Hoe kon het dat Israël bij de stichting van de staat in 1948 niet alleen beschikte over jachtvliegtuigen, maar zelfs over bommenwerpers van het Type B-17?
De B-17, oorspronkelijk ontworpen op basis van een opdracht van U.S. Army Air Corps in 1934 vloog op 28 juli 1935, waarop in maart 1937 dertien toestellen door Boeing werden afgeleverd. In 1939 werd de order - na een verbetering van de Wrightmotoren - de order met 39 verdere toestellen aangevuld. Nadat de Verenigde Staten betrokken raakte in de Tweede Wereldoorlog werd de productie fors opgevoerd en bouwde niet alleen Boeing maar ook Douglas en Vega de viermotorige bommenwerper.
Eind 1947 werd Yehuda Arazi door David Ben Gurion, leider van de Jewish Agency, naar New York gestuurd om vliegtuigen en wapens te kopen, dat was geen eenvoudige taak omdat de Verenigde Staten een totaal wapenembargo naar het Midden-Oosten had afgekondigd. Toch lukte het via een contact met Al Schwimmer, die razendsnel de firma Schwimmer Aviation Company oprichtte, tien Curtiss C-46 "Commandos" en drie Lockheed "Constellations" aan te schaffen. De toestellen vlogen met een Panamese registratie. Omdat Tsjechoslowakije zat te springen om deviezen werden eind maart 1948 wapens in een Douglas DC-4 van Tsjechoslowakije naar een door de Britten verlaten vliegbasis in Palestina gevlogen. Vervolgens werden Avia S199's (in Tsjechoslowakije gebouwde Messerschmitts 109's) gedemonteerd, in kratten verpakt en met C-46's van de Schwimmer Aviation Company overgevlogen. Maar een en ander was in de Verenigde Staen niet onopgemerkt gebleven en Al Schwimmer kreeg de FBI achter zijn broek, toch lukte het hem om vier B-17 aan te schaffen waarvan drie snel konden worden opgeknapt en op 12 juni 1948 vanuit Miami op reis gingen, eerst naar Puerto Rico, daarna naar de Azoren met als gefingeerd eindstation Corsica. Na een stop op dat Franse eiland vlogen de B-17's door naar Zatec in Tsjechoslowakije, waar ze van wapens en bommen werden voorzien om daarna naar Israël te vertrekken.
