30.8.10

Eénleidersclubs

Natuurlijk ontleent de Venlose geblondeerde poging tot edelgermaan zijn naamsbekendheid aan Hilversum. Een recent voorbeeld: er dondert ergens een vliegtuig uit de lucht en een journaal"journalist" houdt de microfoon voor een niet terzake doende reactie onder de neus van de leider van, laat ik die naam in ere herstellen, het klootjesvolk. En nu het woord leider gevallen is, er dient zich een vergelijking op, die om de een of andere reden niet gemaakt mag worden. Die oekaze is natuurlijk onzin, het leven bestaat uit het maken van keuzes en daarom maken we vergelijkingen. Net zoals ik de prijzen van Albert met die van Dirk mag vergelijken, mag ik Wilders met Mussert vergelijken, laatstgenoemde bezat in ieder geval het fatsoen zijn volgelingen te verenigen in een "Beweging", terwijl Wilders zijn zootje "Partij" noemt, terwijl de PVV alle kenmerken van een democratische partij mist. Er deugt dus iets niet aan ons kiesstelsel dat het klaarblijkelijk mogelijk maakt dat een partij die geen partij is in een vertegenwoordigend lichaam wordt gekozen. In 1921 werd Had-je-me-maar namens de zogenaamde Rapaillepartij in de Amsterdamse gemeenteraad gekozen, dat is 89 jaar geleden, er had daarna een stokje gestoken moeten worden voor deelname aan verkiezingen door éénleidersclubs als NSB en PVV.