31.12.20

OOM HUGO 4

Natuurlijk  kiest Oom Hugo voor de echte prik, niet  voor die namaakprik in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk of België, nee, Oom Hugo kiest voor de onvervalste vaderlandse honderd procent prik.

FIETSEN

 


Een folder van Northern, of heeft degeen die Northern doorgekrast en vervangen heeft door Oak gelijk?
Lastig om uit te zoeken, want Northern was een merk dat door St. Paul Wheel House in St. Paul, Minnesota werd geleverd en Oak kwam uit Oak Park in Illinois.

BOEKJE


Ooit op de Bussumse markt vier boeken gekocht. Het meest merkwaardige is een piepklein boekje: "De neue Reichstag" uit 1893. Alle leden van de toenmalige rijksdag staan er in. Allemaal mannen, veel met baarden, anderen met snorren. Een behoorlijk aantal is van adel, Freiherr o.i.d. en Elzas-Lotharingen lijkt voornamelijk vertegenwoordigd door rooms-katholieke geestelijken. Ik zou graag weten hoe het volk in dat twintig jaar eerder op Frankrijk veroverde gebied over hen dacht. De samensteller heeft zijn uiterste best gedaan van alle afgevaardigden een portret en cv te krijgen, dat is niet altijd gelukt en soms is hij daar narrig over en plaatst i.p.v. een foto de volgende mededeling "Alle Versuche, direkt oder indirekt Bild und Biographie des Abgeordn. (volgt naam) zu erhalten sind gescheitert." Een sociaal-democratische afgevaardigde is in de jaren tachtig van de 19e eeuw vanwege zijn overtuiging uit Berlijn verbannen en heeft daarna vanwege diezelfde overtuiging in de gevangenis gezeten. Achterin het boekje staat een lijst van de fracties in de rijksdag, die opent met "Antisemiten s. dtsch. Reformpartei" en onder Deutsche Reformpartei u. Antisemiten staan 13 afgevaardigden: Ahlwardt, Dr. Boeckel, Graefe, Hänichen, Hirschel, Klemm, Köhler, Leuss, Lieber, Liebermann v. Sonnenberg, Losse, Werner, Zimmermann.

 

TOKKE-TOkKE-TOK


Een smidje in zijn smisse
Die zong den heelen dag
Zijn stemme klonk zoo helder
Bij ied'ren hamerslag
Hij zong zoo blij: van tokke- tokke- tok
Hij zong zoo vrij: van kloppe- kloppe- klop
Het klonk zoo lustig dan
Het liedje van den zwarten man

TICO TICO


Niets fascinerender dan een symphonieorkest in de weer te zien met een nummer uit de lichtte amusementswereld. Daniel Barenboim met de Berliner Symphoniker in "Tico Tico".

CORONA


 OPGENOMEN IN CORONA, NIET MET CORONA

RACES

  


Autoautoriteit
John Bolster tijdens races in 1963 op Silverstone.

MARS

Marc-Antoine Charpentier (1643-1704) was huiscomponist van Maria van Guise, daarna schreef hij voor de Comédie Française en vervolgens voor de jezuïten, maar zijn grootste bekendheid geniet  hij als componist van de  herkenningsmelodie van de Eurovisieuitzendingen. Dat is nogal mager, want hij schreef twee opera's, veel toneelmuziek en geestelijke muziek. Dit is een mars  van hem.


IN MEMORIAM 4

Helaas hebben wij in 2020 ook afscheid moeten nemen van  onze dierbare collega Daniël-Homme van Vlatsakker, immer vooraan in de strijd tegen het onrecht. Geboren in Oenkerk, leed hij aanvankelijk onder het  syndroom dat deze plaatsnaam nu een maal met zich meebrengt. Gelukkig verhuisden zijn ouders drie maanden na zijn geboorte naar het nabijgelegen Tietjerk. Dat bleek een hele verbetering voor de jeugdige Daniël-Homme, die na het doorlopen van lagere school en mulo koos voor het bedrijfsleven, waarin hij furore maakte in de smeernippelbranche voor
dors- en maaimachines, zodat hij op veertigjarige leeftijd reeds met pensioen kon gaan. Hij bleef echter actief als tweede sousaphonist in de dorpsfanfare "Juicht nu allen te samen".  Tevens hield hij kippen, eenden en zes echtgenotes. Moge hij ruste in vrede.

NOVELTY

 

Rap heeft voor mij een vrouwonvriendelijk en van een vulgair Amerikaans taalgebruik doordenkt Willy-Alfredoniveau. Ik ben me er van bewust dat de naam van deze "roept-u-maar-rijmkunstenaar" (echte naam Willem Jue [1898-1976]) u misschien niets zegt, maar hij was buitengewoon populair, zelfs zo dat Frans Halsema een prachtige parodie maakte. U begrijpt ik ben geen liefhebber van het genre, er zit voor mij in rap te weinig muziek. 't Zal ook mijn leeftijd zijn en meteen vraag ik me af, hoe zat honderd jaar geleden met iemand van boven de tachtig? Vond die ook moderne klanken ietwat moeilijk te verteren? Ik aarzel om die vraag te beantwoorden, maar ik denk dat het meeviel, waarom zou een militaire kapel anders toen moderne muziek op het repertoire zetten? Er was destijds duidelijk een behoefte aan grapjasserij, dat werd verkocht als "novelty' en exotica, want waarom speelde Paul Biese en zijn Novelty Orchestra de Egyptian One Step "Bo La Bo", waarom was - alleen de titel al - "The Sheik of Araby" een foxtrot oriental? Er zijn allerlei verwijzingen naar het middenoosten, de al genoemde Paul Biese had ook een compositie met de titel "Harem Life" op het  repertoire en de Original Dixieland Jazz Band nam in 1920 "Leena from Palesteena" op. Ben Selvin leidde eveneens een novely-orkest, van dat orkest is dit "Dardanella". Opvallend die hang naar het vreemde!

30.12.20

ELECTRISCH

Als het aan de politiek ligt rijden we over een aantal jaren allemaal electrisch, diezelfde politiek zorgde er ook voor dat in plaats van één, minimaal vijf dieseltjes dagelijks mijn straat komen vervuilen omdat er meer concurrentie in de pakketbezorgdienst diende te komen. En juist die dieselende bestelwagens zouden nu al vervangen kunnen worden door electrische, want grote afstanden rijden ze niet.

Vanaf het eerste begin - en dat was al voor 1900 - namen electrische auto's het op tegen benzinewagens, het was nota bene een electrische auto die het eerste erkende wereldsnelheidsrecord vestigde, de Jeantaud met graaf Gaston Chassseloup-Laubat aan het stuur: 63 km/u. 
De rol van electra raakte echter spoedig uitgespeeld, omdat electra over een korte afstand weliswaar voor een snelheidsexplosie kon zorgen maar zodra er een grotere afstand moest worden afgelegd dienden de accu's worden opgeladen en exact dat probleem speelt vandaag de dag nog steeds de belangrijkste rol. In de Verenigde Staten bleven electrische auto's langer populair dan in Europa, in de grote steden waren ze de eerste decennia van de vorige eeuw in trek bij gefortuneerde dames, met name omdat ze eenvoudiger te bedienen waren dan benzineauto's.
Pas na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog kreeg electra een tweede kans, benzineschaarste  zorgde ervoor dat in Frankrijk zich zeker negenentwintig kleine, maar ook grote, contructeurs zich met de ontwikkeling van electrische auto's gingen bezighouden. Soms bleef het bij een enkel exemplaar, maar de Électra van Pierre Faure, die middels een gewoon stopcontact kon worden opgeladen was wel degelijk in de handel voo iets minder dan 20.000 francs, terwijl een Peugeot 202 25.200 francs kostte. De actieradius bedroeg ongeveer 75 km. De enige grote fabriek die zich  aan een electrisch avontuur waagde was  Peugeot met de VLV, leverbaar vanaf 1 mei 1941 en waarvan 377 exemplaren  werden verkocht. De actieradius lag tussen 70 en 80 kilometer met een snelheid van 30 km/u.

OOM HUGO 3

Oom Hugo had een geweldige ingeving, hij bedacht plotseling dat  niet alle bejaarden  in bejaardenhuizen zaten opgesloten, en hij besloot ook dezen - nog zelfstandig wonenden - na zeer, zeer grote zorgvuldigheid vanaf 1 april 2026 van prik te voorzien, daarmee sloeg hij twee vliegen in één klap, want  daarmee werd ook de woningnood opgelost, want vele bejaarden zouden voordien komen te overlijden en hun woning leeg achterlaten.

DRIE WIELEN



Waarom heeft een auto vier wielen, terwijl drie voldoende zijn? Regelmatig zijn er in het verleden pogingen aangewend om het ook met drie wielen te proberen, met name na de Eerste- en na de Tweede Wereldoorlog. Maar ook nu, zijn er constructeurs die met een moderne vormgeving voor ogen de driewieler op nieuw een kans willen geven.  Ik noem slechts de Nobe, de Sondors en de Apatera.

NOBE

 

SONDOR

 

APATERA 

DRENTHE


 

INTERVIEW

 

"Hoe was uw naam ook alweer?"
"Oen. Kim Jong Oen."

POLKA

 Er bestaat een tweetal verklaringen hoe de polka respectievelijk in Mexico en in Texas is  beland, maar voor ik daaraan toe kom, eerst een stukje geschiedenis. De polka bereikte Parijs rond 1840 en de populariteit van de dans valt te verklaren uit het feit dat men eindelijk eens, zoals tot dan gebruikelijk was, niet steeds van partner hoefde te wisselen. De ene verklaring vertelt dat de polka populair was aan het hof van keizer Maximiliaan I (foto)  - een jongere broer van de Oostenrijkse keizer van Franz Joseph I - die met behulp van Frankrijk in 1864 de Mexicaanse troon had bestegen en dat de polka daardoor omhelsd werd door de bevolking, de andere verklaring luidt dat Texas, dat zich in 1836 als onfhankelijke republiek van Mexico afscheidde, aantrekkelijk bleek zowel voor inwoners van de Verenigde Staten als voor immigranten uit Duitsland en laatgenoemden kenden - natuurlijk - de polka. In 1845 werd Texas de 28e staat van de USA.  Oorspronkelijk klonk de Mexicaanse, dan wel Texaanse balzaalversie van de polka weinig anders dan de Europese, dit is een voorbeeld van een compositie uit 1893 van Juvenito Rosas uitgevoerd door het Alauda Ensemble. Later kreeg de polka een meer lokale kleur, getuige deze versie door een mariachiband, - opvallend trouwens dat beide polka's bloemen in de titelk hebben. Het belangrijkste instrument in Texas, maar ook in Noord-Mexico was, voordat de accordeon zijn intrede deed, de viool, dit is "El Gato Negro" (de zwarte kat) gespeeld door El Ciego Melquiades. Maar wie aan de specifieke nortenãmusici, met natuurlijk polka's op het repertoire, denkt, haalt ogenblikkelijk een accordeon en een bajo sexto voor de geest, in dit geval zijn het Narciso Martinez, accordeon en Santiago Almeida, bajo sexto.

IN MEMORIAM


Slaagde mevrouw Eveliene de Bonk-Schobber samen met o.a. Wladimir Putin eind juli 2013 nog voor het diploma "Matjevlechten", thans rust op ons de droeve taak van haar verscheiden kond te  doen, immer bedrijvig, met name in handvaardigheid, behaalde zij daarna nog een aantal getuigschriften, waaronder "Handzingen" en "Kurkjebreien". Vooral laatsgenoemd diploma bezorgde haar grote faam in Dantumawoude en omstreken, zij wist een koord met de respectabele lengte van de Afsluitdijk te breien, waarvoor zij door de Commissaris van de Koning met een koninklijke onderscheiding werd beloond. Voorts was zij secretaresse van de Friese Bond van Blinde Matjevlechtsters, niet dat de matjevlechtsters blind zijn, maar het matjevlechten als zodanig dient met een blinddoek voor te geschieden. Haar overlijden laat een geweldige leegte achter en juist  daarom heeft het provinciaal bestuur van Friesland besloten bij de ter gelegenheid van Leeuwarden Culturele Hoofdstad 2018 in Harlingen geplaatste fontein, een speciale gedenksteen te harer ere te  in te metselen.

29.12.20

VREUGDE

IN MEMORIAM 2


Zoals ieder jaar willen wij ook  dit maal eind december degenen herdenken die ons in 2020 ontvielen. Daar is in de tweede plaats Uilkje Dropjens-Lakritsma, die op 31 maart het tijdige met het eeuwige wisselde,  precies twee weken nadat Oene Setierappel stierf. Samen stond dit gerenommeerde tweetal, natuurlijk - en terecht ieder voorzien van het bronzen draagkruis in de orde van Oranje-Nassau met de  geelkoperen zwaarden -  jarenlang op de bres voor Drachten, parelhoen van Friesland. Wij kunnen hen vanaf deze plaats het best eren door hen de pacemakers van Drachten te noemen, want zij ijverden immers dag en nacht voor het verwijderen van hondenuitwerpselen en zorgden tevens dat de volkskerstszang ieder jaar ononderbroken drie weken lang op het  kruispunt Waldwei - De Knobben plaats kon vinden met begeleiding van het Ureterpster Christelijk Trommel- en Trompettercorps Art. 31a t/m f  onder leiding van Age Smots Azn.  Wij zijn dit roemruchte tweetal zeer veel dank verschuldigd en willen hier even stilstaan bij hun enerverende levensloop. Mevrouw Dropjens-Lakritsma ging na het succesvole doorlopen van de bewaarschool aan de Noordkade naar de verderop gelegen  lagere school aan de toenmalige Burgemeester Mr. Steven Stienkrobstrjitte, een straat die van naam veranderde toen de kleine Uilkje, in de tweede klas zat, omdat bekend werd dat Stienkrob tijdens zijn langjarige ambtsperiode meerdere ongewenste grepen in de kas en in de boeza van zijn secretaresses had gedaan. In deze periode werd Uilkje lid van de Smallingerlandse Skotse Trije Vereniging "de Skarlúners", waarvan Stienkrobs zoon Archibald Hobbe voorzitter was, die in het naburige Gorredijk kort daarop werd aangehouden wegens niet nader te noemen handelingen met minderjarigen. Het zat de later tot grote glorie uitgegroeide Drachtster in haar jeugd dus niet mee, daar kwam pas na haar twintigste verandering in toen zij op Koninginnedag, destijds nog gevierd op 31 augustus, op het Molendeind Nz.  haar toekomstige echtgenoot Jarich Dropjens leerde kennen, werkzaam op de secretarie der gemeente, maar die helaas drie jaar na het in 1955 gesloten huwelijk  ten gevolge van een noodlottig ongeval, hij kwam ongelukkig te vallen nadat hij uitgleed over een hondendrol, reeds kwam te overlijden. Gelukkig leerde Uilkje in 1973 Oene Setierappel  kennen, zodat zij zich samen met  hem kon inzetten tot meerder heil van Drachten. Setierappel, geboren in het Drentse Tweede Exloërmond, was met zijn ouders tijdens de crisis, begin jaren dertig in Drachten komen wonen, waar zijn vader agent van politie werd en in 1943 burgemeester van de gemeente Knuffelte (Drenthe) om na deze kleine onderbreking in 1945 terug te keren als brigadier van politie te Rottevalle.  Oene zelf was in zijn werkzame leven hoofdredacteur van de Drachtster Nieuwsbode, een advertentieblad dat hij wist uit te bouwen tot de meest gelezen krant in Smallingerland.
Wij herdenken Uilkje en Oene op deze plaats met dankbaarheid en wensen dat zij mogen rusten in vrede.

 

Bei mir bist du schön


Sholom Secunda's evergreen "Bay Mir Bistu Sheyn", in 1932 geschreven op een tekst van Jacob Jacobs voor een musical, hier uitgevoerd in een wagon van de Newyorkse subway. Oorspronkelijk wisten Amerikanen niet wat de jiddische woorden betekenden en ging het lied als "Buy A Beer Mr. Shane" door het leven.

TAXI

 


De meest verschrikkelijke taxi waarin ik me ooit heb laten vervoeren, reed in de stad Groningen. Van origine was het een Russische auto en heette hij GAZ M21, maar na assemblage in België heette hij Scaldia ‘Volga’. Het moet zo’n vijftig jaar geleden zijn, dat ik in de tien jaar ouder ogende wagen stapte en er meteen spijt van kreeg, want om de de verkoop in onze kontreien te bevorderen was er een viercylinder Perkinsdieselmotor ingebouwd en die zorgde voor vibratie van alles wat vibreren kon. Ik heb er slechts tien minuten in gezeten, maar het voelde alsof ik uren in een groot milkshakeapparaat had doorgebracht en kreeg medelijden met de chauffeur die in de ‘Volga’ zijn brood moest verdienen. Er schijnen thans automobieliefhebbers in Nederland te zijn, die Russische voertuigen uit de jaren zestig verzamelen en ze nog klassiekers durven noemen ook, maar ik herinner me alleen de haast waarmee in de jaren negentig Litouwse vrienden hun benzineslurpende ‘Volga’s’ verkochten, om daarna tweedehands Westeuropese voitures aan te schaffen.

OOM HUGO 2

Oom Hugo is heel zorgvuldig: voordat bejaarden hun glaasje prik krijgen worden eerst  de rietjes met een  pijpenrager aan de binnenkant gereinigd.

28.12.20

HONGARIJE

 

en dan kunt u nu weer luisteren naar de onvervalst racistische klanken van Viktor Orbán en zijn Hongaars orkest...

FORD

 

De Amerikaanse automobielindustrie was tijdens de Tweede Wereldoorlog volledig ingeschakeld bij de productie voor het leger. Dat de naoorlogse auto's dan ook als twee druppels water, zij het met minieme wijzigingen, op de auto's uit 1941 leken is geen wonder. Omdat het Amerikaanse modellenjaar begon - en nog steeds begint - in de herfst van het voorgaande jaar waren de in het laatste kwartaal van 1941 geproduceerde auto's 42-ers. De eerste geheel nieuwe Amerikaanse Ford, officieel de Ford 1949,  staat hierboven en  werd al in juni 1948 geïntroduceerd. Hieronder staat een Ford 1946 die als taxi in Kopenhagen reed en een Ford 1947, die als taxi dienst deed in Toronto, om duidelijk te maken hoe zeer die modellen gebaseerd waren op het vooroorlogse model heb ik daaronder een Ford uit 1940 gezet.

Toch werd er tijdens de  oorlog wel degelijk nagedacht over hoe de Fords van na de oorlog  er uit moesten zien; dat het ontwerp uiteindelijk als een duurder Fordproduct - als Mercury - het daglicht zag laat de foto hier onder zien, maar ook de Franse Ford - de "Vedette" - ontleende lijnen aan wat de ontwerpstudio in Detroit tijdens de oorlog bedacht.

OOM HUGO

En dan krijgen  alle Nederlandse bejaarden vanaf 1 april 2022  van Oom Hugo een prik. Hij  bedoelt een glaasje prik.

TRADITIES

 

Palingtrekken
Droit de cuissage
Slavernij
Polygamie
Katknuppelen
Zwarte Piet
Stierenvechten
Pogroms
Ganstrekken
Voetbalhooliganisme
Zeehondknuppelen
Groepsverkraching
Dog spinning
Grienden doodslaan
Vinken vangen en 
Vuurwerk

OLIFANTA

 

BEETHOVEN

 


Ludwig van Beethoven (maar dan net even anders)

DISCRIMINATIE

 

Het woord is bijna uit het vocabulaire verdwenen, maar wie teruggaat in de tijd vindt het bijvoorbeeld op een grammofoonplaat, zoals "Eine vergnügte Negerhochzeit", een cakewalk uit het grijze verleden. Nu had dat woord destijds geen negatieve bijklank, die andere, in het Engels gebruikte term duidelijk wel en het is merkwaardig dat de countryracist David Allan Coe  hem nog steeds ongestraft in zijn liedjes benut. In de Verenigde Staten werd iedere minderheid bedacht met een scheldwoord, waarvan een aantal nog altijd in gebruik is: coon is een scheldwoord voor een Afro-Amerikaan, een spic is een spaanstalige, een kike een Jood en een wop iemand van Italiaans komaf (zie het etiket van de "Wop Blues" op het platenlabel Edison). Klaarblijkelijk waren er zo'n eeuw geleden weinig problemen om grammofoonplaten uit te brengen met dergelijke discriminatoire termen in de titels van liedjes.

VERLAAT KERSTVERHAAL

Het was drie uur in de ochtend toen de kleine Krootje haar oogjes opendeed in het schamele bedje op de intens koude vliering van een armoedig landarbeidersstulpje in Fochteloo. Haar vader en moeder Harm en Stobbeltje Koker-Ponteneur hadden haar de avond tevoren tijdens het gezamenlijk zingen van "Hoe leit dit kindeke"-  goed ingepakt - te ruste gelegd. 
De herdertjes lagen intussen net over de grens in Drenthe in het veld,  helaas had het drietal: Luppe, Minze en Egge tijdens het tellen van de schapen ruzie gekregen en lag Luppe met gekloofde schedel op zijn  buik  op de koude grond met een driekwart geledigde kruik citroenjenever naast zich. Minze was net van plan zijn illegale vuurwerk af  te steken, toen aan de horizon vanuit de richting Oost-Stellingwerf een engel verscheen, bij nader inzien bleek het Krootje, die na het openen van haar oogjes, deze op aarde voorgoed gesloten had, maar op weg naar de hemel ze weer wijd opende en beide handen uitstrekte naar Luppe die meteen, voornamelijk vanwege acute alcoholvergiftiging, het tijdelijke voor het eeuwige verwisselde. “Dat moet ons weer 'ebeur’n”,  mompelde Egge, die van een ooi met de naam Itske afstapte. “Zal je ’n keer kerstemis vier’n, goat Luppe de piepe uut”. “Maar oe hebt doar flink oan biedroag’n”, zei Minze, “eerstens heb oe de jenever ‘ekocht en daarna heb oe ‘m de schedel ‘ekloofd omdat oe 68 skapen ‘eteld had en hij 69.” “’t Was altied donderen met Luppe”, zei Egge, zijn gulp dichtknopend. “Fient oe dat gek dan? Luppe kwam uut Donderen”, zei  Minze, terwijl hij de eerste superzevenklapper aanstak, waarna de schapen “Daar is uit ’s werelds duist’re wolken” aanhieven. De schapen waren nauwelijks uitgezongen of er klonk blaasmuziek. "Hemelse hoorns, halléhalléluja", riep Minze en zonk, de handen ten hemel geheven, op de  knieën. "Welnee man, dat is oe gettobloater", zei Egge. "Gettobloatster", verbeterde Minze, terwijl hij een takje uitgebloeide struikhei van zijn broek sloeg. En inderdaad bleek het een nachtprogramma van de Evangelische Omroep op NPO3FM met een live-uitzending vanuit Ulrum met medewerking van het christelijk-gereformeerde fanfarecorps "Soli Deo Gloria". “Wilt oe nog een slokkien?”, vroeg Egge, die de bijna lege citroenjeneverfles naast het levenloze lichaam van Luppe had opgeraapt en voorzichtig een klein slokje nam. “Nou loat’n we dat moar doen, want ’s toch koalder dan dat ik docht” en Minze nam een forse teug. “Niet zoa hastig”, zei Egge, terwijl “Soli Deo Gloria” “Nu zijt wellecome” inzette. “Helemoal niks te wellekoam'n”, zei Minze, “want wat doen’n we met ’t liek van Luppe, doar bint we moai kloar met." “We kunt ‘m hier begroav’n”, stelde Egge voor. “En dan, en dan… want se goan ons zeker bevroag’n woar der blieve’n is en hebt oe dan ’n antwoard?” “Joa, oe hebt geliek, dat kunt we beter niet doen’n. Moar as oe de kwat nou ’s ophoald, dan sette we ’m doarop en  binn’n ’t gaspedoal vast en loaten ‘m wegriden en dan riedt ‘r teugen ’n boam en soademietert ‘r der af”, zei Egge. “Liekt ’t of ‘r ’n ongeluk  heb ‘ehad.” “Soli Deo Gloria” begeleidde op dat ogenblik het Houtigehaagster dubbelmannenkwartet "De Goede Zaaier" - dat op niet religieuze bijeenkomsten optrad als shantykoor "De Zeekloppers" - en net  “'k Hoor de eng'len zingen o, zo lief en teer” had ingezet. “Kling-klang, kling-klang, kling-klang, kindeke zo rein, laat mijn hartje, lieve Heer uw need’rig  kribje zijn”, klonk het uit de ghettoblaster. “Dat is ’n pracht van ’n idee. Ik goat geliek de kwat ophoalen, as oe ‘m dan alvast rechtop set", zei Minze. Terwijl in tal van kerstverhalen op dit moment één enk’le, held're ster aan de hemel verschijnt - de zogenaamde ster van Bethlehem - bleef het op de Drentse hei aardeduister, zodat Minze grote problemen had bij het zoeken naar de quad en eenmaal gevonden moest hij vaststellen dat Luppe, ondanks zijn belofte, de verlichting van het voertuig te controleren, vergeten had deze na te kijken. Omdat het weinig zin had een dode te vervloeken startte Minze de motor en vond de terugtocht eveneens in het aardeduister plaats. Hij zette meteen de sokken erin en dat kwam hem duur te staan want hij ramde de quad tegen de enige boom in de wijde omgeving en Minze legde het loodje. Egge, die inmiddels Luppes lijk had opgehesen, hoorde de klap, liet het lichaam vallen en begaf zich op weg in de richting  van  het geluid, op de voet gevolgd door negenenzestig schapen met Itske vooraan. Egge overzag het slagveld en mompelde: “Twee doad’n, ’t kan weer niet op, wa' moet ik doen, wa' moet ik doen?” Itske, die enige kennis had van bebaard volk (behalve van Jan, Piet, Joris en Corneel, want die zaten in "De Zeekloppers" uit Houtigehage) blaatte: "'t Is ‘n terroristische doad Egge, allemoal ’n  snackbar, allemoal ’n snackbar.” “Dat is ’t  Itske, oe hebt geliek, alhoemoal 'n snackbar”. Uit de ghettoblaster klonk: “Laat de citer slaan, blaast de fluiten aan, laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen: de hei-hei-hei-heiland is geboren.”

 

27.12.20

ROMANTISCHE RUSSISCHE KUNST


 

DRANK

 

Wanneer iemand zijn schrijfsel over muziek besluit met een mededeling over het nuttigen van  een goed glas whisky, dan maakt zich een grote vreugde van mij meester, net zoals wanneer een ander zijn muzikale geneugten steevast  beschrijft als "muziek bij de borrel". Waarschijnlijk zet laatstgenoemde man bij het nuttigen van een glas egri bikavèr de Matthäus op, want daar  is het, zo heb ik begrepen, thans ook nog precies de tijd van  het jaar voor. Ik pleit dan ook voor een soort menukaart, u kent die uit de wat chiquere restaurants, waar, bij de kalfshersentjes een pinot grigio en bij de zwezerik een sangiovese wordt aanbevolen. Het spreekt vanzelf dat bij een chanson van Leon Ferré geen zuidduitse hoempa past, maar  een fluitje Moët & Chandon en bij een Ierse reel een fors glas Guinness. Kortom u begrijpt wat ik bedoel, rep u met uw favoriete platenlijstje naar uw slijterij, sla in en geniet. Wat, u als u liefhebber bent van Tuvaanse keelzang moet aanschaffen? Dat is lastig, ik geef het toe, maar gefermenteerde paardenmelk past er heel goed bij, heb ik me laten vertellen.
Drs. Barend-Otto ter Vloot, Steenwijkerwold.

IN MEMORIAM

Nu  het jaar ten einde neigt dienen wij een ogenblik stil te staan bij diegenen die ons ontvallen zijn. Daar is in de eerste plaats Amaryllis Knobberdonk, gewezen gemeentehuisbode  te Groot Ammerzeel, tevens penningmeester van "De Rammelaar", konijnenfokvereniging op rooms-katholieke grondslag, basblokfluitist in het blokfluitkwartet "Jubilate Deo" en verzamelaar van eerste dagcouverts van  de Republiek Zaïre. Op een andere plaats, namelijk in de "Groot Ammerzeelse Gezinsbode" hebben wij hem reeds uitvoerig herdacht en geschetst welk een voorname plaats de heer Knobberdonk in onze gemeente innam,  uitvoerig stonden wij stil bij zijn immer vrolijke natuur, die zich reeds in de schoolbanken deed blijken en die hij tot het  einde van zijn aards  bestaan heeft weten vol te houden, ondanks het feit dat het hem niet meezat in het leven, zo werd hij op tweejarige reeds wees en werd hij opgevoed door zijn grootmoeder van vaderskant die uiterst moeilijk ter been was, maar desalniettemin de leeftijd van 103 jaar wist te bereiken. Nee, ook zij wist van wanten en haalde de leeftijd der zeer sterken, al heel jong bleek de heer Knobberdonks muzikaliteit, toen hij kort naar het overlijden van beide ouders de blokfluit ter hand nam en samen met de in Holwerd geboren Theo Hiddema het blokfluitduo "De HiddeMaten" begon, dat in den lande enorm furore maakte en door Omroep Max als winnaar van maar liefst een negental talentenjachten werd uitgeroepen, maar uiteenviel nadat  Hiddema deel ging uitmaken van de partyband "De Baudettekes".

NASH

Het weekblad ‘Time’ noemde de Nash ‘600’ (foto 1) van 1941 ‘de enige echt nieuwe auto’ en dat was het voor de Verenigde Staten zeker, want de wagen had als eerste Amerikaanse serie-auto een zelfdragende carosserie. Nash zelf noemde het ‘unitized construction’. De naam ‘6oo’ was ontleend aan het feit dat de auto op een tank van 20 gallons benzine 600 mijl ver kon rijden. Daarvoor had Nash voor zijn goedkopere auto’s o.a. de namen Ajax en LaFayette gebruikt. Een paar maanden voor ‘Pearl Harbor’ verscheen de ‘600’ voor 1942, die de Verenigde Staten doorkruiste met de slagzin: ‘I’m using one-third of gasoline’.De fabriek schakelde begin februari 1942 volledig over op oorlogsproductie en maakte o.a. het anderhalvetonseenassige aanhangertje, dat onder meer achter de ‘Jeep’ werd gebruikt (foto 2), de Pratt & Whitney achttiencylindervliegtuigmotor R2800 ‘Double Wasp’ (foto 3)(o.a. te vinden in de Chance Vought F4U-1D ‘Corsair’ (foto 4)) en de Sikorsky R6A tweezitsverkenningshelicopter (foto 5).

Nash '600'

aanhangertje

Praat & Whitney R2800

Corsair

Sikorsky R6A

Brexit

De Britten hebben hun Brexit, maar of ze daarmee krijgen wat hun beloofd is, is natuurlijk de vraag. Hun vliegtuigindustrie is naar de vaantjes, want wie heeft vandaag de dag nog van Airspeed, Supermarine en AVRO (zie deze blog van gister)  gehoord. Geen hond. Hun autoindustrie is verdwenen, evenals de bouw van fietsen en zelfs Brooks - de befaamde fietszadelmaker - is in Italiaanse handen. De Britten dromen van een glorie die voorgoed voorbij is en die niet terugkomt door op eigen benen te staan.


26.12.20

DRIE

Alle drie toestellen - v.l.n.r. een Airspeed "Oxford", een Supermarine "Spitfire" en een Avro "Anson" - zij het niet met deze Israelische registraties - heb ik kort na de oorlog op de vliegbasis Leeuwarden, in dienst van de LSK, de luchtstrijdkrachten, gezien. Ze hadden oorspronkelijk dienst  gedaan bij  de RAF, de "Oxford" was hier in gebruik om piloten het vliegen met twee motoren, zoals die van de Gloster "Meteor" bij te brengen, de "Anson" deed bij de waarnemersopleiding diesnt en  de "Spitfire" was voordat het straalvliegtuigtijdperk aanbrak, het jachtvliegtuig; op de foto trouwens met normale vleugels, hier vloog de MK IX met afgeknotte vleugels, zogenaamde clipped wings. Van de "Oxford" kan ik me alleen herinneren dat ik hem destijds nooit "Oxford" heb genoemd, maar alijd met de naam van de fabrikant Airspeed.

 

UKELELE


NEE, NEE, NEE, NIET METEEN GAAN LUISTEREN! BEWAREN VOOR STRAKS. EEN PAAR MINUTEN VOORDAT U NAAR BED GAAT.

 

IN DE WAR

                                                                   VROLIJK PAAS

 

TURKMENISTAN

Wie een halfuurtje pret wil hebben gaat op YouTube op zoek naar de volksliederen van de voormalige Sowjetrepublieken: pompeuze amuzikale ongein, zoals hier uit Turkmenistan, natuurlijk met de rechterhand op het hart, want men mag dan wel doordrenkt zijn van al dan niet latente haatgevoelens jegens de Verenigde Staten, imitatiedrift gaat boven alles.

CHRYSLER

 

De Soto, een in 1928 door Chrysler gecreëerd submerk om met Oldsmobile en Pontiac te concurreren, leverde in de jaren 1946 tot en met 1948 11600 taxi's en eindigde daarmee op de vijfde plaats van de Amerikaanse taxileveranciers. Veel verschil  was er niet  tussen de '46- en '48modellen, het wachten was op een totaal nieuwe De Soto en die kwam pas met het model 1949. In 1959 werd De Soto samengevoegd met Plymouth en in november 1960 verdween de merknaam voorgoed.
 
Van 1946 tot en met 1948 was deze Plymouth Special DeLuxe wagon in productie. Er was tijdens de Tweede Wereldoorlog wel nagedacht over wat er na de oorlog moest worden geproduceerd, maar de  Plymouth Division van de Chrysler Corporation in Detroit was vanaf 1942 tot en met halverwege  1945 bezig met andere zaken. Na de overgave van Japan wist Plymouth in 1945 770 auto's te bouwen, die nagenoeg gelijk waren aan de modellen van 1942. Plymouth was net als De Soto een submerk van Chrysler, eveneens geïntroduceerd in 1928 en bedoeld als concurrent van Ford. Plymouth verdween als merknaam in 1999. 
Walter P. Chrysler, die bij Buick en Willys had gewerkt, kocht in 1923 Chalmers-Maxwell en een jaar later stond een auto,  een zescylinder met hydraulische remmen op alle wielen, met zijn naam op de grille op de weg. Op de foto een 48-er "Windsor", dat jaar verkocht Chrysler 119137 wagens. Pas in 1949 verschenen totaal nieuwe Chryslers.

HUGO

ALS HET AAN HUGO DE JONGE LIGT WORDEN BEJAARDEN VANAF 1 APRIL 2022 GEVACCINEERD

25.12.20

LIJSTJES

Laat ik voorop stellen dat ik niet van lijstjes houd, een boodschappenlijstje kan er nog net mee door, maar de jaarlijkse ongein met onvergelijkbare  boeken en de top 2000 (n.b. als belangrijks nieuws op pagina 105 vandaag op Teletekst) kunnen me gestolen worden. Ik heb  dit jaar veel gelezen. Meer dan normaal. Ik wil niet gezeggen noodgedwongen, want dat klinkt banaal, maar mijn bewegingsvrijheid werd, behalve door corona, ernstig  beperkt, doordat mijn linkerbeen het liet afweten. Fietsen gaat nog net, maar lopen is alleen met een rollator mogelijk. Eén  boek wint het voor mij in 2020: "The Europeans" van Orlando Figes. Aan de hand van het echtpaar Viardot, zij operazangeres, hij haar manager en kunstverzamelaar en de Russische schrijver  Ivan Toergenev worden we meegenomen, niet alleen in de fascinerende culturele wereld van de negentiende eeuw, maar ervaren we ook de impact van de ontwikkeling van de spoorwegen en de revolutie van 1848, kortom alles van wat over de  negentiende eeuw geweten moet worden. Niet onterecht heeft het boek als ondertiteling "Three Lives and the Making of a Cosmopolitan Culture".

ISBN: 978-0-141-97943-4 PENGUIN BOOKS

24.12.20

PARIJS

Het heeft me altijd verbaasd heeft dat anders dan Londen, Parijs altijd een divers taxipark heeft gekend, vaak met auto's nauwelijks verschillend van wat tout le monde zich kon aanschaffen. Uit 'Les voitures françaises des années 50' van René Bellu (Editions Jean-Pierre Delville, Parijs, ISBN 2-85922-032-1) wist ik dat er pogingen waren geweest om meer uniformiteit in de taxi's te brengen, maar van het hoe en wanneer was ik nauwelijks op de hoogte, maar daar bracht 'La grande histoire des taxis français 1898 -1988' van Claude Rouxel (Edijac, Pontoise, ISBN 2-904675-23-X) verandering in. Het bestuur van de C.O.A. (Organisation de l'Automobile) lanceerde in 1943, naar een idee van Charles Escoffier, het plan om na de oorlog een wedstrijd te organiseren voor het ontwerpen van een specifieke taxi: de wagen moest gemakkelijk toegankelijk, hoog (men droeg in die dagen nog hoeden), ruim en comfortabel zijn en bovendien diende er voldoende plaats voor eventuele bagage te zijn. Uiteindelijk werden er in 1945 vijf ontwerpen beoordeeld, die van Escoffier, C.G.V. (Compagnie Géneral des Voitures), Pierre Schwob, Guilloré en S.P.C. (Société Parisienne de Camions). Wat meteen opvalt is dat alle vijf ontwerpen uitgaan van een frontstuurcarrosserie, de motor staat of naast de chauffeur of zit onder de auto. De Escoffier en de C.G.V hebben het chassis van een Renault 'Juvaquatre' en ook de motor daarvan, de Schwob heeft een Chenard et Walcker-flat-twintweetactmotor onder de vloer, de Guilloré staat op het chassis van een Peugeot en heeft de motor van een Peugeot 202 en de S.P.C. heeft met een Ford V8, de grootste motor van de vijf. De Escoffier lijkt het meest op een kleine Renaultfrontstuurvrachtwagen, heeft schuifdeuren en een separatie tussen chauffeur en passagiers en oogt, naar mijn mening, lomp. Toch wint hij de eerste prijs. Nummer 2 wordt de C.G.V., er is duidelijk gedacht aan gemakkelijk onderhoud : de motor is eenvoudig uit te bouwen en hetzelfde geldt voor de versnellingsbak. Schwob eindigt op de derde plaats, ik vind dat, qua ontwerp, de fraaiste auto, hij heeft schuifdeuren en een buitengewoon ruime kofferbak. De Guilloré wordt nummer 4, de carrosserie heeft deuren die tot in het dak doorlopen om het instappen gemakkelijker te maken. Op de laatste plaats eindigt de S.P.C., de wagen lijkt meer op een kleine autobus dan op een taxi en als ik naar de werkruimte van de chauffeur kijk, dan krijg ik medelijden met de man. Uiteindelijk heeft geen van de genoemde taxi 's de Parijse straten gehaald en waar de prototypes gebleven zijn weet niemand. Drie jaar later bouwde Renault op basis van de 'Juvaquatre' een frontstuurtaxi, die nog het meest lijkt op het winnende ontwerp van Escoffier, maar ook die haalt het niet als uniforme Parijse taxi.