Denemarken was tot eind jaren zestig een eldorado voor liefhebbers van
oude Amerikanen, ik bedoel oude auto's uit de Verenigde Staten en niet,
om misverstand te voorkomen, een gerontofiele begeestering voor
bejaarden uit bijvoorbeeld Seattle. Een aantal jaren voordat ik met het
radioprogramma "Truck" begon, werd ik gebeld door een
vrachtwagenchauffeur uit het Westland: hij was op zoek naar een oude
auto. Nu wist ik dat groenterijders, en dat was zijn dagelijks werk,
over weinig vrije tijd beschikten, dus een intensieve restauratie raadde
ik hem af. "Kom je wel eens in Denemarken?", was mijn vraag. Dat bleek
het geval, op weg naar Zweden. "Hou je ogen open, er staat in Denemarken
nog veel doodgewoon op straat!" Ik kreeg het verzoek om hem op een
tocht met tomaten naar Stockholm te vergezellen. In Kopenhagen stond een
Pontiac uit 1938 langs de kant van de weg, we maakten een notitie en
besloten op de terugweg verder te informeren. Om een lang verhaal kort
te maken op de terugweg werd de Pontiac aangeschaft. Maar hoe kregen we
de auto in hemelsnaam in de trailer? Gelukkig wist de verkoper een
laadperron van de spoorwegen en na wat manoevreren verdween de Pontiac
in de vrachtwagen. Een paar maanden later stond de wagen op een
Nederlands kenteken. Helaas is hij inmiddels uit het regsister van de
RDW verdwenen.