3.9.21

R

Tijdens de Tweede Wereldoorlog deed de SNCF een enorme bestelling stoomlocomotieven in de Verenigde Staten  en Canada om het naoorlogse spoorverkeer weer op gang te brengen,  want van de 17259 dienstvaardige locomotieven in 1938 waren bij de bevrijding slechts 6000 bruikbaar. De 1340 nieuwe locomotieven kwamen in twee series: de 141 R 1 tot en met 701 waren kolengestookt, van de 141 R 701 tot en met 1340 was het merendeel oliegestookt. Een locomotief,  een in 1917-'18 voor de United States Railroad Administration ontworpen machine, kostte $12.000 (inclusief tender). De eerste serie werd door drie Amerikaanse fabrieken geleverd: Lima Works in Lima (Ohio), Alco in Schenectady (New York) en Baldwin in Chester (Pennsylvania), de tweede serie door Baldwin, Alco, Lima, de Montreal Locomotive Works in Montreal (Canada) en de Canadian Locomotive Works in Kingston (Ontario, Canada). De 141 R 1220 tot en met 141 R 1235 en de 141 R 1241 hebben nooit in Frankrijk gereden, ze zijn met het Noorse vrachtship Belpamela op 11 april 1947 ter hoogte van Newfoundland vergaan.  Op de foto's twee oliegestookte locomotieven, al werd onderstaande 141 R 1264 (gebouwd door de Montreal Locomotive Works) in 1956 tijdens de Suezcrisis omgebouwd naar kolenstook.