Gister was de heer Ozenfant in Den Haag en op Scheveningen. Ozenfant, dat meldde ik eerder, reist graag, het liefst zou hij in elke trein die voor zijn neus stopt stappen. Opgewekt, staart omhoog wandelt hij over de perrons en zorgt steevast dat hij het eerst in de trein is. Uit het raam kijkt hij zelden, behalve als de trein stopt dan is hij geinteresseerd. In Den Haag zetten we koers naar de Wiener Konditorei in de Korte Poten met uitzicht op de Koediefstraat en achter ons de Apendans. Elke stad heeft ongetwijfeld merkwaardige straatnamen, maar hier zijn er drie vlak bij elkaar, dus ik maak er een opmerking over, die eindigt met de vraag of er misschien een boek met naamsverklaringen van Haagse straten bestaat. De heer aan het tafeltje naast het onze geeft antwoord en een half uur later heb ik het boek "Den Haag Straten en hun Namen" (Waanders Uitgevers, Zwolle & Haags Gemeentearchief, ISBN 90 400 8218 9) in handen. De herkomst van de naam Koediefstraat blijkt niet meer te achterhalen, lees ik, oorspronkelijk heette de straat Kromme Poten en mogelijk komt de naam van een schuitvoerder op Delft die onder bijnaam Coedyff door het leven ging, Apendans komt van een huis op de hoek van de Poten, waar een bord uithing met dansende apen. Korte Poten is ontleend aan "willige poten", wilgenbomen die langs de weg waren geplant. Vergezeld door de heer Ozenfant, die het voorgaande geen donder kan schelen, gaan we via Passage, Hoogstraat, Noordeinde en Hogewal naar de Piet Heinstraat om in de Zoutmanstraat op tram 17 te stappen, die ons naar de Statenlaan brengt. Vandaar is het niet ver meer naar strand en zee, want ik ben nieuwsgierig hoe de heer Ozenfant op zo'n massa water reageert. Moedig dribbelt hij door het rulle zand, maar eenmaal bij het water, neemt hij een zorgvuldig snuifje en draait zich vervolgens resoluut om. De heer Ozenfant blijft een hond van de Schotse Hooglanden.