31.5.11

Christina

Gister naar Baarn. Claude Lanzmanns autobiografie "De Patagonische Haas" aangeschaft. In de boekwinkel muziek. Dat fenomeen ken ik alleen uit de Verenigde Staten, waar boekwinkels ook CD's verkopen. Ik hoor iets ouds, maar niet storend, heel zacht. Ik denk: Jordi Savall, het Dufay Collective of die harpplaat uit het Britse, maar ik kan niet op de naam komen*. Even vragen. Het blijkt Christina Pluhar.

*Ik weet het weer: "The Harp Consort".

Fiat


De 509 was de eerste in grote aantallen gefabriceerde Fiat. Het kale chassis was op de Parijse autosalon van 1924 te zien, maar de volledige auto werd geintroduceerd in 1925 op de autotentoonstelling in Milaan. Hij was er met verschillende carrosserieën, de "berlina", de "spider", de "coupé" en de "torpédo", respectievelijk een gesloten vierpersoonstweedeurs-, een cabriolet-, een tweepersoonsgesloten- en een vierpersoonsopencarrosserie. De 509 was van 1925 tot 1929 in productie, had een viercylindermotor met een inhoud van 990cc en gebruikte 9 liter benzine per 100 kilometer. De 509 had drie versnellingen en een topsnelheid van 78 km/u. Beide Fiats op de foto's, de FS-65-69 (een "torpedo") als de VP-80-56 (een"spider") hebben een grijs/zwarte carrosserie en maken nog steeds deel uit van het Nederlandse wagenpark.


30.5.11

Lagonda


Eind jaren zestig was het in ons land toch echt wel afgelopen met vooroorlogse auto's in het dagelijkse verkeer. Goed, je had de enkele De Soto uit 1932, die vanaf de Amsterdamse Koninginneweg zich tussen het moderne blik waagde, maar verder moest je naar rally's om iets rijdend fraais te zien. In het Grootbritse was dat anders en mijn mond viel open toen ik destijds in het centrum van Londen deze Lagonda LG45 Rapide Tourer uit 1937 zag, duidelijk dagelijks onderweg (let op de linker treeplank en de rechter achterband). In 1935 was de fabriek bijna opgeslokt door Rolls-Royce, dat een paar jaar eerder Bentley had overgenomen. De koper van Lagonda, zodat het merk zelfstandig kon blijven, benoemde W.O. Bentley tot chefontwerper. De motor, een viereneenhalve liter zescylinder van Meadows, werd door Bentley onderhanden genomen en kreeg de naam Sanction III.

29.5.11

Tatra 5001

Het model van de Praagse Tatra-tram dat ik vorig jaar october uit Tsjechië kreeg, had geen motor, dus die moest er in, de langsbanken heb ik verwijderd en vervangen door een motortje uit een Amerikaans PCC-model. Nu kan de 5001 uit 1951 rijden.

Lancia 2


Op de Parijse automobielsalon van 1932 werd de Augusta geintroduceerd, net als de Lambda met een V4-motor, zij het met een kleinere cylinderinhoud van 1196cc. Het aantal tussen 1933 en 1936 geproduceerde Augusta's was ongeveer gelijk aan dat van de Lambda. De wagen was leverbaar als vierdeurs gesloten auto of als tweedeurs cabriolet. De afgebeelde Augustacabriolet dateert uit 1934, hij schijnt nog steeds in handen van Leen Uytenbroek, voordat hij naar Nieuw-Zeeland vertrok, woonachtig aan de Vaartweg in Hilversum.

Rotonde


Typische hoofdloze rotondekunst uit het goyse dorp met geiwe

28.5.11

Lancia


Het is een vreemd woord, dat te pas en te onpas wordt gebruikt. Ik heb het over KLASSIEK. Want wat is klassieke muziek? En wat is - let op: hier is onze taal klaarblijkelijk niet goed genoeg - een classic car? Is de muziek van Sjostakovitsj klassiek, is een Opel uit 1975 classic? Misschien is serieus als je praat over muziek een beter woord en dan vooral als tegenstelling met amusement, maar je kunt een Opel Kadett C toch moeilijk een "serious car" noemen. Woorden als oldtimer en youngtimer krijg ik, als het over auto's gaat, met geen mogelijkheid uit mijn strot. Het zijn typische bedenksels van mensen die het Engels niet als moedertaal hanteren, en vanuit het Duits bij dergelijk geneuzel belanden om hun bezit op de een of andere manier op te waarderen. Bovendien heb ik nooit begrepen wanneer een youngtimer een oldtimer wordt? Na 25 jaar, na 50 jaar? Gelukkig zijn er auto's waar geen enkel vraagteken wat klassiek betreft aan te pas komt. Zo'n auto is bijvoorbeeld de Lancia Lambda. Waarom is die auto anders dan een Austin Allegro klassiek? Omdat de tijdens de Parijse Autosalon in october 1922 geintroduceerde Lambda revolutionair was: door carrosseriedelen te gebruiken om het chassis te verstevigen, kun je spreken van een zelfdragende carroserie n.b. zonder dak, de wagen remde uitstekend op alle vier wielen, had een electrische starter en een V4-lichtmetalenmotor. De Lambda, in productie van 1923 tot 1931, werd regelmatig verbeterd, zodat er uiteindelijk sprake was van negen series. Totaal werden er 13.000 Lambda's verkocht. De gefotografeerde Lambda is thans in Nederlandse handen, maar ik bespaar u de beelden op YouTube, want in plaats van naar de motor te kunnen luisteren, hoor je stupide muziek.



27.5.11

Wobbe

"Nou Mladic oppakt is, kan Karremans moai de kadootsjes werom geve dyt'er in 1995 foor syn wyf fan Mladic kregen het."

Bus 4


Anders dan de trams hebben de bussen in het Haags Openbaar Vervoer Museum niet allemaal een Haagse achtergrond, zo staan er een Londense dubbeldekker en bovenstaande Parijse stadsbus, een Saviem (Société Anonyme de Véhicules Industriels et d'Equipement Mécaniques) uit 1977. Inmiddels is dat merk, in 1955 voortgekomen uit Renault, Latil en Somua, later aangevuld met Isobloc, Sinpar en Berliet, al weer verleden tijd en heten alle vrachtwagens van het concern Renault, net als onderstaande Parijse stadsbus uit 1934. Een korte rit in een twee jaar oudere Renault TN6 vindt u hier.


Beide bussen hadden open achterbalkons. De oudste slechts afgesloten met een ketting.


26.5.11

Bus 3

Anders dan ik dacht en schreef werd de commandowagen die vlak na de oorlog als bus tussen Rijswijk en Ypenburg gebruikt werd alleen maar met een Chevrolet- en niet met een Fordmotor geleverd. Het model werd door General Motors of Canada van 1942 tot 1945 gebouwd, de correcte benaming is HUP (Heavy Utility Personel) 1C1 (personnel carrier, five doors, six seats). Dezelfde cabine werd op een groot aantal andere Canadese legerwagens gebruikt, zoals op onderstaande 15-cwt (Chevrolet C15), die wel met een Ford V8-motor als Ford F15 geleverd werd.


25.5.11

Plymouth


En dan was er die man die het broodnodig vond de achteras van zijn Plymouth 1938 te vervangen door de achteras van een Ford Explorer van recente datum, toen hij op 30 april j.l. een proefrit maakte, kwam zijn linkerachterwiel los, sleepte de benzinetank over de straat en de rest laat zich raden.



Bus 2

Na de Tweede Wereldoorlog was er van het eens zo omvangrijke wagenpark van de HTM weinig meer over, de Duitse bezetter had het overgrote deel gevorderd en het was over de oostgrens verdwenen. Vanf 1926 tot en met 1930 waren uitsluitend Belgische Minerva's met een ARM-carrosserie in dienst gesteld, met een forse motorkap, zoals op bovenstaande foto te zien is. Daarna kwamen de frontstuurbussen, met een carrosserie van Allan, Beynes of Verheul, die merendeels door de Wehrmacht werden gestolen. In 1945 was er in de residentie dus een enorm vervoersprobleem, dat pas begin 1946 werd opgelost door de komst van 10, later aangevuld met nog 4, Franse Hotchkissbussen met Chaussoncarrosserie. Ze hadden benzinemotoren, die veel gebruikten, bovendien waren ze eigenlijk niet geschikt voor stadsvervoer, al gaat het wat ver om te beweren dat het in feite touringcars waren, in Frankrijk kwam je de Chaussons met hun kenmerkende "nez de cochon" namelijk veel in het streekvervoer tegen. In 1949 werden zij door de HTM afgevoerd. Hier een rit door Nantes met een dergelijke bus.

Chausson in het Franse streekvervoer

Chausson in het Haags Openbaar Vervoer Museum

24.5.11

Bus


In Het Haags Openbaar Vervoer Museum staat ook een aantal bussen, niet allemaal met een Haagse achtergrond, want ook een Parijse bus met het kenmerkende open achterbalkon en een Londense dubbeldekker hebben een plaats. Bovenstaande HTM 142 is een voormalige commandowagen van het Canadese leger, die zowel met een Ford V8- als met een Chevrolet 6cylinder motor werd geleverd. De Haagse wagen is een Chevrolet, helaas zonder de originele motor, want er hangt een Perkinsdieselmotor in en ook de meters in het dashboard zijn niet origineel, maar dat heeft alles te maken met het feit dat het niet de echte auto is, die vlak na de oorlog tussen Rijswijk en Ypenburg reed. Plaats voor meer dan acht passagiers was er niet op de langsbankjes.

Rally


Iedere keer als ik in mijn archief een foto van een auto vindt, waarop het Nederlandse kenteken duidelijk leesbaar is, kijk ik bij de RDW of de wagen nog steeds in ons land geregistreerd staat. Dat blijkt vaak niet meer het geval, ook NP-26-31 is verdwenen, waarschijnlijk naar het buitenland verkocht, want ik kan me moeilijk voorstellen dat deze Rally uit 1926 alsnog is gesloopt. Frankrijk bood in de jaren twintig een keur aan kleine sportwagens, Rally uit Colombes was er slechts een van. De fabriek startte in 1921 met een kleine tweecylinder waaraan nogal wat Harley-Davidsononderdelen te pas kwamen. Eigen motoren heeft Rally nooit gebouwd, maar er was voldoende keus op de motorenmarkt: S.C.A.P., Ruby, C.I.M.E. en Chapuis-Dornier. Het merk Rally bestond slechts 12 jaar, van 1921 tot 1933.

23.5.11

Oncle


Oncle François était furieux, son siège du conducteur a disparu. Heureusement il avait une solution.

Vauxhall




Wie in het kentekenregister van de RDW naar 97-26-DT zoekt, vindt Vauxhall Hurtingham, waarmee maar weer eens bewezen wordt dat de rijksdienst wel eens faalt, want het model heet Hurlingham. Dat het een Vauxhall is, is gemakkelijk te zien, tot na de Tweede Wereldoorlog, toen Vauxhalls nog Vauxhalls waren en geen Opels met een andere broche op de borst, waren ze herkenbaar aan de groeven boven in de motorkap. Met Nederlandse kentekens zijn trouwens meer merkwaardige zaken aan de hand. Vroeger, dat wil zeggen toen de provinciale kentekens nog bestonden (A = Groningen, B = Friesland, enz.) waren kentekens persoonsgebonden. Stel dat iemand in Friesland in 1931 een Ford kocht die het kenteken B12345 kreeg en dat de man in 1934 de Ford verkocht en een Peugeot aanschafte, dan kreeg die wagen hetzelfde nummer: B12345. In het programmaboek van de 7e P.A.C.tradtierit van 14 oktober 1962 staat op pagina 45 een Hispano-Suiza 1922 afgebeeld met het kenteken ZD-46-11. Omdat ik wilde nagaan welk type Hispano-Suiza was afgebeeld, raadpleegde ik het kentekenregister van de RDW en dit was het resultaat:
Een veel oudere Vauxhall, een driecylinder uit 1904, reed in 1965 mee in de P.A.C.traditierit.

Raakt de olievoorraad op? Hier is de oplossing 2

Gisteravond laat ontving ik uit Duitsland onderstaande email van ene dr.dr. Stammschreiber wiens grootvader, zo begrijp ik uit zijn schrijven, tijdens de oorlog al bezig is geweest auto's op winden te laten rijden.

22.5.11

Raakt de olievoorraad op? Hier is de oplossing

In het kader van vermindering van CO2-uitstoot is Dr. John-Philip Windermere van de Universiteit van Mousehole (Cornwall) aan een nieuw project begonnen. “Mensen stoten door het laten van winden gassen uit, door deze op te slaan en als brandstof te gebruiken valt er een belangrijke stap te zetten in CO2-reductie. Het enige probleem is het gas op te vangen, maar ik denk dat we daar iets op gevonden hebben, de eerste resultaten zijn in ieder geval hoopvol.” Windermere geeft zijn proefpersonen een uien- en bonendieet ter verhoging van de gasproductie en voorziet hen vervolgens van lekvrije rubber rugzakjes, die uitgerust zijn met een anaal in te brengen slangetje, met aan het eind een op een fietsventiellijkende constructie. “Zodra het rugzakje gevuld is, komt de proefpersoon naar ons laboratorium, waar wij het zakje in een grote tank legen. Het gas in de tank wordt vervolgens samengeperst. Het blijkt dat het gas buitengewoon goed geschikt is om een automotor aan te drijven en we hebben inmiddels de eerste proeven achter de rug: een Austin 1100 uit 1967 heeft de afstand Mousehole - Penzance heen en terug op menselijk gas afgelegd.”
Eergister heb ik contact gezocht met Dr. Windermere van de Universiteit van Mousehole (Cornwall), dat viel nog niet mee, omdat Dr. Windermere niet in Mousehole woont, maar in het nabijgelegen Paul. Ik was nieuwsgierig hoeveel personen bij zijn onderzoek met rubber rugzakjes zijn uitgerust en of er inmiddels nieuwe resultaten waren geboekt een auto aan te drijven op menselijke uitlaatgassen.
"Er doen momenteel 120 mensen mee, dat is een relatief kleine groep, maar we hopen die, zodra meer rugzakjes ter beschikking komen, deze uit te breiden naar zo'n duizend. Ook hopen we een modernere auto met een kleinere cylinderinhoud en een zuiniger verbranding te kunnen aanschaffen, zodat we grotere afstanden kunnen afleggen."
"Schuilt in zo'n eenzijdig uien- en bonenmenu niet een enorm gezondheidsgevaar voor de deelnemers aan uw onderzoek?"
"Nee, nee. Het is een multidisciplinair onderzoek. Er is een voedingsdeskundige en zelfs een psycholoog bij betrokken. De voedingsdeskundige vult het dieet aan met vitaminen en vezels, bovendien volgen de proefpersonen slechts drie dagen ons dieet, daarna eten ze weer drie dagen 'normaal' voedsel. De psycholoog is aangetrokken om eventueel aanwezige schaamte bij de deelnemers weg te masseren."
"Wat is uiteindelijk het doel van uw onderzoek?"
"We hopen dat met een volle tank HBG (Human Bio Gas) een afstand van 70 mijl kan worden afgelegd met een gemiddelde snelheid van 50 mijl en dat in noodgevallen de tank door de inzittenden kan worden aangevuld door de AT's (Anal Tubes) rechtstreeks op de motor aan te sluiten. Die handeling moet even eenvoudig zijn als het omdoen van autogordels. Maar dat is een noodvoorziening, de bedoeling is dat er overal HBG-tankstations komen, waar mensen niet alleen kunnen tanken, maar ook hun rugzakjes kunnen legen."
"Als de actieradius met een volle tank slechts 70 mijl is, dan betekent dat een groot aantal tankstations."
"O ja, zeker. Maar het is pas een begin. Verder onderzoek gaat ongetwijfeld uitwijzen dat we op een grotere afstand uitkomen en dan verschilt de onderlinge afstand van de tankstations niet zo heel veel met die van de huidige benzinestations. Binnen drie jaar wordt de eerste succesvolle rit op HBG van Land's End naar John O'Groats gereden. Let op mijn woorden."

Den Haag



Koppeling tussen een 1300 en een 2100

Een 2100, dus zonder bestuurdersstoel, maar wel met een hulpstuurstand.

Gister was ik naar Den Haag voor de donateursvergadering van de "Stichting Haags Tram Museum", vooraf gegaan door een rondrit van anderhalf uur. Een PCC-koppelstel, een 1300 en een 2100 bracht me naar onbekend gebied, door Ypenburg en Leidschenveen, via een deel over de route van lijn 15 en lijn 19 - de enige Haagse tramlijn die geheel buiten het centrum blijft, maar bijna tot Nootdorp komt - om uiteindelijk te eindigen op het eindpunt van lijn 2 Leidschendam - Duivenvoorde. Wie wil zien welke enorme afstanden worden afgelegd moet maar eens op deze HTM-lijnenkaart kijken. De 2100 is een merkwaardige tram, want het is een gemotoriseerde bijwagen voorzien van een hulpstuurstand. De koppelstellen reden oorspronkelijk op de lijnen 8 en 9. Lijnen die jarenlang gebroederlijk tegenover het Hollands Spoorstation op de Stationsweg startten, om via verschillende routes in Scheveningen voor het Kurhaus te eindigen. In 1953 verhuisde ik van Leeuwarden naar Den Haag en een doodenkele keer gingen we met bus R, lijn 11 en vervolgens met de 8 of 9 naar Scheveningen, dat was eigenlijk, zoals mijn moeder placht te zeggen, bij Dokkum om, want je kwam met één overstap op de hoek Wouwermanstraat/Parallelweg op lijn 11 ook in Scheveningen. Maar 8 en 9 hadden in mijn eerste Haagse jaren wel een extra attractie, in de zomer reed de HTM met open bijwagens of beter met zomerrijtuigen. De eerste serie 500 (500 - 526) kwam in 1905 in dienst en deed tot september 1956 dienst. De 505 werd bewaard en die bracht me gister na afloop van de vergadering, na een rondje door de stad, naar Staatsspoor, pardon Den Haag Centraal.

Zomerrijtuig 505 gister.

Wie geinteresseerd is in de huur van een oude tram of een zondagse rondrit wil maken, vindt hier alle informatie en voor minimaal 14 euro bent u een jaarlang donateur van de SHTM. Emailadres: info@hovm.nl

Adler

De Adlerversnellingsbak
Het pookje van de Adlerversnellingsbak op de Galibier
Adler was eens een beroemde Duitse autofabriek, die overigens als "Fahrradwerk" in 1886 begonnen was. In 1934 bracht Adler een fiets met een drieversnellingsbak uit die net als een motorfiets met een pookje werd bediend. Ik heb een Galibiersportfiets, vermoedelijk van Belgische of Franse makelij, waaruit blijkt dat het bakje voor andere fietsfabrikanten los te koop was. De eerste auto's werden net voor 1900 vervaardigd en hadden zoals bijna te verwachten was een De Dion-Boutonmotor, maar werden niet door middel van kettingen op de achterwielen, maar door een heuse cardanas aangedreven. Op de zwartwitfoto een Adler uit 1910, waarvan het lastig is het juiste type te bepalen, maar vermoedelijk is een K-type 6/14PS, maar het kan net zo goed een 7/15PS of een 5/11PS zijn, de carrosserieën van de auto's waren identiek, de motoren verschilden.


20.5.11

Framboos

Er logeert een tweetal Amerikanen en natuurlijk zijn ze niet zonder de klaarblijkelijk broodnodige reisliteratuur van huis gegaan. Vandaag zijn ze naar de Alkmaarse kaasmarkt en dat geeft mij de gelegenheid Rick Steves' "Europe through the backdoor" in te kijken. Ik controleer Steves' gegevens met hetgeen mijn brein heeft opgeslagen. Ik citeer: "Belgians are Europe's beer experts, and this country boasts more than 350 types of beer. Duvel ("Devil") a potent local brew, is, even to a Bud Light kind of guy, obviously great beer. Trappist is the dark monk-made beer, and Dentergems is made with coriander and orange peel. Those who don't drink beer enjoy the cherry-flavored Kriek and strawberry-flavored Frambozen." Aan zo'n reisgids heb je nog eens wat, want in werkelijkheid zijn strawberries natuurlijk aardbeien, en frambozen raspberries. Overigens is Dentergems witbier, gebrouwen door Het Anker, alleen in de Verenigde Staten te koop.

Dixi


Dit is een in Duitsland in licentie gebouwde Austin 7, een Dixi 3/15 uit 1927, '28 of '29. De Dixi Automobilwerke AG stonden in Eisenach in Thüringen en begonnen in 1899 met de vervaardiging van de Franse Decauville-auto onder de naam "Wartburgwagen". De fabriek behoorde tot 1929 tot het Schapiroconcern, waar ook de Cyclon, NSU en de Gothaer Waggonfabriek toebehoorden. In 1929 ging de productie van de Dixi 3/15 over in handen van BMW. De auto had een viercylindermotor met een inhoud van 748 cc, een topsnelheid van 75 km/u en kostte destijds 2800 rijksmark.

Folklore

Nederlanders zijn altijd nijver geweest in het uitvoeren van andermans en het verwaarlozen van eigen folklore. Zulks leidt bij tijd en wijle tot humoristische voorvallen: ik heb Ieren zien weigeren met Nederlandse musici op te treden omdat hun muziek in de eerste plaats dansbaar diende te zijn en niet drie keer te snel moest worden afgeraffeld, ik heb op een zaterdagmiddag in Vleuten, maar het kan ook in Nieuwe(on)gein geweest zijn een klezmerbandje ontmoet dat in het zwart/wit gestoken en behoed en bepet "Di mame is gegangen" doornam. Op mijn vraag vanwaar het zwart wit en vanwaar de hoofddeksels kreeg ik als antwoord dat Joden er nu eenmaal zo uitzagen. Ik heb daarop, om de metamorfose compleet te maken, een medische ingreep voorgesteld. Maar serieus: kan de dikwijls onbegrepen cultuur van anderen, of het nu om die van cajuns, ladino's, Ieren, roma's en sinti's, Argentijnen, witte en zwarte Amerikanen, Portugezen, Mexicanen en Brazilianen eindelijk eens worden ingewisseld voor iets uit eigen huis, niet vanuit onzalige Wildersgedachten, maar gewoon omdat de uitgevoerde muziek vaak zo'n slap aftreksel is van het origineel.

19.5.11

Ziggo

Ferment is, zoals u weet, een stof die gisting veroorzaakt. Mevrouw Martine Ferment (foto) is directeur klantenservice van Ziggo en zij veroorzaakt bij mij behoorlijk veel gisting met een brief, waaruit ik de volgende (on)zin citeer: "Ziggo blijft verbeteren. de komende maanden gaan we daarom het digitale televisieaanbod uitbreiden en wordt HD onderdeel van Standaard TV-abonnement. Binnenkort krijgt u hier meer informatie over. Om deze uitbreiding mogelijk te maken, zullen op 30 juni de volgende analoge televisiezenders uit het analoge zenderpakket verdwijnen: BBC2, TV5 Monde, TVE International en BravaNL." Geachte heer Bloemendaal: wij amputeren uw benen zodat u zich na 30  juni razendsnel per invalidenwagen kunt voortbewegen.

Opvang

Vraag van de heer Ozenfant aan Henk Kamp terwijl hij zich vandaag per bus van Utrecht naar Oudewater liet vervoeren: "Dat hondendagopvangverblijf in De Meern wordt dat gesubsidieerd en berekent men een uur- of een dagdeeltarief?"

Turicum


De Deux Chevaux DT-17-56 op onderstaande foto is al lang gesloopt en ik vrees dat de er achter rijdende DKW Sonderklasse uit 1954(?) ook op de schroothoop is beland en de geparkeerde Volkswagen ligt ook al jaren met de wielen omhoog, maar het oudste voertuig op de foto, een Turicum uit 1904, rijdt ongetwijfeld nog zijn jaarlijkse rally's. Turicum was een Zwitsers merk gebouwd tussen 1904 -1914. Turicum is de Latijnse naam voor Zürich en daar werd de auto gebouwd. De eerste Turicums werden door middel van twee pedalen bestuurd, zodat we gevoegelijk kunnen aannemen dat de afgebeelde auto niet van het eerste type is. ZH-282 (uit Zürich!) heeft een eencylindermotor met een inhoud van 785cc en de voor het merk kenmerkende aandrijving, die wel wat leek op die van de veel latere Daf.


18.5.11

Wobbe

"Hoor krekt dat de Amerikanen Strauss-Kahn naar Guantanamo Bay overbrocht hewwe."

De Dion-Bouton 4


PAC-traditierit 1964 met een De Dion-Bouton 1908 op het Zandvoorts circuit

17.5.11

De Dion-Bouton 3


Net als nu, importeerden grote autofabrikanten een eeuw geleden hun producten zelf, zo had De Dion-Bouton in Groot-Brittannië in 1907 een filiaal aan de Great Marlborough Street in Londen en leverde het in 1908 de volgende wagens:
8 h.p. 1 cylinder £230
8 h.p. 1 cylinder £273 (met oliepomp)
10 h.p. 2 cylinders £334
12-14 h.p 4 cylinders £425
18 h.p. 4 cylinders £595
30 h.p. 4 cylinders £795
De goedkoopste auto was de Engelse eencylinder Clyde, hij kostte £135, de duurste was een Mercedes, een zescylinder, die £1800 kostte.
(0p de foto's een De Dion-Bouton uit 1907, tijdens de PAC-traditierit in 1966)


Terrorist W.F. Hermans

Het moet toch een volslagen andere tijd geweest zijn toen Bert Bakker* in "Maatsstaf"** (derde jaargang mei 1955) de volgende zinnen schreef: "Maar nu komt het: de eerste reactie op Hermans' brochure*** kwam van Gomperts**** in het Parool van 10 Februari 1955; een reactie die mij uit het hart was gegrepen, omdat ze Hermans ontmaskerde als terrorist en leugenaar".
*Bert Bakker redacteur van "Maatstaf", ** "Maatstaf" Maandblad voor letteren, ***"Hermans' brochure "Mandarijnen op Zwavelzuur" verscheen als reactie op J.B. Charles' "Volg het spoor terug", **** Hans Gomperts, literatuurcritus van Het Parool".

16.5.11

De Dion-Bouton 2


Deze foto moet ik eind jaren vijftig in de buurt van de Haagse Sportlaan gemaakt hebben tijdens een rally van oude auto's. Dat was in die dagen uitzonderlijk en er kwam veel publiek op af. Jaren later heb ik over die optocht en met name over een deelnemende Chandler nog gecorrespondeerd met de schrijver Hotz. De hoogtijdagen van De Dion-Bouton waren trouwens, toen de auto, een type 120 uit 1925 op de foto werd gebouwd, voorbij. Volgens T.R. Nicholson in Georgano's "The Complete Encyclopaedia of Motorcars 185 -1968" werd in 1927 zelfs onderhandeld met Peugeot en Mercedes-Benz om het merk over te nemen.

15.5.11

Ooievaars


In 1983 zag ik net buiten een dorp in de Elzas bovenstaand bordje op een wat verwaarloosd stukje grond, waar een aantal ooievaars liepen.

De Dion-Bouton


De firma De Dion-Bouton (opgericht in 1883 door graaf Jules Albert de Dion, Georges Bouton en diens zwager Charles Trépardoux) richtte zich tot 1894 op de vervaardiging van stoomauto's, Trépardoux vertrok nadat Bouton in 1894 een snellopende benzinemotor had ontworpen, die al snel een enorm succes bleek: ééncylinders, die met verschillende inhoud niet alleen in eigen auto's, eerst drie- en daarna vierwielers, werden ingebouwd. Op de foto boven een type G uit 1901 tijdens de PAC-rit van 1964. De letters VCC achter de ritplaat staan voor Veteran Car Club, een Britse vereniging van rijdend antiek. Hier zien we de aankomst in 2009 van een De Dion-Bouton tijdens de jaarlijkse traditierit van Londen naar Brighton. De foto onder toont een De Dion-Bouton eveneens uit 1901, terwijl hij het Zandvoorts circuit opkomt. Beide auto's maken nog steeds deel uit van het Nederlandse wagenpark.



14.5.11

Monocycle


Ik herinner de eigenaar van het Ardeense fietsmuseum als een wat somber ogende, doch enthousiaste man. Ik was er lang geleden twee maal om zijn privéverzameling te zien, de tweede keer met fotograaf Ernst Niewenhuis op reportage voor de VARAGIDS. Officieel heette het museum: Musée de la Petite Reine en het was gevestigd in Falmignoul. Ergens in mijn verzameling catalogi bevindt zich een, na Ernsts en mijn bezoek, verschenen boekwerkje over het museum, ik weet dat de catalogus van na ons bezoek dateert, omdat er een foto van de museumeigenaar en mij in staat terwijl we een tandem vasthouden. Maar op bijgaande foto zien we een monocycle of, als u dat liever hebt, een éénwiel, voorzien van een De Dion-Boutonmotor. Anders dan de eigenaar, vermoed ik dat het wonderlijke vehikel niet uit 1894 dateert, maar zeker tien jaar jonger is. Ik heb er geen bewijs voor, maar dat stuur doet mij ernstig twijfelen aan 1894.
Nog steeds zijn er mensen die het éénwiel opnieuw proberen uit te vinden, zoals de Amerikaan Kerry McLean, die het klaarblijkelijk broodnodig vond een V8 als voortdrijvingsbron te installeren. Dat liep, zoals te verwachten, niet goed af.

Fout 2

Het is er allemaal weer. Wat er gister met blogspot aan de hand was? Geen idee, maar alles werkt weer naar behoren.

13.5.11

Fout

Vanochtend na blik op blog ontdekt dat gister was verdwenen. Geen Darmont. Geen Fanzine. Niets. Het lukte ook niet nieuws te plaatsen. Tot nu. Ik ga Darmont en Fanzine opnieuw schrijven, maar hou het voor vandaag voor gezien. Tot morgen!

12.5.11

Fanzine?

Bij De Groene Amsterdammer zit deze week een een Engelstalige bijlage "Fanatismo" t.g.v. de manifestatie "We are all fanatics", die van 6 mei tot 12 juni in Amsterdam plaats vindt. Ik lees de in wat infantiel Engels geformuleerde artikeltjes van Christiaan Fruneaux over het fanatisme van Floyd Landis, Ayaan Hirsi Ali, Jérôme Kerviel en Laura Dekker, probablement bien étonné de se trouver ensemble. Het hele tijdschrift met Nederlands geld (Mondriaan Stichting, Amsterdams Fonds voor de Kunst, Stichting Democratie en Media, Prins Bernhard Cultuurfonds) zeer luxe uitgegeven tijdschrift straalt verwarring uit. Ik leer ondermeer hoe het staat met "Islamophobia in Austria" en hoe de fans van een voetbalclub in het Poolse Lodz de fans van een andere voetbalclub uit dezelfde plaats voor Joden scheldt. Net alsof er onder aanvoering van de geblondeerde Venloënaar en zijn kameraden en kameraadskes in ons land geen islamofobie wordt gepreekt en de fans van Feyenoord geen antisemitische slogans gebruiken tegen de fans van Ajax. En verdomd, ik lees dezelfde gladstrijkende argumenten om fans van een andere voetbalclub voor jood uit te maken als in ons land. Marcin, voetbalfan en student: " The Jewish symbols are just a way of marking our territory. We are saying: This is our part of the city. Keep out!" Tomek: "We don't care about real Jews. This isn't against them. It might look like racism but it's not anti-Semitic." Robert: " I have nothing against Jews. I just hate LKS. (de andere voetbalclub. W.B.) They're my private enemies. I just want to hurt them, to make them feel bad. We call them Jews because they're cowards." Het wonderlijke is dat geen van de schrijvers van het artikel de vraag opwerpt waarom Marcin, Tomek en Robert niet de Poolse equivalenten van, ik noem maar, oetlul, patjakker of stronthommel gebruiken om hun tegenstanders te beledigen. En als de schrijvers toch bezig zijn dan lijkt het me gepast de jongelui even op de partij Liga van Poolse families te wijzen, een antisemitisch zoodje dat ook voor de Tweede Wereldoorlog op een forse aanhang onder het Poolse volk kon rekenen en ondersteund wordt door Radio Marya, een fundamentalistisch katholiek radiostation gegrondvest op Pools nationalisme en clericalisme. Misschien is het ook nuttig de fans te attenderen op de katholieke inwoners van het Poolse dorp Jedwabne die zonder medewerking van de Wehrmacht op 10 juli 1941 hun Joodse buren met messen, bijlen en ijzeren staven te lijf gingen om tenslotte de overgebleven levenden in een schuur op te sluiten en te verbranden. En als klap op de vuurpijl: het was toch in Polen, om precies te zijn in Kielce, waarin na de oorlog 37 Joden tijdens een pogrom werden vermoord?

Darmont




De gangbare benaming was "cycle cars" en ze doken vlak voor de Eerste Wereldoorlog op: miniem gemotoriseerde, kleine auto's op vaak niet meer dan drie wielen. Na die oorlog vinden we ze overal: in Duitsland, in Groot-Brittannië, in Frankrijk. Een soortgelijke situatie zou zich na 1945 herhalen, vooral in Duitsland was het kleine grut populair: een paar namen Heinkel, Messerschmitt, BMW. De Heinkel werd in Engeland vervaardigd als Trojan en BMW was een in licentie gebouwde Italiaanse Isetta. Licentiebouw vinden we ook na de Eerste Wereldoorlog: de Morgandriewieler met zijn dwarsgeplaatste V-twin voor de radiateur wordt in Frankrijk onder de naam Darmont geproduceerd en er is zelfs een tweede Franse fabrikant, Sandford, die overigens een wat luxere versie, met een viercylindermotor onder een normale motorkap, bouwt. In 1966 maakte ik een reportage van de jaarlijkse PAC-rit, die destijds van Utrecht naar Zandvoort liep, voor Bert Garthoffs "Weer of geen weer" en ik sta op bovenstaande foto met de bandrecorder voor een Darmont uit de late jaren twintig, de tweede foto toont de gestroomlijnde achterkant van de auto.