"To bus children" was ook voor een Amerikaan in de jaren veertig een onbekend begrip, het kwam pas in zwang toen men de segregatie tussen witte en zwarte scholen trachtte op te heffen en kinderen gedwongen van de ene wijk naar de andere wijk ging transporteren om de integratie te bevorderen. Pas toen werd het zelfstandige naamwoord "bus" ook een werkwoord. In het Nederlands bestaan werkwoorden ontleent aan een zelfstandig naamwoord in een vreemde taal, die in de oorspronkelijke taal iets heel anders betekenen. Chaufferen komt van chauffeur, dat in het Frans oorspronkelijk stoker betekende, maar het Frans gebruikt voor het besturen van een auto conduire. "Stoker" kennen de Fransen ook, maar dan behoort het woord tot de spoorwegtaal: het is een schroef van Archimedes, waarmee de kolen vanuit de tender naar de stoomlocomotief worden getransporteerd, ter vervanging van de menselijke stoker. De eerste serie van de tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Verenigde Staten bestelde locomotieven van het type 141R werd met kolen gestookt (de latere serie met olie - of in het Frans - "mazout") en was uitgerust met zo'n "stoker".