Even denkbeeldig. Terug naar 1930. Zesde klas lagere school aan de Haagse Hoefkade. Onderwijzer (nog steeds denkbeeldig): "Jongens, waaraan herkennen we een Pierce-Arrow?" Drie vingers omhoog en "Meesj, meesj. " "Zeg jij het maar, Flipje." "Ze hebben de koplampen in de spatborden, meester!"
En dat was een volslagen juiste observatie van Flipje , want vanaf 1913 hadden de meeste Pierce-Arrows, heel uitzonderlijk, de koplampen in de spatborden, alleen als de klant dat niet op prijs stelde konden losse koplampen worden gemonteerd.
Bovenstaande Pierce-Arrow heeft losstaande koplampen, hij is in het bezit van een Liechtensteiner. Liechtenstein, een miniem land dat verder alleen bekend is door het bankwezen en een polka. Behalve dat de auto in model is uitgebracht, siert dezelfde auto ook een Liechtensteinse postzegel.
Pierce-Arrow, met Packard en Peerless - de drie P's - behorend tot de Amerikaanse wagens in de hoogste prijsklasse kwam uit Buffalo (New York), was opgericht door George Pierce, die vanaf 1873 o.a. vogelkooien had gefabriceerd, waaraan in 1892 fietsen werden toegevoegd. In 1900 verscheen onder de naam Pierce de eerste auto, het model van van 1904 heette Arrow en vijf jaar later werd de fabriek omgedoopt in Pierce-Arrow. Alhoewel Pierce-Arrow in 1928 onder de hoede van Studebaker kwam, bleef de fabriek wat ontwerpen betreft zelfstandig, de productie in 1929 steeg naar 8422 wagens en dat waren er 2686 meer dan in het voorgaande jaar.
De cabriolet op de foto dateert uit 1930, er was toen keuze uit Pierce-Arrows met achtcylinderlijmotoren met een inhoud van 5,6, 5,9 en 6,3 liter. Bovendien werden de auto's geleverd met naar keuze een drie- of viersversnellingsbak.
In 1933 verscheen deze "Silver Arrow" (ontworpen door Phil Wright) met een V12-motor, goed voor 195 km/u, wel met een prijskaartje van $10.000.