De "International Herald Tribune" heeft regelmatig een column over taal, die van vandaag gaat over hoe zelfstandige naamwoorden werkwoorden worden. Wij kennen dat proces in het Nederlands ook, denk maar aan fiets en fietsen. Het Engels gaat m.i. verder dan het Nederlands, in het Nederlands kun je niet zeggen dat de kinderen van A naar B worden gebust, in het Engels kan dat wel: the children were bussed from A to B. Onder invloed van het Engels en door het overnemen van de Engelse terminologie gebeurt het meer dan vroeger: Google en opgooglen, email en emailen (omdat er heel wat in emails wordt afgeouwehoerd en ouwehoeren in het Fries eamelen is, vind ik de Friese variant een leuke woordspeling), Xerox en xeroxen, microwave en microwaven en shop en shoppen, terwijl het Nederlands in laatst genoemd voorbeeld met winkel en winkelen n.b. dezelfde mogelijkheid biedt. Het wonderlijke is dat we zonder meer Engelse vervoegingen gebruiken, het is niet: ik heb hem opgegoogeld maar opgegoogled en niet ik heb hem geemaild maar geemailed. Het Engels kent, zo schrijft Eric McKean, inmiddels aanvaarde constructies als: "My boss tomorrowed the meeting again", in onze taal zou dat "Mijn baas vermorgende de bijeenkomst opnieuw" worden, terwijl wij in werkelijkheid "Mijn baas heeft de bijeenkomst opnieuw tot morgen uitgesteld" gebruiken.