16.3.10

Journaille

Nederlandse kranten lees ik nauwelijks meer. Naar de Nederlandse televisie kijk ik nauwelijks meer. Dat heeft zo zijn oorzaken.
Zaterdag j.l. kocht ik Het Parool. Op pagina twee stuitte ik op een column van de nalatenschapbeheerder van de in de jaren negentig voornamelijk als salonfähigmaker van het antisemitisme bekekend geworden T.v.G., Theodor Holman. Holman, nog immer in de ban van zijn grote roerganger, doet een poging Job Cohen belachelijk te maken door het woord fatsoenlijk onfatsoenlijk veel in zijn schrijfsel te stoppen. Diezelfde Job Cohen die, zelf slachtoffer van het gebral van T.v.G., na diens gewelddadige dood, op onnavolgbare fatsoenlijke wijze diens herdenking op de Dam regisseerde. Ik heb na het lezen van zo'n stukje weer voor weken genoeg van het vaderlandse journaille.
Gisteravond keek ik naar Pauw & Witteman met de jongste hype: het bevragen van politici over hun verantwoordelijkheden tegenover hun gezin, e.e.a. n.a.v. het afscheid van Eurlings en Bos, anders waren de Pauwtjes en Wittemannetjes niet op het onderwerp gekomen. André Rouvoet was slachtoffer van het doorgezagende tweetal en tot mijn niet geringe verbazing bleef hij beleefd en zei geen keer: "Dat gaat jullie geen donder aan". Want het staat iemand toch volledig vrij hoe hij zijn tijd indeelt? Bovendien weet ik naast de politiek nog wel een paar beroepen, waar geschipperd moet worden tussen beroep en gezin: groenteman, musicus, vrachtwagenchauffeur en journalist bijvoorbeeld. Ik heb na het kijken naar zo'n programma weer voor weken genoeg van het vaderlandse journaille.