1.2.25

Verzamelen

 

Dat ik iets met Franse treinen, Haagse trams en oude auto's heb weten de regelmatige lezers van dit blog inmiddels, maar er is veel meer dat mijn, zeg maar, verzamelwoede opeist, zo heb ik nogal wat  geschreven judaïca. Sommige boeken komen uit mijn vaders collectie, maar zijn verzameling is inmiddels behoorlijk aangevuld. Op zijn 34ste verjaardag in october 1936 kreeg mijn vader van een bevriend echtpaar het in 1921 verschenen "Die Juden in der Karikatur" van Eduard Fuchs. Fuchs, een sociaal-democraat en in Berlijn uitgever van het dagblad "Vorwärts", verzamelde tekeningen, niet alleen uit Duitsland, maar ook uit o.a. Engeland, Frankrijk, Rusland, Polen en Oostenrijk en laat vanaf de 15e eeuw een getekend, zo u wilt een vertekend, beeld zien van Joden. Niet de geringste tekenaars hebben bijgedragen aan antisemitische beeldvorming: Caran d'Ache (Emmanuel Poiré), Aubrey Beardsley en Charles Léandre.

La Poste

 

Zowel de Britse als de Franse spoorwegen hebben net zoals oorspronkelijk ook in Nederland speciale posttreinen in dienst. Het eerste vervoer van post per trein vond in 1838 in Engeland plaats tussen Londen en Birmingham, België volgde twee jaar later en inspecteur der posterijen in Straatsburg François Donat-Blumstein kreeg het in 1841 voor elkaar dat post met de trein mee ging tussen Straatsburg en Colmar. Oorspronkelijk waren natuurlijk nergens speciale postrijtuigen in dienst, maar dat veranderde al snel en gingen postbeambten met de trein mee, die onderweg de post sorteerden. Op de foto's twee vroege Franse postrijtuigen, het ene voor Parijs - Lyon, het andere gaat zelfs mee tot Nice.


Klassiek?

 

De branle is een oude Franse dans, hier is er eentje uit Bresse (er komen dus niet alleen kippen vandaan) gespeeld op draailier (hurdy-gurdy, vielle à roue). De draailier is een uit de Middeleeuwen daterende mechanische viool, de snaren gaan klinken door het draaien van een wiel en worden gestopt door een toetsenbord, vaak zitten er ook nog een of meer sympatische snaren op het instrument. Je zou je kunnen afvragen waarom ik een branle gespeeld op een draailier op dit blog heb gezet. Ik heb daar een simpel antwoord op. Omdat het uiteindelijk om de muziek gaat en ik niet van anachronistische verkleedpartijen houd, wanneer ik iemand in een fluwelen wambuis accordeon zie spelen, dan word ik onpasselijk, begrijp me goed, zo'n accordeonist mag best een branle spelen, maar trek er dan geen middeleeuws costuum bij aan, want dat botst: accordeons bestonden destijds niet. Stel dat we de branle uit Bresse laten bewerken tot een vierdelig werk voor strijkkwartet en voorzien van de handtekening van de (niet-bestaande) Italiaanse barokcomponist Bernardo Chammerini, ik wed dat sommige luisteraars hun gezicht bij voorbaat al in de Concertgebouwkleinezaalplooi trekken en zich in de richting van de Van Baerlestraat reppen, terwijl ze hun neus optrekken voor een draailier. Want zo gaat dat, voor die mensen is muziek net oranjemarmelade, als die niet van Chivers is, dan deugt de marmelade niet. Ik heb dat nooit zo goed begrepen, ik bedoel de scheiding tussen "klassiek" en andere muziek, zoals bijvoorbeeld volksmuziek, want veel zogenaamde klassieke muziek is ontleend aan volksmuziek, een niet gering aantal befaamde componisten lustte er terecht wel pap van en gebruikte die folklore ook in hun werk. Bovendien is de term klassiek in muziekverband vaak een onzinterm, want je kunt twintigste-eeuwse-muziek toch moeilijk van dat predikaat voorzien. Maar het gebeurt veelvuldig, net zoals in het oude-auto-wereldje, waar een (wan)product als de American Motors "Pacer" rustig een klassieker genoemd wordt.