Gelukkig had het tuig, dat op zo'n schandalige wijze in het kasteel had huisgehouden, de koffergrammofoon van Floris onder de echtelijke sponde niet ontdekt en die stond nu regelmatig op de eetkamertafel in Stroe en kon Floris de enige geredde plaat - alle andere uit zijn verzameling van meer dan tweehonderdvijftig Duitse schlagers waren door de smeerlappen stukgegooid dan wel meegenomen - iedere dag een paar maar draaien, want wat de Nederlandse radio liet horen was afschuwelijk banaal en herinnerde hem iedere keer weer dat de Krieg verloren war. De buren links hadden gevraagd of hij vanwege de naam Van Rappen misschien familie was van Ridder van Rappard, hij had op die vraag als antwoord maar wat verzonnen: nee, hij kwam uit een oude Zwitserse familie, die in de achttiende eeuw naar Nederland gekomen en de naam kwam van wat je een Zwitserse cent zou kunnen noemen, een honderste van een frank. Advocaat Draaymans uit Kontich had inmiddels een foto van hem en Fréderique gevraagd om bij de stukken voor Niel-bij-As te voegen, waarop, zo had Draaymans gevraagd, ze er "zo armoedig mogelijk er uit moesten zien om aan te tonen hoe slecht het hun ging en dat ze daarom hoopten op een zo ruim mogelijke compensatie". Floris was daarop samen met Fréderique naar fotostudio Flunterdonk & Co. in Stroe gestapt en had daar een portret laten maken dat hij vervolgens naar Kontich had gestuurd.