Het is zondag 22 juli 1894. In Parijs staan bij de Porte Maillot 21 "zelfbewegers" klaar voor de door "Le Petit Journal" georganiseerde race naar het 120 kilometer verderop gelegen Rouaan. Ze worden aangedreven door stoom of door benzine. Vanaf het begin neemt de als eerst gestarte, door graaf De Dion bestuurde stoomtractor met een rijtuigje voor vier personen op sleeptouw, de leiding en alhoewel er wordt gestart met intervallen van een halve minuut is het in feite meer een optocht dan een echte race. Na vijf uur en veertig minuten bereikt de De Dion-Bouton de eindstreep, maar wonderlijk genoeg wordt de wagen niet tot winnaar verklaard, want op maandag 23 juli wordt door het organiserend comité besloten dat niet aan alle voorwaarden is voldaan, want de graaf had geen mécanicien aan boord, de prijs van de wagen is te hoog en bovendien is de wagen te moeilijk te besturen. De eerste prijs (5000 goudfrancs) wordt gedeeld door de firma's Panhard en Peugeot, beide met een benzineauto. De Dion-Bouton krijgt de tweede prijs (2000 goudfrancs).