1.9.24

Voorthuizen 3

 

Natuurlijk ging ik ook naar Voorthuizen om 75-07-MX te zien. Ze was er vorig jaar, dat waarom zou ze er dit jaar niet zijn? Maar ze was er niet,  de vanillevla kleurige Chevrolet cabriolet 1938. Waarom ik haar wilde zien? Omdat ik haar in de winter  van  1969/70 zelf uit Denemarken had gehaald. Oorspronkelijk was ik op jacht naar een tweede Nash, maar de  auto die ik in Denemarken vond was een 1935er,  toch al niet Nash mooiste jaar en met een foeilelijke Duitse of Deense carrosserie. Die ging het niet worden. Ik zette mijn strooptocht vergezeld door Paul Jilderda (aan het stuur van een Volvo Amazone  met een vierwielige aanhanger) en Dick Kramer voort en in een kleine plaats  iets noordelijker  In Jutland vonden we de Chevrolet, de kap lag aan flarden, maar verder zag zij er op het  eerste oog redelijk uit. Zij werd na wat heen en weer gerangeer, ze stond tamelijk achter in een  loods, op de trailer geladen  en de terugreis naar Nederland kon worden aanvaard. Er lag flink wat sneeuw op de Deense wegen.  In Duitsland  werd het minder. Wij gingen inmiddels onze tweede slapeloze nacht in en kwamen op zondagochtend aan de  Nederlandse grens, waar de Chevrolet moest worden ingeklaard. Dat ging op  zondag niet. Dus op zoek naar een overdekte plaats waar de wagen tot maandag zou kunnen staan. We vonden  een Opeldealer, immers ook General Motors, waar we de trailer met de Chevrolet  mochten stallen. Daarna repten wij ons huiswaarts om op maandagochtend weer naar  de  grens  te gaan om de auto in te klaren. Paul ontdekte dat de trailer niet soepel liep en constateerde een gebroken steekas. We haalden de Chevrolet van  de trailer en de enige mogelijkheid was om  de Chevrolet op sleep te nemen. Het werd een barre tocht, in  een open auto hartje winter van de grens tot Harderwijk, waar Paul zijn garage had. Daar vroeg Pauls knecht hoe  we het aangedurfd hadden. Hij ging in de Chevrolet zitten, trapte op de rem en  trapt er meteen doorheen. Een klein  wonder. (wordt vervolgd)