duidelijk dat ongebruinde benen in Nederland melkflessen genoemd worden. “Goed gevonden, maar u hebt me niet verteld wat u van dat exhibitionisme vind.” Ik antwoord met een wedervraag, want eerlijk gezegd zie ik niet in hoe hoe er een eind gemaakt kan worden aan het dragen van mouwloze hemdjes, korte broeken en tatoeages in de openbare ruimte: “Hoe denkt u een verbod te verwezenlijken?”  “Als men in Frankrijk een burka kan verbieden, moet het toch mogelijk zijn elders regels op te stellen, wat op straat geoorloofd is en wat niet? Maar ik begrijp het. U komt uit een land waar de tolerantie het wint van de ergernis.”