Het is inmiddels elf jaar geleden dat de laatste uitzending van "De Gezamenlijke Zenders Peazens en Moddergat" de ether inging, daarna heb ik een tijdje muzikaal moeten afkicken, dat klinkt misschien vreemd, maar ik bedoel dit: "De Zenders P&M" was een associatief programma, waarin geen muzikale grenzen bestonden en na het verdwijnen bleef ik na het horen van een muziekstuk combinaties naar een ander muziekstuk leggen. Men mag dat gerust een beroepsdeformatie noemen.
Gister in de trein terug uit het noorden vroeg ik me af of ik na een decennium nog zo'n associatief programma kon maken, niet voor de VPRO, maar voor de bezoekers van dit blog, bovendien deels gehandicapt, omdat ik alleen maar YouTube-materiaal zou kunnen gebruiken.
De start: "Stuck in the Middle with you" van Stealers Wheel. Daarna meteen "Smack Dab in the Middle", Joe Williams met de Count Basie Band. Ik ben altijd een groot bewonderaar van Basie geweest, zijn piano: minder noten, meer swing en jarenlang die fantastische ritmesectie met mijn favoriete drummer Jo Jones. Heel anders klinkt "Smack Dab in the Middle" uitgevoerd door Ry Cooder, die me ooit 's avonds afhaalde van het vliegveld van Los Angeles en voordat we naar zijn huis reden eerst meenam naar een garage met oude auto's, waarvan we beiden liefhebber zijn, maar de garageruiten waren zo hoog dat we springend de auto's moesten identificeren, zo ongeveer als "Right in front: Cadillac 1931", "No, looks more like a 1933". Muzikaal associërend maak ik de stap naar Cooder met Randy Newman. Ook aan hem heb ik herinneringen, ik had hem een aantal keren gesproken toen een VARA-televisieregisseur me vroeg hem te interviewen naar aanleiding van een optreden met het Rotterdams Philharmonisch. Ik stemde toe, maar wat ik niet wist dat ik kort voor de opname een lijstje met door mij te stellen vragen kreeg. Het waren "bekende-weg-vragen" en na de derde vraag van het lijstje zei Randy: "Come on Wim, you can do better than that" en ik begon meteen mijn eigen interview, waarvan vervolgens niets werd uitgezonden. Cooder is om het oneerbiedig uit te drukken een muzikale veelvraat en het is dus niet verwonderlijk hem ook met de fameuze Ierse formatie "The Chieftains" in de weer te zien, een groep die trouwens ook graag buiten verwachte paden treedt en bijvoorbeeld zo'n jonge groep als The Carolina Chocolade Drops in de armen sluit. Meestal zijn The Drops bezig met repertoire uit de tijd toen countrymuziek die naam nog niet had, maar ook "Jackson" van Johnny Cash kreeg van hun een spetterende uitvoering. Cash heb ik nauwelijks gesproken, maar dat kwam vooral omdat vaderlandse "kaunryfens" in het préselfietijdperk" uiterst storend met hem op de foto wilden. Van Cash het fraaie "One piece at the time", over een arbeider in de Cadillacfabriek, die jaar na jaar een onderdeel ontvreemdt om zo thuis zijn eigen Cadillac te bouwen. Dat brengt me bij "Cadillac Ranch" van de Nitty Gritty Dirt Band, een groep die op het driedelige platenalbum "Will the Circle Be Unbroken" een aantal oude getrouwen uit landelijk Amerika bijeenbracht, onder wie Doc Watson (foto). Hem sprak ik in het bekende Amsterdamse muzikantenhotel "Wiechmann", als er één ding van dat interview met de blinde Watson me is bijgebleven is dat hij feilloos wist, door even wat zijn vingers over een voor het raam staande plant te aaien, dat het om een primula ging in een koperen sierpot. Ook Watson ging regelmatig buiten het van hem te verwachten repertoire, want wie denkt dat hij "Bye Bye Blues" zou spelen, een oud nummer dat c-melody-saxofonist Frankie Trumbauer met zijn groep in 1930 vastlegde. Afscheid dus en dat doet me ogenblikkelijk denken aan Theo Uden Masmans "Wij nemen nu afscheid van U met "Farewell Blues", maarrrrr wij komen terug", The Ramblers dus, waarvan mijn vader één achtenzeventigtoerenplaat had, met aan de ene kant "Zuiderzee Blues" en aan de andere kant "Swinging The Fiddles", een nummer met André van der Ouderaa in de hoofdrol. Fiddle is natuurlijk een wat oneerbiedig woord voor viool en daarom tenslotte aan het eind van deze "Gezamenlijke Zenders Peazens en Moddergat"-escapade Mendelssohns Vioolconcert met als solist Jascha Heifetz.
De start: "Stuck in the Middle with you" van Stealers Wheel. Daarna meteen "Smack Dab in the Middle", Joe Williams met de Count Basie Band. Ik ben altijd een groot bewonderaar van Basie geweest, zijn piano: minder noten, meer swing en jarenlang die fantastische ritmesectie met mijn favoriete drummer Jo Jones. Heel anders klinkt "Smack Dab in the Middle" uitgevoerd door Ry Cooder, die me ooit 's avonds afhaalde van het vliegveld van Los Angeles en voordat we naar zijn huis reden eerst meenam naar een garage met oude auto's, waarvan we beiden liefhebber zijn, maar de garageruiten waren zo hoog dat we springend de auto's moesten identificeren, zo ongeveer als "Right in front: Cadillac 1931", "No, looks more like a 1933". Muzikaal associërend maak ik de stap naar Cooder met Randy Newman. Ook aan hem heb ik herinneringen, ik had hem een aantal keren gesproken toen een VARA-televisieregisseur me vroeg hem te interviewen naar aanleiding van een optreden met het Rotterdams Philharmonisch. Ik stemde toe, maar wat ik niet wist dat ik kort voor de opname een lijstje met door mij te stellen vragen kreeg. Het waren "bekende-weg-vragen" en na de derde vraag van het lijstje zei Randy: "Come on Wim, you can do better than that" en ik begon meteen mijn eigen interview, waarvan vervolgens niets werd uitgezonden. Cooder is om het oneerbiedig uit te drukken een muzikale veelvraat en het is dus niet verwonderlijk hem ook met de fameuze Ierse formatie "The Chieftains" in de weer te zien, een groep die trouwens ook graag buiten verwachte paden treedt en bijvoorbeeld zo'n jonge groep als The Carolina Chocolade Drops in de armen sluit. Meestal zijn The Drops bezig met repertoire uit de tijd toen countrymuziek die naam nog niet had, maar ook "Jackson" van Johnny Cash kreeg van hun een spetterende uitvoering. Cash heb ik nauwelijks gesproken, maar dat kwam vooral omdat vaderlandse "kaunryfens" in het préselfietijdperk" uiterst storend met hem op de foto wilden. Van Cash het fraaie "One piece at the time", over een arbeider in de Cadillacfabriek, die jaar na jaar een onderdeel ontvreemdt om zo thuis zijn eigen Cadillac te bouwen. Dat brengt me bij "Cadillac Ranch" van de Nitty Gritty Dirt Band, een groep die op het driedelige platenalbum "Will the Circle Be Unbroken" een aantal oude getrouwen uit landelijk Amerika bijeenbracht, onder wie Doc Watson (foto). Hem sprak ik in het bekende Amsterdamse muzikantenhotel "Wiechmann", als er één ding van dat interview met de blinde Watson me is bijgebleven is dat hij feilloos wist, door even wat zijn vingers over een voor het raam staande plant te aaien, dat het om een primula ging in een koperen sierpot. Ook Watson ging regelmatig buiten het van hem te verwachten repertoire, want wie denkt dat hij "Bye Bye Blues" zou spelen, een oud nummer dat c-melody-saxofonist Frankie Trumbauer met zijn groep in 1930 vastlegde. Afscheid dus en dat doet me ogenblikkelijk denken aan Theo Uden Masmans "Wij nemen nu afscheid van U met "Farewell Blues", maarrrrr wij komen terug", The Ramblers dus, waarvan mijn vader één achtenzeventigtoerenplaat had, met aan de ene kant "Zuiderzee Blues" en aan de andere kant "Swinging The Fiddles", een nummer met André van der Ouderaa in de hoofdrol. Fiddle is natuurlijk een wat oneerbiedig woord voor viool en daarom tenslotte aan het eind van deze "Gezamenlijke Zenders Peazens en Moddergat"-escapade Mendelssohns Vioolconcert met als solist Jascha Heifetz.