1.12.20

A.L.

Meer dan dertig jaar geleden stond ik op de laatste dag van een vakantie in de Elzas voor een garage en keek naar een Latil. Een merkwaardig voertuig dat niet aleen vierwielaangedreven, maar ook nog eens vierwielgestuurd is. De garagist kwam naar buiten, er onstond een gesprek en dat ging maar heel even over de Latil. Het was het eerste gesprek van enige importantie dat ik na veertien dagen in de Elzas had. Ik verbaasde me erover en zei het ook. De man keek me aan en zei: "Ik kan die geslotenheid uitleggen. Het heeft alles met de geschiedenis van dit gebied te maken. Na de oorlog van 1870-'71 waren we Duits tot 1918, daarna Frans en in de Tweede Wereldoorlog weer Duits. U hebt waarschijnlijk op school geleerd dat Frankrijk tijdens de oorlog in twee stukken verdeeld was: bezet Frankrijk en Vichy Frankrijk. Maar Elzas-Lotharingen ging zoals ze dat zo fraai noemen "Heim-ins-Reich", er waren dus geen twee maar drie stukken Frankrijk en dat wordt vergeten. De Tweede Wereldoorlog begon voor mij als Frans soldaat, daarna werd ik door de Duitsers voor de Wehrmacht opgeroepen en ik heb onder andere in Noorwegen dienst gedaan. U bent Nederlander geen Noor, maar stel nu dat ik in uw land dienst had gedaan. Dan had U een gesprek met mij niet plezierig gevonden." "Beter niet zeggen wie je bent, beter niet praten over de geschiedenis", zei ik. "Ja, en om die geschiedenis kun je hier nooit heen, die komt uiteindelijk in ieder gesprek aan de orde."
Op de muren van een winkel had ik in frakturschrift "Kolonialwaren" gelezen, het dialect dat gesproken werd klonk meer Duits dan Frans, de treinen reden rechts in plaats van links zoals overal elders in Frankrijk. Ik had het allemaal gehoord en gezien, maar geen conclusie getrokken. Sindsdien ben ik een aantal keren teruggeweest. Ik heb CD's met in het dialect gezongen liedjes en boeken in datzelfde dialect. En ik ben zelfs in staat om het dienstertje in een Straatburgs restaurant te laten lachen, wanneer ik het liedje, waarnaar het restaurant genoemd is, luidkeels zing.Mijn modelspoorbaan ligt in de Elzas en omdat het bij mij niet alleen om het rijden gaat, heb ik nogal wat literatuur over de spoorwegen in dat gebied verzameld.
De Pruisische spoorwegen kregen het na de oorlog van1870-'71 in Elzas-Lotharingen voor het zeggen op spoorweggebied. Tussen 1915 en 1918 kwamen 27 door Vulcan gebouwde tenderlocomotieven als T 18 in dienst. Een ervan bleef na Eerste Wereldoorlog in Duitsland (als Deutsche Reichsbahn 78.093), de andere kwamen in dienst van de AL (Chemin de fer Alsace-Lorraine). Na vorming van de SNCF in 1938 kregen ze de nummers 232TC-401 tot en met 427. Tijdens de Tweede Wereldoorlog deden ze overal in Duitsland dienst. In 1966 werden de laatste twee 232TC's in Frankrijk uit dienst genomen.