17.6.24

Nadaud

 

Charles Gustave Nadaud (1820-1893) werd geboren in Roubaix als zoon van een stoffenhandelaar, op veertienjarige leeftijd werd hij naar Parijs gestuurd en zes jaar later kreeg hij daar de taak een filiaal van het stoffenhuis te leiden. Maar Gustave heeft weinig zin in de handel en begint versjes te schrijven die hun weg naar kranten (L'Illustration en Le Figaro) weten  te vinden. Het succes is groot. Zijn versjes zijn grappig, ironisch, satirisch en bij tijd en wijle geëngageerd. Hij is zo gevraagd dat er dagen zijn dat hij zes keer op verschillende plaatsen als zanger van eigen werk moet optreden. Hij wordt opgenomen in het Légion d'honneur en in Roubaix wordt een straat naar hem vernoemd, maar rijk wordt hij niet, hij weigert geld voor zijn optredens en sterft verarmd. Voor veel liedjes schreef Nadaud de muziek zelf en een enkele keer wordt die zelfs zonder de bijbehorende tekst uitgevoerd, maar hier wordt een van zijn liedjes uitgevoerd door een koor.  Soms zijn gedichtjes van hem door anderen van muziek voorzien en vaak zo goed, dat we denken dat ook de tekst van de componist is. Een goed voorbeel is Georges Brassens (1921-1981), die behalve "Carcassonne" ook "Le Roi Boîteux" van muziek voorzag: het liedje over de koning, die door een likdoorn aan de linkervoet geplaagd, hinkend door het leven ging en de hele hofhouding hinkte mee tot een provinciaal verscheen die vergat te hinken, waarop de koning fluisterend vroeg: "Waarom hinkt u niet?" Waarna de man antwoordde: "Ik zit vol likdoorns, ik hink met beide voeten!"