Salmson in de Rue du Pint-du-Jour in Billancourt was bekend door de bouw van vliegtuigmotoren voordat de fabriek in 1919 met de fabricage van auto's begon, eerst met licentiebouw van de Britse G.N., een door H.R. Godfrey en A. Frazer-Nash ontworpen kleine tweezitter, die in 1922 gevolgd werd door de eerste echte Salmson. De fabriek maakte in jaren twintig furore door razendsnelle sport- en raceautootjes te bouwen, die op diverse circuits veel succes hadden, maar de behoefte aan meer luxe deed Salmson het ook op een ander terrein proberen en in de jaren dertig rolden kleine open- en gesloten personenwagens, waarmee een familievader in het bezit van enige pecunia zich kon vertonen, van de band. Salmson bouwde na de Tweede Wereldoorlog niet bijster veel wagens, tussen 1946 en 1956 in totaal 3737 auto's. In 1948 waren dat er 336. Motorisch was er geen verschil met hetgeen in 1939 was gefabriceerd: twee viercylinders met dubbele-bovenliggende-nokkenassen, de één met een inhoud van 1730cc, de ander met een inhoud van 2312cc. Ook de carrosserieën van de auto's werden in de eerste jaren na de oorlog nauwelijks gewijzigd.
