Zondag wordt mijn tramdag. Ik heb al via het internet geboekt voor de Tourist Tram en ben met vrouw en hond onderweg naar de Grote Kerk. Het is jaren geleden dat ik met een taxi onderweg was naar een PCC-car. Ik vertrok toen per trein vanaf een stationnetje iets ten Noorden van Chicago, passeerde Winnetka, dat me ogenblikkelijk tot het neuriën van "Big Noise from Winnetka" bracht. Mijn reis eindigde op de grens van Illinois en Wisconsin en ik moest naar Kenosha, dat lag nog een flink eind verderop, dus ik ging op zoek naar een bus. Ik wist dat ik in een merkwaardig gebied was, waar ooit het dragen van bruine schoenen en het fluiten op zondag verboden waren, geheel in stijl werd ik, toen ik tenslotte een taxi gevonden had - ik moest en zou naar Kenosha - door de dame aan het stuur onderworpen aan een lange voordracht over Jezus Christus, die de enige redding, tijdens mijn aards bestaan en zelfs daarna, zou zijn. Geen straatevangelisatie, maar taxi-evangelisatie en dat is totaal andere koek dan een weekje New York voor de doorsnee vaderlandse toerist, die vervolgens denkt Amerika te kennen. Mijn - overigens mislukte - bekeringsrit eindigde bij het station van Kenosha met uitzicht op een grote, groene vlakte, waarover mijn favoriete tramtype, de PCC-car, zich voortbewoog. Terug naar Den Haag. Bij de Grote Kerk staat niet een als Tourtist Tram verklede PCC-car maar Ombouwer 36, jaren ouder, ooit in dienst gekomen op 6 mei 1906, als nummer 45, omgebouwd, weer in dienst in mei 1930 en op 14 februari 1963 zijn laatste officiële rit.
17.9.21
Trams
Zondag wordt mijn tramdag. Ik heb al via het internet geboekt voor de Tourist Tram en ben met vrouw en hond onderweg naar de Grote Kerk. Het is jaren geleden dat ik met een taxi onderweg was naar een PCC-car. Ik vertrok toen per trein vanaf een stationnetje iets ten Noorden van Chicago, passeerde Winnetka, dat me ogenblikkelijk tot het neuriën van "Big Noise from Winnetka" bracht. Mijn reis eindigde op de grens van Illinois en Wisconsin en ik moest naar Kenosha, dat lag nog een flink eind verderop, dus ik ging op zoek naar een bus. Ik wist dat ik in een merkwaardig gebied was, waar ooit het dragen van bruine schoenen en het fluiten op zondag verboden waren, geheel in stijl werd ik, toen ik tenslotte een taxi gevonden had - ik moest en zou naar Kenosha - door de dame aan het stuur onderworpen aan een lange voordracht over Jezus Christus, die de enige redding, tijdens mijn aards bestaan en zelfs daarna, zou zijn. Geen straatevangelisatie, maar taxi-evangelisatie en dat is totaal andere koek dan een weekje New York voor de doorsnee vaderlandse toerist, die vervolgens denkt Amerika te kennen. Mijn - overigens mislukte - bekeringsrit eindigde bij het station van Kenosha met uitzicht op een grote, groene vlakte, waarover mijn favoriete tramtype, de PCC-car, zich voortbewoog. Terug naar Den Haag. Bij de Grote Kerk staat niet een als Tourtist Tram verklede PCC-car maar Ombouwer 36, jaren ouder, ooit in dienst gekomen op 6 mei 1906, als nummer 45, omgebouwd, weer in dienst in mei 1930 en op 14 februari 1963 zijn laatste officiële rit.