Gister naar Den Haag, vanwege de PCC-dag in het Haags Openbaar Vervoer Museum. In Utrecht had ik de keus tussen een intercity en een nieuwe generatie sprinter. Ik koos voor de sprinter, want die was nieuw voor me en alhoewel hij op ieder station stopte, was hij razendsnel, de reiziger krijgt niet alleen informatie over stations, binnen- en buitentemperatuur maar ook over de snelheid (foto).
Een deel van de reis met treinstel 2433 gister werd afgelegd met een snelheid van 144 km/u, de machinist zit achter een prachtig dashboard, regelt alles met een joystick en heeft drie mogelijkheden om de snelheid te checken. Ik kreeg uitleg hoe de trein automatisch ingreep wanneer de machinist te snel een rood licht naderde. De sprinter is vergeleken met ouder materieel buitengewoon stil en ligt veel vaster op de rails. In Den Haag met lijn 9 naar de Wouwermanstraat, ik moet nog steeds wennen aan de andere routes van de trams, lijn 9 stond in mijn Haagse jaren altijd broederlijk naast lijn 8 op de Stationweg tegenover Hollands Spoor. Op het terrein van het museum stond het volledige PCC-materieel uitgestald: de 1304, 2101, 1165, 1180 en 1022 gereed voor de eerste rit naar de Grote Kerk. Natuurlijk koos ik voor de 1024, ik heb nooit begrepen waarom ook in Den Haag de openbaarvervoersgeelgekte toesloeg en het creme en groen werd vervangen. Op onderstaand filmpje de 1165 met de 1185 als koppelstel en 1022 bij de Grote Kerk. Grappige bijkomstigheid is dat in Amsterdam bij het Amsterdams Openbaar Vervoer Museum de 1024 op het lijntje naar Bovenkerk eveneens ingetuigd als lijn 16 richting Moerwijk rijdt.
De Haagse 1022 en de Amsterdamse 1024