Het is niet zo verwonderlijk dat de broers Karl, Franz en Heinrich Gräf in het laatste decennium van de negentiende eeuw in Wenen begonnen met het repareren van rijwielen en ze vervolgens zelf gingen bouwen, heel wat automobielconstructeurs zijn op dezelfde manier gestart, maar hun eerste auto was bijzonder, omdat de aandrijving op de voorwielen plaats vond. Helaas is het maar bij één exemplaar gebleven, gebouwd tusen 1895 en '97, dat tot 1914 dienst heeft gedaan en gelukkig bewaard is gebleven en momenteel te bezichtigen is in het technisch museum in de Oostenrijkse hoofdstad. Nadat de broers kennis hadden gemaakt met Willy Stift, importeur van verschillende automerken, besloten ze in 1902 samen met Stift tot oprichting van de firma Gräf & Stift, die automobielen ging bouwen voor Arnold Spitz, die tot 1907 onder diens naam in de handel kwamen. Daarna werden de wagens onder de naam Gräf & Stift geproduceerd en werd de bouw van lichte auto's stopgezet en vervangen door de bouw van grotere wagens, die gretig aftrek vonden onder meer bij het Oostenrijkse keizershuis. Zo werd een Typ 40/45 in 1913 aan keizer Frans Joseph geleverd. Aartshertog Franz Ferdinand werd in een Gräf & Stift Typ 18/32 in 1914 in Serajewo door Gavrilo Princip vermoord, aanleiding tot de Eerste Wereldoorlog.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden alleen vrachtwagens geproduceerd. De firma bleef daarna tot 1938 personenauto's bouwen (alhoewel kort na de Tweede Wereldoorlog de Tsjechische Aero Minor in licentie werd gefabriceerd, de vrachtwagenafdeling werd in 1971 opgeslokt door M.A.N.
Brandweerwagen 1917
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden alleen vrachtwagens geproduceerd. De firma bleef daarna tot 1938 personenauto's bouwen (alhoewel kort na de Tweede Wereldoorlog de Tsjechische Aero Minor in licentie werd gefabriceerd, de vrachtwagenafdeling werd in 1971 opgeslokt door M.A.N.