30.11.15

Streicher & Putin

Zoals u ongetwijfeld weet wordt er zonder toestemming van president Putin in Rusland, laat staan in Moskou, niet gedemonstreerd. Vorige week trok opgewonden volk op naar de Turkse ambassade. Daar werd bovenstaande tekening onthuld. De belangrijkste  figuur is Erdoğan, maar wat zien we links van hem? Juist de karikatuur van  een Jood in de van Streichers  "Stürmer" bekende stijl, in de hand een ISIS-vlag met daarop een davidster. Waaruit maar weer eens blijkt dat het antisemitisme in Putins Rusland  welig tiert en feiten verdraaid mogen worden. 

Chantage

Op Recep Tayyip Erdoğans buro ligt het woordenboek Turks-Duits open bij de ş van şantaj. Erpressung, noteert Erdoğan. Prachtig.
"Bize Türkler için bir kazan-kazan durumu", mompelt Erdoğan. "Es ist eine Win-Win-Situation für uns Türken. O, nee dat moet ik natuurlijk niet vertalen."

Anders 8

Waren voorgaande luchtvaartingenieurs (in deze serie ANDERS) zo verstandig als aandrijving voor hun automobiel geen propeller te gebruiken, Marcel Leyat benutte die juist wel. Zijn eerste door een schroef aangedreven auto dateert van net voor de Eerste Wereldoorlog, maar pas na die krijg is er sprake van enige productie. Veel exemplaren van dit onconventionele voertuig zijn er echter niet gebouwd, onconventioneel niet alleen vanwege de aandrijving,  maar ook vanwege de besturing - op de achterwielen - en de plaatsing van de inzittenden - in tandem. Lawaaiig, maar snel waren ze wel, op een Parijs' circuit werd er 171 km/u. mee gehaald.

23


29.11.15

19

en toen was er de tafel van negentien

Spoorse zorgen

Dat het niet goed gaat met de vaderlandse teloorwegen is genoegzaam bekend, dat de directie na het het Fyradebacle alle zeilen bijzet om het miljoenverlies weer goed te maken is eveneens duidelijk, zo verscheen bovenstaande poster op Amsterdam Centraal en wordt binnenkort op perron 17 van  hetzelfde station in een in zachtrose geschilderd voormalig Fyrarijtuig een spoorsbordeel geopend, waarbij door geluid en beweging de suggestie wordt gewekt dat de wagon rijdt, e.e.a. onder het bij de Teloorwegen in gebruik zijnde kenmerkende Engels:  "We Rail & Fuck You".

Vragen

Ik moet het nodig  eens met u hebben over de begrippen old- en youngtimer, begrippen die ik nog steeds niet kan plaatsen en waar ik toch volgaarne de volgende noodzakelijke vragen over zou willen stellen. Vragen, overigens van gelijke orde: dienen wij de berijder van een oldtimer met het predikaat gerontofiel te voorzien en is de berijder van een youngtimer een pedofiel, en zo ja, waarom  worden degenen behorende tot laatstgenoemde categorie niet vervolgd, er bestaan immers hele netwerken van dezulken die simpelweg kunnen worden opgerold.

Drs. Barend-Otto ter Vloot, Steenwijkerwold

Anders 7


Edmund Rumpler (1972-1940) was, voordat hij vanaf 1909 vliegtuigen ging bouwen, bezig geweest met auto's: hij was Hans Ledwinka behulpzaam  bij de constructie van de Nesseldorf "Präsident" in 1897 en werd later technisch directeur van Adler. Na de Eerste Wereldoorlog ging hij, nu onder eigen naam, aan de slag met automobielen en zijn "Tropfenwagen" liet duidelijk zien dat Rumpler het een en ander geleerd had van vliegtuigconstructie. Maar een succes werd het niet, de auto's - er zijn ongeveer honderd gemaakt - weken teveel af van wat in de vroege jaren twintig gebruikelijk was. De motor van de OA 104, gebouwd tussen 1921 en 1924 is een zescylinder Siemens met een inhoud van 2600cc. Benz ging de auto vervolgens in licentie bouwen met een viercylindermotor met een inhoud van 2595cc uit eigen huis. De topsnelheid van laatstgenoemde wagen - gebouwd in 1924 en 1925 - was 130km/u. Rumpler verliet daarna het pad van de achterwielaangedreven auto's en bouwde in 1926 een voorwielaangedreven auto en daarna ontwierp hij begin jaren dertig een zogenaamde "Schnelllastwagen" eveneens met voorwielaandrijving, er werden twee gebouwd, het snelste exemplaar met een twaalfcylindermotor haalde 100km/u. Beide vrachtwagens werden gebruikt om dagelijks kranten van uitgeverij Ullstein naar de badplaatsen aan de Duitse Oostzeekust te vervoeren.

28.11.15

Multikulti

Het shantykoor "De Baren Zijn Weer Woelig" uit Oldeholtpade heeft, nu de concurrentie onder dergelijke koren steeds groter wordt, gemeend de zang met schuhplattln op te leuken. Voorzitter Berend Botje van "DBZWW" verwacht veel belangstelling voor de mengvorm van "zilte zang en kuitenkletsers" zo zei hij in een interview met de Oldeholpader Nieuwsbode "er zijn reeds drie aanvragen voor optredens van onze shantyplattlgroep binnengekomen: uit Bontebok, uit Morra en uit Lutjelollum".

34


Anders 6

Oorspronkelijk was het autootje als invalidenwagen bedacht door vliegtuigbouwkundige Fritz Fend en het was er in drie versies: met handaandrijving, met een 38cc Victoriamotor en met een 98cc Sachsmotor. De naam voor het eenpersoonswaagentje was "Flitzer" en veel meer dan 250 exemplaren zijn er niet gebouwd.  Uit de "Flitzer" ontwikkelde Fend een tweepersoonsautootje,  dat vanaf lente 1953 door de Regensburger Stahl- und Metallbau (lees de voormalige vliegtuigbouwer Messerschmitt) in productie werd genomen. De eencylinderluchtgekoelde 173cc-motor kwam van Fichtel & Sachs, door middel van een vierversnellingsbak en een ketting werd het enkele achterwiel aangedreven, de topsnelheid van de "KR 175" lag net onder de tachtig kilometeter per uur. Tot eind 1954 zijn  er ongeveer 10.000 gebouwd, daarna verscheen in 1955 de "KR 200" (KR staat voor Kabinenroller) met een iets grotere motor, dat jaar rolden 11909 exemplaren van de band, daarna ging het bergaf en ontstonden er  financiële problemen, waarna het Regenburgse bedrijf met de naam FMR  door Messerschmitt werd losgekoppeld en onder leiding van Fend zelfstandig werd gemaakt. De "KR 200" bleef tot 1962 in productie.

27.11.15

17

Mag de tafel van 17 ook?

Pegida

Om beter in de (bier)pul te vallen heeft het bestuur van Pegida Nederland een Duitse schuhplattlergroep uitgenodigd die Raffie Chohan en consorten onder de Utrechtse Dom in die danskunst zal inwijden. Als begeleidingsgroep zal Die Original Berchtesgadener Blaskapelle "Er Ist Nie Weggewesen" functioneren.

Anders 5



Laboratoire
Ging Heinkel na de Tweede Wereldoorlog van vliegtuigen naar scooters en auto's, na de Eerste Wereldoorlog was Voisin met de bouw van auto's begonnen en wie zijn "Laboratoire" van 1922 bekijkt, ziet daar in de vorm van de romp van een tien jaar eerder ontworpen vliegtuig: "l'Icare". Oorspronkelijk waren het les frères Voisin, maar Charles kwam in 1912 bij een autoongeval om het leven,  oudere broer Gabriel leverde tijdens de Eerste Wereldoorlog voornamelijk bommenwerpers, van de Voisin III werden meer dan duizend gebouwd.
Icare

26.11.15

65


Westcoast 7

Chico Hamilton kwam wel degelijk van de westkust, hij werd geboen in Los Angeles, net als pianist Hampton Hawes (1928-1977)(foto), zoon van een predikant en een in de kerk van haar echtgenoot pianospelende moeder. Bij haar op schoot zittend kreeg Hampton zijn eerste lessen en hij ontwikkelde zich in zijn tienerjaren tot een veelgevraagd muzikant,  hij trad op met Dexter Gordon, Wardell Gray en het Howard McGhee Sextet. Na zijn diensttijd vormde hij een trio, dit is "I hear music" van het trio, een opname van 2 mei 1955 met Red Mitchell op bas en Mel Lewis op drums.

Anders 4

Alle geportretteerde auto's in Anders 3 werden gefabriceerd door mensen die hun sporen hadden verdiend met het bouwen  van vliegtuigen. Het kleine autootje rechts is een Heinkel. Ernst Heinkel (1888-1958) begon in 1922 in Rostock met de bouw van vliegtuigen. De fabriek werd tijdens de Tweede Wereldoorlog gebombardeerd en de bruikbare restanten werden na de oorlog door de Russen  naar de Sowjet-Unie getransporteerd. Heinkel startte begin jaren vijftig in West-Duitsland met het leveren van een scooter: de Heinkel "Tourist", uitgerust met een 175cc viertactmotor. Diezelfde motor zat in de "Kabine", een autootje dat in 1956 op de markt kwam, een jaar later verscheen ook een versie met een 200cc-motor (met dubbele achterwielen), beide motoren waren luchtgekoeld en het wagentje had vier versnellingen. Er werden in 1956 en '57 6436 "Kabinen" gebouwd, waarna de productierechten begin 1958 aan Dundalk Engineering in Noord-Ierland werden verkocht, dat op zijn beurt de rechten verkocht aan Trojan in Croydon, een fabriek die halverwege de jaren dertig gestopt was met personenwagenproductie. De Trojan "200" werd van 1962 tot 1965 geproduceerd.

25.11.15

Anders 3

Op het eerste gezicht lijken deze auto's niets met elkaar te maken te hebben, toch zijn ze samen te brengen onder een gemeenschappelijke noemer. Morgen meer daarover.

Tweeënvijftig


Ebru

Ooit gehoord van Ebru Umar? Ik tot vanochtend niet, maar inmiddels weet ik wie Ebru Umar is, ze is columniste in het gratis spoorkrantje "Metro" en verdulleme wat zet ze de punten op de i en geeft ze de wereld van Jetje. Omdat j.l. maandagmiddag om twintig over vier een tram bij Sloterdijk wegreed, zonder een heer die nog wilde instappen mee te nemen, vindt Ebru Umar dat de directie van het Gemeentelijk Vervoerbedrijf een probleemloze carriereswitch kan maken naar IS. Als ik op exact dezelfde wijze zou redeneren dan moet ik aannemen dat Ebru Umar een journalistiek handboekje raadpleegt geschreven door Joseph Goebbels.
Toch ontdekte ik net dat ik al  een keer over mevrouw Umar struikelde want dit schreef ik eerder:
Ik moet me even bezighouden met de door Theo van 
Gogh in het zadel geholpen Metrocolumniste Ebru
Umar, die haar geschrijf vandaag begint met: Je
kunt het met een gerust hart aan socialisten over
laten om op gezette tijden een graai in je porte-
monnee te doen. En dat op gezette tijden kun je
terugbrengen naar doorlopend." Ebru eindigt met:
En de eerste 150 mensen die probleemloos verk
vangen kunnen worden zonder dat iemand ze zal 
missen zijn Tweede Kamerleden." Zo'n column laat
zich gemakkelijk schrijven, Ebru citeert simpelweg
"Mein Kampf".

Negenendertig


2x13=


Westcoast 6

Drummer Chico Hamilton (1921-2013) had al een behoorlijke loopbaan achter de rug - Mingus, Jacquet, Hampton, Young, Basie, Ellington, T-Bone Walker, Cole, Holiday, om slechts een handvol te noemen - voordat hij aan de westkust furore maakte naast Gerry Mulligan en vervolgens een eigen kwinter startte n.b. met een cello in de hoofdrol. Cellist was Fred Katz (1919-2013) een klassiek opgeleid  musicus die bij Pablo Casals had gestudeerd. Dit is "Topsy".

24.11.15

1x13=


Anders 2

Hoe anders de Dymaxion er uitzag wordt duidelijk wanneer je de wagen naast een Packard uit 1932 zet.

Anders

Misschien moeten mensen buiten het automobielontwerpersgilde zich eens bezig gaan houden met auto's en komt er eindelijk een beetje onderscheid tussen het hedendaagse blik op  onze wegen. Architect en uitvinder Buckminster Fuller (1895 -1983) kwam in  1933 met de Dymaxion waarvan drie exemplaren zijn gebouwd, de wagens hadden voorwielaandrijving, besturing met het enkele achterwiel, een Ford V8-motor achterin en de carrosserie was grotendeels van aluminium. Uit de vin op de achterkant van het dak zou bij grote snelheid een grotere vin te voosrchijn komen waarmee de Dymaxion bestuurd werd.

Styrofoma III

Ik had de discussie in de inmiddels gearriveerde tram graag voortgezet, maar pontificaal links voorin op een eenpersoonbankje zat klasgenoot Froko Wanderwant. Hij grijnsde en ik wist precies waarom, maandagmorgen kon het bericht dat Styra en Broof “iets moois” hadden, door hem de wereld in worden geschopt. Hij begroette ons uitbundig: “Ha Broof! Ha Styra! Samen op stap?” “We gaan samen naar de bioscoop”, en of dat nog niet genoeg was, “naar 'Love is a many-splendored thing'”, antwoordde Styra. In één seconde, had de domme trut mijn reputatie als serieus filmliefhebber verknald. “Ik denk het niet”, ze ik. “Ik heb de krant er nog eens op nageslagen en de recensie liegt er niet om: het is een rotfilm. Terwijl ik dat zei, liep ik door naar achteren, want ik had absoluut geen zin Froko getuige te laten van de discussie, die ongetwijfeld zou volgen. Met een jankerig stemmetje zei Styra: “Je hebt het beloofd, we zouden naar “Love is a ....” “Ja, godverdomme, maar het gaat Froko toch geen zak aan waar wij naar toegaan, waarom kunnen wijven nou nooit eens hun stomme bek houden, waarom moeten ze meteen alles aan de grote klok hangen?’” Bij de volgende halte glipte ik razendsnel tussen twee medepassagiers naar buiten en liet Styra in de tram achter. Ik was het spuugzat.
Ik liep langs het water verder naar het centrum, de tram achterna. Ik had een probleem: hoe kreeg ik mijn fiets, die in de gang bij de Van Brockhorsts stond, terug. Zonder fiets was ik nergens en kon ik morgenvroeg ook niet naar school. Ik draaide om en besloot eerst maar eens mijn fiets te gaan halen, onderweg zou ik wel een smoes bedenken. Ik kon zeggen dat ik me niet lekker voelde en dat Styra alleen naar “Love is a many-splendored thing” was gegaan.
Ik hoorde mijn naam roepen: “Broof, Broof, wacht op me”. Styra was een halte verder uitgestapt en kwam nu achter me aangerend. “Waarom ben je verdomme zonder iets te zeggen uit de tram gestapt, dat is toch belachelijk!”, zei ze hijgend. “Het is even belachelijk Froko aan zijn neus te hangen dat we samen onderweg zijn naar een rotfilm. Wat gaat dat hem aan?” “Rotfilm, rotfilm? Dat had je vrijdagavond ook meteen kunnen zeggen, dat je er geen zin in had, dan hadden we wat anders kunnen gaan doen. Naar Meijendel bijvoorbeeld.” “Ja, jij op je brommertje en ik me het leplazerus trappend om je bij te houden zeker?” “Het is maar een voorstel, we kunnen....” “Ja, we kunnen veel, we kunnen naar Voorburg, naar Kijkduin, naar Wateringen.... , maar dat moet ik wel allemaal op de fiets en dat vind ik geen probleem, maar ik verdom het achter jouw brommertje aan te spurten.”
“Weet je wat het met jou is? Je maakt overal een probleem van: wat dondert het jou dat Froko Wanderwant ons samen gezien heeft? Jouw hele leven bestaat uit het uitvinden van wat anderen van je vinden, dat is krankzinnig. Jij moet leren doen, waar jij zin in hebt. Om te beginnen moet je ophouden met die rare hobby van je allerlei feiten en feitjes te verzamelen, zodat je zogenaamd alles beter weet. Als Bark Zoemers een tram voorbij ziet komen en hij zegt dat het ding Boedapester heet, dan moet jij niet ogenblikkelijk uitroepen, dat een Boedapester er totaal anders uitziet.” “Uitgepsycholiseerd?”. vroeg ik. “Ja, voor dit moment wel en nu gaan we terug naar mijn huis, vertellen mijn vader dat de bioscoop uitverkocht is en pak jij je fiets, tenzij je nog een heel goed plan hebt voor de rest van de middag.”
Ik voelde me of ik een ernstig pak op mijn donder gehad had. Naar huis vond ik best een goede oplossing. “Ik heb toch wel een vraag, waarom heb je me vrijdagnacht gevraagd om naar de film te gaan, uitgerekend naar “Love is a many-splendored thing”? “In een opwelling, laten we het er maar ophouden dat ik toen je gebruiksaanwijzing niet goed gelezen had.” "Gebruiksaanwijzing, hoe bedoel je dat nu weer?" "Ach, het doet er niet toe. Ik pak mijn fiets en ga naar  huis en maandagmorgen zeg  ik tegen Froko dat we ons verloofd hebben."

Westcoast 5

Noemde je Shank, dan noemde je Cooper. En zo waren in de jaren vijftig wel meer namen die, je als je het over Californische jazz had, in één adem uitsprak. Gerry Muligan & Chet Baker, Cy Touff & Richie Kamuca en Jack Montrose & Bob Gordon (foto).
Het wonderlijke is dat geen van de acht genoteerden in Californië geboren is:  altsaxofonist Shank kwam uit Dayton, Ohio, tenorsaxofonist Cooper uit Pittsburg, baritonsaxofonist Mulligan uit New York, trompettist Baker uit Oklahoma, (bas)trompettist Touff uit Chicago, tenorsaxofonist Kamuca uit Philadelphia, tenorsaxofonist Montrose uit Detroit en baritonsaxofonist Gordon uit St. Louis. Shank & Cooper hebben we al gehoord, evenals Mulligan & Baker, Touff & Kamuca en Montrose & Gordon nog niet. Van de uitstekende, helaas bij een autoongeluk in 1955 omgekomen, baritonsaxofonist Bob Gordon (uiteraard met Jack Montrose)  is dit "Meet Mr. Gordon" en Cy Touff & Richie Kamuca leven zich uit in "Primitive Cats".

23.11.15

Styrofoma II

Natuurlijk was ik die zondag weer eens veel te vroeg van huis te gaan en dus ruim voor twee uur in de straat waar Styra woonde. Ik had besloten haar Victor Silvester de grond in te boren door hem Baron de Quick-quick-slow te noemen en te verkondigen dat je zijn muziek alleen spannend kon maken door zijn platen uit het centrum op de pick-up te leggen en zo af te draaien. Ik verwachtte dat Styra dusdanig de pest in zou krijgen en onze prille relatie een vroegtijdig einde zou nemen. Ik fietste naar de Wittebrug en keek van bovenaf naar lijn 9, die langs het water, met een voor Den Haag afwijkend tramtype reed. Zwitsers, want een electrische installatie van Oerlikon, maar zoiets wist Styra natuurlijk niet. Ook aan een gesprek over het onderscheid tussen een Hudson en een Studebaker viel niet te denken en zoiets maakte de conversatie in mijn ogen wel heel erg beperkt. Het zou waarschijnlijk de hele middag over leraren en medeleerlingen van de kweekschool gaan. En over Hongkong natuurlijk.
Precies om twee uur belde ik aan.
Haar vader deed open met “Zo jongeman, ik heb begrepen dat jij mijn dochter hebt geinviteerd voor een bioscoopbezoekje?” Ik dacht: “Nee ouwe zak, jouw dochter heeft mij uitgenodigd”, maar zei dat natuurlijk niet. “Styra is nog boven, kom gerust even binnen.”
Klaarblijkelijk was mijn faam als muziekliefhebber me vooruitgesneld, want Van Brockhorst informeerde ogenblikkelijk naar mijn favoriete pianist. “O, dat is er meer dan één”, antwoordde ik.
“Onzin, je hebt altijd een echte favoriet, eentje, die boven alle anderen uitsteekt.” Ik probeerde het met: dat je Rubinstein niet met Tatum kon vergelijken, omdat ze heel verschillende muzieksoorten speelden. “Meesters op eigen terrein”, zei ik. “Nou, ik heb er anders wel een, hoor: Liberace”, zei Van Brockhorst. Als ik een vent geweest was, zou ik de staf gebroken hebben over die fondantpianeur, maar ik zei laf, dat ik nooit van Liberace gehoord had. “Wat”, bromde Van Brockhorst, “Styra geeft hoog op over je muzikale kennis en je hebt nog nooit van Liberace gehoord?” “Nee, de naam zegt me niks, wat voor soort muziek speelt hij?” “Klassiek, maar daar gaat het bij mij niet om, het gaat mij om de opnametechniek. Het is fantastisch. Ik zal je het even laten horen. Van Brockhorst schoof de deurtjes van een radiomeubel open en zette een plaat op.” Hoor hoe het op de plaat is gezet: zo moet een piano te klinken. Maar ga zitten, je moet dit zittend, als in een concertzaal, ondergaan.” Hij draaide de volumeknop open. De plaat was inderdaad voortreffelijk opgenomen en vermoedelijk gloednieuw, want je hoorde geen kraakje of spettertje. ”Nou?”, vroeg Van Brockhorst. “Goed opgenomen”, zei ik. “Dat bedoel ik. ” “Maar dat is toch niet de verdienste van Liberace?” “Toch wel, toch wel, want hij stelt heel hoge opname-eisen en bovendien, wat is er mis met zijn pianospel?” “Het is een gloednieuwe plaat, naar ik aannneem?” “Gister pas gekocht bij Caminada. Maar wat vind je ervan? Van zijn spel bedoel ik.” “Het is niet mijn soort muziek, maar het is goed opgenomen.” “Ik hou van kraakheldere muziek, daarom luister ik ook naar de draadomroep: ongestoord luistergenot, meneertje!” Draadomroep herinnerde ik me van mijn oom Ponter: een goudkleurig kastje op een plankje in de hoek van de kamer en een grote bruinbakelieten knop, waaraan oom Ponter gedurig draaide. Draadomroep was in mijn ogen iets als radio voor minderbedeelden, vreemd dat Van Brockhorst, die een ambassadeurssalaris opstreek er zo hoog van opgaf.
Ik stelde voor met de tram naar de bioscoop te gaan, want ik zag me niet op klaarlichte dag opnieuw de vernedering ondergaan achter Styra’s brommertje aan te fietsen. Ik mocht mijn fiets in de met veel marmer opgedirkte  gang neerzetten. Buiten gaf Styra me een arm. “Zo zijn we niet getrouwd”, dacht ik en begon in plaats van op het trottoir, in de goot te lopen. Ze moest me loslaten. “Doe niet zo kinderachtig. Kleuters lopen in de goot”, zei ze. Ik gaf haar een hand. Hand in hand liepen we naar de tramhalte. “Heb je je peda voor morgen al geleerd?", informeerde ze en begon opgewekt te kwetteren over Rousseaus gedachten over opvoeding. “Gek hoor, zo’n man, die kinderen in een boom laat klimmen en als ze er vervolgens uitvallen, dat beschouwt als een leerproces.” “Prima toch, hoe minder van dat jeugdig drenzend tuig, hoe beter.” “Jezus, wat ben jij altijd negatief, waarom wil jij in godsnaam onderwijzer wortden?” “Dat wil ik helemaal niet, ik ben naar de kweekschool gestuurd omdat mijn ouders, dat een prachtige algemeenvormende opleiding vonden.” “Wat wil je dan?” “Treinmachinist of leeuwentemmer, lijkt me wel wat. “Jij bent echt een groot kind, wie wil er op jouw leeftijd nou nog leeuwentemmer worden.” “Wat is er mis met op mijn leeftijd kind te zijn? Eeuwenlang hebben ze hier in het westen, kinderen als kleine volwassenen beschouwd. Langzamerhand is het het echte kind ontdekt, lees het maar na in je pedaboeken, maar niemand geeft een antwoord op de vraag of het kind wel volwassen moet worden. Of het kind niet de ultieme mens is. Waarom moeten we zo nodig iets worden? Waarom mogen we niet blijven spelen?”



Westcoast 4

Ook saxofonist Gary LeFebvre (1930-2013) dubbelde, net als Bud Shank, op fluit, hier speelt hij in Shorty Rogers and his Giants: "Martians go Home". Rogers, die in dit nummer  flugelhorn speelt, was een befaamd  trompettist en arrangeur, die onder meer voor Woody Herman werkte en later voor Stan Kenton. De band van laatsgenoemde was de vijver waarin veel westcoastmusici gezwommen hadden.

22.11.15

Styrofoma I

Vraag me: wie Styrofoma van Brockhorst is. Haar vader Protestanthius van Brockhorst was destijds de ambassadeur van Naaldwijk in Den Haag en Styrofoma zat bij mij in de derde klas van de kweekschool aan de Koningin Emmakade. Ik kan me, ahoewel ik de statige woning van de Van Brockhorsts in de Indische buurt heb bezocht, geen moeder herinneren, volgens mij was die er niet en dat zou meteen kunnen verklaren waarom Styrofoma tien jaar eerder in de gekleurde lappen liep, die in de late jaren zestig het straatbeeld zouden bepalen. Ze reed op een eigen merk bromfiets. Een bromfiets, die in de verte wel iets leek op een NSU “Quickly”, alleen stond er in zwierig schrift “Styra” op de tank, dat was ook haar roepnaam. Ik dreigde per abuis haar vriendje te worden tijdens de jaarlijkse schoolavond: ik had mijn zinnen gezet op een dansje met Bima Futs, maar toen ik eindelijk de moed verzameld had om haar te vragen, bleek zij reeds naar huis en om niet geheel de  sukkel te zijn, waar velen mij op school voor hielden, vroeg ik Styrofoma ten dans. Onhandig, als ik was, kon ik me niet aan haar greep ontworstelen en moest haar uiteindelijk naar huis begeleiden. Zij woonde in geheel verkeerde richting. In feite tegenovergesteld aan de mijne, want ik woonde achter het Zuiderpark. Eenmaal buiten liet ze zich weinig gelegen liggen aan mijn snelheid. Ze weigerde mij voort te trekken, omdat haar vader haar verteld had, dat het motortje van de “Styra” daar niet opgebouwd was. Ze reed telkens een stukje voor me uit en wachtte dan, omkijkend, op een hoek op mij. Ik vond de situatie vernederend, maar besloot vol te houden. Na een marteling van iets meer dan een kwartier stonden we voor haar huis, waar ze mij, met een nog lopend motortje, ogenblikkelijk om de hals viel. Ze droeg een onplezierig parfum en bleek in het korte gesprek dat we hadden, van de verkeerde muziek te houden.
Ik mocht dan een houtenklaas zijn, ik was een veel gevraagd gast, niet alleen op de verjaarspartijtjes van de leerlingen uit mijn klas, maar ook van die in lagere en zelfs in hogere klassen. Niet omdat ik zo’n aangenaam danseur of causeur was, maar vanwege mijn grammofoonplaten. Ik herinner me, dat ik zelfs een feestje in een tuinhuisje van de ouders van Hermina Onderdewei, die twee klassen hoger zat, heb bezocht, enkel en alleen omdat het tuinhuisje geen electriciteit en ik een opwindbare koffergrammofoon en de bijbehorende achtenzeventigtoerenplaten had. Ik zat op alle feestjes naast de grammofoon, draaide mijn platen, dronk limonade en at een koekje. Ik vermaakte me opperbest en mocht aan het eind van de avond als de paartjes traag, tegenelkaar hangend, over de vloer schoven, graag even een razendsnel nummer als "Twelfth Street Rag" van Kid Ory opzetten. Dat viel, vooral bij de heren, niet in goede aarde.
Ik had alleen maar jazzmuziek en was streng in de leer, zo sloeg ik beide gospelnummers op de elpee van Bunk Johnson en de Yerba Buena Jazz Band, altijd over, omdat ik vond, dat op geestelijke muziek niet gedanst behoorde te worden.
Styra hield van Victor Silvester. Dat was ernstig. Ik had net omgang gehad met een buitenschools meisje, maar er een eind aangemaakt omdat ze Max van Praag en Eddy Christiani hoog in haar vaan had. Waarom hielden meiden altijd van echt verkeerde muziek? Chris Barberadeptes kon je tenminste nog trachten te bekeren, door ze naar King Oliver of Jelly Roll Morton te leren luisteren. Maar Silvester?
Ze vroeg of ik plannen had voor zondag en natuurlijk antwoordde deze sukkel: “Nee”. “Zullen we naar de bioscoop gaan? “Love is a many-splendored thing” draait in de Asta, die moet erg goed zijn.” De titel zei me niks. “Hij is opgenomen in Hongkong en gaat over de onmogelijke liefde tussen een Amerikaanse reporter en een Chinese dokter”.
Mijn cinematografische favoriet in die tijd was “Hellzapoppin’’”. Ik vreesde dat de Hongkongfilm mij allebehalve plezier zou verschaffen, maar ging desalniettemin met Styra’s keuze accoord en sprak af haar zondag van huis te komen halen. Na Styrofoma te hebben afgezet, onderweg naar mijn ouderlijke woning, iets meer dan een half uur fietsen, deed ik wat ik gewoonlijk deed, bezettingen van jazzorkesten repeteren, weten wie bij die en die opname van Red Nichols’ Five Pennies achter de drums zat, wie de trombonist was van de New Orleans Rhytms Kings, enzovoort, enzovoort. Dichter bij huis bedacht ik dat ik een uur later thuis zou zijn als was afgesproken en dat mijn moeder mijn vader weer uit zijn slaap zou hebben gehouden met zinnen als “Waar blijft die verrekte jongen nou weer?", steevast gevolgd door: “Zeg jij er dan ook eens wat van”. Mijn vader wist dat ik niet in zeven sloten tegelijk liep, zei echter zelden wat en dat maakte mijn moeder extra kwaad. Ik kon natuurlijk altijd zeggen dat ik mijn door haar gebreide shawl in de danszaal had laten hangen en daarom was teruggefietst. Dat leek me een goed idee. Ik ging zeker niet vertellen dat ik een meisje naar huis gebracht had en ook niet dat ik zondag met haar naar “Love is a many-splendored thing” zou gaan, dat zou bij mijn vader alleen maar hoongelach opwekken. Mijn vader, die er alles aan had gedaan om mij verantwoorde culturele keuzes te laten maken.
Op het moment dat ik de deur opendeed, was mijn moeder al uit de echtelijke sponde om mij fors de oren te wassen: “Waar bleef je nou, verdomme, het is bijna drie uur.?” Het was twintig over twee, maar ik had het hart niet om dat te zeggen, want dan zou de discussie in een voor mij totaal verkeerde richting gaan. “Ik had mijn shawl laten hangen en ontdekte dat pas toen ik bijna thuis was, een uur geleden.” “Stommeling, stop die dan ook in de mouw van je jas als je hem weghangt, hoe vaak moet ik je dat nou nog zeggen?” Ik hoorde mijn vader nog iets mompelen, maar verder liep het met een sisser af.

Stropdas

Ontwaarde net Sybrand van Haersma Buma op het scherm, hij droeg geen stropdas; nu komt het niet dragen van stropdassen  de laatste tijd wel vaker voor, ik herinner mij dat Prins Claus ooit zijn stropdas wegwierp, toch heeft het geruime tijd geduurd voordat politici waagden zich stropdasloos den volke te tonen en vooral zo'n Buma moet zich zonder  borstversiering hoogst ongemakkelijk voelen: een wit overhemd zonder stropdas en ik heb dan ook het sterke vermoeden dat hij buiten het zicht van de  camera's ogenblikkelijk weer een stropdas voorknoopt. 
Drs. Barend-Otto ter Vloot, Steenwijkerwold

Westcoast 3


Ook degene die niets opheeft met jazz, laat staan Californische jazz, moet Bud Shank (1926-2009) gehoord hebben want hij - geboren in Dayton, Ohio - is de fluitist in "California Dreamin'" van  The Mama's & The Papa's uit 1965. Negen jaar eerder nam hij met Claude Williamson, piano; Don Prell, bas en Chuck Flores, drums; "Bag of Blues" op in Hollywood.

Postzegels

Postzegels verzamel ik al jaren niet meer. Alhoewel, nog niet zo heel lang geleden kocht ik een mapje met zegels waarop oude auto's, maar toen ik ontdekte dat de wagens van rond 1900 nooit in het land van waaruit de postzegels stamden hadden rondgereden was de pret er gauw af. Enthousiast over wat ik in ons land op een brief moet plakken ben ik ook al niet, maar sinds gister weet ik dat dat  komt doordat de keus bij de post- en sigarettenbalie bij de firma Heijn miniem is, want er zijn best fraaie Nederlandse postzegels. Op de Bussumse Vlietlaan zit sinds kort een winkel waar alles wat op vaderlands postzegelgebied nieuw uitkomt te krijgen is en waar niet alleen de filatelist terecht kan, maar ook degeen die een brief wil frankeren zonder de achterzijde van de koning te belikken. De series met scheepsmodellen uit het Maritiem Museum Rotterdam en Flora en Fauna van het Naardermeer heb ik ogenblikkelijk aangeschaft en plak ik op komende correspondentie.

21.11.15

Westcoast 2

Bud Shank speelde naast altsax ook fluit, zijn kompaan Bob Cooper (foto), behalve tenorsax, hobo, vooral laatsgenoemd instrument is in de jazz hoogst ongebruikelijk, maar hier zijn Shank en Cooper, respectievelijk op fluit en hobo in "Blues for Delilah"
Er is natuurlijk en groot aantal muziekinstrumenten, dat je in de jazz niet vaak tegenkomt, soms zijn er arrangementen van bekende titels gemaakt, voor bijvoorbeeld een fagotkwartet, maar dat vind ik niet interessant, ik geloof best dat je "Take Five" uit kunt schrijven voor vier fagotten, alleen hoef ik het niet te horen en een stuk van Charlie Parker voor een trio engelse hoorns al helemaal niet. 
Oscar Pettiford (1922-1960) was een bekende Amerikaanse bassist, die daarnaast cello speelde, ook in de jazz een ongebruikelijk instrument. Eerst horen we Pettiford op bas in  de Quincy Jonescompositie "Another one" met als solisten Ernie Royal, Gigi Gryce, Bobby Brookmeyer, Jerome Richardson en Oscar Pettiford, daarna soleert Pettiford op cello.

20.11.15

De Boer


Er was eens een Boertje in Drachten:

 ,,Wij zijn een Christelijk bedrijf en voor ons is dit een punt waar we ons niet mee verenigingen mogen. Daar God dit uitleven van je seksuele geaardheid nergens in zijn Woord goedkeurt, maar wel afkeurt, en voor ons zijn Woord als richtsnoer geldt, kunnen we je niet aannemen.”

Dagen

Het zijn zo van die dagen dat alles op zijn kop wordt gezet, zo blijkt de voormalige premier Pieter Sjoerds Gerbrandy allebehalve een antirevolutionair, maar in 1947 bereid te zijn  geweest de leider van een andere politieke partij te laten vermoorden, een en ander in nauwe samenwerking  met de luid bejubelde vaderlander en 'soldaat van oranje'*, Erik Hazelhoff  Roelfzema en Amsterdam dient barmhartig onder het stadswapen te schrappen want men was ten stadhuize kort na de Tweede Wereldoorlog, dus ook in 1947, allesbehalve vol erbarmen tegenover de weinige teruggekeerde Joden: "erfpacht in 1944 niet betaald, godverdomme, dan betaal je nu alsnog, bovendien krijg je een boete!"
Drs. Barend-Otto ter Vloot, Steenwijkerwold
* joechei, joechei, joecheil dir im Siegerkranz.

Westcoast

Greenbaum, Byrds, Beach  Boys, Jefferson Airplane, Grateful Dead, allemaal westcoastmuzikanten. Westcoast, een begrip dat tien jaar eerder opgeld deed, niet in de popcultuur, maar in de jazz. Voorbeelden? Baritonsaxofonist Gerry Mulligan, hier met Chet Baker, trompet; Carson Smith, bas en Chico Hamilton, drums in "Line for Lyons", tenorsaxofonist Bill Perkins, hier met Stu Williamson, trompet; Bud Shank, altsax; Carl Fontana, trombone; Jack Nimitz, baritonsax; Russ Freeman, piano; Red Mitchell, bas en Mel Lewis, drums in "Song of the Islands". Ja, er was kritiek: westcoastjazz was te cerebraal, te bedacht, te gearrangeerd, er was te weinig ruimte voor improvisatie en te blank.

19.11.15

Expert


Greenbaum

Norman Greenbaum is een typisch voorbeeld van een man met één hit: "Spirit in the Sky". Geboren in  1942 aan de oostkust verhuisde Greenbaum in 1965 naar Californië. "Spirit in the Sky" dateert uit 1969 en  en er werden twee miljoen exemplaren van verkocht. Het hebben van een hit betekent vrijwel altijd dat er door platenmaatschappijen gekeken wordt naar wat de artist daarvoor heeft gepresteerd en in Greembaums geval was dat een aantal nummers met Dr. West's Medicine Show and Junk Band, zoals dit "Jig Saw". Greenbaum zelf sloeg een heel andere richting in, in Petaluma - het Barneveld van Californië - begon hij een kippen- en geitenboerderij, die in 1972 op de elpee "Petaluma" bezongen werd en waaraan Ry Cooder op mandoline in een viertal nummers meewerkte. Daarvoor verscheen in 1970 "Back Home Again" met dit "Hook & Ladder".

18.11.15

Tricolore

Vanmiddag een redevoering van president Hollande voor een zaal met Franse burgemeesters allemaal met een blauw-wit-rodesjerp. In mijn vrouws verzameling Franse poppen bevindt zich deze burgemeester uit de Provence.

17.11.15

MANNEKEN (P)I.S.


Kerst

gister gezien op een winkelruit in het goyse dorp met geiwe

Vandaag 2

Vanochtend was ik al vroeg in de veren - want u begrijpt dat het slechts aan kippen en ander eetbaar gevogelte is voorbehouden uit de veren te gaan - en onmoette ik bij het Havenmantsje in Harlingen een verdwaalde vlaamsegaai, die mij toen we in gesprek raakten flink kon bijpunten over de eenzame fietser. De fietser, zo had hij van een zwaluw gehoord, was de afgelopen zomer gesignaleerd, niet fietsend tegen de wind in in Bretagne, maar in het oosten van Frankrijk: stoempend bergjes op.

VOID

Nu, na de aanslagen in Parijs, de roep om meer veilig- en zekerheid in ons land aanzienlijk groter is geworden, pleit ik vanaf deze plaats, voordat als zo vaak het wiel opnieuw wordt uitgevonden,  voor een nieuwe, uit de burgerij, geformeerde informatiedienst, gemodelleerd naar de Stasi in de voormalige DDR: iedereen houdt iedereen in de gaten, dankzij de VOID, de Vaderlandse Opsporings en Informatie Dienst.
Drs. Barend-Otto ter Vloot, Steenwijkerwold.

16.11.15

Morgen

Morgenvroeg vlieg ik naar Harlingen om uit te zoeken waar die eenzame fietser vandaan komt, want op de Gertrudiskerktoren zittend zie ik hem steevast, moeizaam worstelend tegen de wind, over de Ludingaweg naar Achlum komen en daarna rijdt hij via Arum en Lollum naar Waaksens en verlies ik hem uit het oog.

Vandaag

vandaag ga ik naar Achlum
En waarom vlieg ik vandaag naar Achlum? Om vanaf de toren van de Gertrudiskerk
"Hoe sterk is de eenzame fietser" te fluiten. 

15.11.15

Requiem

14.11.15

Piet


Dit is Piet. Piet Drost. De kans dat u ooit van hem gehoord hebt is uiterst gering. Maar Piet is voorzitter van de raadsfractie van een lokale partij. De partij Gemeentebelangen Menaldumadeel. Piet heeft een initiatief  genomen. Piet heeft samen met CDA, VVD en FNP een voorstel ingediend om de subsidie aan de Friese antidiscriminatiestichting Tûmba stop te zetten. Nu vraagt u terecht: waarom? Wel humorloze, witte Piet is boos. Vanwege onderstaande poster van Tûmba.

Parijs

......

13.11.15

Niks Paterswolde


ik wil naar It Heidenskip

Goys & Geiwe

Helaas moet ik weer enige aandacht schenken aan het goyse dorp met geiwe. Vanwege een gemeentelijke herindeling mag/moet ik a.s. woensdag ter stembus en alhoewel ik een NEE-NEE-sticker op mijn brievenbus heb, meent "Hart voor Bussum"  mij van ongevraagd propagandamateriaal te moeten voorzien. Het is de partij van mevrouw Monnike "Bootcamp" geboren Smots o.i.d., die vond, terwijl ze voor D66 in de gemeenteraad zat, een andere  partij te kunnen beginnen. Is dat al niet koosjer, maar uiterst treife, twee voormalige P.v.d.A-wethouders Ilonka de Lange en Adriaan Branderhorst doen ongevraagd een oproep om a.s. woensdag op "Hart voor Bussum" te stemmen. Goys chazzerim!