Lanchester? Nooit van gehoord, zegt u. Een stukje geschiedenis. Als het Britse automerk
Lanchester ooit terugkomt - maar dat betwijfel ik - komt het merk uit
India, want het maakt deel uit van de door Ford aan Tata verkochte
Jaguargroep. Het verhaal van Lanchester is typisch een voorbeeld van hoe een
fabriek langzaam om zeep wordt gebracht en de rol van "badge
engineering" daarin. Het verhaal begint in 1895 toen Frederick
Lanchester zijn eerste auto bouwde, die met een aantal wijzigingen in
1900 in productie werd genomen: de luchtgekoelde, liggende
tweecylindermotor was om een goede gewichtsverdeling te krijgen in het
midden van de auto geplaatst en was gekoppeld aan een
voorselectieversnellingsbak. Tot 1914 bleef Lanchester een
onconventioneel merk, maar Fredericks broer George leidde de fabriek
naar meer gebruikelijke ontwerpen. In 1931 werd Lanchester overgenomen
door B.S.A., dat al een topmerk bezat in Daimler, dat sinds 1910 deel
was van de oorspronkelijk als wapenfabriek (British Small Arms) gestarte
onderneming. Lanchesters werden na de overname goedkope Daimlers. In
1954 verscheen het prototype van de Lanchester "Sprite", in feite een
uitgeklede Daimler "Conquest" met een automatische versnellingsbak, het
jaar daarop werden tien gewijzigde "Sprites" gebouwd en sloot de fabriek
zijn deuren. Daimler werd in 1960 door Jaguar overgenomen en daardoor
kan een volgende Lanchester alleen nog maar met een Indiaas labeltje op de markt komen.