19.10.10

Origineel

Vriend Charlie mag altijd graag kond doen hoe er met begerige blik naar zijn 1948 Plymouth wordt geoogd, wanneer hij autoconcoursen in Connecticut bezoekt. Ik ken die blik, want ook hier, zij het in geringere mate, woont volk, dat maar wat graag een oudere auto van een andere motor en andere wielen wenst te voorzien, kortom zo'n auto wil verbouwen, bij een Morris Minor uit de jaren zestig een V8 in het vooronder wil plaatsen, bijvoorbeeld. Ik ken het jargon, doorspekt met de woorden: keihard, vet en dik. Ook in Australiƫ brengt men gaarne iets oorspronkelijks om zeep, zo zag ik een Wolseley 14/60 met een V8 uitgerust en matzwart gespoten. Nu weet ik, uit eigen ondervinding, heel best dat de 14/60 met zijn zescylinder 1800cc-motor geen snelheidsmonster is, net boven de honderd km/u houdt het echt wel op, maar als je sneller wilt, moet je andere auto kopen en zo'n Wolseley niet verkloten. Gister zag ik op Ebay een Canadees, die een Nash uit 1950 (kleine foto) verpooierd had (want laten we de modieuze term "pimpen" maar even omzetten in onze landstaal; we zijn in onze kontreien toch sterk in het "lenen" van begrippen, die soms in het Engels niet dezelfde lading dekken, denk aan old- en youngtimer) en hem nu voor iets meer dan 56.000 Canadese dollars in de verkoop deed. Afgelopen weekend was vriend Charlie naar een Packardbijeenkomst en uiteraard stuurde hij me een paar foto's van een schitterende, originele auto's, zoals van deze 1929 Packard met een dual cowl carrosserie gebouwd door Dietrich.