De
accordeon heeft anders dan andere muziekinstrumenten een aantal
bijnamen verworven: schippersklavier en trekzak zijn de aardigste, maar
Baskische priesters noemden hem de duivels blaasbalg en de Amerikaanse
schrijver en journalist Ambrose Bierce (1842 - 1913) vond het een
instrument met de gevoelens van een moordenaar. In 1821 werd in Berlijn
door Christian Buschmann op een prototype patent aangevraagd: de "Handäoline",
kort daarna werd door Cyrillus Demian in Wenen de eerste "Akkordion"
gebouwd, beide instrumenten hadden toetsen maar pas in 1852
introduceerde Constant Busson in Parijs een accordeon met pianoklavier.
Ik zag ooit zo'n instrument in de winkel van André Bissonnet in een
zijstraat van de Boulevard Beaumarchais in Parijs. Tot mijn schrik bleek
zijn winkel, een waar paradijs voor liefhebbers van antieke
instrumenten, in juli 2011 verdwenen. Bissonnet
dreef zijn zaak in de Rue de Pas de la Mule in zijn oude slagerij, nog
duidelijk zichtbaar door de betegelde wanden. Hier
zingt hij zichzelf begeleidend op een draaiorgeltje. Het was altijd een
groot plezier bij hem even binnen te lopen, omdat hij nooit te beroerd
was een paar instrumenten van de wand te halen en te bespelen. Maar terug naar de accordeon, hier
een meer dan 110 jaar oud exemplaar met een Frans dansje. De accordeon
zorgde trouwens voor nogal wat muzikale problemen in het Parijs van zo'n
130 jaar geleden, toen in de Marais niet alleen Auvergnaten arriveerden
met hun musettes (doedelzakken) maar ook Italianen met hun accordeons.
Het duurde even voordat de vrede getekend werd en de typerende Parijse
accordeonmuziek notabene musette ging heten.