Helaas heb ik alleen maar een copie van de voorpagina van deze
Columbiafolder uit 1897, maar daar staat tegenover dat ik een echte
Columbia "Chainless" heb uit 1900. De slagzin "Standard of the world"
werd dus, voordat Cadillac met auto's kwam - en dat was in 1902 -, al
gebruikt. Klaarblijkelijk kon dat dus toen zo maar. Columbia dateert uit
1878, twee jaar daarvoor had Albert Pope een fiets gezien op een
tentoonstelling gewijd aan het eeuwfeest van de Verenigde Staten, hij
reisde vervolgens naar Europa en begon in Hartford, Connecticut met de
import en productie van tweewielers. Pope ijverde ook voor de
verbetering van wegen en richtte daartoe de "Wheeling Association" op,
hij kocht andere fietsfabriekjes op en in 1882 was een Columbia de
eerste fiets waarmee van Oakland aan de westkust naar Boston aan de
oostkust werd gereden, een afstand van 3700 mijl in 103 dagen. Vier jaar
later werden op een Columbia records gebroken: een mijl in iets meer
dan 2 minuten en 29 seconden en 22 mijl in een uur. Vanaf 1896 werd
gewerkt aan een electrische auto en het jaar daarop waren, in de meer
dan een mijl lange fabriek in Hartford, 10.000 mensen aan het werk. De
kettingloze Columbia, de chainless, verscheen in 1898.
Natuurlijk lijkt een cardanaangedreven
fiets, door het ontbreken van de ketting, de oplossing voor het
voorkomen van gerafelde en versmeerde broekspijpen, maar je moet wel
zwaarder trappen. Ik heb twee cardanaangedreven fietsen
heb in mijn verzameling, een FN uit de late jaren twintig (de fiets
waarmee ik mijn verzameling begon. Mijn
122 jaar oude Columbia staat grotendeels nog in zijn eerste lak, heeft
houten velgen en een terugtraprem in de vorm van een lepeltje dat drukt
op de achterband. Het is een schitterend ontwerp, zonder enige
overbodige franje. Het is dan ook nauwelijks te begrijpen waarom de
Amerikaanse rijwielindustrie anderhalf decennium later de fiets
verzwaarde met allerlei onnodigheden: dikke banden, een
pseudobenzinetankje en een uiterst onhandige dwarsstang in het stuur.
Mijn Columbia uit de late jaren twintig heeft gelukkig geen
pseudobenzinetank, maar die dwarsstang is een crime: ik stoot regelmatig
mijn knieën. Er is maar één oplossing voor het ontstaan van de
belachelijke en onnodige toevoegingen aan de Amerikaanse fiets:
volwassenen kozen negentig jaar geleden voor auto en motorrijwiel, de
fiets werd een speeltje voor de jeugd. Jongens droomden van een
motorfiets en dus werd de fiets een imitatie daarvan.