De basis van 'Old Number One' was een Morris 'Cowley', de 'Cowley' was
in 1915 geintroduceerd en had een Amerikaanse motor: een Continental. Na
de Eerste Wereldoorlog kwamen de motoren van Hotchkiss in Coventry, de
versnellingingsbakken van Wrigley en de carrosserieën van Hollick en
Pratt, firma's die successievelijk werden opgekocht door Morris. In 1925
versloeg Morris qua verkoopcijfers al zijn Britse concurrenten, er
rolden dat jaar 54000 auto's van de band.
Dit is 'Old Number One', niet de allereerste MG, zoals de naam doet
vermoeden, maar wel de eerste MG, die speciaal gebouwd was om aan
wedstrijden mee te doen. De basis was een Morris 'Cowley', waarvan het
chassis was ingekort, de motor was een kopklepper Hotchkiss met een
cylinderinhoud van 1548cc gekoppeld aan een Morrisdrieversnellingsbak.
De lichtgewicht carrosserie was ontworpen door Carbodies in Coventry en
het geheel werd door de Morrisfabriek in Oxford geassembleerd. Cecil
Kimber, salesmanager van Morris Garages
in Oxford, had veel succes met 'Old Number One', hij won in 1925 in de
Lands End Trial een gouden medaille in de lichte autoklasse. De totale
bouwkosten schijnen 279 pond geweest te zijn, na de Trial verkocht
Kimber de auto voor 300 pond de wagen dreigde vervolgens zijn bestaan te
eindigen op een sloperij in Manchester, nadat hij gebruikt was om een
aanhanger met varkens te slepen. Een werknemer van MG ontdekte 'Old
Number One' in 1932 op de sloperij en kocht de wagen voor 15 pond.
Daarna werd hij gerestaureerd en in de jaren vijftig werd hij donkerrood
gespoten en kreeg hij kenteken FC 7900. Maar oorspronkelijk was de auto
grijs en was het kenteken FMO 842.